HILAIRE VAN STEKËLENBORG Co.,
bij 0. HEYNIS Jzn., Doezastraat 6.
BADMKHTIM
das of Kolenvuur,
J. L. CREYGHTON,
HARTESTEEG 2.
Ett EscMilli Erna tm Firma FMNS 8CBAAP Jr.,
Stoomtram HAARLEM-LEIDER.
35 Cent de 5 Ons, 8981 24
N®. 12229
Donderdég 4 Januari.
A°. 1900
<§eze igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Amerikaansch Orgel.
I 8 %J.l,CREIJGHTOK(
52 LEIDEN.
van de nieuwste constructie,
Aalmarkt 2o.
Vraagt HERCULES-BOUILLON.
l gantenBEBEs. YAH HBBS, Rotterdam.
Breestraat 52a, Leiden, Teiephoonn. 363,
Wijnhandel. Depothouder A. F. MULDER, Eindhoven.
Wegens de ongekend lage prijzen is het vervoer
van Bestel- en Vi-aclitgioecleren per Stoom
tram het voordeeligst.
Goederen worden vervoerd naar Oegstgeest, Sassen-
heim, Lisse, Hillegom, Bennebroek, Heemstede en Haarlem
om 7 u. 30 en 11 u. 20 V.M. en 3 u. 12 en 7.04 N.M.
Amsterd. tijd.
Inlichtingen worden verstrekt aan het bestelkantoor
2 nabij de Mare.
Clarensteeg No
Feuilleton.
LEIDSCH
D AftBT, ATI
.'Al.,
PBXJS DEZKB GOXmAUT» j" 7
Voor Leidra par 8 maanden. j t 1,10.
Franco per post», -• «-^ 1-40.
AfeonderUJk© Nommèrfr k r0.05>
PHUS DEE AEVESTEKTIËH:
Van 1 —0 regels f 1.05. ledoro regel meer f 0.17J, Qrootere
lottere naar plaatsruimte Voor hot incasscoren busten de stad
wordt f 0.06 berekend.
po oorlog tussclion. Engeland on Transvaal
Uit uitvoerige berichten over het gevecht
;btJ Sunnyside, op 30 Eogelsche mijlen ten
noordwesten van Belmont, blijkt, dat dit ge
leverd is door een 600-tal soldaten van ver
schillende koloniale contingenten met twee
kanonnen en een rijdende batterij, alles onder
bevel van kolonel Filcber.
Pilcher had, op den avond voordat h\J uit
rukte, alle inboorlingen uit den omtrek 1 .ten
opsluiten, om hun te beletten, het bericht
-van de nadering der Engelschen naar de
Boeren te brengen.
De colonne was oudejaarsdag opgebroken
▼an Belmont in de richting van Douglas; zi)
had op Cool's Farm den nacht doorgebracht
en ging van daar in gevechtsorde voorwaarts
naar Sunnyside, waar een kamp van oproe
rige Boeren uit het district was.
'e Morgens om zes uren kwam Pilcher by
de positie der Boeren; de marsch was met
groote behoedzaamheid voortgezet langs kopjes,
en eerst toen men op vier mijlen van den
vijand gekomen was, daalde men in de vlakte
af. Pilcher verdeelde zUn troepen nu in twee
afdeelingen, van de eene nam hy zelf bet
bevel op zich; de andere, die het geschut by
zich had, stond onder bevel van majoor De
Roagemont. Canadeezen, Queenslanders en
Victorianen namen aan het gevecht deel, dat
spoedig volgde, nadat de Canadeesche battery
het lager van de Boeren was gaan beschieten.
De twee afdeelingen naderden het kamp van
verschillende kanten, de vecbtwyze van de
Boeren zooveel mogeiyk navolgende.
De manoeuvre slaagde volkomen. De Brit-
eche schoten verwittigden den vyand eerst
van de komst der Engelschen. De Boeren
heklommen de heuvels, die hun lager omgeven,
maar het was reeds te laat. Het lager werd
genomen en 40 Boeren werden krijgsgevangen
gemaakt.
