^ezc gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven*
N°. 12236
"Vrijdag 13 Januari.
A'. 1900
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER CQTJRAOTe
Voor Lolden per 3 maanden:
Franco per post«.•»%-
Afzonderiyke Nommers o
f i.iO.
1.40.
0.05..
PRIJS DHR AJDVEBTEETIÊïrt
Van 1—6 regel3 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootero
lettere naar plaatsruimte «-> Voor het incasseeren bui ton de stad
wordt 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Drievoudige vergiftiging to Rotterdam.
Te zijner tyd hebben wy gemeld, dat den
9den December van het jaar 1S98 te Rotter
dam in haar woning aan de OraDjeboorastraat
werd gearresteerd Catharina Van Viegen,
weduwe van Jens Peter Söronsen, op ver
moeden dat zij zich, met het dotl zich meester
te maken van de uitkeeringen van verzekerings-
en begrafenisfondsen, door vergif had ontdaan
van haar man, diens dochter en een kost
ganger.
Den 16Jen Sept. d. a. besloot de recht
bank haar gevangen te houden en sinds heeft
zij dan ook in de strafgevangenis aan den
Noordsingel vertoefd.
Tot dusver is het den rechter van instructie
echter niet mogen gelukken haar tot bekentenis
te brengen, doch dit neemt niet weg, dat het
sedert verzamelde bewüsmateriêol van dien
aard is, dat de vrouw naar de openbare
terechtzitting is verwezen.
Met haar zaak is thans een begin gemaakt.
Niet minder dan 73 getuigen a charge, meeren-
deeli bestaande uit agenten van verzekering-
maatschappijen, begrafenisfondsen, apothekers,
enz., zijn gedagvaard om in deze zaak ver
klaring af te liggen.
Van do deskundigen, die zullen worden
verboord, is dr. G. Van Houtum, arts in het
gemeente-zi-kenhuis, belast met de gerechte
lijke lijkschouwing, met de tweede ambulance
van het Roods Kruis naar de Zuid-Afrik.
Republiek vertrokken.
Daarentegen is nog een nieuwe getuige
gedagvaard: de heer P. G. Croes, amanuensis
in het Ziekenhuis te Rotterdam.
Tb tien uren precies loopt de publieke
trtbhne vol. Slechts enkelen van de honderden
wachtonden buiten worden toegelaten. De
vostibule is druk bezet vaa de getuigen.
Als het publiek aanwezig is, treedt de
rechtbank binnen. Dan wordt de beklaagde
de zaal ingeleid. Zjj is als een burgerdame
gekleed, in het zwart, zwart fluweelbn pelerine,
zwarten hoed met grooto strikken, wat scheef
gezakt, en over het mager, grauw bleek ge
zicht een zwarte voile.
Nadat zy op de vragen van den presi Jont
omtrent namen en leeftyd baast onverstaan
baar heeft geantwoord, als even ontwakend
uit een droom, gaat zy zitten, en verstart
dan In de schuwe 6taring van haar kleioe
donkere oogen, opziende in het bedeesd neergo-
houden gezicht. Het is een tenger vrouwtje,
puntig het profiel tegen de blauwe lucht door
hot venster.
Nadat het bevel van verwijzing door den
griffier mr. Pol vliet was voorgelezen, werden
verschillende processen verbaal betreffende lyk
6 hfiiwiogeD, Ujkopgravingen van den rechter-
commissaris, "rapporten1 chïfnioT'en doc
toren, akten van overltftfen deï 'dtie slacht
offers enz. vanwege bèt"0.jyH^^fëloveerd.
Èon groot gedeelte der voormiddagzitting
werd in beslag genomen met het in drie
gro?pen linnenroepen en confronteeren der
73 getuigen. Er moesten 15 getuigen In het
gebouw blfiven, de overige getuigen moeten
heden terugkomen, behalve de geneesheeren,
die tegen Zaterdag zijn opgeroepen.
Onder de overtuigingsstukken ter terecht
zitting aanwezig, behoorden een boeveelheid
van 64 gram arsenicosum, gewikkeld in een
atuk papier, in de wooing van beklaagde
gevonden, voorts lijfgoed der slachtoffers,
aarde die zich aan de lijkkisten vastgezet had,
de inhoud van de maag der lijken.
BU de vragen naar naam, leeftijd en beroep
der getuigen doen zich eenige incidentjes voor.
