T'ÓN 12197 Maandag 37 November. A». 1899 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Tioecdc Blad. PERSOVERZICHT. F eviHLleton. JALOERSCH. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER CQUBAHTI Poor Lel dan për 8 maanden. M 3 n. MO. Franco per post «>*-•• 1.40. afzonderlijke Nommers j 0.05. PRIJS DER aXJVKRTEïJTEËNj Van I —0 regels f 14)5. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter» letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren huiten de stad Wordt f 0.06 berekend. In het Weekblad van het Recht vinden v?ö opgegeven hoe sterk het aantal v e r e e n i- gingen en naamlooze vennootschap pen, op welker (nieuwe of gewijzigde) sta tuten de Koninklijke goedkeuring is gevraagd, in de laatste j3ren is gostegen. In 1861 werden zulke statuten van 14 ver- eenigingon erkend en op die van 67 naam looze vennootschappen bewilliging verleend. In 1881 waren de cijfers 159 en 143, in 1891 321 en 295. Nog sterker was de toeneming Bedert 1891. In het vorige jaar werden van 708 vsreenigingen de statuten goedgekeurd (waarb\j 158 wijzigingen) en op die van 617 naamlooze vennootschappen (258 wijzigingen) bewilliging verleend. Totaal dus in 1898 1325, ruim het dubbele van 1891 en bijna het 20-voud van 1861. Het onderzoek van al die regelingen is aan bet departement van justitie nog altijd aan één ambtenaar onder toezicht van anderen opgedragen. De redactie van het Weekblad teekent hierbij aan, dat zij dien arbeid „om er niots ergere van te zeggen, stellig onvruchtbaar" acht. „Wat de naamlooze vennootschappen aangaat, is er sedert 30 jaar en langer schier geen twijfel meer over, dat het zoogenaamd preven tief regeeringstoezicht, zooals het bij ods wordt uitgeoefend, niets geeft en eer schadelijk werkt." Hierbij zij herinnerd, dat reeds meer dan 10 jaren geleden door de Staatscommissie voor de herziening van het Wetboek van Koop handel een ontwerp op de vennootschappen is aangeboden, waarbij dat toezicht werd afge schaft en vervangen door ruime openbaarheid. Het is zeer bedroevend, dat deze in veel opzichten voortreffelijke arbeid „onvruchtbaar" is-gebleven, maar zooveel onvruchtbare arbeid nog altijd van den eenen ambtenaar aan het ministerie van justitie gevorderd wordt. Wat de vereenigingen betreft, merkt hot Weekblad op, dat jaarlijks voor honderden erkenning gevraagd wordt, ofschoon zy aan de daardoor alleen verkrijgbare rechtspersoon lijkheid volstrekt geen behoefte hebben. Oak daarom stemt het in met het gevoelen van den minister van justitie, dat het beter ware de erkenning te doen vervallen en daarvoor een registratie in de plaats te stellen. Reeds voor meer dan 25 jaren heeft de Nederlandsche juristen vereenigicg dat voor stichtingen wen- scheiyk geacht. Hoe lang zal het echter nog duren, alvorens de wetswijziging tot stand komt? De Nieuwe Arnhemsche Courant protesteerde togen de voorstellen van den Minister van Koloniön om een uitvoerrecht te gaan heffen van boschproducten in de Bui tenbezittingen van Ned.