Een Gerangenisschip. Onder bovenstaand opschrift deelden wfl dezer dagen het een en ander mede uit een brief aan de „Arnb. Cour.", waarin al een zeer zwarte schildering werd gegeven van de bejogening der Transvaalsche krijgsgevange nen te Kaapstad. Eenigszins zachter oordeelt een briefschrijver in de „Zwolache Courant", aan wions brief van 7 November het onder staande ontleend is: Zy [de gevangenen, ruim 180] hebben het niet zoo aangenaam als de Eugelsche gevan genen te Pretoria. Eon verblflf op een ruim veld, waar men den tijd kan verdrijven met cricket, is. heel iets andera dan opgeborgen te worden op een oorlogsschip. In do haven van Simonsstad, een uur met deu trein vau Kaapstad, zijn zij gehuisvest op de Peüolope. 't Zijn ten deele Afrikaander?, ten deele Hol land rs eu een aantal Duitschers. Ovtr het vervoer van Elandslaagte herwaarts hebben zij niet veel te klagen. Behalve eenige uitjouwingen in Natal, zijn ze altijd welwil lend behandeld, maar het zeereisje van Dur ban naar Simonsstad is voor do meesten een verschrikkelijke reis geweest; 't weer was onstuimig en dan samen in éón ruim en in welk een ruiml Waar ze het meest behoefte aan hadden, was aan schoone kleeren. Zy waren bij Elandslaagto in hun gewone plunje gevangen en iets anders hebben zij onderweg niet kun nen koopen. Een der eerste daden van het fonda voor de republikeinsche gewonden, weduwen en weezen is dan ook geweest hen van ondergoed en van nieuwo pakken te voorzien. Ze mogen bezoek ontvangen en daar wordt zóóveel gebruik van gemaakt, dat er maatregelen zijn genomen om diegenen te weren, die het schip als een rariteit komen bezoeken. De gevangenen krijgen den gewonen matro- zenkost en die is voor velen wat dun, want juist onder dit commando waren er verscbei- deneD, die een geriefelijker leven in Johannes burg eu Pretoria gewend waren. Maar de kennissen trachten ook hierin zooveel mogelijk te voorzien, door versnaperingen, vruchten e. d.te zenden. Tabak en pijpen waren al heel gauw onder hen uitgedeeld en van ver schillende zijden worden er boeken toegezon den. Ze mogen lezen en men mag hun boeken zenden; alleen couranten en tijdschriften en sterke drank zyn uitgesloten. De meest hin derlijke bepaling is, dat alle correspondentie eerst gelezen moet worden. Bijna allen zijn licht gewond; want ze hebben daar bij Elandslaagto een geweldig granaatvuur doorstaan en ze erkennen de knapheid der Engelsche artillerie en den moed der Gordon Highlanders, die do hoogten be stormden. Edo naren indruk krijgt men, als men naast die verhalen van goede behandeling leest, dat de militaire censor in Kaapstad een telegram weigerde, waarin een bezoeker van de Penelope de vrouw van een der gevangenen over Delagoa- baai eenvoudig wilde meedeelen, dat haar man nog leefde, en niets meer. 't Is ook ongelooflijk wat er door den censor geschrapt wordt. Personen, die uit Kaapstad hun vrienden in de kolonie op de hoogte houden van den inhoud der (reeds gecensu reerde) berichten in de bladen, merkeD, dat hun telegrammen óf niet öf zoo verminkt overkomen, dat er geen woord van te begrijpen is. Daarentegen kan men de grofste leugeDS seinen over Boerenverhtzen en ze gaan on geschonden door. Ter verklaring van deze handelingen zegt deze brieischrijTer: „De Engelschen willen blijkbaar een op winding in de kolonie voorkomeD, maar op die wijze zal dat wel niet lukken, want met de couranten komen de berichten toch de »3£er niet aan St.