men tot do ontdekking van oen diepe wonde in do linkerbLTat. De dokter constateerde nu, dat hy is doodgestoken en de politie werd daarmee in kennis gesteld. De verslagene laat een vrouw achter met vier kinderen. B1 y k e n s onderzoek der bouw- politie te Botterdam, is in de door brand ver nielde vuurwerkfabriek van den pyrotechnicus Adriaan Gall bevonden In een kippenhok 101 '/a K-G. vuurwerk en in een magazyntje 167 KG. vuurwerk artikelen, als schietkatoen, los buskruit, bengaalscb vuur enz. Zooals gisteren vermeld, was er slechts verlof voor 25 Kg. Naar m6n verneemt, Is strafvervolging ingesteld,^ Gisteravond is In de nieuwe haven te Vlaar ingen hot lyk opgehaald van den li-jarigen Kwafekenstein, die des middags by het zwemmen was ver.ronkeD. Omtrent de ongeregeldheden to Hilversum wordt nog het volgende gemeld aan het „Hbl.": De gehe.le dag van gisteren was zeer rustig voorbijgegaan. De burgemeester had bevolen dat gisteravond na zes uren affe ge bouwen waar gelagen gezet worden, moeten zen gesloten. Dit was o. a. een groot finan cieel verlies voor een on.'ernemer, cia een specialiteitengezelschap bad geëngageerd. Io ier een vertoonde zich in het dorp, men ging naar de vernielJo ruiten kyken, men boorde de klachten van do winkeliers, die het hadden moeten ontgelden, aan, en vertelde elkaar, dat kwajongens niet geschroomd hadden, op de heole ruiten wyzende, te dreigen, dut die 's avonds wel ingesmeten zouden worden Elders was men van gemeentewege yverig in do weer, de talryke gebroken lantaarngla- zen te herst lien of zag men timmerlieden in het dorp bezig planken voor de Dog gespaarde winkelruiten te slaarn Op de Kerkbrink had men volop afleiding van de infanteristen, die telkens in kleine patrouilles, vergezeld van een agent van politie, het dorp iDtrekken of die een wagen met hooibossen hielp n lossen om het nachtlogies in orde te maken. Op oe Groest was het nog het drukst; deze dorpstraat werd beschouwd als de eigeo- lyke z-.tel van het verzet, doch de politie behoefde slechts een eDktlo maal op te treden, en de stajsmenscheu, die met de namiddag treinen uit Amsterdam naar builen terug keerden, werden dan ook tyaaniet bemoeiiykt. Het bleef er echtd woelig en het bevel om alle kofliohuizen en kroegen om zes uur te sluiten, scheen een byzon:er wyzemaatrogel. Tegt-n zes uren 's middags kwamen de 60 man artillerie uil Naarden aan. Men bleef in twyfel of de cavalerie, waarvoor naar Amster dam en Amerfoort was geseind, nog voor oen avond zou kunnen komen, doch vóór het donker worden deed de 50 man cavalerie reeds zyn intrede in de benarde veste. Tegen den avond werden de patrouilles sterker, een enderofficier en twaalf man, allen de bajonet op het geweer, terwijl in de buurt van de woning van den burgemeester, den heer Gülcher, in het Susannapark, meerdere politie- agenten, versterkt met een achttal rijksveld wachters, de zeer scbaarsche wandelaars tot doorloopen aanmaanden. Inmiddels werd hat op de Groest drukker en drukker. De menschenmassa werd op onge veer duizend geschat en de menigte wond zich hoe langer l.oi mear op. Tegen zeven uren werd de eerste steen geworpen. Door wion? Wnarscbyolijk door een rdlttj-smaker. Toen volgden meerdere steenan. Do huzaren littr