-Oost-Indië, en om de bestaande vrijhaven te Makassar op te heffen. Het blad had zulke voorstellen zeker niet van den minister Cremer, den vroegeren handels man, verwacht. Vermakelijk is het te zien, zegt de N. Arnh. Ct., hoe hij zich verdedigt tegenover hen, die economische bedenkingen hadden ingebracht tegen uitvoerrechten en vreesden voor afneming van de inzameling en den uitvoer van bosch producten. Da bedenkingen worden door hem ten volle gedeeld,voor zoover cultuurproducten be treft, maar zjj gelden Diet voor boschproducten; iotegendoel, zij zullen in de Buitenbezittingen een ook economisch alleszins aanbevelenswaar dige belasting zijn, en hfi verwacht eer ver meerdering dan vermindering van de inzamoling van deze producten. Het uitvoerrecht heeft dus, volgeDS Z. E., ten gevolge vermeerdering van aan- en uitvoer. Maar enkele regels verder leest men In de Memorie van Antwoord, dat het uitvoerrecht o. a. geheven zal worden van vogelhuiden, „in welk geval het tevens dienst zal doen als middel van bescherming van paradijs- en andere vogels". Dit nieuw-model uitvoerrecht zal dus gelijk tijdig dienen om de iozameling te vermeerderen en deze te verminderen. Onbegrijpelijk schynt het, heet het verder dat een Minister, die den handel kent, die, men mag dit aannemen, er hart voor heeft, aan de Nederlandsche vrijhaven van Makassar het eenige middel ontneemt om met goed ge volg het hoofd te bieden aan de concurrentie van de Engelsche vrijhaven van Singapore. Niemand beter dan do Minister weet, dat do handel, onder gelijke omstandigheden, zich steeds verplaatst naar die markt, waar by de hoogste prijzen kan bedingen en het minst belemmerd wordt. Do opheffing van do vrij haven van Mikas3ar moet, ondanks alle ver zekeringen van h9t tegendeel, ten gevolge hebbec, dat de handel zich steeds meer zal verplaataen naar Singapore. Thans is Makassar het middelpunt van den handol in het Oostelijk deel van don Iddiachen Archipel; de waarde van den in- en uitvo3r is na 1846, het jjar der vrijverklaring, in steeds sterker mato toegenomen. Zal men al de voordeelen, uit dat drukke handelsverkoer voortvloeiende voor de geheele bevolking dhr streek, in de waagschaal stellen voor een be trekkelijk geringe en hoogst onzekere bate voor de schatkist? Vermeerdering der vaste middelen en gelijk matiger verdeeling der lasten zyn ontwijfel baar noodig. Maar kleine politiek noemen wy het, dat doel te willen bereiken langs den thans voor gestelden weg. De beide thans besproken maatregelen worden geschat eon jaarlyksche bate te zullen opleveren van f 780,000, te verminderen met de ko9ten van douanen, recherche, entreposeering, bouw en onderhoud van gebouwen, aanstelling van nieuw perso neel, enz. Wat er zal overbiyven valt niet te ramen, maar do opbrengst kan nimmer zoo hoog zyn, dat daardoor wordt gewettigd het gevaar, dat do handel van Makassar zal ver- loopoc en de uitvoer van boschproducten, een boefdbestaansmiddel der lnlandsche bevolking, zal verminderen. Wy zouden van den Minister, geïnfluenceerd door z'jn financiëelo raadgevers, een beroep willen doen op den beer Cremer, en van hem willen vernemen of ook hy niet van oordeel is, dat er andere, betere middelen zyn om den toestand der Indische geldmiddelen te verbete ren; of die middelen niet moeten worden ge zocht in maatregelen, strekkend om de welvaart der bevolking te bevorderen, nieuwe bronnen van bestaan te openen, to doen wat by in Deli heeft helpen doennagenoeg wilde, woeste streken tot ontwikkeling te brengen? Het Haagsche Dagblad protesteert tegen do in de laatste weken hier te lande uitgekomen gevoel en hartelooze spotprenten, vooral wat aangaat Engeland's Koningin. EngelaDd's Koningin is zegt het blad een bejaarde Vorstin, en het gebeurt nu een maal volgens de wetten der natuur, dat wy allen in jeugdige glorie er anders uitzien dan in onze laatste levensdagen. Is deze omstandig