De correspondent heeft veel lof voor de
houding van de artillerieten uit Canada en
voor de koelbloedigheid der Queenslanders.
Luitenaut Adie met vier man werden door
de Boeren verrast, de luitenant en een zyner
manschappen werden gewond. De Engelschen
hadden in dit gevecht slechts drie dooden.
In dit verslag leest men geen woord van
gesneuvelde of gewonde Boeren, ook niet
in een aanvullingsverslag, dat niet veel merk
waardigs bevat. Zou kolonel Pilcher daar
soms met zyn 600 man hebben gevochten
tegen 40 Boeren? De dooien en gewonden,
waarvan zyn telegram spreekt, zyn er volgens
het „Hbl." misschien door de censoren inge
bracht, die hebben reeds getoond daarvan niet
Bfkeerig te zyn. Dan zal men echter ook wel
op hun rekening moeten stellen de eerste
jDitdrukking „totaal verslagen." Een Engelsch
blficier zal zich niet belachelijk maken door
ïulk een uitdrukking te bezigen voor de over
rompeling van een veel zwakkeren vyand,
die klaarblijkelijk al geknipt was voordat hy
tar nog iets van vermoedde.
Aan een onderhoud, dat het „Vaderlanc"
had met een Haagscho dame, die 35 jaar in
Transvaal heeft gewoond en land en volk
door en door kent, is het volgende ontleend:
„Ik ken het land, ik ken het volk er
zal geen Brit levend terugkomen. Vergeiyk
toch eens de strydende partyen. Bier menschen,
die van hun twaalfde jaar af uitmuntende
schutters, kloeke paardryders z\jn, zwemmers
voor wie een gezwollen rivier een peuleschil
Isik heb gelezen, dat de Tugela gezwollen
is en de overtocht den Boeren afgesneden;
dat is om te lachenze zullen erzoDder
moeite over zwemmenEn tegenover
dergeiyke mannen 6taan huurlingen, die het
terrein niet kennen, voor wie het klimaat
moordend zal wezen.
....„De Britten hebben nog éón ding
vreeseiyk in hun nadoel. Dat zyn de paarden.
De dieren, die zy medebrengen, zullen be-
zwykon aan do „paardverrekte", zooals de
Boeren zeggen. Dat is geen influenza. De
ziekte wordt veroorzaakt, in de maanden
Dec. tot April, door de microbeD, die met
den dauw uit den grond opstygen. Zy ver
wekken hevige koortsen, gepaard met gal
uitstortingen uit den neus. Een paard, dat
om 12 uren nog bereden wordt, 6taat om 4
uren plotseling stil en sterft, staande. De
Europ escbe paarden zullen aan dio ziekte
by honderden bezwyken, want zy zyn ge
wend aan stalling, t rwyl de Bocren-paarden
dag en nacht te velde blyven en eenmaal
de ziekte doorstaan hebbend „gezouten"
(immuun) zyn. Die krijgen ook nog wel eens
een „aanmaning" maar daaraan sterft er
geen een. „Pink eye" of „groot oog" is ook
heel erg, vooral door de steken der vliegen,
waaraan de Transvaalsche paarden gewend
zyn, maar de Europ-jesche niet. Die vliegen
vreten letterlijk ae oogleden der paarden uit;
de dieren worden blind".
De „Daily News" bevat een telegram van
28 Dec. uit Kaapstad, waarin gezegd wor^t,
dafc de Engelschen de eenige waterbron der
Boeren te Magerfontcin ontdekten en deze
na beschieten. De Boeren kunnen alleen
'a oachts met moeite wat water halen.
