F1
iisiWS
xém
MENGELWERK.
Financieel© Kroniek.
Da verwarde en verminkte berichten van het
oorlogeterrein zijn het zeker niet,, die de Bear*
beheerschen, en toch lijdt bet geen twijfel, dat,
indien er geen stryd was tussohen de Zuid-Afri-
kaanscho Republiek en Kngeland, men een geha«|
andere stemming zou waarnemen op de Am&ter-
damsehe als op de LoDdensche en Nieuw-Yorksoh#
Beurs. De hooge disconto-rente toch houdt het does
van uitgebreide zaken ter Beurzo tegen en <te
hooge TCDtestand wordt wel degelijk door dezen
gespannen toestand beheerscht. De rentestand
toch haugt af van den goudvoorraad. Transvaal
voert thana geen good meer uit, terwijl het het
meeste goud produceert van allo goud voortbren
gende landen. Tegenover den vroegeren uitvoer vaa
de Transvaal staat nu, dat grooie sommen nit
Kngeland naar Zuid-Afrika worden gezonden om
de troepen en de benoodigdheden daarvoor te
kunnen betalen. Dit goud moet natuurlijk ergens
vandaan komen en wannoer de Bank van Engeland
haar reserve niet te veel wil aantasten, moot sy
zien dit goud van andere landen te verkrijgen.
In het begin was de Bank van Frankrijk niet
ongeneigd iets van haar voorraad af te geven,
doch thans niet meer.
Duitschland verloor ook niet veel, omdat het
veel van Rusland te vorderen had, waardoor het
dus voor de hand lag, dat Rusland in dezen het
gelag zou moeteu betalen. Rusland echter slaagde
er iu zijn onderhandelingen met de Crédit Lycim&u
tot een goed einde te brengen, waardoor het de
beschikking kreeg over ongeveer 60 millioen
gulden, en werd dus in staat gesteld, al zijn ver
bintenissen na te komen, zoodat men dus wel
mag aannemen, dat ook uit Rusland geen good naar
Londen zal gaan, In Engeland heeft de behoefte
aan goud voor den oorlog, de hooge rente daar
gelaten, feitelijk nog geen moeilijkheden te voor
schijn geroepen. Bestond echter deze Engelsch-
Juid-Afrika&nsche verwikkeling niet, dan was het
vrij zeker, dat de fondsenmarkt zich in een zeer
willige en levendige stemming zou mogen ver
heugen. De twee hoofd-factoren toch, waarvan de
goede stemming te Jamden afhangt, zijn in uitorte
welvarende conditie, namelyk de goudmijn-iudna-
trie en de Amerikaansche Sporen. Nn echter blgft
Londen haar Yankee-rails steeds verkoopen en
daarvoor moeten natuurlijk óf Amsterdam óf
wallstreet als kooper optredoa. Daar ook hier
ie geldmarkt nog steeds stijf is, heeft de handel
•ok hier niet die afmetingen, welke de gunstige
•mstandigheden van handel en industrie in de Unie
voor haar spourwegaandeelen zouden mogen doen
verwachten. Nederlandsche Staatsfondsen waren
meer gezocht en de koers verbeterde zoowel voor
8 pCts. als voor Integralen. Van Oostenrijkcis en
Italianen valt niets bijzonders te vermelden. Wat
Portngeezen aangaat, hiervoor bestond nogal
animo, hoewel de verwachtingen, die gebaseerd
waren op het vermoeden, dat er tusschen Engeland
en Portugal aangaande de Delagoabaai een overeen
komst bestond, wel in rook zallen vervliegen, na
het officiéél bericht, dat er geen zulk een over
eenkomst is en Portugal in de tegenwoordige
quaestie geheel neutraal zal blijven. Dot slot waa
voor Portugeezen dan ook eenigszms flauwer.
Over het algemeen waren Russische fondsen vast.
j)e vriendschappelijke bijeenkomst, al was zij dan
©ok zeer kort, van den Czaar met den Keizer van
Duitschland, zal hiertoe ook wel bet noodige hebben
bijgediageD, te meer, daar de officieuze Duitsche
pers zich heeft uitgelaten, dat daardoor een waar
borg te meer is gegeven voor den vrede van Euiopa.
