Terooi'deelins Tan Dreyfus/ ■v XV<j laten bier volgen bet slot Tan bet $lei:ooi van Demange. - Het denkbeeld beschouwende, dat Esterhazy een strooman zou zyn, zegt Demange, dat de bekentenis van het vaderschap van het borderel door Esterhazy zelf niet op zulk een tydstip is gedaan, dat een in de plaats-stelling moge lijk ware. Hoe ook te verklaren, dat Esterhazy, wanneer by een strooman zou zijn geweest, fcet hoofd zoozoer zou hebben verloren, op het oogenblik van zyn arrestatie, dat by er aan dacht zichzelf te dooien, toen de aanklacht door Mathieu Dreyfus werd gedaan? By zulk een ga:rag, zegt hy, zullen de rechters moeten vergelijken de hou ing van Dreyfus gedurende vijf jaar, de oogen naar Frankrijk gericht, sedert zijn veiooröeeling aan zijn chefs recht vragend. Esterhazy daaren tegen opspelend en aan do generaals belee- digende brieven schrijvend. „De rechters", zegt Demangs, „moeten zich herinneren, dat alle experts het eens zijn over dit punt: dat het schrift van net borderel niet van Dreyfus is en dat 2llen kenteekenen vinden van dat van Esterhazy." Vervolgens komt hij terug op de drijfveer, die Dreyfus geleid zou hebben, en merkt op, dat Dreyfus rijk was en gelukkig met twee kinderen, die zijn vreugde, zjjn liefde wareo, tot echtgenoote een moedige vrouw hebbend. Hij had alles; waarom zou hy zijn geluk op bet spel hebben gezet? Hoe kan gezegd worden, dat bij de stukken van het borderel heeft geleverdterwijl de drijfveer, die bjj hem niet aanwezig is te achten, wèl kon bestaan bij Esterhazy? Demange meent, dat het onmogelijk zal zijn, dat ce rechters, met den twijfel, die in bun geest moet overblijven, Drayfus 6chulcig verklaren, wanneer z\j denken aan dengen?, die aan den anderen kant van het Kanaal zit. Te midden van een doodelyk9 stilte spreekt Demange zijn aangrijpende peroratie uit: „"Wanneer gij straks u in raadkamer zult begeven, zult g[j u dan afvragen of Dreyfus onscbuLig is? Ongetwijfeld neen, want gjj zult u hebben af te vragen of hg sc b u la ig is en waarom? Gij zult a afvragen of hij het was, dia de stukken heeft geleverd, waar van wü den inhoud niet kennen. Gij zult tot uzelf zeggen: Er zijn dingen by, die hy nitt heeft kunnen leveren, en dat het schrift van het borderel het zijne niet is. Op dat oogenblik zal er twijfel ontstaan in uw geest.... en die twijfel is my voldoende. Die twytel is de vryspraak; cie twyfel gedoogt niet aan een eerlek geweten om te zeggen: Die man is schulcig. „Herinner u do smarten van den banneling (fail het Duivels.iland, zyn geesteiyke en zyn Schamelyke marteling! In weerwil van al dat lyden is hy een fier man gebleven. Is dat een verrader? Is het niet veeleer een eerlyk solJaat? Dreyfus, die zyn vrouw en zijn kin eren verafgoodt zoudt gy denken, dat hy een schurk is? f; „Neen, het is niet nooiig om zyn onschuld □og te verkondigen. Gy zyt ingelicht c-n dat waren de rechters van 1S94 niet. Zy hadden ^i;t het schrift van Esterhazy, dat u nu wel £ebt en dat inderdaad uw richtsnoer is. „Ik bid God", zoo riep Demange uit, de handen ten hemel heffend, „dat Hy uw ge weten verlichte. Ik bid God, dat hy aan Frankryk de eendracht hergeve, die het zoo dringend behoeft!" (Langdurige beweging). En zich tot het publiek wendend, besloot by aldus: „Wy zyn allen Franechen! Laat ons een drachtig zyn ïn ernzelfde belydenis: „De liefde voor ons Vaderland. 1 „De li--fde voor hot Recht. „De liefde voor het Leger!