ieurs vaa Amsterdam. don strtfJ tusschen waarheid en geweld 1 want is bet niet moreel geweld, de macht van de sa el, die de ganscho Dreyfus zaak beheerscht? hoeft met dat al geweld ook nu weder een zege bevochten. Hot „H 1." roept uit „Arm Frankrijk 1" Want met het edelmoedige land dergroote denkbeelden heeft het diep medeleden 11 Voorwaar, wat een land ondergaat door tOBJoen van een buitenlandschen v\jand is gering in vergelijking mot de vernedering, cie eigen zonen het laten lijden I Er is iets trgers dan een oorlog, er is iets verschrikkelijker dan etn nederlaag in den oorlogen dat is een uitspraak als die, welke de militaire rechtbank nu te Eennes wees. Dat vonnis is eon groote modderspat, ge plast op dfn edelen naam van het landl Ieder, die las wat in het gerechtshof te Eennos is gesproken, is lid van de inter nationale jury, die in deze oordeelen kanl En de jury der geheele beschaafde wereld spreekt thans hit schuldig uit over vüf militaire rechters. Z\j zijn schuldig aan schennis dei1 gerech tigheid.... am miskenning van do eenvou digste regelen, die bU een rechtspraak gelden! Toen majoor Carrière begon te spreken, verlieten op last der regeering al de militaire getuigen op een lange rij, met generaal Mercier aan het hoofd, de gerechtszaal. De pressie, welke zij uitoefenden hield ein delijk opl De zeven rechters waren ten laatste zonder toezicht van bun superieurenalleen met hun geweten l En dat zo de stem van hun geweten zouden volgeD, hoopten we. Ja, Uit eerbied voor Frankrijk en uit achting voor zijn officieren, waren we zelfs volkomen overtuigd, dat ze moedig hun plicht zouden docD, door te erkennen, wat do heilige waarheid is dat zelfs geen zweem van be wijs gegeven was voor do schuld van Dreyfus. Wel beseften we, dat een dergelijke erken ning der waarheid moed en zelfs grooten mo9d eiscLto van officieren, die onder het oog, onder hit hooge geluid der vertoornde stem van hun generaals, recht moesten spreken! Generaal Mercier had verklaardöf Dreyfus is schuLig, öf ik ben hetl" HU liet de leden van den krijgsraad dus kiezen tusschen hun superieuren en den armen, wreed gemartelden kameraad. Do krijgsraad, uit een kolonel en zes offi cieren van minderen rang saamgesteld, onder vond de pressie van de bevelhebbers. Elk militair beseft hoeveel zedelyken moed een uitspraak, die Mercier veroordeelde, van offi cieren eischte, dis vijf generaals, in vol uniform, vóór zich zagen paradeeren, generaals, die niet als getuigen in het proces verschenen, maar feitelijk als beschuldigers van kapitein Dreyfus optraden, die fel, bitter, voor eigen iiaaui beducht, verklaarden, maar niet gewezen, dat hy schuldig wasl De krijgsraad heeft zichzelf veroordeeld. Dreyfus moest schuldig verklaard wordcD, meende de onwijze majoor Carrière, „omdat Dr.-yfus zyn onschuld niet bowezen had!" L.tteriijk heeft hü dit gezegdI „Ik had de hoop, dat men de onschuld van Dreyfus vaststellen zou, maar om dat te doen had men bewijzen moeten aanbrengen, wat men niet gedaan heeft, en daarom staat m\jn geweten mü toe, mijn geloof in de Bcbuld van Dreyfus te verklaren." Deze woorden bewyzen zijn vorstandelüke ongeschiktheid voor z\jn ambt, dat hü waar nam.... ze zün een schande voor zün hersens. Voor generaal Mercier werd partü ge kozen En nu staat Frankrük voor de openbare meening van geheel de beschaafde w.reld als door eigen generaals cn recht sprekende officieren vernederd l Wat zal op die rechters neerzien de Duit- scho keizer, die op het laatste oogenblik nog eens in herinnering