AC 1899
N#. 12 95
Vrijdag 34 November.
fourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
- JALOERSGH.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBIJS DEZEB COURANT»
Voor Loidsa per 8 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PHXJS DER ADVEHTENTIËtr»
Van 1—0 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter»
letters naar plaatsruimte
wordt f O 06 berekend.
Voor het incasseeren hulton ds stad
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Een aantal kisten staal water
Is door de Maatschappij tot Exploitatie van
Staalwateibronnen beschikbaar gesteld voor
het Roole Kruis in Transvaal.
Van den vertegenwoordiger van
Lever Bros. Sunlight-Zeep te Rotter Jam, ont
vangt de „N. R. C." den volgenaen brief, dd.
Rotterdam 17 November:
Nu de oorlog in de Transvaal langer zal
duren dan wil oorspronkelijk vermoedden,
hebben wij daarin aanleidiog gevonden ons
hoofdkantoor opmerkzaam te maken op de
hulp, die uit alle oorden van Nederland voor
de Transvalers en Oranje-Vrijstaters toe
stroomt. Omgiaod ontvangen wij bericht van
onzen president, den heer W. H. Lever, om
als Engelsche firma, die hier te lande zaken
doet, f 500 aan te bieden voor het fonds,
welk bedrag wij hierbij door uw bemiddeling
aanbieden, met vtrzoek daarvan f 250 af te
zonderen voor het Roode Kruis, f 250 af te
zonderen voor hulp van nagelaten betrekkingen
der Transvalers en Oranje-Vrijstaters.
De be9r Lever schrijft verder, dat er in
Engeland, vooral in den handelsstand, oen groot
aantal is, dat dezen oorlog tetreurt.
Nu maakt men er de „N. R. C." echter
opmerkzaam op, dat diez.lfde firma Lever
Brothers eigenaar is van de Monkey Brand,
poetszeep of iets dergelijks. En nu adverteert
de Monkey Brand sedert wefren met een
overigens geestige plaat, van Harry Furniss
blijkbaar (in de „Graphic"), waarin president
Kruger en zijn ultimatum belachelijk worden
gemaakt. De firma tapt dus uit twee vaatjes
en tracht haar Engelsche zoowel als Hclland-
sche cliénteele te vriend te houden. De reclame
zal nu intusschen wel niet het effect hebben,
hetwelk er mede beoogd werd.
Donderdag 11 Januari en volgende
dagen zal voor de rechtbank te Rotterdam
behandeld worden de zaak tegen de wed.
J. P. Sörensen, beklaagd haar echtgenoot,
dochter en kostganger door vergiftiging om
het leven gebracht te hsbben. Drie en zeventig
getuigen en deskundigen zullen gehoord
worden. Als toegevoegde raadsman zal optreden
mr. E. S. Hollander.
In de kleine Kattenburgerstraat
te Amsterdam had een trourig voorval plaats
terwijl de vrouw van Ublman haar man zfin
middageten bracht, liet zij baar 5-jarig
dochtertje alleen thuis; het kind trok een
brandend p troleumtoestel van de tafel en
geraakte daarbij in brand. Op haar hulpgeschrei
schoten de buren te hulp om de kleine te
helpen, maar te laat. Het kind was overleden.
I Men schrijft aan het „Volks-
dagblad" uit Den Helder:
Enkele dagen geleden vertrok van hier het
pantserschip „Koningin Wilhelmina" naar
Vlissingen om eerst het kompas te stellen
en daarna de reis naar Oost-Indië te ver
volgen.' H6t muziekcorps van da „Zeeland",
dat in den tuin van het Paleis stond, speelde
eenige nummertjes tot afscheid, en op het
havenhoofd stond de stafmuziek der marine
geschaard om eeoige nummers te spelen,
toen het schip de haven uitging. Naar ouder
gewoonte stonden honderden menechen langs
den dfik en de haven geschaard, om den schepe
lingen een laatst vaarwel toe ta roepen.
Een bijzonder voorval had echter nog plaats.
Toen de „"Wilbelmina" zoowat langs Petten
ging, kwam eensklaps een jongen op het
dek, van onder uit het schip te voorschfin.
