N°. 12136
Zaterdag 16 September,
A0. 1899
feze fourant wordt dagelijks, met uitzondering
van on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 September.
Feuilleton.
Een moedige vrouw.
LEIDSCH
PBXJS DEZEB COÜBAÖT4
Votfr Leiden per 8 maandeo. l.l(X
Franco per post 1.40.
Alzonderiyke Nommers 0.05.
PEUa DEE adveetestiSh I
Vac 1-6 regels 1 05. ledore regel moer 0 17J. - Grocteri
letterB naar plaatsruimte - Voor het mcasseereo bultOD de start
wordt f 0.05 berekend
Voor het examen 3ie stuurman groote
stoomvaart. 13 en 14 Sept. te Amsterdam
gehouden, slaagde de heer H. C. La Bróe, albhr.
By Kon. besluit is de eerste luitenant
X M. M. Muller, van bet 3de tat. 4de reg.
inf., overgeplaatst bij het regiment grenadiers
en jagers met bestemming voor een der
bataljons grenadiers.
Voor den Hoogen Raad werd heden door
mr. A. C. Vreede, te Leiden, de belofte
afgelegd als advocaat en procureur.
Prof. dr. P. J. Blok en prof. P. L. Muller,
te L iJen, alsmede mr. S. Muller Fz., rijks
archivaris te Utrecht, zullen by Martinus
Nyhoff in Den Haag „Robert Fruin's Verspreile
Geschriften" laten verschijnen.
Do talryke opstellen, studiën, toespraken,
enz., voornamelyk over NeJerlandsche ge
schiedenis, van prof. Fruin, die zijn naam zoo
boog hebben gesteld boven veld andere, zUn
grootendeels verspreid in verschillende tijd
schriften en verzamelwerken, van 1858, toen
zyn eerste artikel in „De Gids" verscheen,
tot 1899, toen de door hem geredigeerde
„Bydragen voor Vaderlandsche Geschiedenis"
zyn laatste studie aan Nederland brachten.
Van die geschriften bevatten de genoemde
„Bydragen" het grootste deel, te zamen met
„Da Gids." Ook do „Handelingen der Maat-
schappy van Nederl. Letterkunde", de „By
dragen en Mededeelingen van het Historisch
Genootschap", de „Verslagen der Kon. Aca
demie van Wetenschappen", de „Jaarboeken
der Leidsche Universiteit", de „Nederlandsche
Spectator", en tal van andere verzamel
werken, hadden de eer hun bladzyden ge
vuld te zien met hoogst belangryke studiën
van Fruin's hand. Eenige andere zyu afzonder-
lyk verschenen. Enkele bleven onuitgegeven.
Die geschriften, aldus gedurende ruim 40
jaren op veel plaatsen versprei i, waren slechts
met moeite en tegen hoogen pr(js te verkry-
g n. De enkele malen, dat het toeval der
veilingen een min of meer complete verza
meling „Overdrukjes van Prof. Fruin" op de
markt bracht, werd zulk een vtrzameling door
de liefhebbers met vurigen yver aan elkander
betwist. Geheel complete verzamelingen be
staan er, behalve in Fruin's nalatenschap,
waarschynlyk niet. Enk-de stukken, by v. „Het
Voorspel van den Tachtigjarigen Oorlog", d..t
in drie afleveringen van „De Gids" in 1859
en 1860 verscheen, zyn nauwelyks te vinden.
Redenen genoeg om het belang der nieuwe
uitgave in het licht to 6tdlen.
Betreffende het adres over Transvaal van
de theologische studenten te Leiden bevdt
de „N. R. C." het volgende ingezonden stuk.
„Naar aanleiding van de cri i k, in uw blad
uitgeoefend op het verzenden van een „smeek
bede" aan de Koningin van Engeland door
de theologische studenten uit LeideD, zyn wy
zoo vry u mede te deelen, dat volstrekt niet
alle theologische studenten over dat adres
gesticht zyn. Ia de vergadering, waarin het
werd opgesteld, en die door een veertigtal
werd bygewoond, openbaarde zich een sterke
oppositie, dia het adres afkeurde, èn omdat
het haar o n n o o d i g voorkwam, zooals ook
in uw blad ontwikkeld is, èn wegens den
baars inziens ongepasten toon. Daar
het niet io het „Handelsblad" afgedrukt werd,
geven wy het hier ter algemeene beoordeeling:
„Aan Hare Majesteit Victoria, Koningin
van Groot-Britanaië en Ierland, Balmoral
Castle, Schotland.