Spanjaarden waren zeer vast en ondervonden
7001 al veel steun te Parijs en te Brussel naar aan-
jeidiug van de geruchten, dat er geen coupon-
kelasting van de Buitenlandsche Schuld zal worden
geheven. Toch zal het ons zeer verwonderen,
Spanje niet gedwongen zal zijn, om ten minste de
route op de Buitenlandsche zoowel als op de Bin-
lenlandsche Schuld op een of andere wijze te
r«rminderen, om daardoor het evenwicht zijner
Jnanciën te kunnen herstellen. Het schijnt echter
jeker, dat althans Lord Salisbarj', getuige zijn
»de, gehouden aan het diner van den Lord-Mayor
ran Londen, niet aan de toekomst van Spaojo
)wijfelt. Het ia trouwens zeer wel mogelijk, dat
het verlies van zyn koloniën een weldaad voor
Spanje zal zijn.
De Cultuurwaarden, zooals de Caltaurmaat-
schappij der Vorstenlanden, aandeelen Koloniale
Bank, Nederlandsch-lndische Handelsbank ea
Kalibogor, waren over het algemeen hooger door
de betere suikerprijzen. Ook Tabaksaandeelen
waren bijna alle hooger in prijs, doch nogal stiL
Petrol earn waarden vonden ook weer gratie en er
ontstond nogal handel, voornamelijk in Enima.
Koninklijke, Sumatra, Palembang en Schibayeff,
In goudmijn-aandeelen was ook een weinig meer
beweging ep te merken, Zuid-Afrikaansche Sporen
konden mede betere koersen bedingen.
De Amerikaansche Spoorwegmarktonderscheidde
zich door haar willige stemming, waartoe zeker
de gunstige uitslag der verkiezingen zeer veel
zal hebbeD bjjgediagen. Voornamelijk waren het de
Southern-Pacific- en Union-waarden, welke begun
stigd werden. Ook Louisville- en Nashville-shares.
De Spoorwegontvangsten blijven gunstig en de
•jaarverslagen, voor zoover zij verschenen zijn,
duiden ook de welvaart der Spoorwegmaatschap
pen aan. Men heeft in de Unie bet vaste ver
trouwen, dat de eerstvolgende jaren nog veel voor
spoed beloven. Rünlandsche Bank.
De oorlog tussclien Engeland en Transvaal.
Een g^ponsionneerd Britsch overste, die in
de oorlo.on tegen de Zoeloes een bataljon
hreit aangevoerd en daarbij ook met de vecht
w(jze dtr Boeren bekend is geworden, deelt
omtrent deze het volgende me ie aan een cor
respondent der Berlynsche „Krouzzeitung
„Galyk wel meer gebeurt, hebben onze
gener *al8 oen vyand te gering geschat. Zeker
bestaat bet Boerenleger over het algemeen
uit ongedisciplineerde landlieden, die zonder
ge ril j te zyn zoo maar van den ploeg in
den oorlog zyn getogen, ma«r zy hebi en allen
van geslacht tot geslacht een kennis van den
kleinen oorlog geërfd, eD, om zoo te zeggen,
met de moe.ermelk ingezogen. Daar zy boven
dien gewoon zyn van kinusoeen af te paard
te zitten en een geweer te gebruiken, zyn
ze volstrekt geen te versmaden tegenstanders,
te minder, omdat ze gewend zyn hun aan
voerders stipt te gehoorzamen. De velakornets,
de commandanten en generaals weten wat
zy aan hun manschappen hebben en dat elk
van dezen desnoods ook zotJder aanvoering
zich weet te behelpen. De Boer i^eeft geea
aanwyzing noodig om zich tegen geweeTrunr
te beveiligen, zooveel mogeiyk den aftochtte
dekken en hinderlagen te ontgaan. Dat weet
ieder vanzelf.
Evenmin is het noodig een aftocht te be-
vfaen of aan te voeren. Als de Boeren zich
door overmacht bekneld zien, maken zy zon
der commando reebts-omkeert en nemen de
wtyk. Dat gelykt dan uiterlyk op een wilde
vlucht of een paniek. Maar in w&rkelykheid
verliezen zy hun vervolgers niet uit het oog
•n beginnen weder een aanval zoo dra de vy and
zich heeft laten verleiden hen met een zwak
kere macht na te zetten. Gedemoraliseerd
worden se eerst door een hevig kanonvuur,
ook dan bepaalt zich hun vlucht tot het
denk ik zal maar tcier moet biy. Kier is nou
zoo min nleuw^ dat ik niet weet wat om te
schryf. Met (te Brill's gaat alles nog zeer goed.