*9 (Langdurig applaus). Dreyfus was kalm gebleven tot het laatrte oogenblik. Hy snikte in zyn zakaoek. Labori zag van het woord af. Carrière vroeg voor zyn repliek verdaging cot crie uren. By het heengaan van Dreyfus hoorde men harde schreeuwen van Jaurês ten zyn omgeving: „Moed! Moed!" Dreyfus stak, toen by naar bet Lyceum terugkeerde, met zyn gewonen vasten stap de Avenue over. Van 1 tot 2 uren heeft hy zyn vrouw gezien, wier rytuig, toen zy terug keerde, door 4 gendarmen te paard werd begeleid. By het onderzoek 's morgens van de binnen komenden in hst Lyceum zyn 4 revolvers in beslag genomen. Toen het regiment dragonders, dat van Dinan kwam, de stad birnentrok, gaf de bevelhebber last om de stad mot een trompet geschal te groetm, maar door den gespannen toestand, waarin velen veikeerden, wekte dat geschal veel nieuwsgierigheid en ongerustheid en tal van personen kwamen uit de omringende straten aanloopen om te zi/n wat er gebeurde. Daarna, nadat het regiment voorby was, keerde alles weer tot rust terug. Geen manifestatie viel voor. V. Na de heropening dezer zitting zeide de regeerings commissaris, majoor Carrière, in zyn repliek tot den krijgsraad, dat hy niet wil treden in een debat, dat toch reeds zoo doorwerkt en zoo lang is. „Woegt het belang van co teide categorieën van getuigenissen, voor en tegen, en oordorlt 'dan in de onafhnnkolykheii van uw karakter, met uw flinkheid als soldaten. Het tewys is overal", zegt Carrière. „Frankryk verwacht met spanning uw oordeel. Ik volhard by myn 'conclusies en eiseh do toepassing van de artikelen 76 en 267 vr.n het militair wet boek." (Sensatie.) Met een stem, die schor is van vermoeienis, zegt Demange daarop, weenende: „Gy zyt van uw oordeel rekenschap schuldig aan uw geweten en aan God. Dit is myn laatste woord. Ik weet, dat gy loyale en oprechte mannen zyt. Nog nooit heeft men tot de hoogte van bewys mogelykheden en vermoedens verheven. Ik heb vertrouwen in u, omdat gy soldaten zyt". Dreyfus had zichtbaar geschreid, en met rood brandend gezicht en zenuwachtig knip pende oogleden volgde en hoorde hy de korte re- en dupliek aan, en toen, na een moeilyken slik, zeide by te midden van een groote stilte in de zaal die mooie zinnen, rolrond ran eenvoud en onwankelbaar vertrouwen. „Ik zal een zeer eenvoudige zaak zeggen, waarvan ik zeker ten. Ik verklaar voor myn land, voor het leger, voor u, dat ik onschuldig ben. Myn eenig doel is de eer te redden myner kinJeren, en van den naam, cien ik draag. Ik heb gedurende vyf jaren de meest verschrikkelijke martelingen doorstaan, maar ik ben er van overtuigd, dat ik het doel zal bereiken, dank aan uw loyauteit en uw rechtvaardigheid". (Langdurige beweging.) De president verklaart ua debatten gesloten. De krygsraad begaf zich te 3uur in raadkamer, om te beraadslagen. Dreyfus, wiens houding voortdurend kalm is, werd weggeleid, tot na het uitspieken van het vonnis, dat buiten zyn tegenwoordigheid moet plaats hebben. Tydens de schorsing van de zitting we rden levendige gesprekken gevoerd in de zaal en op de aangrenzende binnenplaats van het Lyceum. De gesprekken, hoe levendig ook, waren echter boffelyk. en gaven tot geen in cidenten aanleiding. „Ik ben onscholjig", het suizelde nog over de hoofden en men zag tranen springen in de oogen. Het heeft niet gaholpen; noch dio laatsta aancoenlyke wooruen, noch al wat aan overtuiging en moed en werkkracht ten offer is gebracht; een krygsraad tegenover een geheele wereld, welke de voor hem ge houden debatten gevolgd eu haar overtuiging gewonnen heeft, heeft opnieuw het schulaig uitgesproken. Het werd verwacht inde zaal toen de beraadslaging zoolang duurde, byna anderhalf uur. To9n klouk een eerste schelletje, maar slechts Carrière en de griffier verschenen. Een spanning in de zaal, te lezen op de