In den eerbiecigsten ootmoed bestaan wy
het stoute stuk, den doorluchten troon van
Uwe Majesteit te naderen, om uiting te geven
aan ons fel geprangd hart.
Vaneen gereten wordt onze boezem, wan
neer we denken, dat het Godvruchtigste volk
van den aardbodem, wellicht eenmaal geroepen
het Koninkryk Gods te verwezenlyken, gereed
staat in dienst van den Mammon op onze
teergeliefde broeders, de Transvalers, het
moordend lood te richten. In zyn eenzydige
ver linding heeft het geen oor voor de stem
van het tot inkeer manende geweten, geen
oog voor de menschonteerende gruwelen,
waarmede de bloeddorstige Oorlogsmoloch
gereed staat zich te vtriustigen. Welk een
door het gemoed schrynend contrast met
het verheven schouwspel, dat ons land
geboden heeft, toen daar door de edele
vertegenwoordigers der beschaafde volkeren,
vereenigd in een zin van alles omvattende
broederliefde, de hoeksteen voor den Wereld
vrede gelegd werd, in wier schaduw de
toekomstige geslachten zich zullen laven aan
de koesterende stralen der Humaniteitszon
welk een ten hemel schreiend contrast met
het nu reeds in de grootmoedige harten van
het beste deel Uwer Majesteits onderdanen
onuitroeibaar postvattend ideaal, dat de
volkeren kinderen zyn uit één gezin, waar-
tusscheo slechts reine, opbeurende en de
broederband reikende liefde en verkwikkende
eendracht behoort te bestaan. O, dat uw
machtige hand den voortgang stuite van het
heilloóze en jammervolle werk, waarmede
sommigen van uw dienaren bezig zyn een
onuitwischbare vlek te werpen op het
smetteloos kleed van een C. ristenn tieI
God behoede Engeland voor het wegzinken
in don poel der ongerechtigheid l"
Het ingezonden stuk is onderteekend door
de heeren Z. H. Schefer, theol. docts., en G.
T. D. Van Harencarspel, theol. cand.
Benoemd is tot oncierwyzer in de vreemde
talen aan het instituut Wsstland te Honse-
lersdyk de heer S. Weersma, te Voorschoten.
De „St8.-Crt." van heden bevat de statuten
van de Katwyksche reederyvereeniging „Vuur
baak", te Katwyk.
By den aanvang van den nieuwen cursus
zullen op het klein Seminarie „Hagevel J", te
Voorhout, 203 studenten de lessen volgen
aan de eischen voor het toelatings examen
hebben dit jaar 60 jongelieden voldaan.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
der Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeni-
ging zal te 's-Gravenhage een tentoonstelling
van muziekinstrumenten, muziekstukken en
werken over muziek, door Nederlanders of
in Nederland wonenden vervaardigd, worden
gehouden.
De tentoonstelling zal bevatten: Strykinstru-
menten en toebehoorde, blaasinstrumenten
en toebehooren, vleugelpiano's en piar ino's,
afbeeldingen en disposities van door den
inzender vervaardigde kerkorgels, middelen,
die by het muziekonderwys worden getruikt,
fondsartikelen van muziekuitgevers, tookwer
ken en lexica, manuscripten en curiosa, op de
muziek betrekking hebbende.
Deelnemers worden uitgenoocigd zich vóór 9
October a. s. aan te melden by den lsten
secretaris.
Het bestuur der Vereeniging bestaat uit de
heeren mr. Henri Viotta, 1ste voorzitter,
'a Gravenhage; G. A. Heinze, 2de voorzitter,
Amsterdam; M. W. Petri, penningmeester,
Utrecht; A. J. Ackermann, lst9 secretaris,
's Qravenbage, Witte-de-With straat 1; H. A.
Meyroos, 2de secretaris, Arnhem.
De prinses Von Wied en dochters deden
de groothertogeiyke familie te Schev9Dingen
uitgeleide.
Den directeur-generaal van het Kurhaus,
van wien de hertogin en de hofdame
een bouquet hadden aanvaard, dankte Z. D. H.
voor de veraangenaming van bot verblyf en
by hoopte, indien het hem gegeven was het
volgend jaar terug te keeren, het wandelhoofd
in zee dan gereed te vinden.
