Daarom neem ik m'n draai en wil wedden
om een goede oude komijnekaas, dat al onze
uitverkorenen, maar speciaal de beer wethouder
Pennings, al lang hebben begrepgn, waar ik
Leen wil. Juist! Naar de waterloozing in het
dorp, cio er niet i?, die er Doodig moest
Wcz-D, maar cie we niet krijgen, omdat de
wethouder zoo bou.t van het maken van
grepjös. Waarde heer, n maakt grapjes. In
den Raad heeft de heer burgemeester den
to.-stand onhouïbaar geno-md.
Is dat niet officieel? Hij kon het Raadhuis
en de hoeren Van Dyk en Van der Zalm konden
liun woningen niet bereiken en wat zegt
de pas weJer zonder concurrentie herkozen
heer PenniDgs9 Ieder bad wel eens last van
z'n water. Wett u wat ik deed, als ik de
burgemeester was? Ik schafte mij, natuurlijk
voor rekening van de gemeente, etn water
fiets aan cie dingen heb je of, wat nog
doelmatiger was, een stel waterschoenen; die
zijn tivens uitDemend geschikt om te leeren
steecs het juiste evenwicht te houden.
Ja, h-.t is schrikkelijk croog en zal ook
hierin bet evenwicht worden herstelJ, dan
wacht ons etn regenty^perk van belang. Het
water zal de laagste plaatsen blijven opzoeken
en de toestand zal steecs onhoudbaarder wor
den. Officiéél was het r^eds, maar is het ook
niet heel natuurlek, in ce Kiesvereeniging bjj
Ytrrassing canóidaat gestelde heer Pennings?
En tot veroeterlng van dien op zoo natuur
lijke wijze ontstanen en officiöel geconsta-
tcerden onhoudbaren toestand mag volgens
u de gemeentekas niet worden aangesproken.
Hoj moet de burgemeester dan, als ue omtrek
een zee gelijkt, op bet Raadhuis komeD, waar
hy voort an in elk geval driemaal per week
wezen moet, want van Cie waterschoeDen
zio ik toch niets komen. Ik stel voor, dat de
burgemeester dan den wethouder requireert
tot het maken van grepjes, onuer toezicht
van den gemeente opzichter, cie alleen heeft
to zorgen, cat by er geen grapjes van maakt.
Waarvoor het geld der gemeente volgens
den immers zoo zuinigen wethou :er wèl mag
worden besteed? Dat zal .biyken by de behan
deling van e9n -anderen onbouubaren toestand,
even officieel, maar minder natuurlyk. Hier
over later.
Oude-Wetering. Door den plaatsvervan
gond cistricts veearts, oen hoer W. F. Hjlwig,
zya hier een tweetal varkens van den werk
man Veenswyk geént tgen de vhkziekte,
volgens de methode van dr. Lorenz.
ltynsburg. In een gisteren gehouden ver
gadering is besloten, oat a. s. DonierJag 31
Aug. een ringryierö zal plaats heoben op
het losse paard, waarvoor fraaie pryzen zullen
woroen aangeschaft. Staande de vergadering
gaven zich reeds 26 deelnemers aan. Ook
zal een prys worden uitgeloofd voor het
fraaiste kostuum.
Ier-Aar. De kinderen van de twee hoogste
klassen van de openbare school io deze ge
meente hebben een uitstapje gemaakt naar
Katwyk met de stoomboot „W. Bus", onder
geltide van hot onderwijzend personeel van
4ie school en daartoe in staat gesteld door
vrijwillige bydragen van de ouders der kinderen,
loor zooveel dezen daarvoor hebben kunnen
jy ara gen, en overigens van ingezetenen.
De kinderen zyn onthaalJ op krentenbrood
en limonade en hebben zeer gonoeglyk den
dag aan het strand onder elkanuer door
gebracht.
Des avonds ongeveer te zeven uren waren
do kinJeren weder naby het schoolt:rrein
t ruggekeerd, van waar elk byzonder vobaan
huiswaarts keerde.