n de menschen meer circuloerou en de politie en ryksvelJwacht trachtten ha volk langzaam voor zich uit te dryven. Een steenworp had de ruit van de grooto lantaarn op het pleintje, dat in de wandeling de Alkmansbrug wordt genoemd, verbryzeld en in het halfduister begon men de twee grooto rioolplaten, die dwars over de straat loopm, op te breken. Men beweert, dat een der cavaleriepaarden in het open riool strui kel Je en nut zijn beryder op hol sloeg. Anderen zeggen dat het paard over de keLn uitgleed. Hos het. zy, de cavalerie vond «r aanleiding in een cliargetje te maken en de infanterie, ongeveer twintig man, stelde zich op. In een oogwenk was do straat schoon coch van achter hekken en toornen vlogen nog steeds steenen. Te acht uren werd de eerste sommati9 ge hou Jen: „Gaat naar huis, of geweld zal wor den gebruikt," tot driemaal toe. En daarop vielen do eerste schoten. Er schynen öade- lyk eonige gekwetsten gevallen te zyn, die haastig door hun makkers in oen huis wer den gesleept, doch in het miJden van de straat, vyftig meter van den troep af, bleef een man onbeweeglijk liggen. De straat was plotseling uitgestorven. Hier en daar hoorde men uit een dicht huisje een woodenden kreet als de sommatie had geklonken, van; '„schiet maar op, smeerlappon!" Tegen halfnegen werd korten tyd na elkaar vry hevig geschoten op elkeen die zich over de straat durfde bewegen Met het bewuste pleintje als middelpunt werden nu naar alle 'zystraten eenige manschappen opgesteld, die zonder genade hun luguber: „Gaat naar huisI" delen weergalmen. Doch men schoot niet meer, een enkel schot nog te kwart voor tienen. De straks zoo drukke Groest lag doodstil. De maan stond heeriyk blank aan 'den hemel en het mooi9 Hilversum lag zoo rustig als het vreedzaamste plekje op aarde. Doch het was een schijnbare rust, want al bleven alle deuren en ramen potdicht, men bleef op zyn qui-vive, wetende dat de meeste woningen, die op de Stationsstraat, Kerkstraat, Heerenstraat, Bussumerstraat, Spoorstraat, Leeuwenstraat en nog zooveel kleinere straten gelegen waren, vol menschsn zateD, allen zoo 6til als muizen. Na een korte verkenning in den omtrek kwam een luitenant der huzaren op het cen trale punt terug met de mededeeliog dat men op hem geschoten had, van waar wist men niet. Om balftien werd ean brancard gebracht om den man, die als zwarte scha duw dwars over den weg lag, op te nemen. Men dacht een doode te vinden, doch tOBn wy, by het opnemen tegenwoordig, helpen wilden, barstte hy in kermen uit: „myn been, myn beenl" Behalve de Groest bleef het dorp rustig. Op het Stationsplein dat geheel afgezet was, werd in den vooravond gechargeerd. Men sprak vsq drie gewonden, die lichte sabel houwen haddon opgtloopen c-n ten huize van dr. Nkmeyer in de Stationsstraat de eerste hulp ontvingen, doch naar huis konden loopen. Ook gaat het gerucht van één doo e, een jongen man, juist als huzaar zyn tyd uitge diend hebbende, die zich niet snol genoeg uit de voeten maakte; doch we durven toot de juistheid niet instaan. De andere zjjae van het dorp hiel! zich kalm. Hier en daar vertoonden zi< h menschen op stra.t om by het eerste paardengetrappel of sommatie yiings binnensbuis te verowynen. De Kerkbrink was zelfs vry