1 \>N 12185
Maandaa 13 November.
A#. 1899
feze gouiant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
'PRIJS DEZER COURANT»
Voer Lalden per 8 maanden.
Franco per post
AfBonderlUko Nommers
i t
t 1.10.
1.40.
0.05.
PRUS DER AUVERTENHËNi
Van 1—6 rogels f 1.06. ledore regel moer f 0.171. Grootore
lettors naar plaatsruimte Voor hot incasseeren binten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Van en over het oorlogstooneel.
De schaarsche berichten van het oorlogs-
terrein in Zuid-Afrika en de onjuiate voor
stellingen, door het Eogelsche ministerie ge
geven, om den waren toestand te verbloemen,
leiden vanzelf tot het maken van allerlei
gissingen en veronderstellingen. In de eerste
plaats komt dan het zoo hoog geroemde en
veel besproken Engelsche geschutvuur ter
sprake. Ik geloof, dat men van al die op-
8Cbroovertf van Eogelsche zyde debeteekenis
veel dieper moet zoeken. De Boeren hebben
geschut van Duitsch on Fransch fabrikaat,
Krupp en Le Cxeusot terwyl de Engelsche
kanoonen te Woolwich worden vervaardigd,
en dus moet het Engelsche fabrikaat per se
beter zyn dan al wat buiten de grenzen wordt
gemaakt. Het granaatvuur dor Booren heeft
daarom ook weinig uitwerking; zelfs de
ricbtmiddelen deugen niet. Nu eens schieten
ze te hoog, dan weder vliegen de granaten
over de stad of.dooden ze zooals to
Mafeking slechts een hond.
flet snelvuur-kanon .Long Tom" der
Boeren is dan ook niet in staat eenige schade
in het open kampement te Ladyamith te
veroorzaken. Het is, geloof ik, al driemaal
gedemonteerd door het veel beter en vèr-
dragend scheepsgeschut der Engelschen, maar
toch..Long Tom" gaat steeds voort, wel
licht door meerdere z\jner makkers geholpen,
om granaten er granaatkartetsen in en om
do legerplaats te werpen, en het zou mij niets
verwonderen of de gedemoraliseerde troepen
van generaal White zullen daar lang niet op
rozen liggen. Ik zeg gedemoraliseerde, want
dat zijn die troepen ongetwijfeld, niettegen
staande al de overwinningen welke ze op
de Boeren hebben behaald. Het heet, dat de
legerafdeeling van generaal Yule de prachtige
retraite uit Dundee heeft mogen maken met
achterlating van wapens en bagage.
Twee dagen en nachten hebben die troepen
met korte rastpoozen moeten marcheeren,
om niet van vluchten te spreken, ten einde
achterwaarts een concentratie te maken, en
toen eindelijk de vereeniging had plaats ge-
had en generaal White zyn geheel legercorps
weer bijeen had, was de algemeene verwach
ting, dat er nu spoedig een beslissende slag
zou volgen.
f De uitmuntende Engelsche artillerie zoude
Boeren als kaf voor den wind doen verstuiven,
de roet bajonetten gewapende infanterie had
zoo'n élan en bovendien zoo'n voordeel tegen
over het bajonet-looze Boerengeweer, dat die
ongeregelde Boeren-horde eigenlijk voor de
Engelsche maar een peulschilletje was, en
dan had men eindelijk de pracütige cavaleri
die zich snel als de wind kon bewegen en,
eenmaal op de vlakte, don Boeren z kcr do
baas zou zijn. Zoo redeneerde meD. Eu wat
zag men gebeuren? Een geueele voorhoede
der Engelschen wordt, na oen kort gevecüt,
gevangengenomen, omdat baar slechts do
keuze tusschen gehesle vernietiging cf
'gevangenschap overbleef; generaal White
wordt nu verder tot werkeloosheid gedoemd,
daar zijn soldaten meer d n genoog schijnen
te hebben van het geweeivuur der Boeren.