bracht, dat hier zün gezant op zün eerewoorJ verklaard had, dat Dreyfus nooit verraad pleegde coor aan Duitschland stukken ovc-r te leveren 1 t Wat zal do Eussische bondgenoot denken van dit schandaal? Welke houding zullen de volkeren aan nemen, die opgeroepen worden tot de ten toonstelling van aanstaande jaar, welke onze eeuw bekrontn zou? En wat zullen honderd duizenden brave, rechtschapen, nobele Franschen van deze nationalo vernedering denken? De „Teuips" sprak den dag voor het vonuls róoos van „de greote fout, die in Frankrijk een toestand zou scheppen erger dan een burgeroorlog l" Wolnu, die fout is begaan 1 Een braaf officier, tegen wien geen bewüs hoegenaamd ie uitgebracht, werd opnieuw veroordeeld door kameraden, en opnieuw geschiedt dit onder pressie van generaalsl Geen woord weten we te vinden, diep ge noeg, om ons zielsmedelijden met kapitein Ireyfus, den rampz ligen martelaar, en zyn bewonderenswaardige vrouw uit te drukken. Eü is veroordeel!, omdat hü een Israëliet ,isomdat Ffankryk een zondentok noocig had.... omdat de generaals bet cischteo. Hü wor^t niet opnieuw Daar h*.t Duivels eiland gezondon, omdat als verzachtende ooiscundighoden van »yn miso'ryf wordt aange nomen, dat bü onschuldig is. De overtuiging, dat de geheele beschaafde "Wereld weet, c'at btf onschuldig i3, moge zün vrouw on hem «enigszins sterken. Maar in den Elzas, aldus eindigt het „Hbl.", zal de typing van h;t nisuwe onrecht, tegen het landskind gepleegd, als een bliksemstraal van grens tot grens gaanl En zü» die de generaals hoorden getuigen, hen hoorden erkenneD, wat ze gedaan hebben, zeggen, muien zü geiyk wü het Fransche volk eeren en dankbaar zün voor zooveel groots en edels: God helpe een land, dat zulke officieren heeft, als Dreyfus hielpen veroordeelen, als ooit de Duitsche legermacht weer dondert tegen Frankrüks poorten l De meening, die in de Parysche pers over- heerschend is, is cie van verbazing. Men acht het vonnis onverklaarbaar, door het aan nemen van verzachtende omstandigheden; daardoor poogde men te schipperen tusschen de beide partyen, doch voldeed er niemand mede. Die verzachtende omstan igheden heb ben elkeen van de wü* gebracht. De „Petit Caporal" roept uit: „Leve de onafhankelyke en vrye militaire juryl" De „Gaulois" schryft: „Frankrijk beeft het vertrouwen in zün loger weergevonden, nog één stap en het zal zyn God weergevonden hebben". De „Libro Parole" zegt, dr.t de rechters te Eennes de e9r van het leger en do toekomst van Frankrük gered hebben. Frankryk kan nu zün roemryke loopbaan vervolgen. De „Jour" zegt: De dag van Zaterdag is het bogin van de verzoening en van de kal meering der gemoederen. De „Intransigeaot" valt heftig de regeering aan, en zegt, dat de uitspraak voor haar een nederlaag is. De „Droits de l'hommo" zegt: Leve hetrecht, quand mêinel Weg met de falsarissen l De „Patrio" zegt: „Hoe het vonnis ook zou geweest zün, het leger komt uit de debatttn te vooracbya inet opg^richtan hoofde en met een onbevlekte eer". De „Figaro": „Dreyfus was in 1894 66n verrader. Thans is by voor heel de beschaafde wereld een martelaar". De „Petit-Bleu" r „Wy zouden ons onier- worpea hebben aan oen vonnis, dat Dreyfus schuldig of onschuldig zou hebben verklaard. Maar een vonnis, dat een amnestie behelst voor hot verraad, dat iemand veroordeelt, cie niet verraden heeft, is louter een werk van hartstocht, ingeblazen door een nau wen parti- cularistischen geest." Clémenceau in de „Aurore": „Waar is Frankryk? Waar zfjn de Franschtn?" Jaurès in de „Petite Eépublique: „Als Dreyfus schuldig was, had men hem zoneer medeiyden moeten treffen. Maar die alles is dwaasheid en lafheid; inderdaad hebben de rechters erkend, dat Dreyfus onschuldig is," Yves Guyot in de „Siecle": „De vijf officieren, die Dreyfus bobben veroorJeeld, hebben een vonnis gewezen, dat eon model van lafheid zal biyven." Van de buitenl3ndsche bladen, die reeds beschouwingen over de uitspraak bevatted, zün de Duitsche bladen het meest de aan dacht waard. Immers, Dreyfus is veroordeeld onmiddellijk nadat do Duitsche Keizer in den „Reichsanzeiger" officiéél had laten verklaren, dat geen Duitsche staatsman, noch eenig agent van het Duitsche Ryk ooit in betrekking heeft gestaan, middeliyk noch onmiddeliyk, met Dreyfus. Do schuldigverklaring voor Dreyfus is dus regelrecht gericht tegen deze verzekering. Dit zien ook de Duitsche bladen zeer goed in, maar zy halen er de schouders voor op. Een grooter schande kan mon zich voor Frankryk niet denken. Zoo biykt o. a. uit do „Nat.-Ztg.", een blad, waarvan men eon JTcer gematigden toon gewoon is, hoe diep de indruk van deze veroordeeling is. Het blad schryft: ....„De vüf misdadigers in uniform, cia zich er helaas op kunnen berosmeD, dat zy den wil van het grootste deel van het Fransche volk hebben uitgevoerd, trachten i.og het onverwacht a tot stand om aan hun niets- waaroighoil lafheid te paren. Terwyl zü besloten waren den schurken cn gekken van den generalcn staf het gevraagde offer to brengen, waren deze „rechters" nog bang voor den kreet van ontzetting, die in de geheele beschaafde wereld moest opgaan, wanneer zü Dreyfus naar het Duivelseiland terugzonden, en zy namen daarom hot krank zinnige besluit om hem „verzachtende om standigheden" toe te kennen." De eerste terhhten over de veroordeeling kwaaien te Beriya per tel:phoon ov6r Brussel en maakten een onoe3chryfelöken indruk van algemeen medeiyden mtt Dreyfus on van verontwaardiging ovor de rechters. Nog voordat zy het vonnis k<.nJe, had de sociaal democratische „Vorwarts"geschreven: „Alleen misdadige waanzin kan aan de oprechtheid van de Duitsche verklaring twyfelcn." De „Berliner Neuesto Nachrichten" schreef: „De Du;t3cbo regeering ia in bot btlang van de menschoTykheid tot de uitersto grens gegaan; een overschryding er van zou een inmenging boteekend hebben in Frankryk3 binaen- landsche aangelegenheden. Zy kan met het ru3tigsta geweten het oordeal v.n tydgenoot en nageslacht te geoio.t zien." Do „Vossiscbe Zcitung" zoide: „Over de bekendmaking van de Duitsche regeering met schouderophalen heenstappen, b.teekent de Lilers vtn het ryk voor leugenaars en bui chelaar3 verklaren; voor leugenaar, omdat z?J in naam de3 Keizers bewust een onwaar heil zouden zeggen, voor hui.holaar3 omdat zjj dan een l-.ugeu zouden moiiveeren met edelo gevoelens, met een plicht yan mensche- lykheid. Wat zou hen tot zulke stappen heb ben kunnen bewegen? Niets kon de leiders van den Dultscben staat, als Dreyfus schulcig was, noodzaken, eenige verklaring te doen. Hun kon Dreyfus even onverschillig zyn als Esterhazy. En toch hebben zü de betrekkingen met Dreyfua ©ven stellig geloochend als zy de betrekkingen met Esterfapzy erkend hebben. De geheele beschaafde wereld la vandaag zonder zich te bekommeren om de uitspraak van de rechters te Eennes, het er over eens dat Dreyfus onscbubig is en dat onkel het fcewustzyn van de onschuld hem de zedelyko kracht heeft kunnen geven om het onge hoorde ïyden te verduren, waaraan by ?yf jaren lang heeft blootgestaan." Da „Freisinnige