Te Londen heeft de Lord Mayor eergisteren
in de Gildenzaal van Mansioo House by de
inzwerlng van de afdeelingen vrywilligere,
dia naar Z.-Afrika zullen vertrekken, een rede
gebonden, waarin hy o. m. zeide:
„Gü zyt hier gekomea om vrywillig u te
verbinden, de gevaren en ontberingen van
den oorlog te doorstaan. Wy zyn tot den
oorlog gedwongen en zullen het zwaord niet
in de scheede steken, vóór onze suprematie
in Zuid Afrika is gevestigd."
De mannen kregen na 't zweren van den
esd elk een nieuwen shilling zóó van de munt
ten geschenke. 367 m n legden den eed af.
Volgens bericht uit Kaapstad aan de
„Standard" zyn daar hardnekkige geruchten
in omloop nopeos een algemeenen opstand
van de Hollandsche Kapenaars.
Paan zou het middelpunt van de samen
zwering 4Jn, en het doel zou wezen Kaap
stad te veroveren on Milner op te lichten.
Vervolg der Adrertentiën.
Nedcrlandscli
Zuid-A frikaansclie Vereeniging.
AFDEELING LEIDEN EN OMSTREKEN.
Dezer dagen is eene Circulaire, inhoudende
eene opwekking tot het Lidmaatschap, aan
vole Ingezetenen van deze en de omliggende
Gemeenten verzonden. Daar het echter zeer
moeilyk is langs dezen weg alle belang
stellenden te bereiken, worden alleD, die de
Circulaire door een onwillekeurig verzuim
niet mochten hebben ontvaDgen, doch gaarne
Lid zouden worden, uitgenoodigd zich recht
streeks aan te melden by den Secreiarls,
Hooglandsclie Kerkgracht 22, die op
▼erlangen ook gaarne exemplaren der Circu
laire ter kennisneming of verspreiding zal
toezenden. 86 23
Namens het Bestuur,
Dr. M. J. DE GOEIE, Yoorz tter.
Dr. J. W. MULLER, Secretaris.
Mr. Ch. M. DOZY, Penningmeester.
Ter overneming aangeboden: een prachtig
AmerSk. Orgel met ftO Registers, buiten
gewoon mooi van toon, nog -zoo goed als
nieuw, voor slechts 13© Gld. 10809 7
Te bevragen: Rapenburg
■worden op elke verlangde maat
gemaakt en geplaatst.
Anisetteƒ0.45 I
Persico0.45 I i-
Curagao0.45 I ft
Frambozen-Likeur. 0.45 I
Punch0.75
JeneverO.G541
Brandewijn0.G7J 1
Cognac0.85 J
97 12
Deze Bouillon (onder voortdurende controle dor Hoeren Dr. v. Hamel Roos Harmens
te Amsterdam) spant de firoon boven alle andere merken In kracht cn zuiverheid,
getuige de enorme verkoop. Uitstekend voor zieken lot opwekking van eetlust.
Verkrijgbaar bjj de alleen verkoopers voor Holland cn Koloniën firma ROODZANT—
UWEMEit, Breda, of bi) de 7454 20
belast zich met het plaatsen en verstrekken van Geld tegen
Hypotheek op Landerijen en Huizen. 99011*
^^SJIKÏkoffïb,
Salomonsteeg 1, IL. E11> E TV.
Madeiravan af ƒ1.- 1.15 1.30 1.65 1.85 2.40;
Sherry1.- 1.15 1.50 1.75 2.50
Roode Port „095 1.20 1.35 1.50 1.90 270
Witte Port1.15 1.40 1.75 2 50
Cognac 1.20 1.35 1 70 1.95 2.70 3.10
Vermouth per literflesch f 1.50.
Prima qnalitcit Malaga voor Zieken 1.50.
Prima qualiteit Roode en Witte Bordeaux-, Rijn-, Moezel-, Bourgogne-,
Champagne- en Zoete Witte Wijnen,
per flesch 0 75 0.80 0.85 0.90 1.— t.m. ƒ4.22.
Toor de ledige flesschen wordt 5 Cts. vergoed.