heid echter een gepast middel om zich ten koste van anderen te vermaken? Byna al onze geïllustreerde organen maken zich nu hieraan schuldig in de laatste dageD. Het voordeelig8te middel, om zyn publiek te laten lachen, scbynt thans te zyn, de bejaarde Vorstin van het oorlogvoerende Britsche Rtfk in allerlei caricaturen weer te geven. Koningin Victoria, dio bloedbaden neemt, Koningin Victoria, die voor den Duitschen Keizer defileert; kortom, steeds die akelige, ruwe scherts, die zich vermaakt ten koste niet van den meest schuldige, doch van een vrouw, van een bejaarde Vorstin, die eenmaal ook jong en schoon was en haar laatste levensdagen verduisterd ziet door een onmen- 8cheliiken oorlog, waarin baar Ryk niet voor haar pleizier gewikkeld is, en die haar, wie weet, hoeveel tranen kost. De Maasbode neemb dit met instemming over, en voegt er by wat de Middelhurgsche Courant er op volgen liet: En een Vorstin, die, gebonden als zy is door haar constitutioneole rechten en plichten, toch a'leen niet by machte is geweest dien oorlog te boletten. Staat9begrooting voor 1900. Ia zyn Memorie van Antwoord op het afdoelingsverelag der Tweede Kamer over het hoofdstuk Binnenlandsche Ziken zegt de minister, dat omtrent het overbrengen van meerdere domeinen van het dep. van Financiën naar dat van Binnenl. Zaken het overleg nog niet afgeloopen i9. Ten aanzien van do agrarische wetgeving is do minister niet van gevoelen veranderd. Ten aanzien van do klachten over opdry ving van de uitgaven voor den landbouw wyst do minister er op, dat voor 1899 hiervoor f 1,277,808 34 i3 toegestaan, terwyi voor 1900 f 1,245,330 33 is geraamd, en voor 1900 nog is uitgetrokken het bedrag voor de overname van gebouwen van een pachter van den Scheurpolder, waartoe de Staat ver-' plicht is iDgevolge het nieuwe pachtcontract, zoodat zonder deze uitgave, die trouwens als geldbelegging moot worden beschouwd, het eindcyfer voor de afd. Landbouw voor 1900 f 45.478 01 lager geraamd is dan voor het loopende jaar. "Wat de verhooging van het geriDge subsidie aan de Yereeniging voor de Byencultuur betreft, wordt opgemerkt, dat dit onderdeel van hot landbouwbedrijf van niet geringe böteekenis ia voor land- en tuinbouw. De minister kan niet de toezegging doen, dat oen wetsontwerp tot nadere organisatie der vertegenwoordiging van den landbouw reeds zeer spoedig de Kamer zal boreikeo, maar deelt mede, dat de zaak wordt voorbereid. Hy be8trydt de bezwaren tegen verdere uitbreiding van de Rykslandbouwschool te Wageningen. "Wel is het mogeiyk geweest zooveellandbouwleeraren en zuivel consulenten aan te stellen als voor het. oogenblik vol doende werd geacht, maar elk jaar kan in dien toestand verandering komen. Hat maakt een punt van o/erweging uit in boeverre bot wenscheiyk is de bemoeiingen van de met te veel werkzaamheden overladen Ryks- landbouwleeraren ten opzichte van de winter- scholen te beperken. Nagegaan wordt, in hoever het mogeiyk zal zijo, de RykslandbouwleerareD, aan wie het doctoraat van winterscholen is opgedragen, en die hierdoor worden belet de hun overigens opgedragen werkzaamheden naar eisch te volvoeren, door anderen to vervangen. Ver meerdering van het aantal wintercursussen zal eerst geleideiyk kunnen geschieden. Mochten onvoorziene omstandigheden geen vertraging veroorzaken, dan zal een ontwerp tot afzonderlijke wettelijke regeling der zost- watervisschery nog in het loopende zitting jaar kunnen worden