Zeitung": „Yoor den binnen landschen toestand van Frankryk zal een nieuwe veroordeeling noodlottige gevolgen hebben. Do republiek gaat moellyke dagen te gemoet. Werkelyk geoordeeld zün die mili taire leiders, die Frankryk een moreel Sédan hebben bereii." Allerwegen spreekt men te Beriyn ook do meening uit dat ongetwyfeld nieuwe pogingen tot herziening van het vonnis zuilen gedaan worden. Gaat daar nieuwe onrust motrge- paard, dan zou de wereldtentoonstelling van komende jaar een leelyk fiasco kunnen maken, te meer, daar veel buitenlanders zich nu misschien zullen beienken, véór zy naar Far|js gaan. Da Belgische bladen, met uitzondering van een paar, zyn even s:herp in haar afkeuring. De „InJ. bilge" noemt de uitspraak etn moord en Vcrgelykt haar met den moord op den hertog van Enghien: „Beide misdaden zyn voortgevloeid uit dezelfde lage opvatting, uit dezelfde vooroor- deehn, dozelfde minachting voor do burger- lyke macht en dozslfdo wraakzucht tegenover allen, dia zich niet voor de sab.l buigen. En de moord van 1804 is minder erg dan het onrecht van 1899, want de eerste werd bedreven door een dwingeland en het tweede door een geheele kaste". De „Petit Bleu", cie lang „overtuigd" is geweest van de schuil van Dreyfua, zegt: „Men kan het vonnis niet anders dan met afschuw beschouwen. Dat van 1894 kon een awaling zyn, dat van 1899 is een monster achtig onrecht, koel overdacht, een ontkenning van het recht, van de beschaving, van te monscheiykheid, een teruggang van meer dan een eeuw tot de tyden van baroaarschbeiJ. Het is do overwinning van do misdaad, de ondergang van het recht". Overal in h6t buitenland heeft de uitspraak een verpletterenden indruk gemaakt. Te Bern werd de krygsraai luide gevloekt, te Nieuw- York Veroorzaakte het bericht oen storm van veroutwaarciglng, te Weenen wille men het in den aanvang niet gclooven. De „Petite Repuoliquo" bevat een adres, aan Droyfus vorzonden on onderteekenl door Jaurès, Viviani, Trarieux, Eeclus, Painlevé, Havet, Giry, Moiinier, Guyesse, Bossin, Bruyère, Bertrand, Dabois, Laroche, Basch en veeL andere leiders der Dreyfus party. Het adres zogt: „Da ondergeteekenden komen uit de z ttingen van den krygsraad meer daa ooit overtuigd van uw onschuld, en sproken hun droefheid uit over de veroordeeling. Twe9 rechters stelden do verdedigers in het gelyk. En do overige, door verzachtende omstandigheden aan t9 nomen by een misdaad die niet kan worden verzacht, toonden, dat hun geweten ongerust is. Wy zullen do verplichting op ons nemen, trouw te biyvon aan de zaak vau Waarheid en Recht". Een telegram uit Eennes aan do „Potite Eépublique" meldt, dat ae stukken, in het borderel genoemd, welara zullen worden ge publiceerd. De advocaten Demange, Labori en MornarJ vertrokken Zaterdagavond uit Eennos; alle anderen gisteren. Dreyfus biyft voorloopig in de gevangenis te Rennss. Zyn vrouw tlyft er ook; de wacht voor haar huis was Zaterdag verdubbeld. Volgens later bericht, deelde advocaat Labori hot eerst het noodlottig bericht aan Dreyfus me e, dio met bewonderenswaardige koel bloedigheid cn ontembare energie den vreeso- lyken slag vernam. Dreyfus teekendo gisteren de voorziening in revisie. Do heer Monir3, de secretaris van Labori, was daartoe naar de militaire ge vangenis gegaan. Dreyfus blyft vast besloten alles te doen, om tot een wettige rehabilitatie te komen. Mevrouw Droyfas en de geheele familio hebben de wreede teleurstelling met onge- looüyko kalmte vernomen; zy deelen in do meening van den kapitein, om niet te