Voorhout. Vrijdag-avond arriveerJe met
de treinen van omstreeks halfzes aan de
halte albitr een zestigtal R.-K. onderwyzers
tot het houden van een driedaagsche retraite
in het Seminarie Hageveld.
Vrydrtg-avond zat, deze week reeds voor
de vierde m<&l, wederom een schip vast onder
de Borit^-Koe-brug en veroorzaakte een vry
lang oponthoud aan een zestal ander6 schepen,
welker bemanning het niet aan de noocige
scheldwoorden liet ontbreken.
Naar wy vernemen is de oiepto onder de
trug normaal, nl. vier voet, en is het vast
zitten uitsluitend de schuld van met het
vaarwater omekende schippers, die de brug
willen doorvaren met schepen, die 4'/% voet
of dieper geladen zyn.
Ycur. Tot onderwijzeres aan ce openbare
school dezer gemeente is benoemd mej. C.
Haring, alhier.
Woubrugge. Onder begunstiging van mooi
zomerweer maakten de leden der Zangver-
eeniging, alhier, onder directie van den heer
H C. V«.n Griethuizen, van Alfen, Donderdag
een uitstapje naar AmsttrJara en IJmuiden
per exprrsse^oot van de firma Carsjens.
's Avonds te elf uren zyn de jongelui, ODge-
veer 50 in getal, die zich klaarbiykelyk goed
hadden geamuse.rd, hier teruggekeerd.
Nader vernemen wy, dat de vermiste
knaap, waarvan in het bericht van gisteren
sprake was, werkeiyk op een verkeerde boot
(directie Bus), eveneens met schoolkinderen,
was aabgtlan*. Nadat het kind onder Ter-Aar
Dog alleen op de boot was achtergebleven, is
het, by het afvaren der Drecht, nog op de
boot van bestemming naar Aalsmeer overge
zet kunnen worden.
Woerden. Do heer J. KoyfF Azn. heeft
als wethouder dezer gemeente bedankt.
"Wegens niet voldoende deelneming zal
het kinderfeest op 31 Augustus a. s. niet
gehouden worden.
N Vit de „Staatscoaract,"
Kon. besluiten. Eervol ontslag verleend:
aan den met verlof in Europa aanwezigen luit.-
kolonel der infanterie van het leger inNed.-Indiö
G. A. Hanson, met ingang van 1 September 1899,
met toekenning van pensioen.
Pensioen verleend: aan mr. C. G. Byleveld, ten
bedrage van f2334 's jams, en aan A. Niemans, ten
bedrage van ƒ562 'sjaars.
Vergunning verleend aan jhr. J- De Rovere van
Breugel, consul aan het dopart. van buitenl. zaken,
tot het aannemen der vorsierselen van ridder dor
orde van de Eikekroon, hem door Z. K. H. den
Groothertog van Luxemburg geschonken.
Min. beschikkingen. Op non-activitoit
gesteld de kapt.-ter-zee J. H. L- J. baron Sweert9
de Landas Wijborgh en de luit.-ter-zee der 2de
klasse jhr J. O. F. Von Mühlen, beiden in com-
missio te 's-Gravenhage, met 26 dezer.
Programma van Muziekuitvoeringen.
MUSI9 SA.CRUM. Zondag 27 Aug., to halfaeht.
door het SUfmuziokeorps der dd. 8cbutterij. Directeur:
de heer Joh. C. Geyp. Eerste afdeelhg: No. 1.
.Handicap", Marach, G. Roaey; 2.Ouverture,Othello",
O. Roeaini; S. „Toreadoi", Wale, T. P. Royie; 4.
F ntaieie nit .Martha, oder der Markt zu Richmond",
F. Von Flotow. Tweede afdjoling: No. 5. Ouverture
„Die beidon Hueareu", Fr. Do pier 6. Fa- Uieio uit
de Opera .Don Carljb', G Verdi; 7. aSerenade,
(arr. Job. O. Geyp). Ch. Goonod; b. .Petite Bijouterie",
C. £ohm; 8. Waldaly le", E. Hasaelmann; 9.
Potpourri popolaire No. 5, G. Reuaad.