ingediend. Aan den subsidiepost voor de coöperatieve centrale Boerenleenbanken wordt volstrekt geen blij vend karakter gegeven. Voor beduchtheid, dat de provinciale bemoeiingen in zake paardenfokkerij by de totstandkoming der nieuwe organisatie op dit punt gestaakt zullen worden, bestaat niet de minste grond. Het ligt in de bedoeling om een subsidie van ten hoogste f 2090 te verleenen voor de eventueel door de Prov. Voreeniging ter bevordering der paardenfokkery in Groningen op te richten dresseerschool voor paardeD. Van ophe'fing van eenigen maatregel met betrekking tot het mond- en klauwzeer is geen sprake geweest. E«n wetsontwerp tot afzonderlyke regeling van de bevlooiingen van domeingrondèn is in bewerking. "Wat de afdeeling Kunsten en "Wetenschap pen aangaat, zegt de minister, dat het hem aangenaam was, dat dr. Bredius op zyn verzoek om eervol ontslag is teruggekomen. De bestaande regelingen en instructies, waarby de minister bet oppertoezicht heefr, z(jn ge handhaafd. Aan volkomen herstel in de oor- spronkeiyke schoonheid van den toren te Rb enen kan vooralsoog geen gevolg worden gegeven. De klachten over te grooten yver in het opsporen van allerlei oude monumenten zyn ongegrond. Wyi gebleken is, dit ten aanzien van do meest gewenschte verlichting van Rembrandt's „Nachtwacht" groot verschil van meening bestaat, is f 3400 uitgetrokken om een lokaal te bouwen, ingericht tot het nemen van proeven. Het denkbeeld om aan het hoofd van elk nummer der „Ned. Staats Courant" eon korten inhoud mede te doelen is niet voor uitvoering vatbaar. Hoofdstuk Financiën. Van verschillende zijden werdeD, biykens het voorloopig verslag, bedenkingen geopperd tegen de gestadige vermeerdering van de kosten van administratie der belastingen, waar door van de ruimere opbrengst der middelen een belangryk deel aan de schatkist wordt onttrokken. Van sommige zyden werd de wensch te kennen gegeven, dat het betalen van ver schuldigde belasting gemakkelijker zou worden gemaakt. Opnieuw werd door sommige leden geklaagd over te groote fiscaliteit by de toe- passing van de vermogens- en bedryfsbelasting. Opnieuw werd er door sommige leden op aangedrongen ook do buitenlandsche schippers, die niet geregeld, of korter dan drie maanden achtereen hun bedrijf hier te lande uitoefenen, aan do bedryfsbelasting te onderwerpen. Andermaal werd aangedrongen op vroegere uitreikiDg der aanslagbiljetten en opnieuw werd geklaagd over de hoogo en ongelijkmatige schatting van mobilair. Door veel leden werd er andermaal op gewezen, dat het meermalen voorkomt, dat de beslissingen van een Raad van beroep het volgend jaar weder illusoir worden gemaakt door de administratie. Door sommige leden werd er op gewezen, dat ook ten* aanzien van de grondbelasting zich nu eu dan gevallen voordoen, waarin een aanebg op reclame, door Ged. Staten vernietigd, het volgende jaar weer op het aanslagbiljet voor komt zonder dat op die uitspraak acht wordt geslagen. Gaarne vernam men, hoever het werk dor herziening van de belastbare opbrengst dor gebouwde eigendommen thans gevorderd is„ Door enkele leden werd de wenscheiykheid betoogd, het houden van loterijen door vreem delingen hier te lande by de wet te verbieden. Opnieuw werd geklaagd over gebrek aan pasmunt. Zoo ja, en waarom werden stand penningen achtergehouden, aangemunt ter herinnering van het jaar, waarin H. M. de Koningin de regeering heeft aanvaard? 