Het wil weer regenen en toch het wil niet."
De jonge schrtyvar is biykbaar naar huis
geroepen en vervolgt ruim een week later:
Pretoria, 1 Oct. '99.
.Keys en Jonbort Is gister op commando
gegaan naar do grenzen om de Rooinekken
uit te hou. Pa sag by denk dat hulle deze
week zal beginnen.
Hoe voel jy toch zoo ver weg als jy weet
jou volk wordt aoo verdruk? Maar geloof
dan schryven daar aan den Don? De pope
misschien, misschien ook de starost en zyn
zood, die jaren geleden in een stad was ge
weest; nu, die hadden wel alle reden om hom
niets te laten weten.
Toen zyn eerste smart in het ouderiyk huis
was bedaard, besloot Danko de ellendige trou-
welooze met onverschilligheid en verachting
te straffen; om niets ter wereld mocht zy
vermoeden, wat hy om harentwille leed. Op
den volgenden Zondag was hy daarom de
eerste in de danszaal, de vroolykste van allen,
zóó uitgelaten vrooiyk, als hy in den tyd
van zyn geluk was geweest.
Vertrek van een geblindeerde trein. De manschappen nemen de voor hen bestemde plaats in.
streven om buiten het bereik van het vuur te
komen en een gunstiger aanvalspunt te zoeken.
Aan salvo's en dergelyk-^ coet de Boer niet.
Hy schiet niet op den grooten hoop, maar kiest
een doel, ry voorkeur de licht herkenbare of
ficieren des vyands, geiyk in vroeger jaren by
de gevechten met de Zoeloes de „Indunas"
(hoofden).
„Hun tactiek heVen zy dan ook van de
Zoeloes geleerd, en hebben daarvoor zwaar
leergeld moeten betalen. De slagorde der Boe
ren en der Zoeloes is steeds dezelfdede halve
maan. Zy trachten dan den vyand tot een
hoofdaanval op het centrum to Verlokken. Ge
lukt nit, doornat zy oogenschynlyk terugtrek
ken, dan vallen de beide zoo lang mogelyk ver
dekt gehouaen zy-vleugels den vyand jn de
flanken, en verandert het centrum den terug
tocht in een aanval. Het doel der aanvoer-
itf.
f?;- j 'rwfffifjfa
Een geblindeerde trein gereed
tot vuren.
ders is da zwakste zflde vaD den vyand op te
sporen en deze dan door flankoewegingen zoo
mogeiyk van de hoofdmacht af te snyden. De
Boeren mylenver te vervolgen is even gevaar-
lyfc als een gewonden tyger met leegen geweer
loop na te zetten."
Het „Hbld." bevat den volgenden briofvan
het elfjarig broertje J. H. B. Reitz van den
Am8terdam8chen student den heer Hj. Reitz,
die onlangs naar zyn vaderland is vertrokken.
De brief was aan dezen student gericht.
Bloemfontein, 20 Sept. '99.
„Men hoort hier maar niets als oorlog I
oorlog I
Op den 228ten krygen wy voor 11 dagen
vacantie.
De Raad wordt Donderdag den 21sten ge
opend en dan zullen ze besluiten of de Oranje-
Yrystaat de Z.-A. R. gaan helpen of met.
Als zy dat niet doen, dan zyn zy valsch,
maar ik geloof en hoop, dat zy niet zoo
gemeen! valschl laagl zallen zyn. En als zy
zoo gemeen zyn, dan zal er toch wel eenige
vrijwilligers uit den O. Y. S. gaan.
Een heeleboel kerels is al naar huis gegaan,
opdat zy er is voor de oorlog uitbreekt, daar
al de lynen afgebroken zullen worden en zy
dos niet naar huis zullen kunnen gaan. Al
de oude soldaten zyn weer gecommandeerd
eo moeten naar Bloemfontein komen. Al de
kerels tusschen 16 en 18 moeten in Bloem
fontein blyven om de stad te verdedigen.