levendig, doch het publi.k hield zich hier zeer stil en ver oorzaakte geen samenscholingen. Later telegram. Middernacht. In de buurt van de Groest werden nog sommaties gehouden, voor enkelen die den neus buiten de deur staken, doch de straat blyft geheel uitgestorven. In het Susannapark, aan een geheel andere zyde van het cerp, om het hui9 vaa den burgemeester, is het den gebeden avond geheel rustig getleven. Op den Trompenberg is niets gebeurd, msor overal achter de potdichte luiken der villa's ziet men licht op. Men heeft in den stillen avond bet schieten in do verte angstig dui >edyk gehoord. Algemeen spreekt men van een doode en twee gewonden. Een politie agent is aan het gelaat gewond. Na kwart voor tienen is niet meer geschoten, c'och sterke patrouilles hlyven door het dorp en daar buitenom gaan; er zyn echter geen tien burgers meer op straat te zien. Aan de „Tel." wordt gemold, dat Eïkelen- berg, smidsknecht by De Jong, een schot door het hoofd kreeg, met doodelyken afloop. Geytenbek, tuinman by mr. C^ppsyne, kreeg een kog 1 in den rug en een in de hand; Steenkamp, uit Naarden, een kogel in het reebtor-dyboen en een beenfracteur. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad sprak het lid* de heer A Ekker er zyne verwondtring over uit, dat de kroegon tot twee uren open waren gebleven, terwyt vroeger zelfs in de kermisdagen reeds om 12 uren gesloten moest worden. Hy vroeg of door het gemeentebestuur thans voldoende maatregelen genomen waren om de eigen dommen der burgers tegen het baldadige volk te beschermen. De burgemeester antwoordde hierop bevestigend. De Hilversnmsche Stoomspinncry en Wevery weTkte gisteren rustig door, in tegenstelling met andere xabrieken. De werkzaamheden in het bouwvak gaan byna ongestoord »oort. Sommige razen kregen gistermorgen hun werkvolk half dronken op den winkel. Belgische bladen waarschuwen tegen valscbe Nederlandsche bankbiljetten van f 25, welke sinls het begin der Van-Dyck- feesteo worden uitgegeven in de voornaamste Belgische steden. Het papier dier valscbe bankbiljetten ie dikker en d© tint donkerder dan die van d© echte. Ook staan het cyfer 25 en de naam „Nederlandsche Bank" er niet als water merk op. Men kent het signalement vaa oen der uitgevers. Het is een blond man van 23 a 30 jaren. Groot, slank, met een lang gezicht, ingevallen wangen, roode koonen, grooten neus en schralen knevel. Hy is net gekleed met een donkerbruin pak, gele schoenen, staanden boord en slappen vilten hoed. Drie tanden van de onderkaak zyn ingedrukt en zwart. Nog geen spoor van Andrée. De hoop, dat men in dezen zomer nog iets van de expeditie van André9 hooren zou, schijnt zich niet to verwezenlijken. Naar een telegram uit Tromsö meldt, is daar het schip „Cecilia", kapitein Niissme, van Oostgroenland aangekomen. De kapitein bericht, dat hy aan het Saline-eiland by Oost-Groenland op 75 graden N.