Vóór zyn vertrek bracht de groothertog
van Sdksen-Weimar Woensdag nog een kort
bezoek in de benedenzalen van het Maurits-
huis, ten eindo ceze gelegenheid ook te be-
nattigen om een harteiyk en hoogst vriende
lyk afscheid te nemen van den directeur der
instelling, dr. Bredius, wien hy in zeer waar-
deerende bewoordingen zyn ingenomenheid
betuigde met zyn arbeid voor de kunst.
Men meldt uit Rotterdam: Op de stoom
boot „Columbus", waarmede H. H. M. M. de
Koninginnen de havenwerken alhier zullen
bezoeken, zullen zich bevinden B. en Ws. dezer
gemeente, de president van de Kamer van
Koophandel, de havenmeester en de directeuren
van de gemeentewerken.
Hr. Ms. pantserdek8chip „Gelderland", ge
bouwd op het établissement Feyenoord, zal,
te beginnen den 26sten oezer, gedurende 14
dagen proafstoomen, nadat den 25sten dezer
H. H. M. M. de Koninginnen het oorlogsschip
zullen bezichtigd hebben.
H.H. M.M. de Koningia en de Koningin-
Moeder zullen den 18den September a. s. per
Staatsspoor te 12 u. 54 m. in de residentie
terugkeeren.
Dr. H. P. N. Muller, vertegenwoordiger
van den Oranje-Vrystaat, is uit Den Haag
naar Londen vertrokken.
De minister van financiën hoeft bepaald,
dat verificatie van voor uitvoer bestemde met
suiker bereide eetwaren en dranken, onder
genot van teruggaaf van suikeraccyns, mede
zal kunnen geschieden te Schiedam.
De te Haarlem met verlof aanwezige
majoor intendant W. K. M. Hasen, van het
Oost-Iodiscbe leger, is bevorderd tot luit. kol.-
intendant.
Naar wy vernemen, is de burgemeester
van Maassluis, de heer G. Ripping, benoemd
tot burgemeester van Alkmaar. (Vad.)
Aan ds. J. P. G. Westhoff, sedert 1865
predikant by de Hersteld Evan?.-Lutb. Go
meente te Amsterdam, is, op zjjn verzoek,
na 42 jarigen cienet, eervol emeritaat vorleend,
in te gaan 1 Nov. a. s.
De uit Oost Inciè teruggekeerde 1ste luit.
W. Scberpenhuyzen wor.t ingedeeld by het
3de bataljon van het 4de regimeDt infanterie
te Haarlem.
De kapt. der inf. O.-I. leger F. Scbütt,
de lste luit. L. F. T. Vogel van het 4'ereg.
inf., en de lste luit. der inf. O.-I. leg r R.
Ten Sel 'am, allen van de hoogere krygs-
school, worden 1 October ontheven van hun
detacheering by het 2 e reg. huzaren te
Vonloo.
De officieren der artillerie, die den 3den
cursus in de legerplaats by Oldebroek hebben
byRewooni, zyn weder by hun corpsen terug
gekeerd.
De minister Borgesius gaat, krachtens
kon. be?luit, Zaterdag-middag om 3 uren de
zittirg der Staten-Generaal namens de Koningin
sluiten.
Zyn Excellentie ry it in een hofkoets, met
huzaren tot eerewacht, van bet paleis naar
het Binnenhof.
By de op ning van de vergadering der
Staten-Genoraal op Dinsdag den 19den Sep
tember, des namiidags om één uur, zal
H. M. de Koningin ook ditmaal coor H M.
de Koningin Moeder vergezeld zyn.
In „De Opera-Gi's" van dtn heer J. F.
A. Van Vlaanderen, te Amstc-rJam (No. 29),
is thans verschenen „De Koningin van Saba",
door Carl GolJmark, welke opi ra dezer aag*-n
door de Nederlandsche Opera te Amsterdam
worot opgevoerd.
Het stoomschip „KanZler", van Ham
burg en Amsterdam naar Oost Afrika, arri
veerde 13 September te Napels; de „Prins
Alexander", van Amsterdam na&r Batavia,
vertrok 14 Sept. van Genua; de „Prins
Willem II", van Paramarito naar Amst. rdam,
passé, rde 13 Sept. te St.-Michaelsde „Wer
kendam" arriveerde 14 Sept. van Nieuw-York
te Rotterdam.