gezichttn, te voelen aan het kloppen van het eigen hart. Nog een minuut verliep, nog een, de witte pluim van do kepi van Jouaust werd zichtbaar in den ingang, nog een scbolietje, eon klekl van bet slaan oer soldatenhanien tegen de geweerloopen, vol gende op do korte commando's tot de wacht, en do krygsraad verscheen. De koloa/l was zenuwachtig, op het gelaat van de andtro leden was niets te lezen. „In naam van bet Franache volk", klonk het ruw, terwyl wit gehandschoende rechterhanden tegen de kepi's het saluut brachten, en toen in die hy genie afwachting der honderden eerst de vraag, aan welker voorlezing geen einde scheen te komen, en daarop het verpletterend „ja" met meenerheid van stemmen. Een lang en pyn- lyk: „oh!" gonsde door de zaal, want met vyf tegen twee stommen werd Dreyfus schul dig verklaard aan verraad, en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeel J tot tien jaren militaire detentie. Demange stond verslagen, Labori, met wee moedige knikken naar de perabank.n, scheen te willen zoggen: „En het is mogelyk, zoo iets L" Van uit het publiek hoorde men niets anders opgaan dan die zucht van smartelyke verbazing. Op dat oogenblik was er ten minste niemand, die hoorbaar triomf, erde. En ook de ontruiming der zaal geschiedde zonder luid ruchtigheid. Op straat was evenmin de vrecse- lykheid van het gebeurde te bemerken. Nadat de voorlezing van het vonnis had plaats gehad in de zaal, heeft de veroordeeldo kalm tot zyn zwager Haaamard, die hem bet bericht het eerst mededeelde, gezegd: „Troost Lucio". Na het uitspreken van het vonnis werden van het Lyceum alle deuren gesloten. Gendar men en artillorie-soldaten ontruimden de ge hedle Rue ToulLr, waarin slechts soldaten mochten blyven. Slechts enkele begunstigden waren tegen woordig op de binnenplaats van bet Lyceum by de mededeeliQg van het vonnis aan kapi tein Dreyfus. Zy boorden het comman.o: „Op schouder 't geweer" en „Presenteert 't geweer", welke bevelen het voorlezen van het vonnis aan den veroordeel e voorafgingen. Het vonnis werd voorgelezen voor de daar aanwezige troepen. Dreyfus hoorde de voor lezing volkomen onbeweegiyk en zonder de minste ontroering te toonen, aan. Na ce voorlezing zou Dreyfus hebben op gemerkt, reeds twee rechters te hebben gevoonon. Hy, evenals zyn J^roeder Mathieu, toonen een bewonderenswaardige houding. Het bericht van de veroordeling werd eenig;-zins luidruchtig ontvangen in hot „café de la Paix" by het postkantoor. Er was herrie, men moest de Marseillaise spelen, er was geroep van: „Leve het leger! Weg met de Jo en!" Dit beeft echter niet lang geduurd, want de lawaaimakers werden in de naby- heid der café's, waar de journalisten gewoon- lyk samenkwamen, en op het plein voor het raadhuis gemakkelijk uiteengedreven door de cavalerie. Trouwens, de betooging had niet veel te beduiden. Reeds sedert den middag was op da boule vards te Parys een zekere zenuwachtige ont roering, die sterker werd, toen uit de speciale edities bekend werd, dat de uitspraak van het vonnis na den middag zou plaats hebben. Er vormden zich groepen in den omtrek der dagbladbureelen, wachtende op de laatste be richten. Tegen halfzes werd hef vonnis bekend. In de groepjes hadden levendige gedachten wis selingen plaats, en worden druk commentaren geleverd. Geen der beide partyen is voldaan. Er heerscht algemeene verbazing over den zin van het vonnis. De ontroering is zeer groot, maar de geest is over het geheel zeer kalm. De nationalistische groep heeft Zaterdag avond vergaderd en een zeer heftige motie aangenomen tegen de Regeering, op grond van het voonis van den