-Nicolaas geloofden, weken ten eindje verder de kamer in, toen zij den OJden Heilige in zijn schitterend gewaad van goud en rood en wit, en den knecht m een wit pak met een Turksch mutsje op zijn zwarte haren aanschouwden. De oogen van den Heilige bleven eerst even op tante Jo rusten, die nog altijd met Flora's wintei kinderen op den schoot zat, voordat hij zich tot de vrouw des huizes wendde met de vraag of er ook „stoute kinderen" waren. Zus, wier klein gewetentje begon te spreken, verborg haar gezichtje in de plooien van tante Jo's kleed, on met een dankbaren blik voor haar mosje hief zjj het weer op, toen deze don Bisschop mededeelde, dat allen even zoet wareD. Nu, dan had St.-Nicolaas voor ieder nog wat meegebracbtl Voor mevrouw de in een smaakvol kleedje herschapen huid van een koningstijger; voor den huisheer een kist manilla-sigaren; voor den oudste der knapen een klein aapje met zijdeachtige haren, voor den tweede een paar schil terend gekleurde vogeltjes; en kleine zus kwam uit zyn handen oen reusachtige pop halen, die kon zitten en gapen en slapen. En voor tanto Jo! Voor haar had Sint- Nicolaas twee cadeautjes. Een groot en een klein. Het eerste geleek op het laatste. Zoo tante het kleine met liefde ontving, dan zou zfj bet groote in de eetkamer vinden, en daar mede reikte hi) haar een herhaalde malen omwoDden pakje toe, waarna hij zich uit het vertrek spoedde. Toen tante Jo het papieren omslag ver wijderd had, voüd zij een klein doosje, waarin het portret van een zeeofficier, een flink manneiyfc gezicht met oprechte oogen. Hevig ontroerd, stond zij op en snelle naar do eet- kolonie in, en dat verminken van telegrammen zet maar kwaad bloed. 't Is schijnbaar kalm in de kolonie, in zoover er geen opstootjes of daadwerkelijk verzet voorkomt. Ongetwijfeld werkt daar de houding van den voor landverrader uitgekreten premier Schreiner toe moe. Er wordt geen pablieke vergadering van Afrikaanders ge houden, of Schreiner stuurt er een telegram heen, de vergadering met aandrang verzoekend zich toch te onthouden van alles, wat rassen- baat en opwinding kan aanwakkeren. Persoonlijk heeft hij predikanten en andere verplicht aan lorl Salisbury, voor de vryze, waarop hjj de buitenlandsche zaken heelt geleid en voor de verbetering in do positie van EDgtland. Het is voornamelijk vertlyaend de vriendschappelijke betrekkingen te zi n tusschen de beide groote deelon v3n het Angel Saksische ras. De verhouding tot de Vereenigde Staten is werkelijk een waar oig voor den wereldvrede. Het is bovtodi-n van het grootste belang, dat Engeland niet alleoh blfift staan tegenover het vasteland van Eur pa en Engelands natuurlijke bondgenoot daar.--y is het Duitsche rijk. Keizeb Wilhelm (tot Koningin Victoria): „O, Grootma, huil toch niet zoo; al ware ook de heele wereld tegen U, ik zal U troosten!" (Naar het Weekblad „De Amsterdammer.") invloedrijke inwoners van de warmste noor delijke districten verzocht om toch hun invloed aan te wenden tot het bewaren der rust. Maar de spanning blijft bestaan. In Stellen- bosch en Paarl, hier vlak bi) Kaapstad, loc pen er Afrikaanders met een zg. Krnger- kooop in hun knoopsgat en 't kan ook niet anders of de berichten van het dooden of verminken van hun zonen moeten de koloniale Afrikaanders tot uitersten brengen. Want allen hebben bloedverwanten in de republi keinsche commando's. Een rede van Chamberlain. De minister van koloniën Chamberlain