Deze jeugdige avonturier was '6 morgens aan
boord gekomen. Hij was toen stil in de
machinekamer gegaan, en was daar weg
gescholen. Toen heeft by door de hitte dorst
gekregen en werd zoodoende op dek gesnapt.
Toen de commandant vroeg waarom by aan
boord was gebleven, antwoordde hfi, dat hfi
zoo graag mee naar Indië wilde Toevallig
was er een loodskotter in de nabijheid, welke
gepraaid werd en den jongen overnam en
hem '8 avonds in bet Nieuwediep thuis tracht.
De jongen was 14 jaar oud.
Uit een schrijven aan de „N. R. C."
blijkt, dat de haer F. A. Begemann, die ia
den slag tfi Glencoe sneuvelde, geen Hollan
der is. Hy is ge oren in Transvaal en ce
derde zoon van den heer A. J. Becemann,
emeritus predikant uit Pretoria, die op het
oogentlik nog vyf zoons en een schoonzoon
heeft, allen stry :ende voor de onaf hankeljjk-
heid van huu land. Dat de naam van F. A.
Begemann bfi het informatie-bureau te Amster
dam als gesneuveld is opgegeven, is verklaar
baar, doordat zijn ouders op het oogenuhk
hier in Holland zijn en zulks bekend is aan
het departemont van buitenlandsche zaken to
Pretoria.
Men schrift uit Antwerpen:
De schadelijke invloed van den Zuid-Afrikaan-
schen oorlog op het diamant bedrijf doet zich
immer moer gevoelen en zal ook wel Lin-
nenkort de sluiting van verschei jene. groote
werkplaatsen wegens gebrek aan ruwe stoffen
ten gevolge hebben. De meeste makelaars
alhier hebben zich in Londen gevestigd, waar
echter de toestand ook al niet beter is. Ver
scheidene groote firma's z|jn bovendien nog
zwaar getroffen coor het bankroet van een
PariJsche Bank.
Door den burgemeester van
Scherpenisse (eiland Tolen) is van H. M. de
Koningin ten behoeve van den schipper L.
A. Oudersluys, aldaar, wiens schuit op 25
Sept. 11. door aanvaring te Rotterdam zonk,
een gift van f 100 ontvangen.
Als een bijzonderheid meldt de
„N. Arnh. Ct.", dat een Engelsche dame,
te Arnhem woonachtig, een dcor haar zelf
vervaardigde zeer fraaie schilderij ten voordeele
der Transvalers gaat verloten. Reeds zijn
bijna f 100 loten a 1 per stuk genomen.
Reuter seint uit Nieuw-York,
dat volgens een telegram, dat do „Herald" uit
Paramaribo ontvangen heeft, onder de bevolking
van Suriname inzamelingen gehouden worden
voor de Boeren.
M i s s o g h e r 8, ter zake van den
moor! te Koewacht, is aan de Nederlandsche
justitie overgegeven. Om oploop te voorkomen
werd hij, zonder dat het bekend was, over
gebracht naar het huis van bewaring te
Middelburg.
Uit Portugal wordt gemeld, dat
nu ook een geval van pest zich voorgedaan
heeft te Alpedrinos, een station vlak tfi de
Spaanscho grens.
De bandiet Giovanni is inhot
struikgewas door de gendarmerie van Sainte-
Lucie de Portoreccbio, die hem in een hind r-
laaè had gelokt, gedood. Giovanni bereikte
den leeftijd van veertig jareD, en had sinds
1883 de omstreken onveilig gemaakt. Hfi had
zes moorden, drie moordaanslagen en ver
scheidene bedreigingen met den dood en andere
misdaden op z(jn kerfstok. Giovanni werd
gewoonlijk begeleid door Tromoni alles Briccio,
en beiJtn hadden ter hunner beschikking een
aantal gidsen en spionnen.
In cl© Lakenhal.