De uitwerking van dit prachtige tirailleur-
vuur schynt er den schrik voorgoed te heb
ben ingebrachtdo zwakke po.ing bij Col on so,
om de insluiting te vooi komen, is er het
duidelijkst bevvy's van. \V«i.t van die schit
ter-nde charges en dat meesterlijk geleide
«artillerie-vuur gr-lnof ik niet voel. Men leest
tusschen de regels ooor, dat bier een laatste
poging g" aan is on hit sluiten van den
(Ting te vtr and ren, maar troepen, die aan
houdend achtorw^arrs hebben moeten concen-
treeren, zyn zulk« giv.ariyke tegenstanders
'niot meer. Ze schijnen er dan ook al spoedig
«de byl bij te hebben ncorgolegd en concen
treerden zicb, na verlies van een paar offi
cieren en eenige manschappon, weder in de
legerplaats.
Hoe zou het er daar toch wel uitzien?
Kan een troep, in een open kampement, dag
aan dag door granaatvuur geteisterd, het
lang uithouden? Wa lezen wel, dat er nu
blindeeriugen en bomvrije lokalen worden
gemaakt, maar een soldaat kan toch niet
weken aaneen in zoo'n bomvrij hokje want
!het zijn hokjes blijven zitten? En dan de
stallen? do keukens? de ambulance? Zyn die
ook al bomvrij gemaakt?
Het is de moeite waard om zoo spoedig
mogelijk genie officieren van alle vreemde
mogendheden naar de legerplaats te Lady-
smith te detacheeren, om dat wonderwerk
to gaan bezichtigen. Een kampement voor
8- a 9000 man, uit de drie wapens bestaande,
wordt zoo maar ia een oogenblik in een
bomvrije legerplaats herschapen! Het is
kunstig! De Engelsche genie spant de kroon
van alle wapens. Wel wisten we al lang, dat
de artillerie uitmuntend was, dat de infanterie,
met de bajonet op het geweer die bajonet
doet 't e'm batterijen bestormt en dan ver
geet om de stukken te vernagelen of zelfs
de sluitstukken mede to voeren; maar dat
alles is nog niets by hetgeen de genie heeft
verricht. Da's eerst een kunststuk! Dat heet
pas knap werk doen! De troep kan het er
nu wel uithouden tot generaal Buller met
versche troepen uit de Kaapstad oprukt.
Plenty eteD, munitie in overvloed en bom
vrije hokjes!
Ladysmith vallen! Geen quaestie van!
Generaal White is geen Bazaine; hy zal niet
capituleeren vóór hy zyn laatste patroon heeft
verschoten, en bovendien, de hulp is naby.
Generaal French is al op weg naar de Kaap
stad om eens alles haarfijn te gaan uitleggen
hoe eD op welke wyze de hulp moet worden
aangebracht ofom de voorwaarden van
de capitulatie te bespreken.
Aan dit laatste hecht ik meer geloof. De
val van Ladysmith is naar myn meening geen
quaestie meer van weken, maar van dagen.
Generaal Joubert, de aanvoerder der BoereD,
ziet zeer goed in, dat Ladysmith voor de
Engelschen is, wat Metz in '70 was voor de
Franscben. Zoo de voorwaarden van de
capitulatie zyn geregeld en aangenomen, is
Engoland zyn beste troepen kwyt. „De kop
is er af," hoorde ik iemand dezer dagen
zeggen, en ik dacBt er by: „Met het overige
van don romp zullen de Boeren het dan ook
wel klaarspelen." Nu, we hopen het van
gan8cher harte I C. J. L.
Leiden, 11 November 1899.
TWEEDE K1SIËB.
Ongevallenwet.
Nadat de Minister geantwoord had op het
bezwaar van den beer De Waal Malefijt, werd
art. 20 zonder stemming goe gekeurd.
Art. 21 kent aan den verzekerde gedurende
den 8sten tot den 22sten dag v:«n de drie
weken oKservatietyd na het ongeval 50 pCt.
van het dagloon t09.
De heer Veegens licht een amendement-
Drucker c. s. to?, om, in afwachting van een
zi ktpn verzekering, den ooservatiet- rmyn te
verkorten van 3 tot 1 weck en den ver
zekerde van den Ssten dag tot den 22sten
uag na het ongeval niet 50, maar 70 perc«nt
van h t dagloon uit te keeren.
De heeren Van Kol c s. hebbm hierop een
sub-anv n Jement voorgesteld, om reeds 3 dagen
na het ongeval roet een t(j elyke uitkeering
van 70 pCt van het dagloon aan te vaDgen.
De heer Schaperdie oit sub-amendement
to.-li ht, acht den wachttyd van 8 dagen nog
te lang voor den werkman en met den heer
Veegens vreest Ly niet voor simulatie wegens
verkorting van den observutietyd.
