N®. 12171 Vrijdag 27 October. A°. 1899 $eze feourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. LBIDSCH DAG-BLAD. pbjjs dezeh coxraun» Vo«r Lolclan per 8 maandon. v.. 1.10. Franco per post« 9 4 ii 4 B 1.40. Aftonderiyfce Nommers 0.05. PHIJS DEB ABVEBTENHENt Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Orcotere letters naar plaatsruimte Voor hot Incassearen buiten do stad wordt f 0 06 berekend. Tweede Blad. Do oorlog tussclieu Engeland en Transvaal. Het eerste gevecht bij Glencoe. Tegenover de leugens van do Engelsche corlogsdepeches bevatten, gelyk wy meldden, verschillende Duitsche bladen een gemeen- fichappelykè kabel-correspondentie over Durban van het eersto gevecht, dat by Qlencoe is gebeurd, doch onder andere omstandigheden dan de Engelsche bladen mededeelen: Sodert Donderdag hadden wy den aanval van den vjjand verwacht. Van alle zijden ruk ten zijn commando's aan, maar Vrijdag meld- dep de boodschappers, dat des vijands hoofd- colonnea op 15 tot 10 KM. voor de stad Glen coe halt hadden gemaakt om zich ten Noorden bij D.mnhauser, ten Westen op den Biggars- berg en ten Oosten op den Nemaheuvel en de Indumenihouvels te verschansen. Daaruit bleek duidelijk, dat het den Boeren niet te doen was om een werkelyken rechtstreekschen aanval, maar slechts om Glencos in te sluiten en La- dysmith af te snijden, om dan op hun ver schanste hoogten rustig af te wachten het ©ogenblik, dat bet garnizoen een poging zou doen om zich uit de ijzeren omarming te be vrijden. Generaal Symons was ten minste deze meening toegedaan, generaal Yule en generaal Hunter waren het in dit opzicht met hem eens. Hun overtuiging werd niet aan het wankelen gebracht, toen in den nacht van Vrijdag op Zaterdag Boeronvedetta's stelling namen op Dundee-heuvel, een hoogte, die trapsgewijze af dalend vooruitgeschoven ligt in de snijding van den spoorweg Glencoe—Dundee en die niet al leen belde steden, maar ook het Britsche kamp volkomen beheerscht. Onze voorposten wissel den den geheelen nacht schoten met de posten der Boeren zonder dat de Britsche bevelheb ber daarvan veel nota scheen te Hemen, totdat om vyf uren des morgenB een bom over ons kamp heen in de stad Glencoe viel. De Boe ren hadden zich niet alleen meester gemaakt van Dundee-heuvel, maar ook van de daarach ter gelegen Dundee-kopjes en Smithhoeve. Op eerstgenoemden heuvol hadden zij eon paar stukken geschut geplaatst, die op 5000 meter afstands enkele kogels naar bet kamp der Engelscben schoten. Doordat de regen den Boeren belette goed te zien of doordat het Boerengo3chut werkelijk slecht bediend werd, richtten de kogels weinig schade aan en vielen meest ter weerszijden van bet kamp in de stad neder zonder te ontploffen. Het verschijnen der Boeren voorposten op Dundee-heuvel op twee kilometer afstands van het kamp deed generaal Symons bet gevaar van zijn toestand ten volle inzien, waarop hy in allerijl de King's Royal Rifles en de Dublin fuseliers tegen de Boeren liet oprukken, echter zonder succes. Intu6schen had al onze artillerie stelling genomen op een heuvel achter het kamp, van waar zy op 2000 meter de halve Boerenbatterij bestreek. Zoodra de Boeron, die slechts uit vyf kanonnen gewone kogels schoten, terwyi de Engelscben uit 20 stukken snelvuurgeschut schrapsels en grana ten wierpen, de overmacht der Engelsche artillerie erkenden, staakten zy het vuren en trokken zich terug, waarby zy een stuk ge demonteerd achter lieten. Dit werd later ge nomen. Het was toen 9 uren des morgens. Generaal Symons had tevergeefs getracht den vijand in de flank aan te tasten, boewei deze nog steeds niet in dichte massa's ver scheen, maar blijkbaar slechts enkele posten op den berg voor ons had. Inmiddels kwam uit Dundee het bericht, dat op den weg van Landmansdrift 9000 Boeren aanrukten en een vooruitgeschoven battery Dundee zelf bedreigde. Toen was geen twyfel meer mogelyk. Kwamen deze 9000 man voor Glencoe voordat de onzen Dundee-heuvel hadden bezet, dan waren stad en kamp ver loren, want was de hoofdmacht der Boeren van deze beheerschende stelling meester, dan viel er voor generaal ^ymona met zyn 4000 man