Nos. 1, 5, 7b en 9, eorate uitvoeiiag op „Maeis
Sacrum".
De Transyaal-meeting in hot Paleis
voor Volksvlijt.
Reeds lang vóór balfacht gisteravond stond
onder de p rystile van het Paleis te Amster
dam een diebte menigte het opengaan der
deuren te verbeiden, ten einde toegang te
erlangen tot de grooto zaal van het Paleis
voor Volksvlijt, waar door het zich gevormd
hebbende Comité ae openbare meeting belegd
W-13, ten einde te betoogen voor de Zuid-
Afrikaansche Republiek.
En reeds geruimen tyd voor den aanvang
der vergadering was de geheele zaal van het
Paleis, mitsgaders ton groot deel der galerijen
gevuld coor mannen en vrouwen van allen
rang en stand. Daar were en zoowel opgemtrkt
mannen uit de hoogste kringeo der stad,
leden van Regeeringsliohamen als mannen uit
de arbeidende klasse, allen opgekomen met
één en hetzelfde doelsympathie te betuigen
met de stamgeoooten in Zuii-Afnka, die thans
zulke moeilyke d g<.n beleven.
Da komst van het Comité op het podium
werd door de aanwezigen met handgeklap
begroet.
De voorzittersstoel werd ingenomen door
den president der Amsterdamscbo Kamer
van Koophandel, den heer Aug. M. J.
Hend richs.
Deze gaf dadelyk na de opening der ver
gadering het woord aan het mannenkoor
„Apollo", dat fcelaDgloo3 zyn medewerking
hau toegezegd en inzette het „Transvaalscho
Volkslied". Het zingen van cit volkslied werd
door de menigte aangehoord en aan het einde
met daverende toejuichingen begroet.
De heer Hendrichs, daarna wederom
het woord nemende, noemde het een «root
voorrecht deze vergadering to mogtn voor
zitten, een vergadering belegd mot het doel
om sympathie te betuigen aan onze broeders
in Zuid Afrika, in deze dagen, die voor hen
zoo hacbelyk zyn. Spr. brengt allen dankt na
mens het Comité en de broeders daar ginds,
die vooral in deze dagen de betuiging van
aller sympathie behoeven; hy dankt voor de
talryke opkomst alhier. Dezo vergadering,
zegt spr., is niet opgeroepen op pompeuze
wyze; een eenvoudige oproping in de dag
bladen was voldoende om deze groote zaal
tot in alle ho ken te doen vullen. Dit is
een bewys dat Amsterdam medelydt met
de broeders en zusters daar ginder en een
kreet, een bede worden geuit dat zy gespaard
zullen worden voor rampen. Zal, vraagt spr.
die kreet ook gehoord worden door het Brit-
scbe volk, door hen, dia dryven om de Re
publiek den oorlog aan te doon? Wie zal
dat zeggen? Doch hoe dat zy, krachtige
uiting uit de hoofdstad van Nederland, ge
voegd bij die van elders, zal misschien naast
aie van Britten, die anders willen, de ramp
weten af te weoaen, die de Zuid-Afrikaanscho
Republiek bedreigt. Enkele heeren zullen u
bier voorlichten omtrent de ontwikkeling, het
bestaan der Z.-A. Republiek; hun hooge positie,
hun kennis van Transvaal, hun be.Oslingom
niet noodeloo3 te kwetsen, geeft u waaroorg
dat ge op hun voorlichting kunt afgaan en
aan bet slot der byeeokomst zal u een motie
worden voorgesteld, die ge naar ik hoop, zult
goedkeuren.
Spr. moest daarna do onaangename mede-
deeling doen dat pastoor G. W. Konings,
die gisteravond als spreker zou optredeD, tot
zyn leedwezen belet was tegenwoordig te
zyn. De geachte geestelyke had echter bericht
zich volkomen met de motie te vereenigen.