Alles gaat hier nog goed. Ik weet nog niot
waar ik iu do «wantie hoen zal gaan, ik
maar In de Heerwant iu Hem, zegt de
Bybel, is altyd troost en hulp to vinden.
Liest jy 2 Krooyken 20.
Recht ia Macht.
Wat denk de Hollanders toch van onze
toestand, kom holle niet voor ons help?
Groetenis aan de familie in Holland, zeg hun
dat zy zich niet ongerust moet maken daar,
als Jan Brand1) zeide: „Alles zal recht kom."
Liat dit hun leus zyn.
Hier is op het oogenblik een groot storm,
dat réén honda en katte en blits laat dit
zoo kraak. Excuus myn slecbto schryven
maar de blits en onweer laat een kerel niet
toe goed te schryven.
Byna al de Engelschen hier heeft al ge
vlucht naar Durban of Kaapstad. De oorlog
scare doet veel kwaad. Van Donderdag is
hier byna elke aand*) een huis afgebrand.
Dit is waarschyniyk de laatste brief, die jy
van my zal krygen totdat die dingetjes oors)
is, want morgen wordt de treins gestopt. Een
commando is uitgezonden om Dr. Jim6) ge
vangen te nemen, hy is weer met een leger
op de Z.-A. R. grenzen.
Ik geloof mjjn bnef is nou vol genoeg rot7)
en onzin dus zat ik sluiten door my uw
liefhebbende broer J. H. B. Reitz aan te
teekenen."
De artilleristen, zy dienen drie jaar en
gaan dan weer naar huis. Nu zyn zy allen
opgeroepen. Johannes Hendricus Brand,
de voorganger van F. W. Reitz als president
van den 0. Y. S., naar wien deze zyn
zoon heeft genoemd. J) Oorlogsvrees.
Avond. Over. Dr. Jameson.
T) Onzin.
wraak:
Hy schreed voort door de nachteiyke steppe,
zonder op den regen te letten, dien de storm
hem in het gezicht joeg. Met al zyn natuur
kracht blies de ruwe noordenwind hem tegen;
wild speelden fladderend de druipende haren
om het gebogen, vroeg vergrysde hoofd. De
man loopt voort, voort, vóór hem het onweer,
achter hem, voortjagend, de razende furiën
van den haat en der vergelding. Een boom
stam ligt hem in den weg, by valt en staat
weer op en voelt niet de pyn van den val;
hy gaat verder, verder, verder. Waarheen?
De ondoordringbare duisternis gedoogt niet
twee stappen vooruit to zion. Wat bekommert
hy zich daarom 1 De wraak, die hem voor
waarts dryft, zal hem den weg wel wyzen.
En hy valt weer en staat weer op, kuchend,
bloedend; de adem vliegt, de polsen jagen in
koortsige haast en verder yit bij, altyd ver
der, dóarheeD, waar in verre verten het bloedig
instinct hem het nagejaagde doel nader en
nader voor het geestesoog too vort.
Zeveo jaar vroeger.
Toen hy als soldaat uittrok, zwoer Katbioka
hem eeuwige liefde en trouw. En toen hy met
Nieuwjaar met verlof thuiskwam, vond hy
Kathlnka terug als de bruid van den zoon
van den starost
Hy was eerst hstf krankzinnig. Waarom
hem Dht bytydi geschreven? Ja, wie kon
De jongens en meisj ze zagen zyn bloedend
hart niet, ook niet die pyniyk teruggedrongen
tranen; zy schudden het hoofd, terwyi ze
schuw en met verbazing hem van ter zyde
opnamen als een wonder, dat men niet be
grijpen, niet verklaren kan.
D<*ags daarop keerde Danko naar zyn regi
ment terug. Aanvankelyk ging höt goed; de
yzeren discipline, het vele werk lieten hem
geen tyd tot droef gepeins. Hoe meer echter
Kathinka's trouwdag naderde, des te somber
der werd zyn vrooiyk en eerlyk gemoed; de
vroegere openhartigheid maakte langzamer
hand plaats voor schuwheid en ontevreden
heid. Op den morgen van den trouwdag ont
brak hy op het appèl
In zyn geboorteplaats werd intusschen de
bruiloft van den starostenzoon met al den
luister van een kl6in-Russischen boer gevierd.
De pope had het bruidspaar ingezegend; aan
de deur van de nieuwe woning werd zoo
jui3t door den oudsten knecht aan de jonge
vrouw het traditioneele brood en zout aan
geboden.