niet aan te denken den heuvel te bestor men. Generaal Symons gaf daarop bevel den heuvel te nemen. Hy leidde persooDiyk den aanval, nadat hy zijn officieren het gevaar van dan toestand duidelijk had gemaakt. De King6 Royal Rifles en de Dublin-fuseliers bestormden onder aanvoering van hun officieren driema len met ware doodsverachting de steile hoogte terwyi de officieren zonder eenige dekking te zoeken hun mannen aanspoorden. Maar hoe zwak de Boeren op den heuvel ook waren, hun individueel vuur was ver- schrikkeiyk in zyn uitwerking en driemalen moesten de Engelschen gedecimeerd wyken. Toen riep generaal Symons de beide reserve regimonton te hulp, terv>yitwee compagnieën met het 18de regiment huzaren een flank- omtrekking beproefden. Het was tien uren toen het geheelo gar nizoen van Glencoe tegen den voorpost der Boeren oprukte, generaal Symons in het midden van zyn manschappen. Op dit oogen blik trof hem een kogel in het onderiyf en stortte hy zwaar gewond neder. Generaal Yule nam onmiddellijk het bevel over en nu werd er tot 4 uren een verwoede stryd gestreden. Toen slaagde het Leicester- regiment om tusschen Smith hoeve en Dundee- kopje door te dringen en de flank der Boeren te bedreigen, terwyi de Devonshires, de Kings Rifles en de Dublin-fuseliers bet eerste terras bereikten. De Boeren ontruimden daarop hun voorpostenstelling en trokken zich op Dundee- kopje terug. Om halltwee was deze operatie vergemakkolyken, van welke manoeuvre het heette: „Ik (White) bepaal 'e my er toe, den vyand bezig te houden, en maakte het hem lastig genoeg." Doch later biykt, dat dit „lastig maken" White 12 dooden en 89 ge wonden heeft geko9t, waarby in het oog moet worJen gehouden, dat dit eerst een voorloopigo opgave van 10 uren 's morgens is en 's namiddags te 2 uren het gevecht eerst geëindigd was. Zoo grypt het „Hbl." gaarne elke gelegen heid aan, die wordt geboden, om terug te komen op de reeds geleverde gevechten en schermutselingen, die ons door een Engelschen bril te lezen zijn gegeven. Het agentschap der „Kab. Corr.", dat, hoewel nog ietwat Engelsch getint, een veel vertrouwbaarder indruk maakt dan de andere lezingen, goeft nu een verslag van van Jan Koek, die do Engelschen met zyn ruiters na een korte schermutseling op Lady- smith terugwierp. Hoe sterk de Boeren hier waren, valt niet met juistheid op te geven. Generaal White spreekt van 2 kanonnen en „een kltine heldhaftige schaar", een ander meldt van 800 BoereD, de hoogste Engelsche taxatie is van 1200 Boeren, die aan denvo-t van een heuvel, die den vorm van een suiker brood had, opgesteld waren. Zaterdagochtend ontving generaal White het bericht, dat Glencoe geheel ingesloten was en gebombar deerd werdhy moest wat het ook kostte terstond tot ontzet aanrukken, of ten minste het garnizoen onder generaal Yule de hand reiken, opdat dit zich zuidwaarts op den spoorweg naar Ladysmith zou kunnen terug trekken. Overzichtskaartje van het gevechts-terrein bij Glencoe, Dundee en Elandslaagto. afgeloopen, maar tot welk een prys l De opper bevelhebber doodeiyk gewond, de beste offi cieren gesneuveld, een overgroot percentage van officieren van alle corpsen gewond en feitelijk niets bereikt. Want terwyi hier acht uren lang, onder inspanning van alle krachten om een zwakke voorpostenstelling van den vyand werd ge worsteld, schoof deze rustig, maar zonder op houden zyn hoofdcorps voorwaarts, maakte zich van de eene belangryke stelling na de andere meester en voltooide de insluiting voor de stad, die hy geheel van Ladysmith afsneed. Daargelaten of de Engelschen uit hun linie Glencoe-Dundee z'yn verdreven door de Boeren, of dat zy er vrywillig uit zyn weggetrokken, omdat zy inzagen, dat zy zich daar toch niet handhaven konden, in elk geval staat, op grond van de van Engelsche zfide openbaar gemaakte berichten, met zekerheid vast, dat de Engelschen hun noordelykste kamp hebben prysgegeven en daarmede een belangryk gebied van Natal, terwyi bet voor velen wellicht bovendien niet heel duideiyk zal wezen, hoe ten gevolge van de luid rondgebazuinde schitterende overwinningen der Engelschen by Glencoe, en het geheel