De VereenigiDg „de Laecken-Halle" exposeert
wtrik van oen heer H. W. Jansen en van
mevr. Jansen—Groths. Van hoeveel kanten
de heer Jansen z(jn onderwerp heeft bekeken,
hebben al deze scheepsvoorstellingen toch
iets eentonigs. Hut aangenaamst doen de
teekeningen, waarop slechts een deel van het
schip is te zien, als bfiv. Nos. 6 en 8. Eigen
aardig gezien is No. 2, „de Haven te Veere",
met de groote palen op den voorgrond. Het
w.»ter op No. 24 is mooi, maar hoeveel van
d.rgt-lyke zware pastelteekenmgen zou men
niet gevrn voor oen paar stu.ies als het
vlot gewasschen „Havenhoofd te "Vlissingen",
No. 4, waarvan de lucht zoo licht, het water
zoo breel is gehouden. Ook zou niemand
het den heer Jonsen kwalijk hebben genomen,
wanneer hy eenige zijner schepen hal laten
varen voor etn tweede schilderij als het
„Wolkeffect aan den IJsel". Ho9 klein wordt
het kunstig bouwgeknutsel der menscken
tegen de eenvoudige grootheid der natuur 1
Dit „Wolkeffect" en het blanke wintergezicht,
zuiver waargenomen en oprecht geschilderd,
zijn wel het beste der tentoonstelling.
In tegenstelling van haar echtgenoot, be
handelt mevr. JansenGrothe de meest uiteen-
loopende onderwerpen. De waterverf heeft
voor baar geen technische moeilijkheden.
Mo.ht zjj er toe kunnen besluiten in haar
werk de dekverf tot do kleinst mogelijke
dosis terug te brengen, dan zullen haar
aquarellen het pa6telachtige kwijtraken, dat
er nu nog in is. Y. D.
Verpleegsters der ambnlance.
Uit een particulier schrijven van het hoofd
der zusters van de late ambulance van het
Roode Kruis aan boord van de „König", 6
November 1899
.„Wy hebben tot nog toe een heerlijke
reis, zitten den gelieelen dag op het dek
en genieten van het heerlijke, nog niet te
warme weder. W(J hebben nog steeds een
kalme zee en niemand denkt aan zo ziekte.
In de Golf van Biscaye was het kwaad. Dien
Maandag waren we allen ziek en bleven in onze
hutten. De eersto 5 dagen deelde ik de hut met
ce Am8terdamsche zusters en zuster G., maar
heb m(J toen door den l9ten steward laten
overhalen om een eerste-klr.sse-catin te be
trekken. U weet, dat ik te 's-Gravenhage
l8te klasse by betaald heb op gedurig aan
dringen van myn familie. Voor het overige
ben ik geheel met de zusters en presideer
steeds aan onze tafel. Wy hebben een tafel
voor ons apart en ook de brooders zitten met
ons aan. Wy vormen dus een gezelschap van
12 en zull.n WoensJag 14 zyn.
De zusters zien er allen goed uit. Wy
hebben een gezond leventje en een goede
tafel, de eetlust is altyd uitstekend. Er zal
nog wel eens een tyd komen, dat wy op
deze dagen als op een tyd van groote weelde
zullen terugzien. Overmorgen hopen we te
Napels te zyn en blyven daar maar eenige
uren stil."
Ban ka.
Uit Batavia werd gisteren aan de „N. R.
C." geseind:
„Er zyn nieuwe ongeregeldheden onder
de Chineesche mijnwerkers in Pangkal Pinang
(Banka) uitgebroken. Het gouvernements
stoomschip „Zeeduif" is er heen".
Hierby te^kent het blad aaD:
In het telegram is sprake van nieuwe
ongeregeldheden. Ook in het voorjaar hebben
onder de mynbevolking van Banka ongere
geldheden plaats gehad. In het district Koua
begonnen, dreigden zy zich toen ook tot de
districten Toboali en Pangkal Pinang uit te
strekken. In Koba werden ze spoedig be
dwongen en in Totoali en Pangkal Pinang
kwam het, door tijdige ontdtkking der samen
spanning, niet tot een uitbarsting.