Daarna gaf spr. het woord aan den beer
Ds. F. Lion Cachet, predikant te Rot
terdam.
Herinnert gy u nog, vraagt spr. in den
aanvang van zyn rede, de groote meeting,
dis wy in 1881 hadden in de groote zaal
van Artis, toen w\j ook daar de zaak der
Transvalers bepleitten? Hebben wy er ons
niet in verbiyddat daar eindelyk rust en
vrede zouden komen? Weinig heb ik toen
geJacbt, zegt spr., dat ik nogmaals zou moe
ten spreken in myn vaderstad over onrecht,
myn tweede vaderland aangedaan. Er zal
een motie gesteld worden; daarom heeft spr.
er geen te 6tellen, zooals hy anders zou ge
daan hebben, en zyn motie zal het onderwerp
zyner rede zyn. Aan Transvaal wordt by
vernieuwing onrecht aangedaan; Transvaal,
dat schoons land met zyn bergen en dalen
en vlakke velden; met zooveel moeite in bezit
genomen! Zy, die zeggen, dat ze het van de
inlanders geroofd hebben, spreken onrecht of
zy weten niet wat geschied is (Applaus).
Gedrongen werden zy uit hun land, die
eerste trekkers; verdreven waren zy van
hun boerJeryen en na langdorigen 6tryd
met de Kaffers, van wie zy het laDd wilden
koopen, maar door wie zy zoo dikwerf ver
raden werden. Na langourigen strijd hadden
zy Natal tot kolonie gemaakt. Maar de
Britsche vlag achtervolgde ze en verdreef
beo; het scboono land werd verlat-n en zy
vestigden zich over de Yaalrivier daar
zouden zy vry zün. Helaas, toen het goud,
cat daar was, als het ware uit den grond
opborrelde, kwamen nieuwe moeilykbeaen.
En dan, spr. heeft het gezien met eigen
oogen, gehoord met eigen ooren, dat lang
gewacht werd door die mannen over de Vaal,
voor zy grepen naar de wapenen, omdat het
niet langer to dr gen was. Toen kwam het
volk op, vereenigd; toen werd manneiyk
gestreden; alles gedaan wat een klein, doch
onathankelyk volk doen kan: zyn onafhan-
keiykheid vtrdeaigen. En toen meeodo men,
dat htt gevaar geweken w^s, doch dat was
Diet zoo. Och, ro-pt spr., was Transvaal
slechts arm gebleven, zooals het was, toen
ik er was; het goud, dat barstte uit den
grond, dat goad heeft het gevaar gebracht.
Doch dat is niet de eenige reden. Enge
land zou willen, dat dis twee republieken
gingen erkennen, dat zy Britsche onder
danen zyn, doch Transvaal kan dat niet
erkennen; Transvaal is een vry land! Htt
Britsche Ryk schreed voort: Natal en de
Kaffer-staten werden geannexeerd. Trans
vaal ligt iDgesloten, het is den Boeren
onmogelyk langer to trekken en Transvaal
heeft een gioote misdaad begaan. De Boeren
hebben de Engelschen geslagen by Amajuba
(applaus, gejuicb); zy hebt en de
Engelschen geslagen keer op keer en dat
is hun misdaad. Amajuba moet gewroken
worden. Spr. heeft nog altijd vermoei, dat
htt niet tot oorlog koenen zou, doch zyn
hoop is by kans vervlogen: menschelyktr-
wyze gelooft hy, dat het tot oorlog moet
komen. Al geeft president Kruger nog zooveel
toe, de Britsche politiek wil steeds meer.
