Beurs van Amsterdam.
9
m
m
u
Gemeenteraad van Noordwyk.
(Zitting van Dinsdagavond.)
Voorzitter: Jhr. oir. J. H. J. Quarlea van Ufford,
burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
I. Terstond na opening der vergadering legt de
heer P. Van Eeden Hz., nienwgekozen raadslid,
in handen van den Voorzitter de voorgeschreven
eeden af, waarna hij, met een hartelijk woord van
gelukwensch door den Voorzitter geïnstalleerd
wordt verklaard. De notulen der vorige vergadering
worden gelezen, en met een kleine wijziging, door
den heer Parlevliet voorgesteld, goedgekeurd.
Ingekomen waren, benevens een paar missiven
van Ged. Staten, een tweetal adressen, resp. van
M. Verloop en P. Th. Bietmeyer, beiden ver
zoekende om aankoop van een stukje gemeente
grond, tusscben de door ben bewoonde perceelen
gelegen. Deze stukken worden in handen van B.
en Ws. gesteld om praeadvies.
II. Aan de orde komt thans het concept-bestek
voor den aanleg der rioleering. De Voorzitter deelt
mede, dat het oorspronkelijk plan van aanbesteding
in zooverre gewijzigd wordt voorgesteld, dat de
aanbesteding in vier in plaats van in twee per
ceelen zal plaats hebben, en wel drie voorNoordwijk-
Binnen aKerkstraat en Tramstraat, b. Voorstraat
met Olfemweg, e. het overige gedeelte) en één voor
Noordwyk-aan-Zee. Voorts, om het andere gedeelte
Ofibmweg, van het Spoelslootlaantje tot aan de
Doezastraat, waarvan de meerdere kosten 500
zullen bedragen, mede in het bestek op te nemen.
Ook kan de Voorzitter mededeelen, dat hem bij
onderzoek de mogelijkheid is gebleken, dat de
heer W. H. Van Konijnenburg, zonder noemens
waarde verandering in het ontwerp, bij de rioleering
kan aansluiten. Op een vraag van den beer De
Groot vernemen wij, dat er 18 ijzeren kolkjes in
de straten zullen worden aangelegd. Een voorstel
van den heer Admiraal, om niet meer dan twee
perceelen aan denzelfden inschrijver te gunnen,
vindt geen ondersteuning en wordt later ingetrok
ken, nadat door eenige discussie is aangetoond,
dat toch het toezicht bij B. en Ws. moet ver
blijven, als men, met het oog op stremming van
het verkeer, vreezen mocht, dat er op te veel
plaatsen te gelijk met het werk wordt aange
vangen. De opname (in het bestek) van het tweede
gedeelte Offemweg wordt met algemeene stemmen
goed gevonden, waarna, zonder hoofdelijke stem
ming. het concept-bestek met bovenstaande wijzi
ging aangenomen wordt.
III. In aansluiting aan het vorenstaande komt alsnu
ter tafel een voorstel van B. en Ws. over de wijze
van (verplichte) aansluiting, heffing en invordering
van rioolrechton, tevens inhoudende herziening
van de bestaande tarieven, die zoomedo op I Jan.
e. k. zullen vervallen. De opbrengsten worden
geraamd:
voor 480 won. (max.-huarw. /TOO) a ƒ0.50 ƒ240
200 (haurw. 100--/"300) 1.50 =,300
15 boven ƒ300) 3.00 45
12 inrichtingen - .3.00=,
De jaarlijks terngkeerende uitgaven:
3'/a eener geldleening ad ƒ12,000
voor scboonhoudon 3 dagloonen per week
voor onderhoud
ƒ621
ƒ420
156
50
ƒ626
De betaling zal gevonden worden volgens af
zonderlijk kohier, invorderbaar door den gemeente
ontvanger, en aanvangen 1 Januari van ieder jaar.
De algemeene beraadslaging bewoog zich hoofd
zakelijk op het gebied van de wijze van betaling.