hield Donderdag een toespraak te Leicester, waarin hi) zei ie, dat het een reden is voor ernstige gelukwenschen, dat Engelands betrekkingen met de vreemde mog-ndheden zoo bevredigend zijn. Alle Engelsch-n zijn tot grooten dank kamer. Met luid kloppend hart opende zij de deur en toen zij daar in het volle lamplicht het haar zoo dierbare gelaat en de haar zoo welbekende gestalte in uniform heikende, die zfln armen naar haar uitbreidde, schemerde het voor de oogen en met .den uitroep: „Herman 1" waarin een wereld van verlangende liefde lag, zonk zi) hem in de armen en ver borg luid snikkend haar hoofd aan z\jn borst. „Mijn lief kiüdje, Goddank, dat ik je weer heb, en nu voor altijd, want je wilt immers het groote geschenk van St.-Nicolaas ook wel aannemen?" Nog dichter drong zy zich tegen hem aan. Geruimen tijd stonden zfj daar zoo, spra keloos, genietend van het weergevonden geluk; tante Jo nog immer zacht snikkend. Met een glas champagne wenschte de bankier tante Jo geluk met haar presentje en heette hi) het welkom in de woning, en gaf hij aan tante den raad het goed vast te leggen; aDders mocht het weer eens wegloopenl Doch oen handdruk en een laDge blik van liefde vertolden tante, dat die raad onnoodig was. Wel hadden de jongens en zus vreemd opgekeken, toen zjj zoo opeens hun vroegeren vriend, oom Hermaü, terugzagen, met tante'® hand in do zfiue, maar toen zij hoorden, dat com weer voorgoed bi) ben kwam, barstte oen hoera geroep los. En toen alles in huis stil was geworden, on de allesbedwingende slaap over de aarde wandelde, schoof een meisjeshand de gordijnen voor het raam van haar kamer opzij 00 staarde naar de flikkerende sterren in den helderen Decembernacht, en zond een meiajeshart een ille bede van dank omhoog voor het groote geschenk, dat haar geworden was de trouwe liefde vau een man. Engeland had wel eens moeilijkheden met Duitscbland, maar onze belangen en gevoelens bebbe.i wij met Duitschland gemeoo. Een goede verstandhouding tusscben de Teutoon- sche en de Angel-Saksische rassen zal meer ooen voor het behoud van den wereljvraue dan eenige samenvoeging van legers. Engeland is er aan gewoon geraakt, dat de misbruiken van de vreemde pers soms zulk een omvang aannemen, dat zelfs do geheiligde p-rsooa oer Koningin niet gespaard blijft. De natuurlijke verontwaardiging, ontstaan door aanvallen op den souverein, kan ernstige ge volgen hebben, inuien Engelands Duren hun manieren niet verbeteren. Toch is het een verblijdend verschijnsel, dat de ergste excessen niet voorkwamen in de Duitsche pers. Een nieuwe Triple Alliantie tusscben bet Duitsche ras, en de twee groote takken van het Angel Saksische ras, kan van machtigen invloed ztyn op de toekomst van de wereld. Spr. heeft het woord „alliantie" gecruikt coch het doet er weinig toe of oit een ver bond is, aangegaan op papier, of een over eenkomst, die bestaat in de boofaen van de Staatslieden der betrokken lauden. Het vaste voornemen om met welwillend heid de beweegredenen te beschouwen van hem, met wien wy gaarne op vuet van vriend schap verkeeren, zal van groot voordeel zijn zoowel voor de beide betrokken volkeren als voor andere naties. Gelijk te verwachten was, beschouwt de Jingo pers Chamberlain's reae als een reebt strneksche aanmoeaiglng om den vel tocht tegen Frankrijk met veruitteriug voort te zetten. Lord Charles Beresford heeft in een rede Chamberlain's heftigen uitval afgikeurd;by voud bet