krygsraad te Rennes. Den geheelen avond waren er te Parys taliooze wandelaars op de boulevards; de ter rassen van de cafó's waren overvol; overal heerschte groote bewegiDg, maar ontdaan van elk gevaariyk karakter. De openbare macht was op verschillende plaatsen verborgen opgesteld en de politie vertoonde zich zeer talryk tusschen de menigte. Doch alles was betrekkelijk zeer kalm. Volgens een voorloopige uitlegging van het vonnis zou do tyd, op bet Duivelseiland cn in andere gevangenissen doorgebracht, in minde ring worden gebracht v*n do nieuwe straf; en daar deze straf niet in gemeenschappelijke opshiitiug is ondergaan, telt zy dubbel. Het practische resultaat van de veroordeeling zou dan zyn, dat Dreyfus den 15den Octobers, s. in vryheid zoo worden gesteld. Maar al ware dit zoo, de moreele schande bleef toch bestaan. Volgens later ontvangen bericht zou den echter alleen de vyf jaren op het duivels eiland doorgebracht, gewoon van de straf worden afgetrokken. De straf van militaire detentie, aan Dreyfus opgelegd, staat gelyk met gewone gevangenis straf, doch heeft voor een officier niet eervol ontslag uit het leger ten gevolge. Zy gaat gepaard met degradatie. By het aanteekenen van cassatie zyn er twee gevallen mogelyk: de zaak komt in tweede instantie voor den raad van revisie, een militaire rechtbank, of wel voor bet Hof van Cassatie. In de „Figaro" betoogt een rechtsgeleerde, dat de zaak Dreyfus moet komen voor het Hof van Cassatie. Ware het proces te Rennes, zegt deze scbry ver, het gevolg geweest van een inbeschuldigingstelling, een gawone aanklacht, dan zou geen twyf.l mogelyk zyn. Da zaak kwam dan voor den raad van revisie, die over de cassatie-middelen uitspraak doet en by mogelyke vernietiging van het vonnis haar verwy6t voor een anderen krygsraad. Dit is hier echter niet het geval. Het proces-Droyfus is by den krygsraad van Rennes aanhangig gemaakt door een arrest van het Hof van Cassatie, dat als lastgever tegen over dien krygsraad is opgetreden en dus b6t uitsluitend recht beeft om te beoordeelen boe de gegeven opdracht is uitgevoerd. Het zou in stryd met het begrip van recht zyn, meent de schryver, dat de raad van revisie zou oordeelen over den uitleg, door den krygs raad gegeven, aan het vouni3 van het Hof van Cassatie. Aangenomen dus, dat de zaak-Droyfus in hooger beroep zal komen voor de Straf kamer van het Hof van Cassatie, dan wordt in dat geval de verklaring van cassatie, bevattende de middelen daartoe, door den griffier van den krygsraad met de proces stukken gezondc-n aan den minister van justitie. Binnen 24 uren na de ontvangst oior stukken zendt de minister Z9 aan het Hof van Cassatie, dat binnen een ma..ni na de ontvangst over de voorziening in cassatie moet recht doen. In zyn uitspraak kan het Hof het vonnis vernietigen met of zonder verwyzing naar een nieuwen krygsraad. Evenals overal elders, werd ook te LeiJen de uitspra.-k met spanning te gemost gezien, daar het reeds bekend was geworden, dat de beslissing niet heden, Maandag, maar reeds Zaterdagnamiddag of -avond zou valhn. Monde ling en por telephoon werden we telkens met vragen om inlichtingen overstroomd. Eindelijk omstreeks halfzes kwam er be richt. Het luidde: veroordeeling tot 10 jaren verbanning. We hadden onze maatregelen genomen om de uitspraak van méér dan één zyde te ont vangen, mot het oog op de bestorming, welke het telegraafkantoor te Rennes dadeJyknade mededeeiing van het vonnis zou ondergaan. Licht, dat er dan één wel tot de eersten zou behooren. Kort achter elkaar ontvingen we dan ook nog drie telegrammen, welke echter niet ge heel