8290 40 Volledige prijscourant wordt gaarne verstrekte
3749 40
r>' mM
Op de rivier.
i)
Verloden jaar zomer had ik aan den oever
van de Seine, een paar mijlen van Parijs ver
wijderd, een klein optrekje gehuurd, waar ik
eiken avond heen ging.
Na een paar dagen maakte ik kennis met
;'een mijner buren, iemand tueachen de dertig
en de veertig, den raarsten kerel, dien ik ooit
ontmoet heb.
Bil was schipper en was gek op varen, hi)
was altijd l\>, op of in het water. Hij is be
paald in een boot geboren en zal zeker wel
'op het water sterven.
EenB op een avond, dat we samen lange
de Seine liepen, vroeg ik hem, ofhijmeeene
een paar anekdoten wilde vertellen, met be
trekking tot zijn beroep.
Dat gezegde was voldoende om den goeden
man in actie te brengen; hy was plo'seling
vuur en vlam, by werd zoo spraakzaam als
een echts dichter.
Hy werd door een grooten hartstocht be
zeten een alles verterende passie: de rivier.
,01" riep hy uit, „wat een herinneringen
heb ik aan die rivier, die daar zoo dicht by
ons voortetroomtl Jullie menscben, die in een
straat woont, weet niet, wat een rivier is.
Maar luister slechts naar een visscher, als hy
dat woord uitspreekt. Hy beschouwt zo als
iets geheimzinnigs, iets dieps, iets onbekends;
hetis een land van spiegelbeelden en fata
morgana, 's Nachts ziet hy er dingen, die
niet bestaan; boort by geluiden, die hy niet
kan verklaren; hy rilt en hy weet niet eens
wat het is, dat hem angst aanjaagt.
Het is net hetzelfde gevoel, als wanneer
je een kerkhof oversteekt, en het is oigeniyk
nog griezeliger dan een kerkhof, want er zyn
geen graven.
Op het land ziet men altyd grenzen, maar
als de maan niet schynt, zoodat het erg
donker is, is het, alsof de rivier geen grenzen
hoeft. Een zeeman voelt niet datzelfde op zee,
want al is de zee dikwyls hard en wreed, ze
huilt en Btennt toch altyd; de groote wyde
zee is altyd esriyk, maar de rivier zwygt en
ie vaisch. Ze maakt geen loveD, ze stroomt
geluidloos voort en dat eeuwigdurende voort
vloeien van het water jaagt my meer angst
aan dan de hooge golven van den oceaan.
Droomer8 en dichters vertellen ons, dat de
zee in haar boezem blauwe landen verbergt,
waar verdronken menscben leven te midden
van reusachtige viBschen, in groote wouden
en grotten van kristal. De rivier is niets dan
esn zwarto afgrond, waar drenkelingen ver
gaan in het elyk.
Haar ze is toch heel mooi, als de opgaande
zon er zich in weerspiegelt, als ze zachtjes
voortkabbelt onder het gefluister van het riet.
Uaar, daar u graag een verhaaltje wilt hooreo,
zal ik u een vreemd avontuur beschryven,
dat my tien jaar geleden is overkomen.
Ik woonde toen, waar ik nu nog woon, ten
huize van moeder Lafoni, en een van myn
beate vrienden Louis Beroet woonde te
C., een klein dorpje, een paar mijlen verder
op. Louis heeft er eedert het varen en het
vrye, gemakkelijke leventje aan gegeven en
heeft nu een landsbetrekking.
Nu, in die dagen aten wy altyd samen,
den eenen dag kwam by by my, den anderen
dag giDg ik naar hem.
Eene op een avond, toen ik alleen en heel
moe naar huis giDg, ik bad moeite om vooruit
te komen, myn boot was dan ook hoe! zwaar
en twaalf voel lang, het was, wat wy een
„Océan" nosmen bleef ik een oogenblik
liggen uitrusten vlak by dat riet, ongeveer
een hondord meter beneden de spoorbrug.