's Ministers aandacht werd gevestigd op de zeer verouderde samenstelling van de prys- couranten der publieke fondsen voor het recht van successie en van overgang by overlijden. Men zou de samenstelling in overeenstemming gebracht willen zien met die van de officiële prysiyst uitgegeven door de Vereoniging voor den Effectenhandel to Arasterdam. Door sommigo leden werd gevraagd, of voor de muntgezellen, met het oog op hun gemis van pensioen, door het Ryk niet eon verzeke ring zou kunnen worden gesloten. 36) Beelden uit het verloden, tooneelen, welke zy gaarne vergeten zou, doemden hier steeds voor haar geest op. Zoo ook heden. Zy trok haar sjaal vaster om zich heen. Zy rilde. Zy werd uit haar droomeryen gewekt door oen zachte stem. „Wilt go niet liever naar binnen gaaD, Renata?" vroeg de oude barones Bergen, de hand op den schouder barer schoondochter leggend. „Het wordt koel en ge weet, dat de avondlucht govaariyk voor je is." Renata glimlachte weemoedig. „Och, mama, voor my is niets gevaariyk," antwoordde zy, de hand der goede vrouw aan haar lippen drukkend. „Integendeel, de avond lucht doet my goed, en ik beu warm ingepakt, zooals u ziet. Laat my nog een oogenblik hier zitten. Ik zie zoo graag hoe alles zich ter ruate begeeft, hot bosch en de vogels." Do oude dame schoof een tuinstoel naderby on zette zich naast Renata. Een tydlang zwegen beiden. Eindeiyk vroeg Renata aarzelend „Niets nieuws, mama?" „Neon, kind, dat is ook onmogelyk. Hy kan myn antwoord nog niet gekregen hebben." „Zijn laatste brief was uit Makao, nietwaar?" „Ja. Hy schreef, dat hy daar pas was aan gekomen en er eenigen tyd dacht te blyven." M kao is ver, ver weg," zuchtte Rmata, bet hoofd moede in de kussens, welke baar steunden, leggend. „Ja, voel te ver," dacht de barones. Zy bad aan Erwin geschreven, dat Renata's toestand zeer zorgwekkend was. Zy kende haar zoon genoeg, om overtuigd te zyn, dat hu onmiddelluk de terugreis zou ondernemen. Uaar zou hy baar brief in Makao gevonden hebben? Hy was nu hier, dan daar, overal rust zoekend en ze nergens vindend, baar arme Erwin 1 Zy wierp een blik vol bezorgdheid op het bleeke gelaat harer schoondochter. Hoe mager en ingevallen waren die wangen! Hoe groot schenen die donkere oogen met hun wonder baren glans! Om den mond lag een trek van smarteiyk lyden. De stryd der hartstochten was voorby. Renata was zoo geduldig, zoo zacht geworden, sinds zy had ingezien, dat haar geluk voorby was. Slechts haar grenzenloozs liefde leefde nog in haar en onafgebroken knaagde haar hot bewustzyo, hom en zichzelve ongelukkig te hebben gemaakt. Met een brandend ver langen zag zy zyn terugkomst te gemoet; vurig wensebte zy hem nog éénmaal te aan schouwen, voordat zy voor altyd de oogen sloot. „Daar zou ik je byna vergeten een groot nieuwtje te vertellen," sprak de oude barones, die zich in den laatsten tyd de grootste mooite gaf Renata eenigszins af te leiden van haar gedachten. „Verbeeld je, dokter Balde is professor geworden. Kunt ge u Fransje als professorsvrouwtje vcorsl eilon 1" „Zr is ernstig en degelyk, ons Fransje," antwoordde Renata. „Ik verheug my van harte 07er dio bjnoeming." „Kom, Renata, nu moeten we naar binnen; ik ril van de kou. Je bent wezeniyk onvoor zichtig." Renata was opgestaan en op den arm der oude dame leunend, wilde zy naar binnen gaan, toen het geluld van een het voorplein oprydend rytuig haar oor trof. „Wie zou dat zyn, mama?" Haar aandacht werd door hot vreemde gedrag van Ptöbus