Maar men zegge niet: het Britsche volk wil
oorlog; daar zyn tal van Britten, cie den
oorlog niet willen; nog pas beeft spr. in
Groningen door arie Engelsche precikanten
hooren zeggen, dat zy den oorlog niet willon,
en pas kort geleden bad te Amsteruam een
Engelsch pre ikant In de Engelsche kerk,
dat zyn land zich niet aan de misdaad van
oorlog zou schuldig maken. Daarom, zegt
spr., betuig den Transvalers uw sympathie,
zy zal hun goed doen; protesteer op gepaste
wyze by Engeland tegen dien oorlog. Zeker,
Engeland is machtig, maar Diet almachtig;
God is almachtig, Hy kan het gevaar af
wenden zoo zy het. (Daverende toe
juichingen).
De tweede spreker was de heer
Mr. H. Verkouteren.
De Transvaal, begon hy, is niet het eenigo
land, dat een Uitlandersquaestie gehad heelt;
de kinderen Israels hadden die ook; ook de
Argentynsche Republiek heeft die, maar dat
een stembiljet die quaestie moet beslissen, is
nergens ooit gehoord. De reden, dat er een
Uitlandersquaestio is in Transvaal, zit in het
goud, dat Argentinië niet heeft. Ook hier te
lande zyn Engelschen, die belasting betalen
en geen stemrecht heb;en; waarom wordt
daartegen niet door Engeland geprotesteerd,
waarom doet het dit wel in Transvaal? Voor
de Transvaal is het do vraag: to zyn of niet
te zyn, en in de buitengewone omstandigheden,
waarin Transvaal verkeert, zA het zeker juist
zyn aan de Uitlanders te geven eenige zetels,
doch verder kan niet gegaan worden, dat
zou gevaar opleveren voor de souvereiniteit.
Waarom moet aan de Transvaal worden ge
vraagd, wat geen enkele beschaafde staat
toestaat en nooit toegestaan heeft? Het is
onwaar, dat Uitlanders verstoken zyn van
bescherming en representatie als zy zetels
missen in het parlement: die representatie
wordt gevormd door consuls en gezanten.
Het goed recht is das/om aan de zyde van
Transvaal. Als Gladstone nog leefde, gelooft
spr. niot, dat het ODrecht gepleegd zou wor
den; hy hoeft het onrecht hersteld. Maar
laat men vertrouwen in de goede eigenschap
pen van htt Engelsche volk; op die goede
eigenschappen moet men een waardig beroep
doen; met kracht, doch bovenal mtt waar
digheid, dient geprotesteerd, zonder scherpte,
zooals tot sprekers leedwezen enkele vereeni-
gingen in den lande deden. (Applaus).
Prof. dr. C. Bellaar SpruytzeiJe
een en ander te willen zeggen over de
houding, door de Oranje-Vrystaters sedert
Jameson's inval tegenover do Transvaalscha
aangelegenheden aangenomen. Men weet in
Engeland, dat by een aanval op Transvaal,
de Oranje-Vrystaat te hulp zal komen; die
broedertrouw verdient ons aller sympathie.
(Applaus). Maar het Engelsche volk, zegt
spr., staat op het punt een groot onrecht te
plegen en zich te storten in een poel Tan
ellende. De couranten deelden gisteren mede,
dat de Engelsche jongens thans een nieuw
spelletje hebben, wat zy noemen „blowing
up the Boers". By dit vrooiyk spelletje wer
den voor een paar dagen een paar jongeDS
ernstig gewond; arme jongens, doch „de
Boeren in de lucht te laten springen" is nu
eenmaal een gevaarlyk spelletje. (A p p 1 a u s).
Op de Engelschen, zegt spr., is feitelijk toe-
passeiyk: „Vader, vergeef het hun, want ze
weten niet wat ze doen"; zy meenen, dat
wat Engeland doet, goed is, en ah men nu
den Engelschen vertelt, dat bun landgenooten
ergens mishandeld worden, can staan zy op
in alle boeken van de wereld. Welnu, Sir
Alfred Millner heeft verteld, dat de Engel
schen mishandeld werden door de Boeren en
uit alle kolonién, uit Canada, uit Jamaica,
overal vancaan kwamen zich vrywilligers
aanbieden om die Transvalers to verslaan.