Toen een gil Danko was onopgemerkt
by z(jn vroegere geliefde gekomen; van het
hoofd der bruid rukt hy kroon en sluier, zyn
handen omknelhn worgend haar keel, terwyi
dierlyke, ongearticuleerde geluiden van woede
en liefde over zyn bleeke, ten bfóede gebeten
lippen komen.
Toen Danko weer tot bezinning kwam, lag
hy in het ziekenhuis van zyn garnizoen. De
kozakken, op vervolging van den deserteur
uitgezonden, waren nog juist bytyds gekomen
om den half-dood-geslagene aan de handen
der woedende bruiloftsgasten te ontrukken,
terwyl Kathinka daarnaast bezig was haar
verfomfaaid hoofdsieraad op te maken.
Na veertien dagen kon Danko het lazaret
verlaten. Vyttig knoetslagen en overplaatsing
voor zeven jaren naar een strafcompagnie in
Znid-Siberië, dat waren de gevolgen van zyn
desertie, jaren, die voor verbannen misdadigers
niet slechter kunnen zyn. Maar de man ver
droeg alles m stoïcynscbe bedaardheid; in zyn
ziel was maar voor één gevoel meer plaats:
de gedachte aan wraak en vergelding voor
de ellende, die hy nu moest ïyden. Zyn moeder
was ondertU8scben gestorven, zyn vader was
haar spoedig gevolgd, en de pope had hem
hun laatste zegenwenschen overgezonden met
de dhDgende bede om te vergeten en te ver
geven. De eerlyke woorden van den goeden
pope hadden echter een geheel andere uit
werking dan hy bedoeld had; zyn schildering
van Kathinka's geluk, het bericht, dat zy
moeder geworden was, wakkerde den baat
en de wraakzucht nog meer aan. Nog nooit
was er in een strafcompagnie zulk een yverig
en goed soldaat geweest; maar nog nooit had
iemand zoo vurig naar het einde van zyn
straftyd verlangd als hy, om vry te zyn, ten
einde spoedig en op afdoende wyze zyn wrekend
werk te kunnen verrichten.
Vóór eenige uren is Danko in zyn geboorte
plaats aangekomen, waar niemand in den
vroeg vergrysdeD, verouderden man den weleer
zoo vroolyken jongen herkende. In de herberg
had hy iulichtingen over Kathinka ingewonnen
en vernomen, dat zy vandaag afwezig en op
bezoek by haar zieke moeder was.
Haar man, nu starost, is alleen thuis in de
afgelegen steppe, tien geweerschoten van hel
dorp verwyderd. En daarheen spoedt zich de
wreker; ja, het zal een duivelachtige wraak
zyn: morgen, als do vrouw thuiskomt, zal
zy haar teerbeminden man badende in zyn
bloed vinden! Zal zy wel raden, wiens hané
het gedaan heeft?
O ja, zeker! Want de met schuld boliden
vrouw moet immers inzien, dat dit de ver
gelding is voor de verraderlyke trouwbreuk,
voor de zeven jaren van ellende en vertwij
feling, die hy door haar geledon beeft! En
rusteloos gaat hy verder door de diepe duis
ternis, dóórheen, waar de lang begeerde wraak
hem wenkt!
Het instinct van den haat heeft hem goed
geleld. Donker steekt de omtrek van de met
stroo bedekte woning af tegen den nachteiyken^
bliksemenden hemel. Nog eenige passen, eij
hy is er. Nu voorzichtig en stil, opdat geeti
knecht ontydig wakker worde, die zyn wrekend*
hand zou kunnen tegenhouden. Wat er latef
met hem gebeuren zal, is hem onverschillig:
de galg of dwangarbeid in de mynen, wat
bekommert hy zich daar om, als hy zich maar
kan wreken, eindeiyk wreken l Daar staat een
laag venster half open, misschien wegens de
zoele, zware onweerslucht; een klein nacht
lichtje ziet men spaarzaam in de kamer
branden. Zachtjes stoot Danko het raam ge
heel open. Eén sprong en hy is op de ven
sterbank. Een oogenblik later staat hy in de
kamer. Met luid kloppend hart houdt by zyn
adem in, luisterend, of iemand soms hot z icht
gedruiscb, door hem veroorzaakt, had geboord.