Door den heer Tijdeman worct deze verre
gaande verkorting van den observatietyd le
streden, omdat z.i. daardoor Lel karakter van
de gebeele regeling v^r^n ert, daargelat.n
nog de hoogero lasten, welke-oor de amende-
meuten op de industrie worden gelegd.
Da.iroy komt, dat de amendementen eigenlyk
de zi. ktev«.rzekbring in deze wet leggen, ja
foil ïyk ir.et hun uitk-.ering van 70 pCt.
byna dadelyk na het ongeval op een even
tuoele ziekteverzekering vooruitloopen. Spr.
acht ae amendementen zoo bedenkelyk, dat aan
neming daarvan voor hem een reden zou kun-
neu zyn om tegen de wet te stemmen.
By deze laatste verklaring sluit de heer Van
Karnebeek zich aan. Spr. ondersteunt hetRegee-
ringsstelsel en waarschuwt tegen het opleg
gen van te zware lasten aan de industrie; want
het zou wel eens kunnen zyn, dat men de
hen slachtte, die gouden eiereu legde.
De heer Kuyper verklaart, dat de meerder
heid van do Commissie van Rapporteurs for-
meele bezwaren heeft tegen de amendementen
enorme administratieve omslag, wettenbestel-
ling, het groote voordeel van uitkeaing boven
rente in den wachttyd, enz. Materieel staat
de Commissie echter aan de zyde van de
voorstellers. Zy wil beginnen met de uitkee
ring zoojra er Vermindering van loon plaats
heelt en dus de ellende het arbeidersgezin
binnentreedt. De uitkeering zou in dat geval
niet steeds 50 pCt. moeten bedragen, maar
evenrdoig moeten zyn aan de loonderving.
De Minister kan het amendement-Drucker
niet sterk genoeg ontraden. De obs.rvatiety i
is reeds zooveel mogelyk ingekort en indirecte
vaslkoppeling van ziekteverzekering aan deze
wet gaat niet op; Ook wyst de Minister op
üe enorme vermeerdering van den arbeid van
het Bestuur der Bank.
De heer Veegens betoogt tegenover den
Minister, dat het amendement geenszins ver
korting vao den wachttyd beoogt, mits gedu-
ren Je dien tyd op meer voldoende wyze dan
bet onderwerp voorstelt, voor den verzekerde
worde gezorgd.
De heer Veegens neemt namens de mede-
voorstellers van het amendement over een
sub amendement-Van Kol c. s., om aan de
toe te kennen rente uitkeering terugwerkende
kracht te verleenen en niet te doen ingaan den
8sten dag na het ongeval, maar van af den
eersten dag na bet ongeval te berekenen.
De beer Troelstra stelt voor een nieuw
amendement, om ty verwerping van het amen
dement-Drucker in art. 21 terugwerkende
kracht te geven aan de tydeiyke uit
keering na den observatietyd van 8 dagen,
tot op den eersten dag na het ongeval.
De Minister bestrydt het amendement-
Troelstra, waartegen hy echter geen over
wegend bezwaar heeft.
De heer Kuyper zegt dat de Comm. van Rapp.
zich niet kan vereenigen met het amendement-
Troelstra, maar spreker zal trachten een
andere wyziging van het artikel te formu
leeren, waartoe hy ochter schorsing van debat
vraagt.
De zitting werd verdaagd tot a. s. Dinsdag
morgen elf uren.
Hazorswoude. Buiten lo ide de stormwind,
maar binnen de wanden van het heiligdom
der Gereformeerde Gemeente hoorde men gis
teravond de forsche tonen van het Wilhelmus
en van het lied der Transvalers weerklinken.
De gryze voorlezer noooigde de vergaderde
meDigte uit, met hem aan te heffen Ps. 121
vers 1
'k Sla d'oogen naar 't gebergte heen,
Van waar ik dag en nacht
Des Hoogsten bystand wacht.
Myn hulp is van den Heer alleen,
Die h mei, zee en aarde
Eerst schiep, en sinds bewaarde.
Nadat voorgelezen was Jesaja 40: „Troost,
troost mfin volk, zal ulieJer Gol zeggen" en
wat da^r verder volgt, nam de heer Jac. Van
Oversteeg, die inmiddels op den kansel was
gekomen, het woord.