verkeerd nog eens opzettelijk de aandacht te vestigen op het schandelijke be drijf vaQ kleine boulevard pers, en by achtte het den plicht van bet ministerie om de onaangename verstandhouding tusschen de Engelschen en de Franscben te verminderen in plaats van ze aan te wakkeren. Maar Beresforu's stem ljjkt die eens roopenden in de woestijn. De „Daily Mail" heeft ouder gewoonte een woest hoofdartikel. De redactie zegt, a at men bezig is een oorlog tusschen Frankrijk cd Engeland uit te lokken met Transvaalsch goud en door middel vau de Fransche pers, ook ten gevolge van de kuiperijen van Fran sche opperofficLren. Die oorlog is nog maar een quaestie van tfid, en bi) zou een alge- meonen oorlog op het vasteland van Europa ten gevolge hebben, waarin Frankrijk en Rusland zouden staan tegenover Engeland, de Veresnigdo Staten en Luitscbl ind, mis schien ook Oo.-tenrijk-Hongarijü en Italië. Zulk ecö oo.iog zou, .na-r co „Daily Mail" meent, slechts op één wjjze kunnen eindigen: met een nieuwe vernedoring van Frankrijk, dat zijn koloniën verliezen zou, welke aan Duitschland en Italië toegewezen zouden wor.en. Opmerking verdient intusscben, dat de „Times" zich in een hoofdartikel slechts matig ingenomen toont met Chamberlain's denkbeeld van een nieuw drievoudig veri ond. Eon Aoglo- Amerikaansch verbond zou nog gaan. zegt ce „Times," maar bet blad ziet voor Engeland geen voordeel in een Anglo Duitsche alliantie. Chamberlain kent ook de geschiedenis van do drie volkeren te goed, om ernstig te gelooven, dat de betrekkingen tusschen Engeland en Duitschland ooit van denzelfden aard zouden kunnen worden als die tusschen Amerika eo EDgeland. DuitscbLnds positie op het vas teland, tusschen machtige buren In, waarmede het reeds oorlog gevoerd heeft, en opnieuw in oorlog zou kunnen komen, maakt een verbond tusschen Engeland en Duitschland voor de Engelschen practisch nutteloos en overigens ongewenscht. Chamberlain zag dat trouwens vermoede lijk zelf in, want hy verbeterde naderhand bet woord alliantie door verstandhouding. Niettemin betreurt de „Times" het, dat het eerstgenoemde woord uitgesproken is, want er zou misverstand uit kunnen voortvloeien; een betere verhouding tot Duitschland zou de „Times" echter, evenals alle bezadigde Engelschen, gaarne zien. De „Westminster Gazette" veroordeelt hetgeen Chamberlain over een nieuw drie voudig verbond zside als onvoorzichtig, en tegen Frankrijk gericht, zelfs ODhandig. Het blad gelooft met, aat Chamberlain daarin de meening van bet kabinet vertolkte, maar in dat geval hoopt het, dat de andere loden van het ministerie hun driftigen ambtgenoot spoedig verloochenen. BUITENLAND. Frankryb, Naar aanleiding van het ontwijktnd antwoord door den minister Delcassé in de Fransche Kamer gegeven, schrijft de „Liberté", dat een antwoor-en op de gestelde vragen toch niet van belang ontbloot zou zijn ge weest, vooral in verband met het coorzoeken van het schip „Cordoba" door ce Engelschen. Engeland beweerde toch gerechtigj te zijn tot een eenvou igen politie maatregel en ver wierp de stelling van in oorlog te zijn met ce Transvaal, eenige dagen later veranderde Engeland van bon ing en verliet zijn eer6t ingenomen stan punt door de bekende nota na r St.