Na een korte aanmerking van den heer C. Alke
made, omtrent vrijstelling van woningen der diaco
nieën iets, dat de Voorzitter onder do ongeoor
loofde privilegiën rangschikte verklaarde de
heer Van der Meer zieh voor een andere wijze
van retributie, bijv. door verhooging van den
hoofdeljjken omslag. Dit denkbeeld vond steun
bij den heer C. Alkemade, die betere en ook ver
plichte rioleering tot don gezondheidsdienst
rekende, waarvoor een ieder wel kon bijdragen
doch bestrijding bij den Voorzitter en den heer
De Groot, welke laatste, naast hetzelfde bezwaar
van den Voorzitter, in een viertal punten opsomde,
om welke redenen de voorgestelde regeling de
voorkeur verdiendolo. Los- en havengelden
worden ook door enkelen betaald, terwijl het alge
meen belang heeft bij een goede haven bijv. 2o.
Bewoners van de Klei en onder het Duin zullen
nooit van de rioleering kunnen pTofitceren, zouden
dus onrechtvaardig daarvoor moeten betalen. 3o.
Twee personen, even hoog in den hoofdelijken
omslag aangeslagen, maar waarvan de een bijv. 1,
de ander 20 perceelen in eigendom heeft, zonden
gelijkelijk verhoogd worden, terwijl alleen de
laatste van die geringe verhooging profijt trekt.
4o. Iemand, buiten de gemeento woonachtig, dus
hier geen hoofd, omslag betalende, doch wel eige
naar van hnizen zijnde,- zou geheel vrij blijven
van betaling*).
De verplichting toejuichende, betreurt spr. hot
echter, dat in gevallen van ontheffing, door B.
en We., de verplichting tot betaling mede vervalt.