met elkaar klopten wat den aard der straf betreft, al was in alle van 10 jaren sprake. Opmerkeiyk is het, dat in de ver schillende bladen en in de door hen ver spreide bulletins dienaangaande even:ens geen overeenstemming heerschte. Het tweede coor ons ontvangen telegram luidde10 jaren deportatie met 5 tegen 2 stemmen. Het derde: 10 jaren vestingstraf met 6 tegen 2 stemmen en ouder aanneming van verzachtende omstandigheden. Het vierde: 10 jarea gevangenisstraf met 6 tegen 2 stemmen en met verzachtende omstandigheden. Yryspraak door de kameraden van Dreyfus, zooals deze had gehoopt, was er dus in geen geval, ook al werd het eerste telegram in dien geest uitgelegd, dat 10 jaren gewone verbanning buiten Frankryk werd bedoeld. Ook dat zou nog een veroordeeling geweest zyn. Karakteristiek drukte een onzer eminente mannen, zooals Leiden er zoo velen telt, zyn gevo;len, toen hy aan ons bureel information omtrent de verschillende lezingen kwam in winnen, aldus uit: „Hoe dan ook, het is er een boeventoel." En ook eenige ingezetenen, die, naar wy vernamen, hun vlag reeds gereed hadden liggen als Dreyfus werd vrygesproken, zagen zich teleurgesteld om op deze wyze van bun instemming te kunnen getuigen. Maar kon er, by kalme overweging, eigen- ïyk wel vryspraak verwacht worden? Dat zou, goed beschouwd, tot de wonderen hebben behoord. De krygsraad toch bestond uit zeven militairen. De hoogste onder hen vertegen woordigde rang was die van kolonel, ttrwyi de beschuldigde oieD van kapitein bekleedde. Dat ia dus in orde. Maar voor dien krygsraad waren vier of vyf generaals verschenen, die tegen Dreyfus hadden getuigd, alsmede een gewezen president der Republiek, die zooal niet tégen, dan toch ook niet vóór den be schuldigde verklaringen bai afgelegd. Verder had een der generaals zelfs gezegd Dreyfus is schuldig of ik ben 'tDaarmede was dus den leden van den krygsraad, waar onder jongeren, die nog een to/komst voor zich hebben en gaarne dus promotie willen maken, het mes op de keel gezet Verkla rden zy Dreyfus onschuldig, dan spraken zy het schuldig uit over hun generaals, over hun superieuren. Welk een stout bestaan zou dat geweest zynl Bovendiennog kort te voren had Carrière in zyn repliek gezegd dat de militaire rechters gezworenen zyn en dus geen wettig be wys noodig hadden. By zyn ziel en geweten achtte Carrière Dreyfus schul.ig. De ziel willen we daarlaten, maar bekend is dat sommigen er esn geweten op na hou en waarin wel een rytuig met vier paarden kan ketren. En dat wordt dsn eerlijke rechtspleging ge noemd, - waar niet bewezen is, wat be wezen moest worden. Zelfs aan onz c eenvoucigen Lcidschen Schuttersraad is, ouder den naam van auditeur militair, wel een rechtsgeleerde toegevoegd. Het vonnis, door den krygsraad van Rennes over Dreyfus uitgesproken, luict aldus: „In den naam vaa het Fraosche volk: „Op heden 9 September 1899: „de krygsraad van het 10de legercorps, be- raadslagenda met gesloten deuren, „op de volgende vraag van deu president: „Is Alfred Dreyfus, kapitein der artillerie, stagiaire by den generalen staf, schuldig aan het uitlokken van machinaties of het onder houden van betrekkingen in 1894 met e-.n buitenlandse!)e mogendheid of een van haar agenten, om haar te bewegen om vyandelyk- heden ta beginnen of oorlog te voeren tegen Frankryk of om haar daartoe do mid oei en ta verschaffen door aan haar de nota's en stuk ken te levereD, in het borderel gonoemd," „nadat do stemmen één voor één waren opgenomen, te beginnea mtt het laagst gegradueerde lid, den presiJent het laatst stemmende, „verklaart „op do eenige vraag: „Ja, met een