Eén der gituigen noemt zich: „commissio
nalre voor bank van leeniogen". „Zoo, bent
u inbrengster voor banken?" vraagt de
president. „Nee", zegt de jufFrouw, „commis
sionaire van bank van leeningen. Misschien be-
teekent dat wel hetzelfde als inbrengster, maar
ik noem me dan toch liever commissionaire."
Een andere getuige geeft op 38 jaar oud
te zijn; by noemde denzelfJen leeftijd ook
reeds in het jaar 1898, in de iostractie.
Ret verhoor der beklaagde.
Haar wordt eerst gelast de voile in de
hoogte te slaan.
De president: Beklaagde, bekent ge een
van de u te la6te gelegde feiten?
Beklaagde, bijtend de woorJen uitstootend
Neen, zoover u in rang en stand boven mi)
staat, is zóó iets beneden my. Wat ni< t kan,
kan niet. Ik heb nooit een beest het geringste
gedaan. Zulke beschuldiging durft men my te
doen, 't is my te laag om er op te antwoorden.
De president wyst er op, dat ten huize
van de beklaagde toch driemaal in kort tyds
verloop een sterfgeval is voorgekomen, stoeds
onder dezelfde omstandigheden. Uit de verdere
vragen en antwoorden blykt, dat beklaagde
na heel lang onder de geboden te hebben
gestaan op 2 Januari 1891 gehuwd is met
Jens Peter Sörensen. Zy was naaister van
beroep. Vóór haar huwelyk had zy reeds een
dochter, Catharina, dat in den echt gewettigd
is. Oorspronkelijk noemde haar man zich
George Louis, hy was zeeman; later, bij het
trouwen, bleek zijn ware naam.
Beklaagde vertelt, dat Sörensen dien val-
schen naam heeft aangenomen, omdat hy
van oen schip was weggeloopen, en toen op
scheepspapieren van een ander, die George
Louis heette, verder heeft gevaren. De andere
reden, waarom hy een verkeerden naam beeft
aangenomen, wil beklaagde ni6t opgeven,
omdat haar man nu overleden is. Het doet
er ook niets toe, zegt zy.
Beklaagde spreekt nu al maar vlug en
opgewekt door. Zy vertelt van de ongesteld
heid van Sörensen; by was toen zeer onrustig,
was dan eens op, dan weer te bed, moest
zich telkens verwyderen, en hy klaagde over
vermoeidheid in de keel, waarvoor beklaagde
hem nog wat warme melk met bloem heeft
gegeven. Hy wilde telkens cognac hebben,
maar dat wilde zy hem niet geven, omdat
het te scherp was. Hy at nog twee porties
warm eten, en gebruikte koffie en chocola.
Eindelyk, 's nachts tegen 'n uur of vier, ging
by rustig liggen, maar toen zy om vyf uur
nog eens kwam kyken, zag zy zyn arm
buiten bed hangen. Daar was ze zóó van
geschrokken, want haar moeder was ojkzoo
met dien arm gestorven. De hand was koud;
het voorhoofd ook: hy was dood. Dr. De Snoo
heeft dat weldra daarna geconstateerd.
De president: Op het hoofd van uw man
stonden immers verschelden verzekeringen?
Beklaagde: Verscheidene?....
Pres.: Nu ja, toch eenige. Eerst heb je er
een van 200 gesloten by den heer Arie
Kros?
Beklaagde stemt toe, ook dat zy die ver
zekering later op 500 heeft laten verhoogen.
En daarna wilde zy de verzekering weer op
ƒ1000 brengen. Zy beweert dit gedaan te
hebben op verzoek van baar man, doch de
president merkt op, dat haar man juist naar
aanleiiing hiervan gezegd had tegen een
bekende: „ik geloof dat ze me gaarne dood
wil hebben."
Beklaagde komt daar heftig tegen op. Als
haar man wel eens wat te veel op had,
maakte hy gewooniyk scherts, daar meende
hy niets van.
De beer Kros zei echter later, dat de Alg.
Ned. Verz.-Maat8chy. niet hooger dan 500
uitkeerde. Toen sloot by ook een verzekering
by de „Rotterdamscbè". Bovendien was
Sörensen in een begrafenisfonds voor 50 en
voor 51 gulden.