Er Is één volk, dat de laatste jaren de
Engelschen wetrstaan heeft; dat volk waren
de Transvalers, oio de Engelschen versloegen
by Doornkop, by Amajuba, en dat volk heeft
ia de Jameson quaestie de Engelschen over
troffen in edelmoedigheid. In stede Jameson
op te knoopen, waartoe het het recht bad
(applaus;, gaf het hem over aan de justitie
zyner eigen lam genooten. Herinnert Engeland
zich niet die edelmoedigheid? Er zyn er, die
zich cie herinneren, mannen zooals straks
ds. Lion Cachet ze noemde, maar de meerder
heid wordt verkeerd voorgelicht in haar
couranten, die dagtlyks de grootste dwaas
heden vertellen. Spr. haalt daarvan staaltjes
aan uit bet blad „South-Africa", dat de Trans
valers uitmaakt voor slavenhandelaars; hen
beschuldigt van verraad ty Bronkhorstpruit;
de Boeren uitmaakt voor leugenaars, voor
domkoppen, voor mannen zonder eer; de
vrouwen beschuldigt van diefachtigheid; be
weert, dat de Boeren afstammen niet van
Hollanders en Hugenoten, doch van uit
gevangenissen weggeloopen soldaten en laag
staande meiden, e. d.
Vanwaar die afschuweiyke campagne der
Engelsche pers? Er zyn natuurlyk personen,
die er bel>ng oy hebben, dat zoo geschreven
wordt, en die pers gaat door dik en dun heen,
met Chamberlain, die er komen wil liefst
zonder oorlog, coch ook m^t oorlog als 't
moet. Dat er nog geen oorlog is, cat is te
danken of te wyten aan de toegevendheid
van Kruger. Reeds diens tocht naar Bloem
fontein om te confereertn was een concessie.
Sommige vrienden v^n Kruger waren onte
vreden over zyn houdiDg, keurden zyn toege
vendheid af, maar niemand beter dan Kruger
weet hoe gevaarlyk cie oorlog zou zün als
by er mocht komen. De meeste Engelschen
weten wel dat die oorlog veel bloed zou
kosten en lang zou duren. En kwam cie
oorlog, dan bestaat er kans op een grooten
opstand der zwarten, der naturellen, tegen
de blanke rassen, en die opstand wordt door
Kruger gevreesd.
En wie bekend is met dat zwarte ras, zal
kunnen begrypen, dat die opstand gevreesd
wordt, wat blykt uit eenige staaltjes, die
spr. aanhaalt uit de oorlogen met de Kaffer
koningen Cetewajo en Sepopo. Kruger nu,
die deze Kaffer oorlogen kent, wil zyn volk
die oorlogen besparen. En ons past medeiyden
mtt het Engelsche volk, dat deze gevaren
tart; sympathie met den gryzen voortrekker,
die geroepen s.bynt in het harnas te sterven;
ons past instemming met dat volk, dat in zyn
volkslied weö toeroept aan „die godvergeten
hand, cie ooit jou (de vierkleur van Transvaal)
neer wil haal."
Die sympathie nu wil dit Comité neder-
leggen io de volgende
MOTIE.
„De vergadering van Nederlandsche mannen
en vrouwen, bijeengekomen to Amsterdam op
25 Augustus 1899,
overtuigd, dat de Transvalers recht hebben
op een eigen souverein volksbestaan;
dat de meerderheid van het Engelsche volk
geen onrecht wil;
dat zy, die in Engeland tot den oorlog
met de Transvaal dryven, voor het meeren-
deel slecht zyn ingelicht;
brengt haar warme hulde aan het Trans-
vaal8ch9 volk voor alles, wat het sinds meer
dan een halve eeuw ter wille van zyn onaf
hankelijkheid gedaan heeft;
betuLt haar bewondering voor het taai ge
duld, waarmede het tot dusverre, ODdanks zco
onbillyko aanvallen, bloedstorten wi6t te voor
komen;
spreekt haar warme sympathie uit voorde
burgers van den Oranje Vrystaat, die gereed
zyn hun broeders ter hulp to snellen;
vereenigt zich met de bede, dat zoowel recht
als vrede in Zui>Afrika gehandhaafd wordt".