meerderheid van vyf stemmen tegen twee, de beklaagde i3 schuldig, „en op een twe-ede vraag met ju eerderheid van stemmen: „er zyn verzachtende omstandigheden; „ten gevolge waarvan do president omtrent den eisch van den regeeriugscommissaris de vraag heeft gesteld en de stemmen heeft opgenomen als boven is aangegeven; „bygevolg veroordeelt de krygsraad met 5 stemmen tegen 2 gonoamden Drayfas (Alfred) tot de straf van tien jaren opsluiting krachtens de artikelen 76 van den Code Penal, 7 van de wet van 8 Oct. 1830, 5 van de Grondwet van 10 Nov. 1848, 1 van de wet van 8 Juni 1850, 462 en 20 van den Code Final, 189, 267 en 132 van het militoir strafwetboek." Verder volgt de tekst der artikelen, een besluit omtrent de toepassing van lijfsdwang voor de invordering eer kosten en ten slotte de zinsnede: „Draagt den regeeringscommissaris op on middellijk in zijn tegenwoordigheid aan den veroordeelde voorlezing te laten do n van het vonnis voor de wacht en h/m mede te doelen, dat de wet hem 24 uren toestaat om in appèl to gaan." De tegen Dreyfus uitgesproken straf (deten tion) wordt in art. 20 van den Code FénaZ (to?pa68elyk verklaard in art. 189 van den Code de Justice militaire) aldus omschreven: „Hy die tot detentie veroordo-lJ is, zal opgesloten worden in oen der vestingen, ge legen op het vastelandsgebied van de Repu bliek, welke daartoe by presidentieel besluit zyn aangewezen. „Hy zal zich met de personen binnen de plaat6 der detentie of daarbuiten mogen onder houden overeenkomstig de politie reglementen, by presidentieel besluit vastgesteld. „De straf van detentie kan niet worden uitgesproken voor minder dan vyf noch roor meer dan twintig jaren De „N. R. Ct." scbry ft het volgende: Dreyfus is veroordeeld. Dit Is onmogeiyk, nietwaar? Een lugubere aardigheid. Een duivelsche grap. Neen, het is zoo. Do maan is nog rond, de wetten der zwaartekracht zyn nog dezelfde mair Dreyfus is andermaal veroordeeld. Hy is schuldi* verklaard, mtt vyf tegen twee stemmen, en veroordeel! tot eon vesting straf van tien jaren. Deze officier van het Fransche leger heeft stukken, 'a lands ver dediging rakende, geleverd aan een vreemde mogendheid om haar te bowegen e n oorlog te beginnen tegen Frankryk. Voor zulk oen misdryf acht de krygsraad te Rennes do in het wetboek bepaalde straf: deportatie voor het leven binnen een vorsterkte plaats, te zwaar. "Want hy heeft landverraad gepleegd „onder verzachtende omstandig- heaen". Hy is maar een beetje e n verrader. Die krygsraad van 1894 was to streng ge weest. Stop hem tien jaar in oen vesting de generaals z\jn tevreden en do zaak is uit I Die straf, die vreeseiyke onzinnigheid van deze tien jaar opsluiting onier verzachtende omstandigheden Na vi/r jaren marteling op een eenzame rots in den tropischen Oceaan, na een reuzenstrijd tusschen waarheid en geweld, een worsteling om recht, dlo Frank ryk in tweeën scheurJe en waarby de wereld hijgend toszag cit ellenoig kleins, benepen, jamm^riyke middeltje, dit vernederende com- promisje. Tot dtzon: gy kunt gerust zyn; zoo uw ge weten u welliöht den slaap beneemt, de justitie zal u met vrede laten. Tot genen: gjj hebt u niet vergeefs zoo druk gemaakt; gy hebt er heel wat af gekregen. Hy heeft zyn land verraden onder verzachtende om standigheden. Vyf laöge weken heeft hy daar gezeten, de taruggekeerde van het Duivelseiland, tegen over zyn nieuwe rechters. Hy heeft zyn beulen van 1894 van na- y in de oogen gezien en al de helpers, die sinds dat jaar door ben zyn aangeworven. Hy heeft zyn leven voor zyn oogen zien uitrafelen; hy heeft hen boon a betoogen in lange pleidooien