eindigen, doch alles te doen om den triomf der goodo zaak te verzekeren. verwacht dat Dreyfas welira in vry- heii zal worden gestel!. Do villa, waar mevrouw Drayfua en Mathieu logeeren, is een styf, wit landhuis, mot een tuin er voor, waar twee groot-o platanen staan. Te zeven uren Zate*dagavond heeft men daar een magere vrouw uit zien gaan, in het weduwkteed. Zy liep niet, zy scheen haar teencn langs don gronl te sLepm, naar het rytuig, dat voor het h.k wachtte en haar naar de ge7ac- ger.Is voerd9 waar zü den opnieuw veroor deelde-zou gaan bezoeken. En een kwartier later zat op het eteenen trapje voor de deur blootshoofds Mathieu, ais wezenloos en staarde naar de platanen, lichte- luk ia een schemer van den avond bewogen. In de verschillende deelen van de buiten en van de binnenstad van Parys werd gisteren overal groote rast en kalmte aangetroffen. Op de drukste punten van het verkeer waa weioig meer politie dan Daar gewoonte. Slechts ontmoette men Lier en daar kleine afdeelingen gardes municipaux te paard. Het regenachtige weer droeg er toe bg, dat de rust niet werd verstoord. Hoewel de orde overal gehandhaafd bloef, zyn da partyen vast besloten niet te ont wapenen. De bevrediging der gemoederen is verder verwyderd dan ooit Naar men nader mclot, zal het Hof van Cassatie, en niet de militaire raad van reviata, met de behandeling van het beroep tegen het door den krygsraad gewezen vonnis worden belast. Het geconstateerde gebruik van geschreven aanteekeningen door getuigen is reeds vol doende om de nietig-verklaring uit te spreken. Het hoofd van den Staat moet de vesting aanwyzen, waarin Dreylua zal worden opge sloten. Het gerucht hep, dat Dreyfus naar Corsica zal worden overgeoracht. BUITEJNJLAND. Franhryk. Een nota van „Bavaa" zegt: Wy zjjn gemachtigd om formeel tegen te spreken het gerucht, door oen der bladen verspreid, dat generaal Da Galliffct aia minister van oorlog zou aftreden. Er zal een vervolging worden ingesteld tegen te oeld blad, wegens het versprd.en van valsehe berichten. Het parket is onverwijld met do soak in kennis gesteld. Lissajoux, de man, oio in.ertyd als tusschenpersoou gooiend heelt om de „Éclair" bet stuk „Ce canaille de D." te bezorgen, is voorloopig in vrtyheid gesteld. De voormalige gouverneur van Madagascar Laroche neemt k pitein Freystaetter in een scbryven aan am minister van den krygsraad te Eennes, kolonel Jooau3t, in bescherming tegen do boosaardig» beschuldiging van gene raal Mircier, door to verklaren, dat de door dezen bedoelde bandieten door Freystaetter op Madagascar op bevel zyn ter doo. gebracht en dat F. st:els een goed soldaat is geweest, op wiens gedrag nita valt aan te merken. Telegrammen. PRETORIA, 9 September. In een interview verklaarde de Staatsprocureur Smits heden, dat, da.r ce Regeering der R-.publiek het aanhol van öo toekenning van het kiesrecht na vyfjarig verbiyf hooit teruggenomen, ook do daaraan vertonden voorwaarde vervalt, dat de suzereinitelt zal worden afgeschaft. 11 September 1899. Vor. Koers koers. h#dea Ï'A pCt Rti WaV. Sdull. 81J6 81% 8 pCL Oblig. dito öaji 93% 8 pCt Cart. dito i 94 6 pCt. Ooatenr. McivNor. i i 83% JanJJnii 83 X ts% 8 pCt. Portugal, 23% 23% 4 pCt. Spanje. 66% 39% 39% 6 pCL dito 1S33 funding L. 86% 31% 31 Koloniale Bonk Aaadoelna 45% dito prat i 04 NederL Handol-M$. op ceesaatzv 150% NcderL Indische Haadelstsak 81% 81% Dordt Pctz. Mij.. 118 118 Java Petr. Ug. 140 140 KoninM. PetroL-M^. 