De verhouding tusschen de echtelieden was
heel goed. Er was wel eens ruzie, maar dat
kwam omdat beklaagde driftig van aard is.
Doch na zoo'n bui was bet dadeiyk over.
SöreDsen veroiende ƒ10 als 6toker op de
waterboot Ernst, en ƒ114 pensioen van de
marine. De uitkeeringen zyn na zyn overlyden
geschied.
Vervolgens getuigt bekl. over
haar commensaal Cohen,
die den eersten dag by haar al niet wel was,
en niet at. Maar later kookte zy zelf voor hem;
't beviel hem echter niet, omdat bekl. niet
wist van dat Israëlietische eten. Daarop is
toen een kookvrouw gekomen. Later werd
Cohen bepaald ongesteld; toen is dr. Van der
Hoeven geroepen, die hem aanried havermout
te gekruiken, wat de bekl. hem óók al had
geraden. Diëet wilde hy niet houden, 's Mor
gens gebruikte hy eerst lauw water en een
ei, en dan ravalenta. En toen zy op een ochtend
by zyn bed kwam, smeet by het glas lauw
water op den grond, na er van geproefd te
hebben. Hy kreeg nameiyk zoo'n hoestbui
van 't verslikken. De tranen stonden hem in
de oogen.
Pres.: "Was er ook suiker in dat water?
Bekl. Wel neen... Misschien was tr wat
spuitwater door. Maar ik herinner 't me niet.
Toen is meneer Cohen eerst van de benauwd
heid opgevlogen en naar de canapé, en later
is by weer naar bed gegaan. Bekl. liet toen
dr. Post halen.
Pres.: Waarom niet dr. v. d. Hoeven?
Bekl.: Jawel, de Eendrachtsweg is waarlyk
niet naast de deur, op Feyenoord. En dr. Post
woonde op het Stieltjesplein; by staat als een
kundig man bekend.
Pres.Had Cohen niet gebraakt en hebt u
dat niet vertoond aan den dokter?
Bekl.: Daar weet ik niets van, en wat ik
niet weet, zeg ik niet. Myn hoofd is zoo
verward.
Pres.U hebt dit in de instructie verklairu.
Bekl.: Ja, dan is 't wel mogeiyk, ik geloof
't nu ook eigeniyk wel. 's Avonds tegen
11 uren tobde by vreeselyk over vrouw en
kindereD, al was hy gescheiden. Daarom had
ik modelyden met 'm, anders zou ik niet zoo
opgetobd hebben met dien man, want hy was
heusch niet gemakkeiyk van aard. De dokters
Post en Schuld zyn toen 's nachts tot 'n uur
of vior by don zioko gobleven, zy hebben
hem warme kruiken in bed gelegd en dr. Post
is zelf naar de apotheek geweest; toen is
Cohen iets wits en iets bruins ingegeven.
Hy was vreeeeiyk onrustig; nadat de dokters
weg waren, smeet hy ce kruiken uit bed.
Later ging hy naar het privaat, en op weg
daarheen zakte hy in elkaar. Bekl. klopte
haar buren, en samen brachten zy hem weer
naar 't ledikant. Hy was tegenover de dames
zeer bescheiden. Net was de buurvouw den
volgenden dag by den zieke, toen by iets
wilde opschryven. De bekl. gaf hem papier en
inkt, en de buurvrouw herinnerde hem nog,
dat bekl. nog geld van hem kreeg. Toen heeft
by haar 50 vermaakt. Aan dr. Po6t vroeg
de zieke nog of hy de sleutels van zyn goed
dadelyk aan zyn vrouw wilde geven. En op
raad van dien dokter werd notaris Droog-
leever Fortuyn geroepen, doch toen deze
kwam, was Cohen al buiten bewustzyn. De
notaris heeft toen de sleutels meegenomen,
nadat Cohen overleden was.
Vervolgens zyn een begrafenisóienaar met
een Israëlletischen waker by het lyk gebleven.
Daar de vrouw van Cohen schitterde coor
afwezigheid, heeft bekl. de reiniging van het
lyk verricht.
De voorzitter gaat nu over tot
het derde sterfgeval
dat van haar dochter Catharina, den lsten
Jan. 1880 gelortn, die studeerde vooronder-
wyzeres op de normaalschool, en van 9 tot
12 en 2 tot 4 uren kweekeling was op de
school van den heer Van Gtnderen. Zy stu
deerde er hard voor en zou in April '99
examen doen.