en requisitoiren, ongehinderd uitgesproken en herhaald, wat hy had gedaan, rat door een verrader ook gedaan hal kunnen zyn; wat hy mogelyk en nht onmogeiyk gedaan had kunnen hebben; wat hy bai moeten nalaten, zoo by etn veroordeeling bad willen ontloopen. Hy hseft, nu en dan, een weerlegging beproefc: voor zoover zyn gepynigle hersenen het hern ver gunden, heeft hy zich herinnerd wat hy vyf jaren geleden al of ".niet had kunnen weten, all of niet heeft kannen zeggen. Laagznmer- hani werd by een „gewoon" man. Men zag in hem niet meer do schim, uit een andere wereli teruggekomen om weer mensch te worden. Hy geleek een arm afgejakkerd paard; het amphitheater zag nieuwsgierig toe, hoe hy zich togen de 6tieren hou Jen zou. Hy was niet sympathiek. Zyn kameraden waren ncoit op hem gesteld geweest; nu was het, of nooit, de tyd te zeggen, hoe zy hem altyd gebaat en verJacht hadden. Zyn „cris du coeur" datone-r en wel eens. Hy had zoo-lang, in zengende dagen en stormnachten, in doffe smart en in waanzin, in hoop en in wanhoop Ik ben onsebul ig! geroepen en gekryscht, dat bet woord h^in in den mond bestorven lag. Hy was onschul.ig. R s sacra miser. Maar heilig niet alleen zyn zaak, omdat het cie van een ongelukkige was. Want d.zo ongelukkige zöJf was eeu vooroeeld voor de wereld. Alle ver rukten en vertrapten, allen, wien, onverdiend, de hoop gaat ontzinken' en die geen licht meor zien onder een duistcran storm, mogen hèm ge:enken. Het proces t-3 Rennes was de apotheose van den mensche- lyken wil. Zoo ooit een mensch, t-gon alles in, t gen tyd cn macht en ïyna zou men zeggen: rede, gedaan heeft, wat hy gezegd had te willen, dan is het Alfred Dreyfus. Er valt over de schuld of onschuld van Dreyfus niot meer te redetwist-/n. Vo^r velen is zy, do schuil of de onschulJ, een za^k. vaa enkel gevo.-l, een geloofsartikel; zy redeneren niet. Anderen, belanghabbendon ce moest.n,— ga-t het niet om hun huid en hun eer? he'ob.n nu vijf "weken lang ca schuld tracht te bow y zon. Zij echter, cie hun overtui ging van Drsyfu's onschuld op nauwgezette en langdurige bestudeering v^n zyn zaakp scherpe waarneming van zyn verdedigers zoowel als van. zyn aanklagers, logica en, gezond verstand, gegronovest hebben, zyn het redeneeren moe. Zy coen als Lacori; zy zien van bet woord af. Maar één cing staat vist, dat geen be reden tering behojit. Da vraag, t oor hot Hof van Cassatie aan i-on krygsrgal voorgelegd, is Ly geen mogcJykbti.i op grond van do gohoorae getuigenissen en de geraadpleegde stukken (want achts-». de gesloten deuren ii mots gth iu:s geschied) bevi6tigend hvant.waord kunnen worden. Niet voor niets h bcen deze rechters gebruik ge maakt van liet wetsartikel, dat lien van de verplicnting tot u oiiveering van het vonnis ontslaat. De motieven liggen buiten de reebts- zaal, buiten h=t proces, LuiUn Rennes. Wiö daaraan nog twyf.lt, zie naar de straf: tien jar.-n gevangenis, v<.rxachtendo omstandig heden. En daarom, en omdat er nog rechters zijn te Parys, zal het vonnis van den krygsraad te> Rennes tóch nitt het laatste woord zyn. De wet geeft nog een uitweg, misschien meer dan cén. Deed zy htt Diet, cr is ten President, op het Elysée en er is een ministerie, mag men hopen, aie hun plicht kennen. Dat Alfred Dreyfus deze straf zou ondtrgaan, is kortweg ondenkoaar. Anderen zullen doen, wat de krijgsraad heeft geweigerd. Van do militaire justitie heeft een Fransch officier geen recht kunnen krUgen, op hot leger komt de schande. De woorden van waarhtid en gerechtigheid ontbreken waarJyk in Frankryk nitt. Maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2