-P«.tersburg te zenden, zich aldus verzekeren-e de rechten, die aan oorlog voerende partijen toekomen en zoo.'oenöe tevens het bewijs leverende, dat het zichten koste van Frankrijk rechten heelt aange matigd, aie bet niet mocht uitoefenen en waartegen do Fransche Regeering had be- booron te waken. De geheele Kamerzitting werd gisteren ingeuomen door de discussie over de congre gaties. Aan het slot der zitting vroeg de minister Delcassé het herstel van het kreoiet van 800,000 fr., voor de missies in het Oosten, dat coor ae commissie verminderd was. De Kamer stond dit toe. In de zitting van WoeDsdag van het Hooggerechtshof te Parijs weroen ae venster traliën en de met ijzer beslagen vensterluiken van 't „fort Cbabrol" in de zittingzaal gebracht. De inspecteur van politie vtrklaarde, dat, toeu hij voor het fort Cbabrol geposteerd was, Guérin hem met een karaoyn had beureigd. Gedurende deze verklaring werd op oe pu- tlieke tribune geprotesteerd, waarop de presi dent Fallières de tribune liet ontruimen. De aangtklaagje Burillier, die zich beledigend uitliet over den Senaat, werd tot een maand gevangenisstraf veroordeeld. Dr. Fnschauer, de Parysche correspon dent van do „Neue Freie Presse", is wejer in Parijs aangrkomen. Zooals bekend is, werd hij 17 Feoruari onder het ministerie Dupuy wegens zijn berichten over de zaak-Dreyfus uitgewezen. Het ministerie Waljeck-Rousseau heeft de uitzetting opgeheven. Italië. In Februari 1893 werd een bekend bankier uit Palermo, Notarbartalo, vermoord in zijn coupé in uen trein. Twee kerels, Carallo en Garufi, waarop men ernstige vermoedens had, moesten by georek aan bewys worden vry- geluten. Sedert bleef de zaak rusten, aoch dezer dagen is zy plotseling weer aan de orde gekomen. De zoon van het slachtoffer, die zeeofficier is, heeft een formeele aankl -ebt ingeuien j tegen den Italiaanscben afgevaardigde PaJizzolo te Palermo. Volgens de aanklacht zou de afge vaardigde van zfin invloed mis ruik hebben gemaakt en in een aantal duistere zaken be trokken zyn geweest, waarvan de bankier op ae hoogte was en zelfs een dossier had t>y- eenge racht, dat door den banker voor open baarheid bestemd was. Eenige weken voor een moord was het dossier verdwenen. De zeeofficier beweert nu, dat Palizzolo de eenige geweest kan zyn, die belang hao by het coen verdwynen, zoowel van het dossier als van alen samensteller daarvan. De beschuldigde afgevaardigde heeft in krachtige bewoordingen in de blacen van Palermo geprotesteerd, doch sedert is by plot seling verdwenen, men denkt aan boord van een zeilschip op weg naar Griekenland. Carallo en Garufi zfin nu weer aangehouden en met spanning ziet men de nieuwe behan deling van de zaak tegemoet. >oHt«,.n i-|f lc-I-I on^.-Monarohie, De gemeenschappelijke begrooting dc$ Oo3tonryksch Hongaarsche Monarchie sluit ia uitgav n tot een bedrag van 366,704,207 kronen; na aftrek van de overschotten dgf douane-ontvangsten is dan hot deel, dat g*» dekt moet worden door de by:ragen van Oo.tenryk en Hongarye, groot 212,297,412 kr. De begrooting bevat oen post van 2,089,292 kronen, die voor 1899 te weinig geraamcj geworden zijn. Voorts zyn de uitgaven voejjf het leger verhoogd met 954,180 kronen eri gebracht op 291,729,482 kroner, en aie voor de marine, met 3,10S,140 kronen en gebracht op 39,896,500 kronen. De byeenkomst der delegaties is gisteren te Weanen geopend. De Oostenrykscho aeie^ gatie koos Vetter tot presi:ent en Kaminsky tot vice-presiJent; de Hongaarsche delegatie koos Szap ry tot president en Szilagyi tot •vice-president. De beide presidenten wezen er in hun toe spraak op, dat de staatkunde van Oostenryk- Hongarye