Deze dochter was heel gezond, alleen wel
eens met Pasihen van hetzelfde jaar een dag
overspanning, die door rust overging. Mwar
Woensdag 17 Augustus werd zy ziek; '6 avonds
vóór het naar bed gaan kreeg zy havermout;
bekl. heeft het bord nog op de verranda gezet
om te bekoelen. Dien avond heeft zy voor
de andere dochter Louise, die weldra jarig
zou zyn, nog met Catharina over poppegoed
ge Bp roken.
Nadat de commensaal Huysman havermout
had gehad, at bekl. met de dochter in de
keuken ook een bord. Toen ging Catharina
naar den afgeschoten zolder, waar zy sliep.
Er was dien nacht dus niemand tbuls als
bekl., haar beide dochters en de commensaal.
Pres.: Om één uur 's nachts hebt u uw
dochter opgezocht. Waarom deed u dat?
Bekl. O, waarom ik dat deed, daar weet
ik niet6 meer van.
Pres.: Had u leven gehoord boven?
Bekl.O ja, ik dacht of er ook katten op
zolder koaden zyn. Catharina sliep toon lekker,
's Morgens om zes uren kwam ze echter be
neden, naar moeder die nog te bed lag; ze
was ziek, had gebraakt en was erg koud.
Als een goed moeder nam ik haar by me in
bed. Ze had natuurlyk kou gevat, want den
vorigen dag had ze in den tocht staan stryken.
Ik heb toen baar bed naar beneden gehaald
en in het voorkamertje gezet.
De Pres.: Ik vind het vreemd dat u dien
heelen beddeboel naar beneden haalt en uw
dochter beneden laat slapen, omdat zy zei
wat verkouden en onlekker te zyn.
Bekl.: Vindt u d&t vreemd. Ik heb voor
vreemden altyd alles overgehad, zachts doet
een moedor dat ook voor haar eigen kind.
Pres.Ik vind dat vreemd, want 's middags
was die dochter al weer zoover hersteld, dat
zy met een vriendin uit wilde. Hebt u zelf
of heeft uw dochter den dokter laten halen?
Bekl.: Natuurlyk ik zelf. Men hoeft my
niet aan myn moedersplichten te herinneren.
Daar weet ik waarachies zelf wel genoeg
van..
Pres.Ik verwyt u niets; antwoord u op
me vragen. Waarom liet u uw huisdokter
niet komen?
Bekl.: Die was uit de stad, dacht ik,
ik wist niet dat hy terug was. Daarom
kwam dr. Schutte.
Pres.: Heeft uw dochter dien dag niet nog
een stukje bloemkool gegeten?
Bekl.: Wel mogelyk. Ik heb dtn dokter
toen weer ontfcodeD, maar hy kwam 's mor
gens pas, klopte me nog op myn schouder,
omdat ik niet zoc kinderachtig moest zyn
voor zoo'n groote dochter. Maar die dokter
wist niet, dat myn dochter myn alles was.
Ik heb alle nachten verder gewaakt; ik ga
niet slapen in de alkoof als myn kind ergens
anders in een kamer ziek ligt. Als iemand in
myn huis maar iets mankeert, blyf ik waken.
Op verschillende vragen omtrent de ziekte-
verschynselen antwoordt bekl. dat zy er niets
meer van weet. Maar wat in de instructie
staat is waar, daar neemt bekl. geen woord
van terug.
Na e6n beroep op die instructie, herinnert
zy zich weer dat haar dochter gebraakt had,
en een byna zwarte zelfstandigheid had op
gegeven, maar zy heeft oit niet bewaard voor
den dokter, hetgeen de pres. wel vreemd
vindt, 's Nachts is het meisje opgestaan om
naar het privaat te gaan, en, evenals Cohen,
ingestort onderweg. Da pres. wyst op de
toevalligheid van deze overeenkomst.
Bekl.: Omdat u 't zegt, moet ik 't ten
minste wel gelooren.
Pres.: Zondagochtend zag u dat 't heel
slecht was met uw dochter? Toen is de dokter
weer gekomen, en om één uur is zy over
leden, nietwaar? Wat hebt u met het vuile
goed gedaan? Hebt u dat direct uitge-
wasschen?
Bekl.: Dat kan ik niet bevestigen, maar
de waschvrouw kan wol zien of ze gespoeld
goed krygt of niet.