Eenige dagen na de arrestatiën, die in het
voorjaar in Toboali hadden plaats gevonden,
lekte het uit, dat de oproerige beweging in
Pangkal PinaDg hare vertakkingen had en
dat men daar, wanneer genoegzame deelne
mers te vinden waren, wenschte te beginnen
mot het ontzetten van de naar het fort te
Pangkal Pinang overgebrachte arrestanten uit
Koba, om vervolgens gezameniyk te moorden
en te plunderen. Onder het personeel van een
zestal mynen in Pangkal Pinang werd toen
nog tydig de band gelegd op verscheidene
by het komplot betrokken Cbineezen. Ook
leden van een geheim Chineesch genootschap
hadden de hand in de beweging gehad.
Onder de gearresteerden in het cistrict
Pangkal Pinang, in welks voornaamste mynen
het „sam tian toei"-verbond reeds een zekere
organisatie had aangenomen, bevonden zich,
nadat eenige onschuldig in de zaak medege-
sleepten losgelaten en naar de mynen terug
gezonden waren, 1 hoofdaanvoerder en 24
leiders, die allen, evenals de in hechtenis
genomen belhamels van Toboali en Koba, tot
bekentenis waren gekomen. Nog enkele door
hun makkers genosmde schuldigen werden
toen opgespoord, waaronder de hoofdaanlegger,
een reec6 in 1898, wegens moord op een
mynhoof', gevluchte mynwerker.
Dezelfde correspondent te Batavia seint
nader, onder dagteokening van gisteren:
Honderd vyftig oproerlingen uit Pangkal
Pinang onder leiding van Li-oen ji, die in April
gevlucht is, hebben den opzï ht--r Bosgen en
den mandoer vermoord, en vyf kongsi buizen
verbrand. Een compagnie van h.t derae bataljon
verdreef de oproerlingen uit de Alarpaka-vallei,
zonder verlies onzerzyda, on vervolgt hea.
Ilechtcn en Plichten der Neutraliteit.
Betreffende bovenstaand onderwerp vroeg
de „Haarl. Crt." het gevoelen van een oer
weinige juristen in ons land, aie op dat ge
bied als volkomen bevoagd beoordeelaar mogen
worden aangemerkt, en iy scbrjjft het vol
gende:
Vaste regelen omtreDt do rechten en plichten
eer neutraliteit jehalve wat enkole in den
zeeoorlog te erkennen beginselen betreft)
bestaan met. Herhaaldelijk is de wensch
geuit, dat cis mochten worden tot etand ge
bracht. Dezen zomer nog heeft de Haagscho
Conferentie een daartoe strekkenden avoeu"
aangenomen.
„Vraagt men nu wat de wetenschap on
de praktyk op haar belendaagsch standpunt
aannemen, dan mag m. i. het antwoord zyn:
„lo. dat in beginsel de handel der particu
lieren vrij biyft, behoudens Datuuriyk het
gevaar, dat men loopt by verzending van
goederen, aie als contrabande gel en, enz.;
„2o. dat echter de R geeringen verplicht
zyn, waar te harer kennis komt, uat aanzien
lijke zendingen van voorwerpen, bestemd om
een der belligereuten strijdmiddelen ta ver
schaffen, zyn voorgenomen, die zendingen zoo
mogelijk te beletten;
„3o. dat gddleening aan den belligerent op
zichzelf niet ongeoorloofd is, als zy ooor parti
culieren geschiedt, maar dat een neutrale
Regeering geen openbare inschrijving daar
voor op haar gebied mag dulden;
„4o dat ook bet als vrywilligers dienst-
nemen door ondorJanen van den neutralen
Staat in het leger vaD een der belligerenten,
geen schending der neutraliteit oplevert, maar
dat de neutrale Regeering geen werving v..n
militairen voor de belligerenten op haar gebied
mag dulden.
„Vergun my ten slotte hierby te voegen,
dat het voor ons, die, naar wy hopen, zooveel
mogelyk neutraal zullen blyven in oorlogen
tusschen andere Staten, gewensebt is zoo
liberaal mogelyke beginselen omtrent do
plichten der neutraliteit to doen zegevieren.
Ook in het byzonder met het oog op den
tegenwoordigen oorlog, mnet men vermyden,
door bet huldigen van al te strenge begioselen,
waar het een vermetndo begunstiging der
Engelschen geldt, dezen voorwendsels te ver
schaffen tot verzet tegen uitingen of handelingen
van Nederlanders in het voordeel der Boeren."