Spr. zou wenschen, dat degenen, die ontheffing
verkrijgen, toch Lu de kosten bijdragen. Dit laatste
punt wordt door den heer Van Konijnenburg be
streden, terwijl de Voorzitter nog onder de aan
dacht brengt, dat het hoofdmotief voor de betaling
door belanghebbenden moet zijn, dat de buizen
door een goede rioleering in waarde stijgen. De
beer Parlevliet oordeelt, dat we inconsequent
zouden zijn, door nn iets anders voor te stellen
dan twee jaar geleden, toen met de eerste rioleering
begonnen werd, hij is het dus met den heer De
Groot eens. Na sluiting der debatten wordt het
voorstel van B. en Ws. heffing door middel
van afzonderlijke betaling aangenomen met 8
tegen o stemmeD (die der heeren Homan, Van
der Meer en C. Alkemade). Toen de beraadslaging
zou aanvangen over de wijze van botaling recht
of straatbelasting? stelde de heer De Groot
voor, dit punt en het overige te verdagen, omdat
de Raad z. i. nog niet genoeg had kannen oordeelen
over de voor do gemeento voordeeligste wijze, en
B. en Ws. uit to noodigen nadere gegevens te
verzamelen. Dit voorstel, door de heeren C. Alke-
mndo en Van der Meer gesteund, werd alsnu
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
IV. De commissie, die onlangs het initiatief
nam tot het aanschaffen van een reddiDgvlet en
daarin zoo spoedig slagen mocht, wenscht thans
die reddingboot met toebehooren aan de gemeente
over te dragen. B. en Ws. stellen voor die opdracht
te aanvaarden. De boot zal hoofdzakelijk gebruikt
worden, om bij bet baden in zeo dadelijke redding
te kunnen aanbrengendaartoe zal er tweemaal
per jaar een proeftocht mee worden ondernomen,
en de gemeento zal voor onderhoud en bewaring
zorgen, de onkosten te dekken door verhooging
der strandrechten. De heer C. Alkemade wenscht
eerst uitgemaakt te zien, of er een geschikte berg
plaats vóór kan gevonden worden (te huren of
anders to vervaardigen?); ook zal de bediening
er van nogal kosten meebrengen. De Voorzitter
repliceert, dat de kosten, die niet boog kuunen
zijn, gevonden worden uit de strandrechten, maar
de heer Alkemade zou gaarne eeist iets naders
over die onkosten vernemen. De heer Smit is tegen
overneming door de gemeentehet is z. i. meer zaak
der belanghebbenden aan zee, waarop de Voorzitter
aanmerkt, dat het bezit van reddingsmiddelen toch
eigenlijk bij de gemeento thnisbehoort, als politie
zorg, en men het terecht een gemoente verwijten zou,
als er iemand verdronk bij geWek aan reddings
toestellen. Het voorstel, om het aanbod te aanvaar
den, werd bö stemming met negen tegen twee
stemmen aangenomen. (Tegen stemden do heeren
A. W. Alkemade en Smit).
Alvorens tot pont V: Voorstel betreffende
middelen tot betere exploitatie der gasfabriek,
over te gaan, bracht de Voorzitter nog een nage
komen verzoekschrift van P. Barnhoorn Bz. ter
tafel, waarin adressant verzoekt een wagenschuur
te mogen oprichten achter de reddingschuur der
Zuid-Noord-Hollandache Reddingmaatschappij. In
verband roet en naar aanleiding van de jongste
discussion over dergelijke verzoeken, meent de
Voorzitter namens B. en Ws. te mogen voor
stellen, gunstig op dit adre3 te beslissen. Hetgeen
z. h. st. werd goedgevonden.
Daar punt V in besloten vergadering zal worden
behandeld en niemand meer iets in het midden
te brengen heeft, wordt de openbare vergadering
gesloten.
Door geen der sprekers werd gewezen op de
omstandigheid, dat de betaling geschieden zal door
de eigenaars (of de vruchtgebruikers) der aange
sloten perceelen en niet door de huurders of
bewoners. Dit zou ook nogal een punt van ver
schil uitmaken, als de beffing door verboog;ng
van den hoofdelijken omslag verkregen mojst
worden, vooral als de eigenaar een corporatie of
instelling is. Noot van den Verslaggever.
26 Sept. 1899.
.6
•taatslMnhrgtt.
pCL
Cert Nat W. Schold S%
dito ObL dito. .8
dito Cert. dito8
Ooetoar., ObL Pap. Mei Nor.
dito Zilv JuBi'JoIi. 5
Portugal, Obi. 18680884 met
ticket f 100 .f
Rusland, Bi ruien L 1834. 4
ditolSSBbij Bothacbild Rb. 625 4
dito Hope Co. 1889,<10 Rb. 625 4
Spanje, Perp. Schuld BoiteaL 4
Jurkije, Gep. Couv. L 1830 4
dito Douane ObL 18®.5
dito Geconr. Leening 8arie D
dito dito O
Mexico, Binnenlandaoh.
Brazil if, Obi. 1839.
fnd. an Fin. 0n(h
Koloniale Bank Aand.
N.-I. Handbk. Aand.
Ned. Handel m. Aand.
Soer. Bank H. Ie a A. ObL
TabakjondernemlngwL
Anist. Deli-Comp. Aand.
dito Certificaten
Arendsbnrg Certificaten.
Deli Batavia-Mpij. Aand. 2
dito Certificaten
dito Cnitnur-Mpi). Aand..
Deli-Maatschappij Aand.
dito Certificaten
d° Langk.C-v.A. Nom.gcr.kspb
Medan Tabak-Mpij. Aand..
Rottcrd. Deli-Mpy. Aand.
Senembah-Mpij. Aandeelen. J
dito Cert van Aand. 2
Fabrieken.
Delft. Dist. Gi&t-eu S.-Fabr. A.
Electra Aandeelen.
dito ObligitiCn
N. Venn. Glaaf. en Kol en m. A.
K. N. Bei era ch Bierbr. ObL 4
Kon. Mpi}. de Schelde ObL 434
Ncd. Giet- Spirltasfa.br. A.
dito dito Oblig.
Stoomt or. t Haantje Aand.
Wester Soikerraffinad. Aand.
Z.-H. Bierbr. Hyp. Oblig. 8
Scheepvaart-Maatsch.
Kon. Ncd. Stb. Mpjj. Aand.
dito dito Obligation 4
Kon. Piketva&rt-Mpjj. Aand.
dito dito Oblig. 4
Kon. West-Ind. Maild. Aand.
dito dito Oblig. 4
Ned. Am er. StoomT.-Mpij. A.
dito dito OhL 4
Bottord. Lloyd Aandeelen.
dito dito Oblig&tiSn 4
8toomv.-Mpij. Nederl. Aand.
dito dito Oblig. 5
dito dito dito 4
Stoomv. Zeeland Aand
dito dito dito pref. dito
Stoomv. Zeeland Oblig.. -
Petroleum.
Dordtocbe Petr. Mg. Pret A.
dito dito Oblig. 434
Maatecbap „Panolan* Cert. f
Elzasser Petroloum-Mpi). A.