in elk opzicht vredelievend is. Z(j - herinnerden aan het overlijden van de keizerin) en noojigden de leden uit een juichtoon uit te brengen ter oere van oen keizer, hetgeen door beide delegaties met geestdrift werd gedaan. In de Ooetenryksche delegatie vroeg de Czecbische afgevaardigde Patsjok, aan den minister van buitenlandsche zaken, of .hij ge neigd is zyn invloed aan te wenden y de Servische regeering, om amnestiy te v rkrjt- gen voor de onlangs veroordeelde gevangenen* De minister Goluchowsky zeid^, dat cit een zuiver biunenlandsche aangelegenheid van Servië is, waarin de monarchie of ce Oosten- ryksche regeering zich niet moot mengen. Op, Afrikaners, op! Uit de Z.-A. Republiek is aan het „Vader land" het volgende commando-lied toegezonden, dat wordt gezongen op de wyze van „Grand-? fathers Clock": Gy zyt leiroigd aan alle kant. Op, Afrikaners, op! De Britste Leeuw begeert uw land. Op, Airikaners, op! Ja op met wapens in de hand, Bevrydend Airika's rotsig strand Van oen gehatun dwingeland. Op, Afrikaners, opl Koor: Wel honderi jaar van iyden reeds, 1 Bom! Bom! Bom! Bom! En vyftig jaar van strijden reeds, Bom! Bom! Bom 1 Bom! Nu let, en ziet de heil van Onzen Heer Op, Afrikaners, op! Sntlt Oostwaarts naar Majuba's kruin Op, Afrikaners, op! Zet Naial's hoofdstad dan in puin, Op, Afrikaners, op I Snelt voort ook over berg en duin, Neemt al oen grond van Afrika's Tuin, En siert met D'Urbans loof uw kruin, Op, Afrikaners, op! En wordt gy uit bet West gerand, Op, Airikaners, op! Of wel van uit Masbonaland, Op, Airikaners, opl Maakt u Rhodesia ten buit, En jaagt elk Jingo in de schuit, Of soms wel by Egypte uit, Op, Airikaners, opl Ja waar er Afrikaners zijn, Op, Afrikaners, opl Op rechterstoel of in de myo, Op, Airikaners, opl Het reebt ligt nu aan onze zy. Wy zulkn triomfeeren, wy, In Gods kracht, en zoo worden vry, Op, Afrikaners, opl Door Afrikaner. INGEZONDEN. Do ingevallen wnlmuur aan do Aalmarkt. Voor eenige weken vitl aan de Aalmarkt een 6tuk walmuur om. Z er spoedig waren eenige gemeentewerklieden aanwezig, die onder toezicht van den directeur der gemeente werken en verdere ambtenaren, dit zaakje weder spoedig zouden opknappen. De dam was gemaakt en toen begon men een aardig spelletje. 's Morgeo8 maalde men leeg en 's middags, als de schafturen waren afgeloopen, dan was alles weoer onderg-rioopen. Men begon dan weier dit spelletje en dat duurde zoo e:-nige weken. Dit spelletje heeft natuuriyk veel geld gekost, en oordat men aan den weg timmer de en daardoor veel bekyks kreeg, heeft men het werk maar gestaakt, en nu ligt alles nog juist zoo, als toen men begon. Het ware echter nu voorzeker wenscheiyk, dat de gemeente dien grooten zandhoop en dien tas steenen niet zoo aan den oponbaren weg liet stam. De steenen verdwynen in het water en die zandhoop veroorzaakt ongelukken, daar by een aardige gelegenheid voor kinderen ia om te spelen. Nu heeft er reeds een jongen in het water gelegen, die er afgevallen is. Ingezetenen, die gemeentegrond willen ge bruiken, moeten dien grond omheinen. Waarom gaat nu de gemeente niet bierin voor? Te meer, daar de gemeente geen kans ziet, zooals mon zegt, dit werk uit te voeren en bet nu zal aanbesteden, zal er wel eenig® tyd hiermede gemoeid gaan. Onder dankz-gging voor Uw bereidwillig heid, Mynheer de Radacteur, om dit etukjo te plaatsen. Leiden, Üw Dw., 2 Dec. 1899. X.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 14