afgeleid. Het dier was opgestaan en luisterde. Zyn oogen begonnen te schitteren, plotseling stoof hy de trappen van het terras af, alles wat hem in den weg stond, storlon, banken en bloempotten, omver werpend. Renata beefde. „Mama," fluisterde ze en hield zich kramp achtig vast aan de leuning van den stoel. Ook de oude barones was bleek geworden. „Ja, hy is het! Myn zoonl" Daar ging de deur open, en by stond voor haar, de innig geliefde, de lang verwachte. Met een luiden kreet zonk Renata bewuste- loos achterover in den stoel. Erwin stond ala vastgenageld. Hy vergat zelfs zyn moeder te omhelzsn. „Is Renata ziek, moeder?" „Ge ziet hot," antwoordde zy en groote tranen rolden over haar wangen, Erwin was diep geroerd. „Moet ik haar zóó terugvinden? Waarom hebt ge my niet gewaarschuwd, mama?" „Ik heb geschreven zoodra do dokter haar toestand hopeloos had verklaard. Ik heb myn brief naar Makao gezonden. Hebt ge dien niet gekregen „Neen. Wat een geluk, dat ik gekomen boni Wat ziet zy bleek. Lydt zy veel?" „Neen, pyn heefc zy niet. Je terugkomst heeft haar te zeer verrast... Je hadt ons moeten waarschuwen." „Maar, mama, ge vergeet hos wy van elkander gescheiden zynl" „Kom, Erwin, laten we haar naar haar kamer brengen. Ze mag geen oogenblik langer hier blyven. Ge zult haar wel in uw armen kunnen dragen, want ze is zeor licht ge worden." Ds krachtige man hief baar zonder moeite op, als ware zy een kind, en toen zy weinige oogenbllkken later tot bswustz'Jn kwam on de oogen opende, zag zy zich rusten aan zyn borst, en het scboone, manlyke gelaat, dat zich eens toornig van haar had afgewend, boog zich vol medelyden over haar heen. Haar eersto beweging was zich uit zyn armen te willen bevryden. Maar by hield haar vast en drukte haar innig tegen zich aan. „Wees kalm, Renata," sprak by feeder. Zy sloeg de donkere oogen tot hem op on zag hem aan met oen blik, die op den bodem zyoer ziel trachtte door te dringon. Hy doorstond dien blik, al zijn gedachten waren op dit uur voor Renata, geen ander beeld verdrong dat van do oohs aangobodoa gade, die by stervend to:ugvoni Langzaam wondde zy de oogen af van hot geliefde aangezicht. Medelyden, niets dan medelyden had zy in zyn trekken gelezen. „Wees hartolyk welkom, Erwin," fluistercT zy met bevende lippen, en haar hoofd zonf tegen zyn borst, terwyi zy in snikken uitbarstte Erwin zat hand in band met zyn moeder. Heden, eindeiyk, na veel weken, had hü er toe kunnen besluiten haar alles te vertellen. Hy had Ella's naam niet over de lippen kunnen brengen, terwyi zy, wier hart hom nog steeds toebehoorde, stervende was. Zyn moeder had hem niets gevraagd. Zy wachtte totdat by zyn hart by haar zou komen uitstorten. Zy had hem gadegeslagen, terwyl hy, geiyk voorheen, voor Renata zorgde, haar trachtte op te vroolyken; zyn stem klonk zoo feeder, zoo innig, de druk zyner hand was zoo warm, zoo deelnemend, dat zy hoopto, dat Renata langzamerhand in den waan zou komen, dat zU nog in hot volle bezit was zyner liefde. Er waren oogenblikken, dat zelfs zyn moeder zich afvroeg of hy niet inderdaad haar liefhad, zooals voorheenhy scheen aan niets to denken dan aan Renata, hy verliot haar zelden en ns haar kleinste wenschen in haar oogen. En Renata was zoo veranderd, dat zy vee' moer geleek op haar, die hy zoo hartstochteiyk bad bemind, dan op de jaloersche vrouw, dfc zyn loven zoo bad veibilterd. (Wordt vaw'gt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5