Hazcrswoude. De heer S. Okkerse, hoofd
der openbare school aan den Rynöyk, is, ten
gevolge van oen levensgevaarlyke operatie,
welke hy te Utrecht heeft ondergaan, aldaar
overleden.
Oudshoorn. Gistermiddag kwam een flets-
rydtr, die voor een hem achter opkomend
rytuig moest uitwyken, in een diepe sloot
terecht. Met een nat pak en den schrik kwam
hy er af.
Door het gemeentebestuur is vergunning
verleend aan G. Van Bostelen, alhier, tot het
oprichten van een loodgietery in het perceel
Sectio C No. 1106.
Itynsburg. E6n treurig voorval viel gister
avond voor op den dyk tusschen Ryn6burg en
Oegstgeest. De boer W., van Sassenbeim, zou
met twee zyner vrienden van bier per fiets
huiswaarts keeren; zy hadden den gang er
nogjl flink in. Eigenlyk ging het wel wat al
te snel. Het schynt, dat het wiel van dtn
heer W. in den zachten kant van den weg
is biyven steken, en daar genoemde persoon
slechts één hand kon pelruiken, kon hy nit*
snel genoeg w nden. Het gevolg biervan was
dat hy van zyn. wiel stortte en voor öoo*
bleef ligg- n. Per brik van den heer K. Z
werd hy naar dr. v. Wals«m vervoerd, dl/
lehalve ;nure verwondingen oen hersem
schud-ring constateerde.
Een nader bericht melJt, dat de ongeluk;
kige aan de gevolgen is overleden.
Valkenburg. Geschiedt tegenwoer ig de
aankoncigiog der jaarlijks op 12 Sept mber
te houden paardenmarkt eenvoudig per adver
tentie in htt „Leidsch Dagblad", wy zyn
thaDS in de gelegenheid te melden, boe onze
va oren der 17de eeuw dat deden. Een publi
catie, gevonden onder ce stukken, berust_n .e
ten Raadhuize der gemeente Valkenburg,
houdt het volgende in:
Paerde-Mart
binnen den Dorpe ende Vrye Hoerlykbeyt van
Valckenburgh.
Men laet ecnen yogeljj^ken l y resen weten,'
dat Linnen den Dorpe en de Vrye Heeriyk-
heyt van Valcken.urg, sal weiden gehouren
de Ordinaris Vrye P .er e Mart, die syn aan-
vanck nemen sal op rkn 9 S-.pternter desea
Jk-rs 16.. ende duerend» ce Vryb-y t van
dien, aght daogen voor St. Lam* ertsdegh, ndo
aght daegt-n daer naer J
WerJin.e dcrhalvcn alle Li f hebbers ende i
Paerde kop rs met harre Patr en, versoght i
(B mffens oo k alle Lielh-bbtrs van Koop
manschappen met h tere Kramen, en Je anoere
N-eringh, hoe cie genaomt u oge werden, die
Vryheyt v n di n to gooi ten) hetselve te
houten voor verwittight, cn e haer ten ty^o
en Je plaetso voorsz te keten vin Jen. E:ck
Segget voorts.
Gedruckt tot L-yden, by Francois Heene
man, woonende op ce Haerlemstraet, in de
Vtrgulie Son. 1687.
Woubruggc. De 11. Zaterdag uit het Paddo-
gat vermiste bouten roti oot van den veer
man v Laka .r, waarvan in ons nummer
van Woensdag werd melding gehaakt, is
d<zen dag reeds in een der vele Inhammen
van het Brasemermcer teruggevonden door
den jager P. H., van Roelofarendsveen, die
zich beyverd heeft den rechtmatigen eigenaar
met deze toevallige vondst te kunnen v r-
rassen.
Wie de boot daar had acht rg-Lten is
onbekend;^ afdryven was onmogelyk.
Woerden. De gelukkigcwlnners van den
hoofdprys, cie ook nog een koe en twee
kaasvaten hadden getrokken, hebben de 13
koei n verkocht aan de bet ren A. Van Doorn
en M. S. Niekt rk, alhier, voor f 2130; voor
zeker een bewys, dat de commissie, belast
met oen aankoop van pryzen, scherp inkoopt
en tevens, dat de Maatschappy tot bevorde
ring van Landbouw, ty het aanbieden van
geld voor de pryzen, de volle waar Je geeft.