-B. de Natborstsche expeditie had aangetroffen. Deze laatste had tot dusverre cog geen spoor van Andrée ontdekt. De expeditie zet haar reis naar de Wiliiamsbaai voort. In Pontarliers (dep. Doubs) heb- ben de advocaten der balie het werk gestaakt. Eén van hen had by het nationale feest van 14 Juli den commandant der t rand weer aldaar met confetti geworpen en daarvoor een slag in zyn gezicht bekomen. De geslagene leverde een aanklacht in, waarop echter door den offi cier van justitie niet ingegaan werd. Naar het heet, moet deze van een vervolging van den brandweercommandant afzien, omdat hy een bloedverwant van den minister van justitie is. De advocaten willen nu niet eer voor de rechtbank pleiten, vóór de officier van justitie aan de klacht van hun collega gevolg heeft gegeven. 3 61ste 8TA1T8LOTESIJ. Trckblo- Fan Woensdag 23 Aiif. DERDE KLASSE. Db'RDE LIJST. No. 12057 ƒ5000» No. 5417 ƒ2000. Noa. 7163, 14641 ƒ1000. Nos. 1321, 17995 ƒ400. No. 11426 ƒ200. Nos. 695, 1051, 1158, 2355, 6879, 8368, 10400, 14667 ƒ100. Prtyzcn van ƒ45. 81 2641 4874 7199 9665 11631 14327 18S00 18942 ïoa 44 84 7230 69 36 28 «4 39U03 6 2726 92 47 9767 11 '39 69 16906 19 83 44 4902 98 94 44 61 19 60 239 63 10 7407 9885 71 73 25 £1 64 £9 90 23 90 tc 1W06 m Ï3 8.3 3823 6001 7618 96 11832 10 t>y 18102 41 2924 10 26 9977 63 41 91 3G 433 3033 37 37 100J4 65 26 82 29 36 43 69 61 21 17979 14640 17008 19202 93 94 CO 7637 25 12029 14695 33 26 £04 3108 93 80 10170 12125 14719 65 13? 21 61 9 6113 66 10.06 95 116X6 17134 19401 77 3209 61 7792 20 12275 14043 47 8 93 41 33 7800 67 12313 £4 17280 t« 644 47 6/JO 33 10341 20 16CI/V 17835 iatC3 77 *SS7 6326 8006 45 C7 19 )8 67 703 69 98 18 71 12442 36 17410 94 ei 3(81 641} 46 104-13 135UO CO 66 UGOl '14 8607 6652 8J6U CO 26 77 76 26 907 28 6603 S4G3 65 79 31 £0 73 TB 31 26 66 81 13623 16150 02 16737 1011 63 63 69 105G3 49 1C4U6 17527 19EÜU 1216 Cl 93 8611 10C17 61 42 61 30 14US £7 6713 24 Cl 12706 45 63 19943 37 3613 63 77 62 34 £7 176.0 20062 64 22 69 90 10707 74 72 17753 64 J656 3746 6948 8C41 79 128G4 81 17823 71 70 3-ÏW 62 69 91 48 15509 44 B4 90 32 6013 6G 10816 12384 38 1791G 20120 J011 96 46 8821 84 13004 15033 Jein.3 •C4 68 94 93 31 86 93 30 18.UJ 86 171Ö 9G 94 93 10906 13123 66 20 "89 64 3?14 DG 8943 74 14) 68 2B 20230 97 4U47 6117 9027 92 93 83 72 44 IfOO 09 29 28 11018 13232 07 2823S 48 87 84 39 86 47 13324 16764 68 203 .1 1911 42 IO «259 S142 65 48 lörXi 18332 2U113 40 32 6126 9227 111)0 134S4 18042. 69 24 E1 66 29 41 19 98 53 b5 C2 2621 82 6578 88 70 13562 16102 97 20642 87 90 80 9£03 83 13607 3 18473 57 60 4393 99 23 11225 10 45 86 76 86 41 6660 32 82 14 16239 18622 93 2113 78 6715 36 11370 13741 16328 13603 20G31 4* 4426 79 99 77 79 7tf 13 35 71 60 6868 9434 11440 13112 16100 45 66 92 £5 67 9621 60 18 bl 60 73 2270 97 6964 89 11509 13962 IC524 187)5 93 7U 4533 76 «0 80 14U0i 56 CC 20757 2332 97 7C04 95 92 83 78 68 77 2418 468 7123 9616 11619 92 16643 b"2 84 20 4.702 73 28 22 141(6 16720 18803 20984 66 4872 88 32 24 14301 75 18.33 liet nieuwe proces Dreylns. Het karakter der zittingen van den krijgs raad te B-ennes is met de tegenwoordigheid van den advocaat La:ori geheel veranaerd. Dit is reeds gisteren dadeiyk gebleken by het verhoor van majoor Boiiin, waarin de zaak Lajoux te pas gebracht werd. „En het zoogenaamd rapport Schneider, wie heeft daar van de vertaling geleverd?" vroeg Labori. Geen antwoord. „Wien kan ik dit dan vragen?" "Weer geen of een ontwykend antwoord. „Hoe is generaal Mercier in het bezit gekomen van het rapport?" Deze, van zijn plaats sprekende, w.