We zullen heden, zoo ving de begaafde
spreker aaö, niet over een tekst handelen,
en terwyi anders van deze plaats slechts/
woorden des vredes worden gehoord, spreken
we nu over oorlog, en wel over een oorlog,
zonder weiergade in de geschiedenis der
volken; over een kryg, zoo schandelyk, een
intrige, zoo door en door valsch, dat, by de
gedachte, hoe het recht door een der oorlog
voerende partyen wordt vertrapt, ons de haren
te berge ryzen.
Toch meenen nog velen, n. 1. aan de zyde
der EngelscheD, Godo een dienst te coen.
Langzamerhand gaan ook by vele aanzien-
lyken onder dat volk de oogen wel open
to r het onrecht, maar een veel grooter
a nt.il meent nog altyd, dat de vaderlands
liefje den stry i noodzaktlyk maakt en de
eer der natie ermede gemoeid is. Wanneer
de logentelögrammen ce overwinningen van
het trot3che Albion verkondigen, juichen die
kortzichtigen, maar als dan later blykt, cat
de feiten juist contrarie zyn, weenen ze;
maar niet van berouw; alleen van spyt en
bitterheid. Nog immer meent het gros der
Engelsche natie, dat ze nakomelingen zyn
van de tien stammen Israels en dat bun de
plicht is opgelegd, het ryk van God in de
wereld te stichten en uit te breiden. Het is
voor ons een goede les om vast te houden
aan den Heidelbergschen Catechismus, dia
op de vraag: ,Wat zyn goeie werken?"
antwoordt: „Alleen die, welke naar de Wet
Gods geschieden." Wat de Engelschen nu
voor een goed werk aanzien, is schandelyk
onrecht, waarvoor God hen zeker eenmaal
zwaar zal bezoeken.
De spreker doorliep vervolgens, naar zyn
eigen uitdrukking met zevenmyis laarzen, de
geschiedenis der vestigiog en uitbreiding van
het Hollanasche element in Zuid Afrika.
We mogen hem hier niet volgen op een
terrein, dat door schryvers van naam reeds
met goed gevolg betreden is. Ieder is in de
gelegenheid, ook voor weinig geld, te lezeD,
wat nu in korte trekken vermeld werd. We
z ggen dit niet om eenigszins de waarde te
verkleinen van het gesprokene. Integendeel,
aangenaam causeur als de keer Oversteeg is,
hebben we van diens beknopte en vluchtige
schets genoten. Soms kon hit publiek een
kreet van afschuw, dan weer een schaterlach
niet onderdrukken. Jan Antonie van Riebeek,
de Hugenooten, Napoleon, Willem V, ue
Kaffers, de Hottentotten, Bezunenhout, Din-
gaan de Zoeloekoning, de „trek" der boeren,
de Langsnek en de Majuba, Jameson en zyn
verraders1, ende trokken aan onze oogen voon-y
Nu zou Chamberlain het eens aanpakken.
Drie geleerde heeren, als EngeLnds minister,
Milner en Rhodes, zouden toch zoo'n dommen
boer als Kruger er gemakktlyk in laten vlie
gen. Ja, dom is hy, die Kruger, en achterlyk
ook. Hy biJt nog en dat in dezen tyd. Hy
zingt van: „Heer, ai maak my uwe wegen."
Nog schildert ons de heer O. met de zwartste
kleuren en naar waarde het geknoei van
Milner, den gouverneur der Kaapkolonie met
de telegrammen van president Steyn en
minister Chamberlain.
Alleen omdat ze anders te duur waren, had
hy ze verkort, werd later door hem al3 ver
ontschuldiging ingebracht. Die domme Kruger
zou het toch wel begrypen, al liet hy de voor
naamste helft er van weg. En Kruger heeft
het begrepen, want door dat goddelooze,
schurkachtige geknoei, is de oorlog uitge
barsten, die duizenden vaders, broeders, zoons
op het slagveld neler werpt en zoo velen tot wedu
wen en weezen maakt. Hoe is het mogelyk, dat
zoo'n klein volkdenoorlogaandurft' Hetdoetons
leed, dat dio vraag telkens en telkens weer
by ons opkomt. Hoe dat mogelyk is? Omdat
zy in God gelooven; omdat ze overtuigd zyn,
een goed, een edel, een Gode welgevallig werk
te doen. God heeft den Transvalers dat land
als een erf der vaderen gegeven. Zonde tegen
God zou het zyn, als ze hun afhankelykheii
niet trachtten te bewaren.