Zocterwoudc. Aan den loteling T. T.
Overdyk der lichting 1S95 uit deze gemeente
is toestemming verleend om zich voor den
tyd van 12 maanden in Dultscbland op te
houden, onder voorwaarde, dat zyn adres stoeJs
by den burgemeester bekend zy en by vol -<oe
aan een oproeping betzy om voor den Militie-
7)
Op andere oogenblikken noemde sy zich-
zelve een spion en lachte om de wereld.
In zulk een bui vond zy den levendeu dood
in do mynen, de verscbrikkelyke visioenen
van Russische gevangenissen niets dan kinder
sprookjes. Ze was maar een vrouw, zoo rede
neerde ze dan; wie zou haar eenig leed doen?
Ze zou hun vertollen, dat het maar een grap
was; en men zou haar gelooven. De aardige
scbyn van kinderlyke onschuld, die haar zoo
dikwyis had geholpen, als zy kapitein Paul
vleide en van hem de geheimen der citadel
kreeg, waarvoor haar vrienden te Londen be
reid waren een hoogen prys te betalen, zou
haar niet in den steek laten, tot het einde.
Eu dat einde was nu naby. Zy droeg, in een
gordel om haar lichaam gebonden, als een
deel van haar eigen persoon, de kostbare
scbets?n en kaartenden aanteekeningen, waar
voor zy zoo vlytig had gewerkt. Zy zag in
het verschiet den dag, wanneer de schaduw
van den levenden dood niet meer over haar
pad zou liggen; wanneor een Engelsch tehuis
haar zou beschermen, Engelscho handen haar
zouden beschutten voor het gevaar en het
kind, dat zy zoo liefhad, voor altyd by haar
zou zyn. Om zijnentwille zou zy de taak
voortzetten; om zynentwil zou zy haar eigen
belang vergeten en het nieuwe en zoete
gevoel, dat de wintermaanden haar hadden
gebracht. Zy durfde zicbzelve niet bekennen,
dat dit gevoel liefde was; liefde voor den
man, wiens land zy had verraden en met
wiens eer zy had gespeeld. Zy bande zyn
beeld uit haar oogen; zóó lang was zy een
eenzame vrouw geweest, dat zy het nog wel
een korte poo3 kon verdragen.
Vele van deze gedachten kwamen haar
voor den geest in het oogenblik van ont-
wakeD, toen zy zat in haar grooten stoel en
tuurde naar do fantastische vormen van licht
en schaduw aan den wand, of luisterde naar het
zuchten en kraken van het ijs, nu over
meesterd door de warmte der late Februari
dagen en zyn heerschappy over de zee ver
liezend.
Haar kamer lag in den noordelijken vleugel
der gouverneurswoning en was naar buiten
uitgebouwd tegen den wal; alszy haargordyn
op zy schoof, bad zy een prachtig gezicht
over de ysvlakte, nu een onbeweeglyk veld
van schotsen, hier opgestapeld tot bergen,
ginds saamgedreven tot dryvende eilanden,
mot sneeuw bedekt, waartqsschen het schui
mende water hoog opborrelde, als een fontein,
die honderd wisselende kleuren vertoonde,
als het maanlicht 'er op vie.l. Ea dreigend,
somber boven deze ysa^ssa, stonden de forten
en batteryen der noordeiyke doorvaart van
het eiland.
Mirian dacht aan de lange zomerdagen,
die ze had doorgebracht met kapitein Paul
in de met staal bekleede geheime vesting
gewelven, waar niemand mocht komen; hoe
ze de wallen was op en neer gestapt, om
ze te moten; hoe gretig zy geluisterd bad
naar de „lessen", die hy haar gaf over de
kanonnen; bo3 zy in de stilte van deze zelfde
kamer de antwoorden had neergeschreven op
de vragen, door haar vrienden in Eageland
gedaan, om daardoor de vrybeid te koopen
voor haar en het kind.
Hedenavond waren al die herinneringen
vol van een onverklaarbare droefheid. Zy
dacht aan het carnaval drie weken waren
sedert die dwaasheid verloopen en aan
de woorden van liefde, toen tot haar ge
sproken.