verslagen, geheel gedemoraliseerd zyn der Boerentroepen daar, zy toch dat kamp en nog heel wat meer in handen dier Boeren moesten laten. Het tweede treffen bij Qlencoe. Elk nieuw bericht, dat ons bereikt, stelt duileiyker in het licht, dat do Engelsche telegrammen, zelfs de officiéele berichten der legerbevelhebbers, niet van snosvery om het woord onbetrouwbaarheid niet te gebrui ken zyn vry te pleiten. Eerst was er sprake van een manoeuvre, om generaal Yule's terugtocht op Ladysmith te het gebeurde na het eerste troffen by Glencoe en de gevechten in de buurt van Ladysmitb, gedagteekond van 23 dezer. De naar Engeland geseinde overwinning der Engelsche wapens bleek spoedig een neder laag te zyn, sedert Yrydagavond heeft gene raal Joubert zelf, naar Engelsche opgaven, met 9000 man de Engelsche troepen van do stelliög Glencoe, onder generaal Yule, in het versterkte kamp van Glencoe, ondtr het vuur der Britsche kanonnen, teruggeworpen en bombardeerde hy do stad Glencoe, terwyi zyn linkervleugel Dundee bezet had. Het Engelsche Glencoekamp ligt in een wyie, door st il omhoog stygende rot6en in een hal ven kring omsloten terreinlaagte, van waar slechts één berydbare weg naar den achterliggenden berg leidt, welke van dezen kant hoog- r ligt dan de daartegenover liggenden Dundeekopje en Dundeehill. Daarop hebben de Engelscben hun artillerie opgesteld, welke van voren en in do flank slechts door bezetting van bet EDgelsche kamp veroverd kon worden. Jou bert bombardeert kamp en stad van Dundee- kopje in het front en den Biggarsberg uit het westen. Zyn voorhoede onder Jan Koek en den Duitschen kolonel Scbiel had inmiddels op den straatweg van Quetreehili reeds zuideiyk van Elandslaagte by Modderspruit den spoor weg van Ladysmith bereikt en Yrydagavono nauwelijks 7 kilometer van Ladysmith een wagenlager betrokken. Terwyi een grooter corps, dat van den Muilerpas, opgerukt was, zich ictusscben met den linkervleugel van de by Wester-station en aan de Kliprivier opgestelde Vry'staatsche Boeren vtreenigd had, sloten de gezamenlyke Vrystaatsche commando's den kring steeds nauwer om Ladysmith. Yrydagavond zood White cavalerie met twoe bataljons infanterie en twee batterijen artillerie t=gen de voorhoede Tegelykertyd meldden de voorposten het vooruitrukken der gezamenlyke Boerencorpsen uit het Westen en Zuiden. White besloot een wanhopige poging te do?n, ten einde de verbinding met Glencoe weder te herstellen en zoo mogelyk de daar liggende 4000 man Glencoe to doon ontruimen en als ver sterking van zyn eigen macht mee te nemen. Onder bescherming van zyn grooten goblindeerden trein plaatste by In gepantserde wagens drie batteryen (21, 42 en de Natal- battery) en 1500 man infanterie (Devons-, Gordons en Mancbesterregimenten) tegenover de stelling van Jan Koek, terwyi 200 man cavalerie (5de lanciers, 5de garde-dragooders, keizerlyke lichto cavalerie en do beroden Natal karabinitrs) den vyand aan beide flanken langs groote omwegen omtrekken moesten, to zamen 4000 man, onder generaal French. Eerst tegen den middag, toen het handjevol Boeren drie wanhopige aanvallen reeds zegen- ryk weerstaan had, bracht generaal White zyn reserve in het vuur en verscheen zelf op het slagveld, waar hy tot 's avonds half zeven bleef. In den voormiddag werden slechts scher mutselingen gehouden en eerst te halfvier 's namiddags waagde generaal French een eersten aanval, nadat hy versterkingen had 1st B fianrukken. De 18 Engelsche kanonnen werden in stelling gebracht op een afstand van 3000 meter van de Boereoatelling op een punt, dat de vyandelyko positie vol komen boheerschte, en van daar werd een moorddadig vuur geopend, betgeen de Boeren, naar generaal White's verklaring, uitnemend beantwoordden. Hun bommen ontplolten alle. Intusschen zette de Engelsche cavalerio haar omtrekkende beweging voort, doch zy werd door bereden Boeren op haar linkerflank woest aangegrepen en herhaaldeiyk teruggedreven, tot de artillerio de keizerlyke cavalerie te hulp ylde en de Boerenruitery tot den terug tocht dwong. Generaal French tracht nu meerdere cavalerie in het gevecht, welke hy tegen de