Neen, alles is stil, alleen de honden aan den
ketting huilen in den nacht. Maar wie bekom
mert zich in de Russische steppe om het
geblaf van honden? Anders nergens een geluid,
slechts het kloppen van zyn hart, het koorts
achtig slaan van zyn polsen meent de moor
denaar duidelyk to kunnen hooren. Met roof
dierachtige schreden, het mes in de gebalde
vuist, sluipt Dinko naar het bed. Hy heeft
het bereikt on steekt de hand nit om het
zware gordyn, de eenige beschutting tegen
d lastige muskieten, op zyde te schuiven.
De adem sist hem fluitend door de opeenge»
klemdö tanden; de oogen, groen als van een
byenj, lichten van moordlust. Een zachte
ademhaling is achter het gordyn hoorbaar;
daar ligt zyn doodvyand, de roover van zyn
geluk; oen oogenblik nog, dan heeft hy zich
op hem, op haar gewroken, gruwelyk, zooala
hy dat zeven lange jaren heeft gedroomd.
Krampachtig omvat Danko's rechterhand
het mes. Een ruk en het gordyn is op zy
geslagen. Maar het bed is leeg, de gehate
ligt daar niet; alleen een klein, blondgelokt
kindje slaapt in ean hoek den diepen, rusti-
gen slaap der onschuld.
Haar kind en het zyne! Het kind zyner
vyandc-nl Hoe ontroert de ziel van den man
by deze gedachte! Ja, dat was nog eens een
wraak! De dood van hun eenig pand zal voor
de beide schuldigen de vreeselykste straf «yn.
Maar een kind vermoorden? Waaroir Aiet?
Het is immers haar kind, slangengebroedl
De hand met het mes gaat in de hoogte, daar
lacht het kindje in den droom tegen een
schoon droombeeld, misschien tegen zyn
moeder I
Moeder IHet mes giydt uit de sidderende
hand van den wreker en valt hard op den
grond. Het kind echter slaapt glimlachend
door.
Ja, zoo sliep ook hy veel, veel jaren gele*
den, in den droom lachend tegen zyn moeder^
terwyl deze by zyn bedje stond om over zfln
slaap te waken. En wanneer zy van het veld
terugkwam, wat juichende vreugdekreten, wa|
onverstaanbaar gebabbel en gekraai van fcin-
deriyke liefdel Nu was ook zy gestort en,
misschien van verdriet over zyn afwezigheid,
en zag zy van uit den Hemel liefdevol op
hem neer, op hem, haar eenigen zoon. Et
hy stond aan het bed van een ander kind et
wilde een andere moeder van haar dierbaarst
kleinood berooven 1
Vol berouw sloeg Danko de handen voor
het gezicht. De eerste tranen sedert veel jaren
stroomden hem uit de brandende oogen; een
krampachtig beven ging door zyn lichaam en
als door hooger geweld gedwongen, zonk hy
voor bet bed van het kind op zyn knieën.
Toen werd het kind wakker; slaapdronken,
maar zonder vrees zag het op den vreemden
man neer, die voor zyn bedje knielde. Toen
hield Danko het niet langer uit; eenmaal,
tweemaal kuste hy het kind op voorhoofd,
lippen en oogen, zooals weleer zyn moeder
hem had gekust, tot het kind angstig werd
en begon te schreien. Nog een laatsten kus
en hy sprong het raam uit en voort ging het
weer in de nacbtelyke duisternis, in storm
en regen en onweer, rechtuit maar stosds,
doch niet meer gedreven door haat, nirt meer
door furiën voortgezweept: „Moeder! moederlM
riep hy juichend, „heb dank, moederMoeder,
hier ben ik, Danko, uw eenige zoon!"
En toen de morgen daagde, ging Danko
naar een boer en verhuurde zich als knecht.
En gedoofd was de woeste baat in zyn ziel;
gedoofd voor altyd!
Ad verten tién in het „Leidsch
Dagblad" wordeD bereken^
ad 17} Cents per regel.
Advertentiën van firma's of personen, dit
een of ander artikel aankondigen of de aan»,
dacht op hunne zaak zelve vestigen,
ÏO Cents per regel.
KLEINE ADVERTENTEÈN 40 Cents bfl
vooruitbetaling.