Petrolonm-Mij. „Galiciö" A.
Holl Rum, Petrolenm-Mg. A.
Kon. NcJ- iljj. t Ei. Potr. br. A.
dito dito Cert. van dito
dito dito Obligation<x
dito .Moeara Enim" Aand.
Mt. Ex. Oliebr.in Hannover, A.
Nederl. Petroleum-M/ij. A.
dito Rum. Petrol.- M$. A.
dito Sumatra Prvlcmb. A.
Mijnbouw.
Kffandang Soemalata 2 2 2
Lobsann Asphalt
Ned.-lnd Expl
Mijnbouw ,«,J
Noord Celebes
M'rjnb. Mij. .Soemalata" A. 2
Tjenako St.-M(J. 2
Diversen.
Mpg. Krasnapolaky Aand.,
dito dito Oblig. 4
Wink-Mr). ^Eigcn Hnlp" A.
Spoorwegleenlngeo.
HolL LJzorcn-Spw.-Mj). Aand.
ObL dito«x
M- t. Expl. St. Spvr. Aand.
Italië, Z.-ItaL Spw. ObL A-H 3
Polen. Wara.-Weenen Rb.6B 4
RusL, Balt. Spw.-Aand.. .9
Fast Spw.-Mij Aaud. .4
Woicbsel ZR. Aand.. .9
Wlndikawkaa Obl. Rb. 125 4
Amerika. Atchison Top.O.V-4.
Pref. Aand. dito
dito Alg. Hyp. ObL 4
Adjnstm. Oblig. .4
Central Pacific Aand. *4
Donver Rio Grande O. A.
Erie-Sp.-Mi). Aand.
Chio b Erie lo Hyp. ObL 2
Kans. City Belt-ehares 2
Lomirv. Naehv. Cert t. Aand.
Ifio. Kans. Texaa O. A.
Union Pao. CL A.
Oregon Short line oblig. «9
Canadian Pacific 0. A4
Preraleleenlngen.
NederL, Stad AmatonL ƒ100; 9
Turkfl", Leening 1870
Spanje, Madrid 1868, pet
Vor.
koers.
81
9SJi
93X
82%
83^
23 lö
83H
9b34
67Jé
9334
2256
26^
89^4
eoyB
46
83
161
625
630
330
340
10134
418
420
220)4
877)4
363
10034
19434
150
10134
170
102)4
11934
10234
99
99
137
10134
173
10334
17
2334
69
116
9934
380
93)4
88
91
182
18234
9ö>4
1L534
1634
45
9034
6634
75
104)4
230
99
112
9934
loa
&6JJK
9634
20)4
C23fc
9334
8634
21%
1834
112)4
78)4
13%
46
113
92)4
11034
29
six
Koers
beden
8134
93%
9314
83
8334
23)4
63)4
6714
93)4
9434
89%
60
I6034
10634
418
420
19434
169%
11934
98)4
138
172%
U634
182
179
1"K
6634
77
9014
10634
23234
11234
9934
5734
»y4
20%
6334
99%
2134
11334
78%
1334
u
112%
109%
36
Dreyliiw.
De offlciëele nota over den ministerraad van
verleden week Dinsdag meldde, dat de regee
ring besloten bad tot de gratie aan Dreyfus,
maar deze eerst 48 uren later, na het voldoen
van zekere formaliteiten, zou laten intrelen.