-igtxt te antwoorden. „Generaal Mercier", merkt de verdediger op, „heeft gezworen de geheele waarheid te zeggen. De krygsraad behandelt de geheele quaestie. Ik dring aan." „Ik wil niet antwoorden", was de nadrukke- ïyke repliek van Mercier, „en neem alle ver- antwoorjeiykheid op my." Na dit spannend incident zeide Labori tot den presilect: „Ik zal u verzoeken straks generaal Mercier nog eens te willen doen voorkomen. Ik heb hem tal van vragen te stellen, waar onder er, naar ik voorzie, vele zullen zyn waarop de generaal zal w-igeren te antwoor den". (Langdurige beweging). Vervolgens leest Labori de getuigenverkla ring voor van den agent Guénée voor ha Hof van Cassatie, en zegt, dat nists tegen Dreyius kan worden volgehouden. Op Verzoek van Labori wordt door Gonse een rapport ingediend, dat zeer ongunstig is voor Lajoux. Dreyfus maakt de opmerking, naar aanlei ding van een passage uit de getuigenverklaring van Bolin, dat by de huiszoekingen in 1894 men alles medegenomen heeft zonder uitzon dering. De president zegt: Ja maar, er ontbraken blaizyden aan uw cursus van do krijgsschool. Dreyfus antwoordt; „Neen, kolonel, niet in 1894". Generaal Gonse verklaart, dat hy een brief ontvang-n heeft van den hoer Le Chattellier, inspecteur van bruggen en wegen, waarin deze zegt gedurende 6 of 7 jaar een toegangs- bewys voor het ministerie van oorlog te hébben geiiai. Hy maakte daarvan meer dan hon derdmaal gebruik, en kwam er meer dan tien maal zonder dat by zyn kaart behoefde te laten zienhy heeft ook wel eens iemand meegenomen. Dreyfus antwoordt: dat het reglement for meel is, en dat dit verhaal alleen bewijst, dat er menschen zyn, die het niet nakomen. Demange zegt: Het bewijst ook, dat, daar het reglement niet nagekomen werd, anderen dan officieren er komen konden en zich inlichtingen verschaffen. Kolonel «Berlin verhaalt, dat generaal Billot by de manoeuvres, terwyl hy voor het front der troepen reed, zeide, dat hy bom spreken moest. „Verlaat my nietl" zei Je de minister. Berlin antwoordde, dat hy gerust kon zyn. „Zeg aan Scheurer-Kestner, dat hy niets moet doen. Ik zal met myn ouden vriend sprekeD." „Ik tdlegrapheerde onmiddellijk aan Scheu rer-Kestner," zegt Bertin verder, „want ik kon niet naar den Elsas gaan." Demange herinn.rt den getuige aan het geen hy tot Scheurer-Kestner zei:„Wyzyn slechts met z'n vyven, die ba vreeselyko geheim kennen, en één dier vyf moet het verraden, opdat iemand iets zou weten." Demange vraagt hem, of dit vreeselyko geheim niet was de overtuiging van de onschuld van Droyfus? „Neen, neen," antwoordt de getuige. Hy ontkent, dat hy ooit zou gezegd heb ben: „Wy moeten ons van dien Jood ver lossen." Labori vraagt den getuige: „Mag ik u er eens aan herinneren, dat gy, aan een maaltyd by oen gemeenschappelyken vriend, de man geweest z(jt, die by my bet eirst de over tuiging gewokt hebt, dat Dreyfu6 onschul dig ls?" Bertin dost opmerken, dat er rekening moet gehouden worden met den zeerintiemen kring, waarin hy zich aan dat diner bevond. Hjj herinnert aan zyn intieme betrekkingen tot Laborifc vader, die zich zoo dapper ge dragen heeft in 1870. Labori, zeer bewogaa by deze berin nering, zegt: „Ik bodoslle de zeer heftige woorden, die gy over Demange gesproken hebt. Ik wil geen