174 174 Moe an Enitn 103% 163 NedorL PetroL-Mfl. i 18 Bomatra-Polombang 85 88% A«nd. Soomalata «j 219 ItaL SpwL 1887,4) 54% Portugal, Beira Uaixo. i i i mj 64% «*/4 Atchison Topeka i 21% 21% dito preL l 64% 64% Depot Ceit. Contr. Paafle G7% 67% Denver Rio 0. v. A. 22 22 8t.-Lonb San-Franc. 11% H% dito 2o preL 87% 37% 28% 28 Qalfshoroa. 10 10% 72% 79 13% 18% Or. Shortline B, 79 73% Union Pocido '9 46% 46% dito prof. m ««to 79 Prolongatie 3% Kon. Petr.-My. 170-176. bang 85-86% Ontario 26% .Ind. Mynbouw88. De markt waa heden beter gestemd. pCt. Sum. Palem- LËfiDEA", ik September. Thermometerstand: gisteravond om 8 uren. 11.5* C. 52,7° Fahrenheit, hedenmorgen om 8 uren 14° C. 57.2 F., 's middags om 12 uren 17 C. 62.6 F., 's namiddags om 4 uren 16° C. 60.8' F. Dr. Leyds, gezant der Zuid-Afrikaansche Republiek, heeft de Residentie weer verlaten. Aartshertogin Stéphanie van Oostenryk vertrok heden van Scheveningen naar Laeken om haar ouders te bezoeken. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 10 September Kaap Eoca; de „Merapi", van Rotterdam naar Java, arriveerde 10 September te Southampton; de „Reichstag", van Oost- Afrika naar VliBsingen en Hamburg, arriveerde 10 September te Suez. Noordwyk. In den loop dezer maand zal door een ten huize van den gemeentegenees heer dr. H. Van Nes gelegenheid gegeven worden tot kosteloozs vaccinatie en revacci-1 natie. Belanghebbende voor kinderen een I der ouders kunnen zich daartoe ten gemeente- j huize aanmelden op Dinsdag 12 dezer,'s voor- middags van elf tot twaalf uren. Geveild© pereeelen. i Gehouden verkooping in het Notarishuis1 aan Den Burg, alhier, op Zaterdag 9 Sept. 1899, ten overstaan van J. A. Van Hamel, notaris te Leiden. Het huis aan den Maresingel, No. 30, in bod f 2275, kooper de heer J. W. P. Licht q.q., voor f 2315; het huis als voren No. 33, in bod /"2300, kooper de heer J. Zitman q.q Gemengd Nieutvs. Harktljcrichten. Botterdam, li 8epU Vrfe. A&avoer P«ard, Veuk-D, masere tn 195 votto liut- deren, 219 vette- ca gra&balvirea, nuchter Kef 1617 Schapen ol Lam xeren, 690 Varktne, Liggen, Bokken, Brele. Men notoort: Yetta Ban-ieion leto qual. 62 a 2de qual, 66 a Sda qual. IS a cente, FaJvcrea late qua'. 85. 2do qual. SO a 60 ct., Stieren iote qaa'. 60, 2do qua'. 46, 81c qual. ets. Oeeen lsto qual. 62. 2d« qual. 56, dce cua!. 40 ct«. illeo per Kil. Redelijke aanvoer on vlu.,' gehandeld. ScLapen late qoal. 60 ,2de qaa!. 45 a cent*. Yarke.'S late qoaï. 88 a2do qual. 87, 3do qual. 33 cent'. Licht soort 35 a 33 cente. P.aime aai,voer en vlug gehandeld. Aardappeloa: Bpuiscfce Jammen f 2.40 a f 2.50, Overmaascho Jammen /ll50 a f2 70. Zocuwecho jammen a fÖeide.-echo blauwe f 1.90 a J 2.f Zocuwecho blauwe /1.90 a f 2. Duinzand blauwe fa f—Briol.che bLuwc fa f—Kralen blauwe a fPootera f— a fIdaguumi bonume fa fFlale- keeao'.'-o jammen f a f Alfei!, 11 Sepr. Aauceroerl 20 wa^eca laar, parijen, 6j turn 95J etu'.a. Tryj: Goudache ks*1 a la'.o qual. ƒ22.a/21.2de qual. f 10.— a f21.—, grootj f26.—. D.rby Laas Uaudol vlug, SclllcJaiu, 9 Scplembsr. Ko'eirin- ui do lis. e- ]2E.re. ïioctviju /b.7ó, Jiuevor fi 2.75, i'ea A mat. proef 142i ior Ned. vaten zonder fa-.t, zonder da belastm. Spociini-cnmmias'o per ketel ƒ1.1 Koto.ring yan da L'aarscominuM.e. Moutwijn f ?.26 a per lucJ. cU, zonaar faat en zonder be.aatinj. De groentyd vau bet Dolftsch Studentencorps is ingezet met een ongeluk, dat gelukkig nog vry goed is afgeloopen. Een candidaat-lid van het D. S.