Eenige christelijk gezinde heeren, waaronder
ooi spreker, hebben een Cbr. Nat. Boeren
bond gevormd, om gelden te verzamelen voor
weduwen en weezen van gesntuveUe Trans
valera en Oranje Vrystaters. Daarvoor zal nu
gecollecteerd worden.
Aanbeveling is ni t noofig, meent spreker,
want Hazerswoude zal wel weten, Zyn tigen
eer op te houden.
Vóór de collecte werd gehouden, vroeg de
heer Gaarkeuken even het woord. Het werd
hem gewillig toegestaan. Hy vroeg nu aan
den heer Van O., of ook diegenen, die aan
de zyde der Transvalers gaan staan, zooals
veel Natnlsche Boeren en bewoners der Kaap
kolonie, en die, als do Engelschen, wat God
verhoede, het eens wonnen, als rebellen zullen
wor.en beschouwd, zullen deelen van die
byeengebraebte gelden.
„Zeker," antwoordde de heer Van O „want
dat zyn dan ook Transvaltrs
Gewis, hoe Loog de nood moog' gaan,
God zal zyns vyands kop verslaan,
Dien baargen schedel vellen,
Die trotsch, wat heilig is, onteert,
En, daar hy schulJ met schuld vermeert,
Zich tegen Hem aurft stellen.
Al laagt g' o Isrel als weleer,
Gebukt »y tichelsteen^n neer,
Toen gy uw juk moest dragen,
En zwjrt waart door uw dienstbaarheid,
U is een beter lot bereid;
Uw heilzon is aan 't dagen.
„Uw heilzon is aan 't dagen". Nog ruischten
oie klanken ons in de ziel, to.-n spreker met
vuur io zyn rede vervolgde: Is het wel
Cbristeiyk van die BoereD, om voor zoo iets
te gaan vechten? Dio vraag houdt een beschul
diging in voor ons, Christenen en Nederlanders.
Zy is eeD gevolg van onze valsche mystiek.
„God heeft ons toch ons land gegeven", zoo
redeneerde Paul Kruger in den Volksraad.
„Mo ten wy dan niet nauwlettend waken en
stryden voor het bezit er van?" Ach.... in
ons land is het treurig gesteld. Wy juichen
en jubelen over onze vryheid, maar we zien
tegeiykertyd zoetsappig aaD, hoe elke zaak,
die van een burgerbeweging dient uit te gaan,
door de wetten zal worden geboden. Ook
onze vryhei4, onze onafhankelykheid wordt
telaagd.
De Transvalers zyn tuk op de vryheid van
hun land, tuk op hun school, tuk op hun
Bybei, tuk op hun onafhankelykheid. Die
onafhankelykheid is hun eerstgeboorterecht,
dat zy nooit, als weleer Ezau aan Jakob,
zullen verkoopen voor een schotel linzenmoes.
„Gods vloek moge my treffen", 6prak Kruger
in den Volksraad, „als ik cio onafhankelyk
heid niet zou verdedigen tegen wien en wie
dan ook". Ja, oie Transvalers zyn ons ver
vooruit. Ze gedragen zich als trouwe rent
meesters over ce aardsche goederen, hun
door God toevertrouwd, en dat is ook Christen
plicht.
Zek<-r, de Engelschen hebben ongeiyk, ze
zyn Ooor en door slecht, hun goe'e werken
zyn gruw len voor God; maar biyft daar
niet by stilstaan. Terwyi Amerika zich ver
ontschuldigt, dat het geperst hooi naar de
Kaapkolonie heeft gezonden, gaan by ons
scheepsladingen van dynamiet van Lo ith
naar Rozenburg voor de Engelschen en de
Regeering doet er het zwygen toe.
In 1884, toen de Transvalers ia Nederland
kwamen, werd hier gejuicht en gejmeld.
„Ja, maar," vroegen toen die domme bosren,
„wat doet gy voor ons?" En wy overstemden
bun vraag door nog luider te juichen en te
jubelen. Zouden wy ook den dierbaren erfgron 1
met bet geweer in den arm bunnen verdedigen?
Transvaal is ons ver, zeer ver vooruit. Wy
mogen ons ten diepste voor God veroot
moedigen.