incidenten coen ontstaan tusscben Bertin en Demange, maar ik vraag slechts: Toen ik met u sprak over de intieme overtuiging, oja Demange had van de onschuld van Dreyfus, hebt gy toen niet geantwoord: dit hy de advocaat van do Duitseho ambassade waB? (Ho, Ho). Later erkende Bertin do juistheii hiervan. Vervolgens worden de aanteekeningen voor gelezen, die Dreyfus gekregen het ft, en die hem voorstellen als een zeer begaafd, schit terend man, die er kan en wil komen. Slechts in de aanto-keningen van den gene- ralen staf worden reserves gemaakt over zyn weinig aangenaam karakter. Naar aanleiding van het "verhoor van Bertin en de door dezen opnieuw verhaalde klets praatjes heeft Dreyfus dtze prachtigs roerende woerden gesproken; „Welke myn gevoelens zyn, u, krygsraad, kunt zo lezen in het klaJ van myn brieven van de vyf jaren op h t Duivelseiland, in de smeekschriften aan den chef van het leger, in wien ik vertrouwen heb gehad, ja, volkomen vertrouwen, daar ik van de eer van btt leger een andere opvat ting had dan hy. Wat ik toen onder lyden en smarten heb geschreven, dat erken ik als myne (met minachtend schouderophalen) praatjes, maar ik weet niet wat er gecolpor teerd worat." (Groote beweging onder het publiek.) GeiyJron, leeraar in de aardrykskunde aar. de krygsscbool, geeft in zijn verklaring een breed voerige uiteenzetting over zekere mevrouw Dely, wonende in de Boe Bizet te Parya. Na een lang verhaal over haar zeden en haar leefwdz0, zegt getuige, dat zy een intrigante is, die vooral met Dreyïus betr.k kingen onderhield. „Ik had het vermoeden, dat Droyfus zLh in dien cosmopoiitischo kring compromitteerde en sprak ir met Beltin over, toen Dreyfus onder diens bevelen stond." Sprekende over den inlichtingen dienst, zegt getuige te betreuren, dst tut werk van Sand- herr, den grooten patriot, vernietigd is. (Beweging). Commandant Besse zegt, dat Dreyfos hem een opgave vroeg van do militaire perrons in het FraDsche spoorwegnet. Hy gaf hem cis opgave. Dreyfus maakte zyn w=rk op ander papier dan gebruikelijk was. Majoor Boulanger getuigenis afleggende, doet soortgeiyke verklaringen. Dreyfus verklaart nooit gepoogd te hebben iets te weten te komen, dan datgene wat evn stagiaire recht heeft om to weten. Kolonel Jeaunel herhaalt zyn verklaring voor het Hof van Cassatia. Hy beeft aan Dreyfus zyn schiethandboekje geleend. In antwoord op een vraag van Demange zegt getuige, dat het in Juli was. Dj vtrde igers constiteeren, dat deze getuige niet gehoord is in 1894. Zijn verklaring was een vermindering van de treschul iging tegen Dreyfus; want toen stelde men den datum van het torderel op April, een datum, die vroeger viel dan dia van de beweerde mode- deeling van het schiethandboekje. Dreyfus wijst er op, dat hy m 1894 zeer heeft aangedrongen op het hooren van dezen getuige, maar toen wilde men aan zyn ver zoek niet vol Joon. „Ik was echt r zeker van myn zaak. De herinnering van den kolonel moet hem in den steek gelaten hebben; wel licht is er by hem verwarring ontstaan, omdat ik bera het schiethandboekje van do Duitacbe artillerie heb gevraagd. Kolonel Jeaunel, door den president onder vraagd, zegt zich dat niet meeT te herinneren. Commandant Maistre zegt, dat Dreyfus hoogmoedig was