Men vermoedde, dat de regeering daarmede
slechts t(jd had willen winnen en mogelijke
betoogingen van nationalisten vermeden. Dit
was evenwel niet zoo, (laar de gratie in prin
eipe reeds acht dagen te voren was besloten
en de regeering volop t|jd had haar maat
regelen te nemen. In werkelijkheid was slechts
één formaliteit te vervullen, wel is waar de
belangrijkste, het afzien van Dreyfus op een
booger beroep tegen het voonis van den
krijgsraad van Rennes. Dit steunde op de
door De Pressensó gemaakte ontdekking, dat
het vonnis niet, zooals de wet dit uitdrukke
lijk b|j veroordteling tot dwangarbeid of
vestingstraf voorschrijft, de bewaking door de
politie na het onoergaan van de straf beval
of uitdrukkelijk onnoodig verklaarde. Het
vonnis zou ongetwijfeld vernietigd en Dreyfus
voor een nieuwen krijgsraad worden verwezen,
dat evenwel niet het geheele proces opnieuw
te voeren, doch alleen over de quaestie van
bet stellen onder politietoezicht zou hebben
te beslissen. En dan zou het eens z|jn van
ce Ie jen van den nieuwen krijgsraad makke
lijk verkregen z|jn, zoo at de nationalisten
deze eenstemmigheid tegen Dreyfus zouden
exploiteereo, en de indruk, dien de twee
stemmen van den krijgsraad van Rennes ten
gunste van de onschuld van Dreyfus maakten,
zou geheel verloren gegaan z|jn. Daarom be
sloot Dreyfus, na laDg tegenstribbelen, z|jn
booger beroep b|J den revisieraad in te trek
ken en z|jn eerherstelling langs anderen weg,
en wel door revisie b|j bet Hof van Cassatie,
door te zetten. Waarschijnlijk ^zullen de stap
pen daarvoor eerst na eenigen t|jd, mogelijk
eerst na de wereldtentoonstelling, worden
ondernomen.
Naar verscheiden bladen thans verzekeren,
z|jn de twee tegenstemmers in den krijgsraad
te Rennes geweest luitenant-kolonel Bréon
ende Voorzitter zelf, kolonel Jouaust.
Deze zou zoo vast op vrijspraak hebben ge
rekend, dat h|j daarom de getulgenverhooren
zoo bekortte, er op rekenend, dat men zfjn
gevoelen deelen zou.
Toen dat denkbeeld dat trouwens nogal
sterk was, zou men zoo zeggen niet juist
bleek te wezen, viel het den kolonel sterk
tegen. Aan hem zoaoen toen de „verzachtende
omstandigheden" te danken z|jn geweest
Te Carpentras heeft Dreyfus, naar een be
schrijving vaD den heer Huret in de „Figaro",
cie hem Vrijdagmiddag er ^ing bezoeken, het
zoo go=>d mogelijk. H|j is er geheel buiteD,
op een groot beschut en ingesloten landgoed,
met weiden, wandelwegen, boomgaarden, in
een ruim huis, met zjjn vrouw en kinderen,
vier broeders en drie zusters.
Op weg derwaarts ontmoette de heer Huret
de inspecteors van politie, die Dreyfus op de
reis van Rennes hadden begeleid. Z|j waren
geheel verbaasd geweest over de gesprekken
van hun voormaligen gevangene met hun
chef Viguié, tusscben Rennes en Nantes, over
schilderkunst, bouwkunst, dichtkunst. Dat
iemand na vjjf jaren van zulk lijden zoo
helder van geest was gebleven, verraste beD.
Tegen het midden der week vertrekt Matbieu
Dreyfus en komen de twee broeders uit Mui
huizen en Belfort over.
Zondagochtend te 9 uren kwamen dekleino
Piorre en Jeanne Dreyfus met hun grootouders
Hadamard uit Parijs aan en werden van het
station afgehaald door de heeron Valabrègue,
met wie z|j met rijtuig verder reden. De
kapitein wachtte hen af aan een lindenlaan,
welke naar het landhuis voert. Toen het
rijtuig stilhield, sprongen do kinderen uit en
bun vader in de armen, die hen geruimen
t|jd tegen zich aangedrukt hield, zonder van
aan oening een woord te kunnen spreken.
Op een vraag van den hser Huret, wanneer
het eerste vleugje hoop b|j hem opkwam op
het Duivelseiland, zeide Dreyfus: den 16den
November, toen h|j het volgend telegram
ontving:
„Don gedeporteerde Dreyfus wordt kennis
gegeven, dat de Kamer van Strafzaken van
het Hof van Cassatie z|jn aanvraag om her
ziening van bet proces van 1894 naar den
vorm ontvankelijk heeft verklaard."
Toen begon h|j te denken, dat er een einde
aan zjjn tosstand zou kunnen komen; maar
meer ook niet
Een aardig trekje vermeldt de heer Huret
van Dreyfus' achtjarig zoontje.
Mevr. Yalabrègue was eens te Par|)s en
bood den knaap aan hem mee te nemen naar
Carpentras. Uitgelaten van blijdschap snelde
het kind naar z|jn moeder.