Pres.: En op het hoofd van uw dochter
stonden ook verscheiden verzekeringen, niet
waar? Een van 10 Maart '84 bij de Zuid-
Hol). Levensverzekering My. bedragende 50.
Twee maanden voor haar aood, 11 Juli '98,
hebt u by dezelfde Maatschappy nog een ver
zekering van 1000 gesloten, en 10 dagen
later by de Verz. My. Noderland weer twee
verzekeringen van 500 elk.
Bekl. stemt toe, ook dat deze bedragen haar
zyn uitgekeerd.
De president onderhoudt bekl. nu over
een zakje
in beslag genomen in een kastje achfèr. Bekl.
getuigt, dat haar man dat beeft meegebracht
het was poetsgoed voor haar man, maar zy
heeft 't hem nooit zien gebruiken. Dat houdt
zy vol, meer weet zy er niet van.
Doch op verdere vragen antwoordt bekl.,
dat het op de bovenste plank lag, zoodat men
op een stoel moest staan om het te vinden.
De Pres.: Maar nu blykt er in dat zakje
vergif te zyn.
Bekl.: *t Kan wel zyn.
Da Pres.: Maar hoe kwam dat daar; wat
deed u er mee?
Bekl. vaart uit: Dat zal ook nog wel uit
komen. lemanJ, die tegen een ander een aan-
schryving richt, kon dat zelf ook wel weten.
Want ze hebben dadelyk tegen me gezegd:
die man is niet idioot, cie heelt best zyn
verstand. Toen heb ik gezegdnou, dan is
hy zóó verschrikkelyk slecht.
Pres.: Wie klaagt u hier nu eigeniyk aan?
Bekl.: Die meneer Huisman is zoo slecht;
wie iemand omkoopt is slecht, maar een man,
die zich laat omkoopen, is een monster. Doch
't is niets erg; ik zal 'ra wel terugkrygen.
't Ongedierte zal 'm verteren
Pres.Houd u nu wat kalm. Er moet nog
veel besproken worden. U hebt in
financiële moeilijkheden
verkeerd, nietwaar?
Bokl.: Och, mynheer, 18 jaar lang.
Pres.: Maar toen u de uitkeeringen bad,
helt u toch ook nog gelJ opgenomen, had u
éénmaal zelfs geen gul Jen om wyn te koopen.
Bekl.: Omdat ik altyd myn bed, eten en
geil heb weggegeven. Ik ging alleen niet
zoover als een Luther, omdat ik geen zilver
werk had om weg te geven. Maar die Huis
man, die heeft wel een verzekering van duizen
den guldens willen sluiten
Pres.: Op 1 Jan. 1900 zouden de inkomsten
van ƒ150 van uw dochter immers ophouden?
Bekl.: Ja.
Pres.Hebt u niet na den dood van uw
dochter op aanbiedingen van pension buiten
geschreven?
Bekl.: Ja, ik wilde een tydje naar buiten
om myn zenuwen wat tot stilte te brengen.
Pres.: Ja, u was biykbaar heel bedroef',
maar hebt u niet in Augustus op de Boompjes
twee plaatsen van 7.50 gehuurd om den
optocht by gelegenheid der kroningsfeesten
te zien voorbygaan?
Bekl. zegt, dat dit was voor haar dochtertje.
Maar de pres. merkt op, dat zy toch ook ge
schreven beeft naar Amsterdam en Den Haag
voor de feesten. Doch bekl. houdt vol, dat
zy dit niet voor zich zelf heeft gedaan.
„Kan men niet eens iets voor een andtr
vragen, soms, meneer?"
Pres.: Wel zeker. Voor wien hebt u dan
gevraagd
Beklaagde wil hierop niet antwoorden.
De Pres zegt niet te begrypeD, dat iemand,
die van zulke vreeselyke misdaden beschuldigd
wordt, niet alles aangrypt om aan totoonen,
dat zy bedroefd was na de sterfgevallen. Voor
wien heeft bekl. geschreven?
Bokl. vaart weer uit op den ruzietoon:
O God, had men my liever vermoord, dan
zoo iets.voor dat kind, waarvoor ik my
zoo heb opgeofferd. Laat men my maar geese-
len en brandmerken, ik heb toch al zooveel
geleden - Trapt me, veroordeelt my maar.