-C., die het' Vrydagavond waarschyniyk wel wat druk op de sociëteit „Phoenix" vond* wilde in stilte ontsnappen en klom daartoe op een hoogen mnur, om zoodoende de vrybeid te bekomen. Ongelukkig kon hy niet zien, waar hy af moest springen, zoodat by den sprong maar op goed geluk waagde, waarby hy oen been brak. Dr. Thomee verleende de eerste hulp, terwyl de toestand van den gevallene vry gunstig is. Eenzelfde geval als zich te Amsterdam Zaterdag heeft voorgedaan, heeft ook te Rotterdam plaats gehad. D* „N. R. Ct." schryIt: „Het „Dagblad van Rotterdam", uitgever F. B. Van Ditmar, geeft in zün nommer vaa heden het navolgend bericht, met vttte letter' gedrukt: „Volgens een hedenrnidaag by de „N. R. Ct." ontvangen telegram is Dreyfus door den krygsraad vrygesproken." „Wy begrüpen niet, hoe het blad dit leugen achtig bericht heeft kunnen plaatsen. Een dergeiyk telegram is door ons niet ontvangen en kon dus ook door ons niet gopuoliceerd zyn." Vrydagavond werd te Dordrecht een vytjarig knaapje vermist. Daar men ver moedde, dat het kind te water was geraakt in de nabyheid der woning, wer J den geueelen avond gedregd, doch zonder resultaat. Zaterdagmiddag zag een groei, tent oer, die met zün schuitje naar Dordrecht kwam, een handje boven water steken in de Riedykshaven. Hy roeide er heen en tracht een lykje loven water, dat by onderzoek tleek te zyn het levenlooze lichaam van het vermiste jongetje. Zaterdagnacht brak te Zwolle, by den landbouwer J. Schotte oen felle Lrand uit. Het perceel brandde geheel uit, waardoor ook het inwonend gezin van Stapman van; onderdak werd beroofd. De eerste waa wel, de tweede niet verzekerd. Te Do K r i m (O.) is een 2 j a r i g meisje van den arbeider M. S., aldaar, var* een vonder gevallen en verdronken. Te Berkenwoude ia een 3 jarig jongetje verdronken. Pogingen tot opwekking der levensgeesten bleken helaas vruchteloos. Een dor transitogoederenlood- sen aan de Noordzyde van het Albert-dok te Leith is een prooi der vlammen geworden.! De brand is ontstaan te midden van een stap.jl vaten met spiritus en do vlammen grepen zoo snel om zich hoen, dat de geheele loois, cio 280 by 80 voet moet, in de asch is gelegd. Van den inhoud werden 80 vaten wjjn on CO vaten spiritus gered, 25 vaten wyn, 4 vatea brandy, 12 vaten spiritus en esn hoeveel heid goederen van een Scbotsche firma zyn' vernield. Het stoomschip „Amsterdam", oat voor de looJs lag gemeerd, werd intijds ver haald, maar eenige goederenwagens werden mede aangetast door het vuur. Drie er van zyn verbrand. De totale schade wordt op' 10,000 pd. at. geschat en i3 door verzekering gedekt. Naar de „Doutsche medicinischo Wochcnschrift" mededeelt, heeft prof. F». Koch zyn onderzoekingen naar de oorzaak eer malaria in Italië geëindigd en is hy 13 Aug. naar Nederlandsch Indiö vertrokken, ooi die aldaar voort te zotten. Bnrgei'Ujke Stand van Leiden. Eerste huwelijksafkondiging van 10 September. P. J. De Wekker jm. 25 j. en A. C. De Kok jd. 21 j. L. N. Den Older jm. 26 ,j. en G. K., v. d. Grift jd. 23 j. F. X. J. P. Vintgea jm.- 29 j. en C. Van den Broek jd. 25 j. J. U. Van der Born jm. 21 j. en L- Thiel jd. 19 j. L. Lezwijn jm. 23 j. en S. E. Halbmeijor jd. 24 j. - J. C. Sehoplruizen jm. 27 j. cn J. E. Kwadijk jd.. 25 j. J. Arnoldu8 jm. 23 j. en J. Robbertje jd. 21 j. A. Duk jm. 30 j. en S. J. Zaalberg jd: 35 ]jt p. pjegi jm, 20 j. en J. Holawilder jd. 19 j. H. J. A. Brouwer geaoh. m. 57 j. ci\ J. Damsma jd. 46 j. J. F. O. Franke jm. zO j. en B. Schouten jd. 23 j. A. Kijnsburgcr jm. 26 j. cn J. Nienwenhuizen jd. 23 j. li. A, De Wijs jm. 27 j. en A. M. Bloem jd. 24 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 3