,Mama, mama, u moet m|jn koffertje pakkeD,
ik ga met tante meel"
Maar onmiddellijk daarop vloog h|j haar om
den hals.
„Neen, moedor, ik ga niet, ik bljjf b|j u."
De jongen moet het evenbeeld z|jn van
zjjn vader.
Yr|jdag heeft Dreyfhs een bezoek ontvangen
van den heer Grimmoz, lid vao het Instituut,
en z|jn voormaligen gevangenis-directeur majoor
Forzinefcti, tegenwoordig in dienst b|j den
Vorst van Monaco.
Het gerucht, dat kapitein Dreyfus metz|jn
gezin naar Engeland zou gaao en wel naar
Folkestone, blijkt thans z|jn oorsprong ge
vonden te hebben in de aanwezigheid to
Folkestone van een Amerikiansche mevrouw
Dreyfus, die met de Fransche familie niets
dan den naam gemeen heelt
De bevolking van Carpentras heeft zich
intus8chen door de aanwezigheid van Dreyfus
nog niet in baar rust laten sloren.
De toestand van Alfred Dreyfus moet
echter Zondag-avond z|ju verergerd, ten ge
volge der aankomst van de kinderen. De
aandoening van het wederzien, gevolgd op
de emoties van het proces, heeft den verzwakte
sterk aangegrepen, zoodat nu een toestand
van lichamelijke vermoeienis en afmatting
der hersenen is ingetreden.
Daart'U is het weer aanmerkelijk kouder
geworden, zoodat de wenschel|jkheid wordt
overwogen den patiënt naar een nóg zachter
klimaat te zenden, b.v. Monaco waar de
Vorst hem opnieuw heeft genoodigd Malta
of Madera.
Cernuski, de bekonde getuige van het
Dreyfus-proces te Rennes, is uit. den „Grand
Cercle Republicaln" te Par|js, waar b|J door
een journalist geïntroduceerd was, op straat
gezet.
Het einde van het proceB te Rennes heeft
een zeer gunatigen invloed gehad op de
geschokte gezondheid van luitenant kolonel
Du Paty de Clam, die, zooals men zich zal
herinneren, er zóó naar aan toe was, dat h|j
slechts thuis een zeer voorzichtig afgenomen
verboor kon ondergaan. De ziekte is geweken
en Du Paty, die tjjdens den duur van het
Rennes proces zoo ongelukkig aan z|jn zieken
kamer te Par|js gekluisterd was, heeft zich
weer kunnen verplaatsen en tracht nu te
Angouléme verder op krachten te komen.
Het adres van de „Daily Chronicle", sym
pathie betuigend met mevrouw Dreyfus, draagt
thans 128,455 handteekeningen.
Kapitein Dreyfus heeft aan Marcelin Pellet,
den schoonzoon van wjjlen Scheurer-Kestner,
een bartel|jk<.'n brief geschreven, waarin hjj
spreekt over z|jn dankbaarheid en die van
z|jn vrouw en kinderen voor al wat de senator
voor z|jn zaak besft gedaan.
Kapitein Freystaetter is tot majoor in het
3de regiment marine-infanterie te Rocbefort
benoemd.
De dagorder van den minister van oorlog
De Gallififet, uitgevaardigd tegen het leger,
naar aanleijing der gratie van Dreyfus, wordt
door de Dreyfus-bladen zeer afkeurend gecri-
tiseerd, door de anti Dreyfus-bladen daaren
tegen welwillend ontvangen. De heftigste cri-
tiek oefent Do Pressensé uit in de„Aurore":
„In een republiek, en wel zeer b|jzon -er in een
staat, waar de militaire rechtspraak b|j de
civiele gevoegd is, is het onverdraaglijk, dat
-het hoogste privilege door den minister van
oorlog «enigermate gecontroleerd wordt. De
grootste crisis, die Frankrijk ooit beleefd heeft,
wordt door De GalüfRt als een tusschenkomend
incident beschouwd. Dit „incident" is een lite
rarische inval, die niet b|j ieder zou z|jn opge
komen. De Galliffet voiltniets voor den grooten
historiscben etr|jd. De „onaf hankelijkhein van
de rechters" is loutere bespotting tegenover
al de valsche getuigenverklaringen te Rennes
en den ongehoorden druk, dien men daar heeft
uitgeoefend. De dagorder weerspreekt boven
dien den brief, dien De Galliffet aan president
Loubet richtte, om van dezen de gratie* ver
leening te verkrijgen. Dat ten slotte geen
vergelding zou plaats hebben, is een premie
op de herhaling vao zulke schandalen."