Het voorlezen dezer motie werd door de
aanwezigen staande aangeboord en met schier
eindeloos applaus beantwoord.
De Voorzitter der vergadering, consta-
toerende deze betoonde sympathie, neemt aaD,
dat do geherie vergadering zich daarmede
vereenigt, en stelt voor met een hartelijk
hoeral dank te brengen aan de sprekers
van dezen avond, waaraan geestdriftvol wordt
voldaan.
Dank breDgt 6pr. ook aan „Apollo" voor
zyn medewerking en deelt mede dat hy sta
pels telegrammen e. d. ontving uit binnen-
en buitenland als bewyzen van sympathie
voor de meeting van dezen avond. Hy dankt
voor de talr(jk9 opkomst on geeft ten slotte
der liodtrtafol „Apollo" gelegenheid om te
zingen het „Wilhelmus".
De menigte hoorde het zingen van bet
Volkslied staande aan en beloonde de zangers
en hun directeur, den heer Fd. Roeske, die
op de piano begeleid had, met daverende
toejuichingen. Het was oogeveer kwartier
voor tienen toen de grootscho en ernstige
betooging was geëindigd.
Het gerucht liep in de vergadering, dat er
plannen bostonden om een betooging te houden
voor het Engelsche Consulaat aan de Prins-
Hendrikkade. Werkelijk Tormde zich ty het
uitgaan een aaneengesloten groepje, dat naar
het Rombrandtplein trok, zich daar even op
hield ln een koffiehuis en toen door de Kalver-
straat en het Damrak de Prins-Hendrik-kade
bereikte. Onderweg werd bier en daar even
gezongen, wat in de Utrechtschestraat een
kleine tegenbetooging uitlokte, doch tot ern
stige ongeregeldheden kwam het niet. Do politie f
trad met groote bezadigdheid, maar ook mot
vastheid op, en wist op de Nieuwebrug het
troepje te verspreiden. J
Een gedeelte der betoogers begaf zich toen
langs de Oudebrugsteeg en de Nbzel naar
de Bantammerstraat, om zoo de Prins-Hendrik
kade te bereiken, doch ook dit werd belet.
Het gebouw van het consulaat, aan de
Prins-Hendrik-kade by het Schippersgrachtje,
werd door agenten bewaakt. Eenige detache
menten politie vertoonden zich in don omtrek,
maar hadden niet noodig op te treden. AH.)
liet nieuwe proces Dreyfus. j
ln de zittiDg van den krijgsraad van gis- i
teren zei-Je de heer Gobert, schriftkuncige
aan de Fransche Bank, nog, dat hy er over
bad gedacht het borderel te l..ten photogra-
phoeren op het atelier van de prefectuur,
waaraan Bertillon als photogr^af verbonden
was; want Bertilon was nooit expert; by
werd tot schriftkundige geïmproviseerd voor
rekening van het ministerie van oorlog. (Alge-
meen gelach).
De getuige wysfc vooral op de haast, cie
generaal Gunse maakte, om het resultaat van
zyn onderzoek te kennen.
De krygsraad luisterde zeer oplettend naar
de uiteenzetting van Goberts onderzoek van
het borderel.
De expert wyst er op, dat het schrift van
het borderel met zeer loopnnde hand ge
schreven en volkomen natuurlyk is, en niet
den minsten indruk maakt van gecalqueerd
te zyn. a
Het schrift heeft bovendien een karakter
van onleesbaarheid, dat het schrift van het
borderel onderschei t van dat van Dreyfus,
dat altoos zeer leesbaar is, zelfs wanneer het
zeer vlug is geschreven.