Een behoefte aan sympathie, oen gevoel
van zwakheid, de bewustheid, dat ten minste
éón man in Kroonstadt bloed kon brengen
ia haar bleeke wangen en licht in haar
oogen, droegen by tot haar gevoel van een
zaamheid. Toen deed een plotselinge vrees
zy wist zelve niet voor wat haar opschrik
ken; de gedachte maakto zich van haar
meester, dat zy bewaakt werd; dat onzicht
bare oogen haar volgden, zelfs in de afzon
dering van haar kamer; dat een man dicht
by haar stond en slechts de hand had uit
te steken om haar aan te raken. De aDgst,
door zulke visioenen veroorzaakt, deed het
bloed in haar aderen verstyven.
Zy stak met bevendo handen de lamp
aan; maar deze verlichtte slechts een ledige
kamer; zy was alleen met haar vrees en
kon er om lachen, haar vergeten, zooals zy
reeds honderdmaal gedaan had, sinds zy te
Kroonstadt was.
Het vriendelyke licht hielp haar spoedig
by dat vergeten. De hand, die gedrukt was
tegen het kloppende hart, viel weldra langs
haar zyde. Ze liep naar de deur en keek
in de gang van den noordelijken vleugel; een
verwyderde echo van een iacb, vermengd
met de schelle stemmen der „poppen", gaf
antwoord op haar onuitgesproken vraag, doch
nacbtelyke stilte heerschte in de gang zelf.
Voldaan keerde zy terug in haar eigen kamer,
naar de warmte van de kachel en de welkome
eenzaamheid.
Een oogenblik voor den spiegel, een
oogenblik voor het portret van kleinen Dick,
een plooi van haar japon gladgestreken, een
coquet wegduwen van een weerspannig haar
lokje, een stille vraag: „Zal by er zyn?"
bracht haar terug tot do werkelykbeid.
Zy wist, dat men haar wachtte in het
salon; de „poppen" zouden daar elk aan een
zyde van haar zitten en haar hand vast
houden. De generaal zou haar aanstaren,
gedoken in zyn armstoel, en haar vragen om
te zingen: „Bid me to love." Het kon zyn,
dat kapitein Paul kwam, ala zyn dienst was
afgeloopen, ea dat by nog een poosje zou
1 biyven dralen, als Nikoli Stefanovic naar
zyn kamer was gegaan, en haar herinneren,
j niet door woorden, maar door blikken en
zwygende huldebetuigingen, aan den avond,
toen hy haar voorhoofd had aangeraakt met
zyn lippen en ze hem niet had afgewezen.
I Die gedachte bracht een diepen blos op
haar wangen. Zy ging op en neer in haar
kamer met de vlugge, zenuwachtige bewe-
giogen van iemand, oie zyn opgewondenheid
wil bedwingen. Iemand, die haar in dit oogen
blik kon zien, zou gezegd hebben, dat een
goed geoefend verstand haar handelingen
beheer8chte, en hy zou zich te geiyk ver
wonderd hebben, dat zoo'n schoon gelaat zoo
zelden naar den spiegel werd gekeerd.
Marian B.st wist weinig van de waponenj
welke de natuur haar had geschonken. Hot,
zware bruine haar viel in schilderachtige
wanorde over voorhoofd en nek; oproerige
lokjes en krulletjes vertoonden zich cl* oogen-
blik; baar japon was als „aaDgegooia", maar
kleedde haar uitmuntend; zy had geen ringen
aan de vingers, maar de fijne handen waren
er te mooier om. De dames der officieren be- j
schuldigden haar van duizend zondon tegen'
de etiquette; de mannen stemden die zonden
toe, maar hoopten oprecht, dat zy er nimmer
berouw over toonen zou.
Acht slagen hadden geklonken van de kerk
torens der stad, toen Marian eindeiyk haar
kamer verliet, om de „poppen" op te zoeken
in het salon. Zy dacht niet meer aan de zonder
linge vrees van een uur geleden, en lachte
er om, terwijl zy o.ver den zachten ganglooper
ging en nieuwsgierig naar binnen keek in
de kamers, waarvan de deuren op een kier
stonden.
Er bewoog zich niemand in dat gedeelte
van het huis. Zelfs de oude Ivan was benedea
druk bozig. Marian hoorde in de verte het
gedruisch, de ebbe en vloed van lacheD, het
koor van stemmen.
(Wordt vervolgd^