Senator Banc schrijft in de „Radical":
„Deze dagorder is al heel vreemd." Ook
Ranc wijst er op, dat de dagorder in tegen
spraak is met den brief, aan den president
gericht.
De sociaal-democratische „Petite Républi-
que" zegt: „De Galliffet had beter gedaan
met te zw|jgeo. De militaire literatuur had
daar niets b|j verloren, evenmin het gezonde
men8chenveratand."
De „Gaulois" daarentegen is de meening
toegedaan, dat De Galliffet iets eerlijks en iets
moedigs heelt geschreven, maar om hem ge
heel en al te kunnen beoordeelen, willen w|J
zjjn daden afwachten."
De „Echo de Paris" vraagt, wat de minister
van oorlog toch wel met vergelding bedoeld
heeft. Het zou toch veel edeler zijn, als die had
plaats gehad. Daarvan kan geen sprake zijn.
De „Matin" houdt den middenweg en laat
zich aldus uit: „De dagorder van den minister
van oorlog De Galliffet zal algemeene tevre
denheid wekken. Het zou goed z|jn als het
civielgerecht evenzoo kon handelen tegenover
de bevolking. Men moet er zich toe bepalen
te hopen, dat de t|jd, die alles uitwischt, ook
de lust om wraak te nemen en den wenscb
naar vergeldingsmaatregelen zal doen ver-
dvf|jnen."
Een verzoekschrift van 8000 Lotharingers
om generaal Mercier niet te vervolgen is b|j
den president der legercommissie uit de Kamer
ingekomen en door dezen aan den minister
van oorlog t=r hand gesteld. Het is daar aan
een verkeerd adres, waDt de Kamer moet
deze zaak nog behandelen.
De „Figaro" bevat een treffende plaat van
Hermann Paul. Dreyfus, bleek achteroverliggend
in een leunstoel in zjjn kerker. Daarb|j de
cipier, die hem komt vrijlaten, en het onder
schrift: „Vooruit I En laat je er niet weer
op betrappen onschuldig te zijal"
De impresario Pond, die indertijd Stanley's
voordrachten In Noord-Amerika georganiseerd
heeft, biedt Drey/us 100,000 dollars aan voo
honderd voordrachten aldaar.
Majoor Hartmaan, jie ten voordeele vaa
Dreyfus getuigde, is benoemd tot onder*
directeur van de artillerie-werkplaatsen van
Puteaux. De inrichting is de belangrijkste na
die van Bourges. Het is een post van ver
trouwen.
Zola aan mevrouw Dreyfus.
De „Brief aan mevrouw Alfred Dreyfus"
in de „Aurore" van Emile Zoli, bbslaafc
vier en een halve kolom. Er komen evenals
in zijn bekende vorige „Aurore"-artikelen
schitterende passages in voor. In den aanhef
heet het:
„Mevrouw. Men geeft u den onschuldige
terug, den martelaar, men geeft aan z|jn
vrouw, z|jn zoon, zijn dochter, den man ea
vader terug, eo mijn eerste gedachte gaat
naar het eindelijk bereenigds gezin, go*
ti oost, gelukkig. Welke ook m|jn rouw als
burger nog moge zijn, niettegenstaande de
verontwaardigde smart, den opstand, waar
mee de eerlfjke harten voortgaan zich te
beangsten, doorleef ik met u deze verrukke
lijke minuut, badende in hartelijke traneo^
de mlnunt, waarin g|j in uw armen gedrukt
hebt den uit den dood herrezi-ne, levend en
vr|j uit het graf getreden. En niettemin is
die dag een groote dag van overwinning en
van feest." Na een overzicht van den moei
lijken str|jd, door de kampioenen van het recht
voor de revisie gevoerd, vervolgt de schrijver:
„Heden, mevrouw, ziedaar door ons het won
der verricht. Twee jaren van reuzenstrijd
hebben het onmogelijke mogelijk gemaakt,
onze droom is werkelijkheid geworden, nu de
gefolterde vao z|jn kruis is afgedaald, nu de
onschuldige vrtJ is, nu een echtgenoot u terug
is gegeven.