Is die Huisman niet schuldig, dan is hytoch
medeplichtig. Ik hob nog zóó gevraagd hem
te dwingen tot spreken. De bekl. schreeuwt
haar zinnen uit, voortdurend haar arm uit
stootend, met een zakdoek in de hand.
Pres.. Al wat bekl in de instructie heeft
gelieven te verklaren is onderzocht, maar nu
komt zy in eens weer met deze aanklacht,
nu moet Huisman die moorden eigeniyk ge
pleegd hebben. Doch ik wys er bekL op, dat
zy in de instructie het vermoeden geuit heeft,
dat Cohen door zyn familie is vergiftigd,
doordat er wat in zyn tier is gedaan. En do
dochter van bekl. zou volgens haar aanvan-
kelyke verklaring zelf vergif ingenomen
hebben.
Hiermede was haar verhoor afgeloopeo.
Gemeenteraad van Qegstgcest*
Voorzitter de heer A. Jufïerraans, wethouder.
Afwezig de heereo A. Den Haan en D. Vaa
der Putten.
De notulen der vorige vergadering werden na
voorlezing onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter heef de leden welkom in deze
eerste vergadering van het jaar 1900.
Medegedeeld en voor kennisgeving worden aan
genomen de besluiten van Ged. Staten tot goed
keuring der raadsbesluiten, houdende wijziging
der begrooting van 1899; voordracht onvoorziene
uitgaven en allossing der geldleening groot 1500.
Aan inej. L. Trago, onderwijzeres aan de school
aan den Morsob, wordt op verzoek een verlof toe
gekend van 3 maanden lót herstel van gezondheid.
In verband hiermede wordt aan B. en Ws een
kiediet verleend tot benoeming eener tijdelijke
onderwijzores aan die school.
Vastgestold wordt een besluit tot af- en over
schrijving op diverse posten der bcgrooting van
1899.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergade
ring gesloten.
Gemengd Nieuws.
Het huis in 't LaDge Voorbout
23 te '8-Gravenhage, wordt door ds My. tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen ingericht
tot vestiging van een bureau voor rondreis-
biljetten en voor informatiëo omtrent binnen-
en buitenlandsche reizeD.
Het Openbaar Ministerie by het
gerechtshof te 's-Gravenhage eischte gisteren
6 maanden gevangenisstraf tegen den boek
houder aldaar, beklaagd van poging tot het
opzetteiyk voordeel trekken uit de opbreogat
van door misdryf verkregen effecten, door
döza, wetende dat ze van diefstal afkomstig
waren, op een bankierskantoor te koop aan
te bieden, van welk feit de bekl. door da
rechtbank werd vrygesproken. Bekl. was thans
niet verschenen.
De commissaris van politiein
de 2de afdeeling te Utrecht verzoekt namens
de moeder-voogdes opsporing, aanhouding en
voor hem-gel-lding van H. M. Van Andel,
leerling op de kostschool van den heer Hagen-
betk te Deventer, die, met K r tv.icantie to
Utrecht zynde, in den avond van 3 Januari
jl. ce ouderlyke woning beeft verlaten onder
voorgeven, dat men hem nimmer terug zou
zien, en van wien by onderzoek nergens een
spoor is ontdekt.
Het vermoeden bestaat, dat hy mat zyn
medewerking aan het over hem gesteLe gezag
is onttrokken en hier of elders wor^t ver
borgen gehouden.
Alle onkosten zullen worden vergoed. Een
portret van den vermisten knaap is op aan-
traag by voormelden politie-commissaris to
bekomen.
Ook in Noord-Brabant begint
de influenza te heerschen. Op het plaatsje
BaarJwyk moeten niet minder dan 600 per
sonen aan ceze ziekte lydende zyn.
Te Arnhem is als caféhouder
overleden graaf Karl Cz^pelka, daar ter plaatse
beter bekend als Karl Ledecky uit de Port
van Cleve.
Graaf Czepelka heeft betere tyden gekend,
maar werd uit zyn land verdreven zonder gel i
of goed.
Deze week zou mr. P. J. Troelstra
in verschillende plaatsen van Zeeland als,
spreker optreden en was voornemens zulks
ook to Zieriksee te doen. De lezing heeft
daar ter stede evenwel niet kunnen doorgaao,
omdat niemand een lokaal wilde beschikbaar'
stellen.