rechterflank van den vyand opstelde, en nu liet de gezamenlyke Eng lsehe artillerie een regen van bommen en graüaten op den kleinen troep Boeren neerkomen, terwyi de cavalerie, ondersteund door de Manchester- en Garde-tirailleurs, zich op haar flanken wierp en het Devonshire bataljon ze in front oader pelotonvuur nam. Niettegenstaande dit alles, weerstonden de Boeren, wier kanonnen volgens generaal White „oikwyls tot zwygen werden gebracht, doch telkens weer by do geringste gelegenheid het vuur heropenden en met grooten moed bediend werden," den aanval. Driemaal bestormde de minstens vy'maal sterkere Engelsche overmacht de Boerenstel- ling; eor6t toen zy nog meer aanzionlyke versterkingen onder generaal White zelf zagen aankomen, verlieten zy hun stelling en trokken vóór een vierden aanval '6 avonds te halfzeven in volslagen duister langzaam terug, terwyl zy hun vastgelegde ossenwagens en twee kanonnen, die zy in de doorweekte wegen tevergeefs trachtten mee te sleepen, in handen van den vyand achterlieten. Generaal White berichtte: „Na zwaren stryd nam de infanterie het Laager te halfzeven 'a avonds; de vyand hield tot het laatst met grooten moed en taaiheid 6tand; het 5de regiment lanchrs en een eskadron garde dragonders chargeerden nu driemaal in het duister door de langzaam terugtrekkende Boeren. Wy veroverden het Boerenleger met tenten, wagens en paarden, ook 2 kanonnen. De Boerenverliezei' "tin zeer aanzieniyk, waarby geteld zyn tu a.ntal gewonde en niet gewon o gevangenen joder de eersten bevindt zich generaal Ko:k en Piet Joubert, een neef van den generaal. Een goederentrein van Glencoe laager en negen Engelsche gevangenen werden weder bevryd (waaruit volgt, dat de Boeren, hetzy den vorigen dag, hetzy des morgens, een aantal Engelscben hadden gevangengenomen). Onze verliezen zyn zwaar, oppervlakkig geschat 160 dooden en gewonden. Ooze gewonden en die van den vyand worden nu per spoorweg aangebracht. Behalve uit Boeren bestaan dezen uit talryke Duitschers, Hollanders en andere nationaliteiten. De houding onzer troepen was bewonderenswaardig." Aldus generaal White. Generaal Koek en overste Scbiel zouden ongetwyfeld ook hun wagens en de twee kanonnen hebben gered, indien tegen den avond niet een soort wolkbreuk ware losge barsten, welke den geheelen omtrek onbegaan baar maakte, en indien zy niet over oen smal pad tusschen twee rotsen hadden moeten door trekken, om niet onder het kruisvuur dor vyandelyke artillerie en infanterie te komen. Commandant Jan Koek viel by den hitsten stormaanval doodeiyk gewond neer en stierf dadeiyk daarop. Cok deze Engelsche overwinning bloaf zonder resultaat, want evenals Jouo rt om Glencoe, zoo volbrachten den volgenden ochtend de Boerencorpsen de iosluitiüg en algeheele afsluiting der stad. De Boeren hebben een volle maand den tyd, om haar overgave en de capitulatie der beide Engelsche garnizoenen te bereiken. Hoo de „vlucht" der Boeren toeging kan ten slotte biyken uit de bieronder voorkomende telegrammen uit Londen van gisteren: Londen, 25 Oct.: Het depaitement van oorlog verneemt uit niet-oificiöele bron, dat twee officieren van het 18do huzaren en zes officieren van de Dublin Fusiliers krygs- gevangen zyn gemaakt. Men vermoedtdat een geheel eskadron huzarenhetwelk vermist wordt na den slag bij Glencoe krijgsgevangen is gemaakt. [Dat eskadron Eügelscbe cavalerio zou de „vluchtende" Boeren in de pan gaan hakkenl] De „Evening News" heeft echter een telegram uit Ladysmith van jl. Maandag, waarin gomeld wordt, dat de huzaren, die verdwaald raakten terwyl zy de vluchtende Boeren vervolgdon, Maandag teruggekeerd zyn, na zich door den vyand heengeslagen te hebben. Het departement van oorlog biyft echter verklaren, dat het, niettegenstaande het telegram van de „Evening News", geen reden heeft om te twyfelen aan de echtheid van het officieus bericht omtrent bet gevangen nemen van het eskadron huzaren. Het departement van oorlog ontving een telegram uit Rietfonteic, verzonden Dinsdag morgen 10 uren. Daarin wordt gomeld, dat in het gevecht tusschen de troepen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5