De „Haarl. Ct." twijfelt er niet aan, of
door medodeeling van het bovenstaande vol
doet zy aan het verlangen van zoovelen, die
in deze dagen herhaaldeiyk gevraagd hebben
wat toch eigenlijk de rechten en plichten van
neutrale St.»ten en hun on.erdanen zyn.
S3)
,1k wil bij u blU ven, onder voorwaarde,
dat go u kalm gedraagt," zeid by en zette
zich naast baar.
Ervrin stond op en trachtte door de vensters
naar buiten te zien, maar alles was donker. De
wind sloeg het water tegen de ruiten, van
seconde tot eeconde nam het schrikkelijk
geraas toe. Het water ruischte niet meer,
de wind Hoot of gierde niet meer, maar het
was esn aanhoudend gedonder. Het schip
scheen een met leven bezield wezen, dat zich
woédend verdedigde tegen de golven, zich
ophief om weer neer te etorten, met inspan
ning van reuzenkrachten tegen een huizen
hoogs golf opklom, om het beneden op hem
loerende verderf te ontvluchten.
Er win wendde zich tot Hans:
,Ik houd bet hier niet meer uit. Ik ga
naar boven."
„Ik ga met je mee," antwoordde Hans.
Maar Dorita klemde zich aan hem vast.
„Ik kom weer terug, kiDdlief," zeide hU,
haar een kus gevend. „Ik laat hier immers
het dierbaarste, wat ik bezit, achter. Wy
willen slechts zien wat er boven gebeurt.
Stil, kindl Ik weet alles, wat je wil
zeggen H(j greep haar beide banden
en drukte ze hartstochtelijk aan zijn lippen.
„Nu, ga dan, Qod behoede ui" sprak ze.
IJaar kom spoedig terug, Hans."
Erwia wierp een blik om zich heen. Lady
Jane lag thans op de sofa en kreunde. Zij
scheen onbewust van hot gevaar, dat dreigde.
Ella zat bij baar, met bet hoofd in de band,
zeer bleek, maar volmaakt kalm.
Erwin trad op haar too:
„Heb je angst, Ella?"
Zij schudde het hoofd en antwoordde zonder
hem aan te zien:
„Ik vrees niets; maar die onzekerheid is
ontzettend. Indien ik zeker wist, dat we
verdrinken mosten, zou ik berusten. Gij zult
mij oen grooten dienst bewijzen, als ge mij
de volle waarheid wilt komen zeggen."
„Zoodra ik zelf zekerheid heb, zal ik u
waarschuwen," zeide Erwin. „Vaarwel, Ellal"
Hij stak haar zyn hand tos en zy nam dlo,
zgn blik ontwykeud, aan.
Toen zy opzag, was by verdwenen en zy
schreide, omdat zy hem had laten gaan, in de
overtuiging, dat zy hem haatte.
Het gevaar werd van seconde tot
seconde grooter.
De beids jonge mannen konden wel is waar
niet van dienst zyn, maar zy ademden vryer,
hun drukte niet meer dat pynlyke gevoel,
de speelbal van bet blinde toeval te zyn. Zich
aan de touwen vasthoudend, gelukte hot bun,
het stuur te bereikeD, waar de stuurman
vergeefsche pogingen aanwendde om het
scbip te doen gehoorzamen. De schroef werkte
niet meerbet schip was een prooi der
woeste golven.
Vol ontzetting sloegen de vrienden het groot-
sche schouwspel gade, zoover de duisternis het
toeliet. Zee cn wolken schenen in elkaar te
vloeien. De golven verhieven zich als muren,
om in het volgend oogenblik in elkaar te
storten en met zulk een donderend geraaB,
dat de bevelen van den kapitein van man
tot man moesten gaan, daar zyn stom niet
gehoord werd. De matrozen gehoorzaam
den stipt en zy werkten met onbescbryf-
iyke krachtsinspanning. De wind loeide thans
uit bet oosten. Uet luid gekraak barstten de
zeilen en vlogen over boord.