Doch Zola is niet ingenomen met de gratie.
„Ongetwijfeld is die gratie bitter. Is het
mogelijk, dat zulk een moreele marteling
worut opgelegd na zooveel lichamelijke kwel
lingen? En welk een opstand, wanneer men
bedenkt, dat men medelijden verkrijgt en
men slechts gerechtigheid moest verkrijgen!
Het ergste Is, dat alles schijnt te z|]q be
konkeld om tot die laatste onrechtvaardig
heid te komen. De rechters hebben dat ge
wild, nogmaals den onschuldige treffen, om
de schuldigen te redden, en ztJ maakten
zich er af met zich te verstoppen in de af
schuwelijke huichelarij van eeu schjjn van
medelijden"„En welk een droefheidc
buitendien, dat de regeering tan een groot
land zich er b|j neerlegt met een gevaar
lijke zwakheid, genadig te z|jn, wanneer z|J
rechtvaardig moest wezen". En dan barst ZoU
uit in een kreet van oprechte bewondering
over den martelaar, „den held grooter dan
de anderen, omdat b|j meer geleden heeft",
om vervolgens op de eendrachtigheid te wijzen
van alle volken der wereld, oie in de onschuld
geloofden, „een universeele broeders* hap,
waarvan ik in den loop der geschiedenis een
soortgeltfke beweging zoek, doch niet een
vind. De onschuldige tweemaal veroordeeld
heeft meer gedaan voor de broederschap dot
volken, voor het begrip der solidariteit en hef£
recht, dan honderd jaren philosophische
redeneeringen, humanitaire theorieën".
Zola belooft, dat hU, dat de dichters, voor
Dreyfus' verheerlijking zullen zorgen en tevens
de schuldigen aan den eeuwigen schandpaat
zullen slaan. En Zola kondigt het vervolg
van den strijd aan voor het eerherstel vaa
den onschuldige en van Frankrijk.
De Fransche „Petit-Bleu" rekent uit, wat
Dreyfus aan proceskosten frais de justice
te betalen zal hebben, waartoe het voünis
van Rennes hem mede veroordeeld heeft. Die
kosten omvatten: de overbrenging dar stukken,
hun vertaling en kopie; do bezoldigiogen de?
deskundigen, vertalers, tolkende schadeloos
stelling aan militaire en civiele getuigen; ds
kosten der bewaking van de zegels; des ha»,
deloosstelling voor de leden van den krijgsraad,
reis- en verblijfkosten; porto's van de stukken,
enz., enz.
Men schat het bedrag globaal op fr. 20,000.
"Waarbij dan natuurlijk nog komt, wat Dreyfus
voor z|jn eigen onderhoud, verpleging en aan
kosten, ten behoeve van z|Jn vtrdediging ge
maakt, zal hebben te betalen. Een eigen
aardig denkbeeld, dat al de heeren beschul
digers ten slotte een paar weken op z|Jn
kosten op die van het Syndicaat l heb
ben geleefd.
CORRESPONDENTIE. - Abonné te Lisset
Uw meening, dat het een dames-orkest zon
z|jn, hebben wjj reeds meer hooren uiten;
maar dat is niet zoo* Zie het programma
slechts; de kaarten z|Jn u gezonden.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Qasfabrie)U
WEEK van 14 tot en met 20 Sept.
Datum.
Uur.
AantaL
Gem. Eng.
Stand k.
14
Sept.
6.45
8 80
7
16
6^5
8.46
8
16.6
16
6.45
8.46
7
16.4
17
6.45
8.80
8
16.2
18
6.43
8.46
7
16.4
19
6.45
8.49
8
16.4
20
6.45 -
8.45
8
16.2
(•JDitbetaekant- Wanneer men 5 cubic feet =111.6
liters per nnr van zulk gaa verbrandt in een Sugg's
London-Argand-Standard bnrner No. 1, met 24 gaatjea,
ferkrygt men een licht, dat in sterkte goltjk etiat
met 16.4, 16.6, enz. Standaard aarsoD, waarvan elks
kaara 20 grains 7.8 gramuion Spormacoti per nor
verbrandt.