Hit waa een prachtige avond; de maan
echeen; do rivier schitterde; er was geen
wind te bekennen.
Die vreedzaamheid verleidde my eD ik besloot
eeu pijpje te rooken voordat ik verder roeide.
Zoodra ik dat besluit genomen had, begon ik
het uit te voeren. Ik nam myn anker op en
gooide het in het water. De boot, die met den
stroom meedreef, kwam niet verder dan de
kottiüg van het anker haar toestond, en bleef
toen liggen; ik ging zitten en nam er myn
gemak vaD.
Er was absoluut niets te hoeren; het was
doodstil; alleen verbeeldde ik my, dat ik bet
water tegen den kant boorde aankloteeD en ik
zag, dat het riet soms een zeer vreemden vorm
aannam en heen en weer zwaaide. Het was
heel kalm op bet water en toch voelde ik, boe
de buitengewone stilte my zenuwachtig begon
te maken. Al de dieren, de kikvorschen en
paddeD, die moera3Bige plaatsen als hun
concertzaal beschouwen, waren stil.
Plotseling begon er een klkvorsch heel
dicht by my te kwakeo. Ik schrikte, het
was weer stil, er was volstrekt niets te hooren
en ik besloot weer een pyp op to steken om
myzelven afleiding te bezorgen. Maar ofschoon
ik beroemd ben om het doorrooken van pUpen,
kou ik dien avond niet rooken. By den tweeden
trek, dien ik deed, werd ik miaselyk; ik liet
myn pyp uitgaan.
Ik begon eon wysje te neuriën, maar de
klank van myn stem kwam me vreemd voor
en dus ging ik lang uit in de boot naar de
lucht liggen kyken. Ik bleef een poosjo onbe
weeglijk liggen, maar het duurde niet lang
of het geschommel van de boot, boo weinig
het ook was, maakte my van streek.
Ik begon myzelven te verbeelden, dat ik
groote Bprongen onder water maakte en tegen
den anderen oever aanbonsde. Toen was het
my, alsof de een of andere onzichtbare macht
het bootje zachtjes naar beneden trok, het
weer naar de oppervlakte van het water
stuwde, om het dan weer naar beneden te
trekken.
Ik werd door elkaar geschud, alsof er een
storm op handen was; ik hoorde allerlei ge
luiden om my heen; eindelyk kon ik het Diet
langer uithouder), maar sprong op. Hot water
glinsterde en alles was even kalm en rustig
Ik begreep toon, dat myn zenuwen oen
beetje van streek waren, en ik besloot onmid-
deliyk naar huis te gaan.
Ik trok aan den ketting; de boot bewoog
niet. Het anker was op den bodom van da
rivier ergens aan vast blyven zitton en nu
kon ik het niet ophalen. Ik begon nog oeng
te trekken, maar het was tevergeefs. Ik nam
de riemen op en het gelukte my de boot om
te koeren, in de hoop het ankor van plaats
to doon veranderen: vergeefsche moeite, het
anker bleef waar het was. Ik was woedend
en schudde den ketting uit alle macht, maar
bet hielp niets. Ik ging geheel ontmoedigd
zitten en begon over den stand der zaken na
te denken.
Er wae geen quaestie van, dat ik den kettiDg
had kunnen kapot slaan of losmaken, want
hy waa kolossaal dik en zat aan een stuk
hout vast, dat dikker was dau myn arm.
Myn eenige troost was, dat het een mooio
avond was; myn eeuige hoop, dat ik den een
of anderen visscher zou zien, die my te hulp
zou komen.
Dit avontuur had myo zenuwen gekalmeerd,
zoodat ik myn pyp kon rookeo, eD, daar ik een
flesch rum by me had, dronk ik een paar glazen
en was toen in staat om over myn avontuur te
lachon. Het was erg warm, zód zelfs, dat ik,
in geval van nood, den nacht in de open
lucht kon doorbrengen zonder er scbadelyka
gevolgen van te ondervinden.
{Slot volgt.)