„Ean man over boord I" riep men.
Tweemaal in deze vreeselyke uren weer
klonk deze kreet. Touwen werden uitgeworpen,
maar tevergeefs. Redding was bU zulk weer
niet mogelyk.
Ook de booten waren reeds lang weg
geslagen, evenals ails aan den fokkemast
bevestigde zeilen. De masten konden niet
lang meer weerstand bieden en iedere wind
vlaag dreigde ze om te knakkeD. Do matrozen
beproefden ze met balkon en touwen te
stutten.
Plotseling kwam een geweldige stortzee en
wierp zich over het scbip, door alle reten en
openiogen naar binnen dringend, zoodat ook
in bet salon en in de hutten groote schade
moest aangericht worden.
Hans was gevallen. Het moeite kwam by
weer op de been, doornat.
„Het loopt op bet laatst," zeide hy. „Ik
haal vrouw en kind naar boven. Als er nog
eon paar van die etortzeeén komen, staat het
salon onder water. Hij dunkt, dat ze bior boven
nog minder gevaar ioopen - ten minste, het
duurt hier nog iets langer, voordat we naar
den kelder gaan."
Dit zeggende wilde hy heengaan.
Erwin vatte hem by den arm. Zyn gansche
ziel was by Ella, maar by durfde zich door
goen woord verraden. Hans had hem echter
begrepen en sprak:
„Ik breng baar mee."
„Ik wacbt bier, indien ik intusschen niet
ben weggespoeld."
De kapitein had zyn matrozen om zich
geschaard en zeide:
„Ik daDk u, jongens! Ge hebt uw plicht
gedaan. Wy zyn waarschyniyk verloren. Toch
heb ik, als het eenigo, ofschoon zeer gevaar-
iyke middel, bet vuur laten aanmaken, maar
ge weet, dat by zulk weer dat hoegenaamd
niets geeft. Blyft allen op uw post en: Hoera
voor Duiischlandl"
„Hoeral Hoeral" weerklonk het uit aller
kelen.
Een hand werd op dit oogenblik op Erwin's
arm gelegd.
„Ella! Heeft Hans je mee naar boven ge
bracht, of...."
„Ik beb Hans niet gezien. Ik ben uit my-
zelve gekomen".
„Waarom, Ella?"
Hy sloeg den arm om baar bevend* ge
stalte.
„Ik wist nietwat er boven gebeurde.
Ik kon bet beneden niet meer uithouden
En daar wy nu toch allen moeten sterven en
deze wereld dus voor ons verdwyntwilde
ik niet alleenVergiffenis, barmhartige
Vader! Ik wensch te sterven met hem...."
„Dien gy liefbebt! Ella...."
Zy vlyde zicb tegen hem aan.
„Nu steri Ik zonder smart."
Stormachtig drukte by haar aan zyn borst
en drukte een vurigen kus op baar lippeo,
den eersten en, zoea'.s zy dachten, den laatsten.
Zy mochten, met den dood voor oogon, elkander
bun liefde bekoonen en, vast tegen elkaar ge
drukt, wilden zy in de donkere golven ver-
dwyoen.
Daar drong een angstig roepende st«m tot
ben door:
„Waar ie Ella?"
„Hier, bjj my", antwoordde Erwin.
Hy liet baar niet I09 en ook Ella trachtte
zich niet uit zyn armen te bevryden. Een
zware last van menachelyko wetten, welks
baar in het lever tan hem gescheiden had,
was in dit uur van baar schouders gewenteld.
In den dood behoorde hy haar, gelyk hy in
het leven Ronata's eigendom was geweest.
Hsds stond bjj ben, met bet kind op zyn
eenen arm, terwyi hy met den anderen z0n
vrouw omvatte. Ook de kinderjuffrouw had
zich aan hem vastgeklemd.
De horizon was iets lichter geworden, maar
de storm loeide nog steeds en het schip lag
als vastgeklemd ia de golven.
Lichte rookwolken stegen uit den scboor-
steen opPlotseling trilde het scbip, ds
kapitein richtte zich hooger opademloos
wachtten ds matrozen
(Wtrdl rcmtgH