Aan spreker wordt dikwyis gevraagd:
„"Wat zegt u wel van den oorlog?" En dan
denkt hy aan het zakje met ryksdaalders,
waarme 'e hy dien morgen in den trein stapto.
In zyn linnenzak dro:-g hy een portefeuille
met minstens vyfmaal zooveel waarde aan
papi.ren, als er 6pecie in het zakje was. Toch
keken alle menschen begeerig naar dat zakje
en niemand zag de portefeuille. Zoo is het
ook met de overwinningen der Boeren. Die
overwinningen beteekenm nog niets by alles
wat er nog komen moot. Maar er is een
andere overwinning, een ze^e, oie behaald
wordt, ook als men het verliest. Alleen zy,
die op de voorzienigheid Gods vertrouwen,
begrypen, wat dat is.
Chamberlain en Sir Redvers Buller en de
gansche oorlog zyn in Gods handen. Buiten
Hem kunnen zy niets verrichten. Voordat
g.neraal Koek den slag aanving, bad hy en
las hy in den by bel. Hy bad om de victorie.
Hy sneuvelde, maar toch behaalde hy de
victorie. Ja, mfine hoorders! hy heeft ce
waarachtige victorie betuald. By Elandslaagte
waren acht ruiters, die door hun schieten op
de flank der Engelschen de aandacht vaD de
Transvaalsche troepen trachtten af te lei Jen.
Terwyl de Engilschon op hen vuurden,
trokken de Boeren ongemerkt om een heuvel
heen. Zeven van die acht ruiters sneuvel
den, maar honderden werden er door gered.
Al .gaat men onder, toch kan men de victorie
behalen. Dat vat alleen by, die gelooft in Gods
Voorzienigheid.
Hy, die op Gods bescherming wacht,
Wordt door den hoogsten Koning
Beveiligd in den duist'ren nacht,
Beschaduwd in Gods woning.
Dies noem ik God, zoo goed als groot
Voor hen, cie op Hem bouwen,
Myn burg, myn toevlucht ia den nood,
Den God van myn betrouwen l
Met dezen Psalm vereenigdeu de hoorders
zich ten slotte met den spreker in het gezang,
waarna de vergadering met dankzegging en
zegenbode gesloten werd.
We hadden twee uren in een goed gezel
schap doorgebracht, en niemand zfi het zich
beklaagd hebben, het stormweer te hebben
getrotseerd voor een gang naar het kerk
gebouw.
Als we een aanmerking moesten maken,
dan zou het deze wezen, dat de heer J. Vaa
Oversteeg, zeker in het vuur van zyn rede, oen
hoofdpunt vergeten heeft uit te werkoD. Toen
ZEd. over Chamberlain en het stemrecht
sprak, verzuimde hy aan te toonen, waarom
die quaestie van zoo groote waarde voor ds
Transvalers is. Eofin het beste piard
struikelt nog wel eens en we vergeven het
den heer Oversteeg gaarne, dat hy by het
vele goede en schoone, dat hy gaf, zich soms
door zyn geestdrift voor de groote zaak liet
meeslepen. Een welgemeen 1 woord van oank
komt hem niettemin, zonder voorbehoud, toe.
De collecte bracht op 33 095.
Door Dykgraaf on Hoogheemraden van
B-yoland is op zyn verzoek aan D. Hjrkea
vergunning verleend tot baggeren in ce Oost-
vaart voor zyn land in den Oost- en West-
gcerpolder.
By gelegenheid v.n het tweede detl van
het vergelykend onderzoek voor de betrek
king als hoofd der school aan den Ryndyk,
zullen de leerlingen der zesje klasse van de
openbare school op het dorp, in twee ploegen
naar den Ryn worden vervoerJ, om daar
aan de practiecho proellessen deel te nemen.
By onzen pre ikant, ds. A. Keers, stond
het deze week ni< t stil van afscheidsbezoeken.
De meeste gemeentelecen wilden den leeraar
nog eenmaal harteiyk de band drukken vóór
zyn vertrek naar Hilversum, dat bepaald is
op Vrydag 17 Nov. a. s.
Voorschoten. De opbrengst van de collecte,
op oen Nutsavond alhier gehouden voor Trans
vaal en Oranje- Vrystaat, heeft bedragen ƒ16,30.
Het geheele alhier byeengebrachte bedrag
stygt derhalve tot ruim ƒ740.