Gobert vroeg toen om een enveloppe, om
een scbriftpro6ve te hebben, waarop meer
rustig schrift voorkomt, want m6n schryft
een adres gewoonlijk rustiger. Doch de en
veloppe werd hem geweigen, want men wil e
niet, dat hy den naam van den geadresseerde
weten zou. Getuige verhaalt dan hoe hy uit
een - conduite rapport van den beschuldigde,
waaruit men alleen den naam „Dreyfus" en zya
voornaam had weggeknipt, den naam van den
verdachte bad gevonden; en hy kon zich toen
het genoegen schev.kon aan Gonse den naam te
noemen van den officier, dien men in hechtenis
wilde nemen. (Algemeen gelach.)
Gobert herkent het borderel, oat hem wordt
voorgelegd. Hy maakt enkele grapbologische
opmerkingen over het schrift van het borderel
en dat van Dreyfus en over het gebruikte
papi r.
Gonse geeft een andere lezing dan Gobert
van de personen, cie tegenwoordig waren
toen Gobert het borderel ontving.
Als Gonse een toespeling maakt op da
wotenschap, die Gobert bezat ten gevolge van
zijn betr-kking als expert aan de Fransche
Bank, protesteert Gobert krachtig tegen deze
insinuaties van Gonse, zeggende, dat er geen
woord waar is van zyn bewerin -en.
Toen Bertillon vervolgens ter rechtzaal
binnentrad, werd hy gevolgd door vier man
en een korporaal, cie groote portefeuilles en
borden droegen.
Dit alles werd neergezet naast de getuigen
bank.
Reeds de eerste woorden van Bertillon
wekten den spot van het publiek op. De
president noodigde, met een handbeweging,
de aanwezigen uit, stil te zyn.
Bertillon legt zyn getuigenverklaring af met
eentonige stem. Men zou zeggen, eon scholi^
die met moeite een lange, van buiten gtle rdt
les opzegt. Hy zegt, dat zyn uiteenzettingen
wel Diet begrepen zullen worden dan coor
enkele weinige intellectueelen.
Hy verklaart, dat de beklaagde door htfc
schrift van het borderel heeft willen vast-
stellen, als by gepakt werd, dat by het slacht»
offer van een machinatie was, wat de crimfe
nalisten noemen: een ali i van vervolging.
(Gelach).
„Het borderel is een stuk vol kunstgrepen,'
door den beklaagde gemaakt".
Daarna poogt hy uiteen te zetten, waarom
do beschuldigde niet zyn toevlucht genomen
heeft tot het loopend navolgen van Esterbazy's
schrift, wat een veel te langen oefeniogstyd
zou vereisebt hebben; daarom vond hy het
beter het schrift te calqueeren, waardoor het
beter te simuleeren was.
De aanblik, dien de zaal biedt, is allerzonder
lingst. Bertillon nadert steeJs moer de leden
van den krygsraad en wyst met den vinger
den president en den leden enkele byzon.er^
heden aan.
Demango en Latori naderen eveneens en
de leden van den krijgsraad komen langzamer
hand allen achter president Jouaust staan.
Alleen de regeerings-commissaris Carrièrs
biyft op zyn plaats zitten en bepaalt zich er
toe, de verklaringen van Bertillon te volgen
op een afdruk, die hem ovtrhancigd Is.
Om zyn uiteenzettingen begrypeiyker te
maken, deelt Bertillon talrijke pbotographieën
uit. Eensklaps roept by:
„"Wy staan wel tegenover een zeer kunstig
ineengezet stuk!"
Hy bespreokt breedvoerig het op elkander
leggen van de verschillende schrifturen.
„Myn 6telsel van 1894", zogt Bertillonf'
„werd aan het ministerie van oorlog ais ten
voordeele van den beklaagde beschouwd. Men
ztide, dat, zoo bet aangenomen werd, de in
structie moest hernieuwd worden, wat zeer
lang zou doren."
Hy voegt er by, dat, toen hy voor deq
krygsraad van 1894 Iret woord „rooster" ui?