en vaak vóór den gestelden tyd de bureaux verliet. Dreyfus heeft hem verteld, dat hy de Duitsche manoeuvres te 'Mulhausen had bij gewoond. Maistre zegt nog, dat hij geen haat gevoelt tegen Israëhtten. Hy is or.onnans- officier geweest van een Joodsch generaal en kan zich daardoor slechts geëerd gevoelen. Dreyfus bespreekt met enkele woorden zyn wetenschap van de bedoelingen van den Duit- schen generalen staf, om een einde te maken aan een positie, die klassiek is in de ge schiedenis der Fransche oorlogen, en die ieder officier kent. Hy weigert te 6preken over z(jn aanwezig heid by de Duitsche manoeuvres te Mulhausen, en evenmin over hetgeen De Baaurepaire daar van vertelt. „Ik ben er geschokt doori', zegt by, „dat een Fransch officier zich kan maken tot naprater van hetgeen gezegd wordt door een getuige, wiens immoraliteit zal worden aangetoond." Herinnerende aan den geen naam hebbende enquête van Quesnay, ontkent Dreyfus dus kalm. De zitting werd om -kwartier voor twaalven opgeheven, zonder incident. Labori onderhield zich enkele oogenbllkken met generaal Billot. De „Temps" zegt, dat kolonel Schneider ongesteld is en slechts enkele dagen te Parys 1 zal biyvtn. Aan de Oostenryksche ambassade verklaart men, dat kolonel Schneider ni ts, zal zeggen over het incident, waarby hy be- trokkon is, vóór het elndo van het proces te Bennes. Da officieuze „Hamburgiscbe Korresron- deDt" schryft: „Wanneer altyd weer verlangd wordt, dat de DuitBche regotring stukkon zal openbaar maken, waardoor de onschulJ vaa Dreyfu3 bewezen wcr:t, kan men daarop ant- woorJen, dat documenten van dien aard niet bestaan, reeds om deze reden, dat Duitechland met Dreyfus nooit en nergens iets heeft uit staande gehad." De hear Monteux, die zich gecompromit teerd gevoelde coor de verklaringen van den oud-minister van koloniën Lebon voor <en krygsraad- te Rennes, heeft hem zyn getuigen gezonJen. Deze zyn o verrichter zake terug gekomen, daar de heer Lebon weigerde te duelleeren, omdat hy naar hy zeide den heer Monteux niet speciaal had aangewezen en in opspraak gebracht. De „Pester Lloyd" verklaart officieus, dat de zaak Schneider met de door Carrière ge geven gcoo9g oening nfgedaan is en dat de regeering der monarchie geen aanleioing viodt tr in tusschenbeide te komBn. De militaire attaché der ambassade te Parys heeft niet spontaan, maar alleen op verzoek van de „Figaro" de echtheil van het telegram be vestigd. Van Du Paty de Clam wordt nu gezegd, dat hjj vermoedeiyk over een dag of tien hersteld zal zyn en dan naar Hennes za) vertrekken. De snarenfahrikant Villon, uit Grenoble, die in het Centraal Hotel te Berlijn een in de Fransche taal gevoerd -gesprek tusscben twee Duitsche officieren van den geneïalen staf wil hebben afgeluister J, is in zijn vader stad als een opsnijder bekend. Een van zyn vtrbalen is, dat Bismarck tegenover hem niets geheim gehou en heeft; by heeft hem by*, over «ijn rol in den oorlog van 1870 alles verteld en hem aan het dvsseTt zya woord gegeven, dat, zoolang hy lrefde, Frankrijk niet zou worden aangovallen door Duitschland. De heer Villon h^eft dit nu reeds zoo óikwyls verteld, dat hy het ten Blott® zelf is gaan gelooven. De „Figaro" verhaalt, dat een Amerikaansche dagbladschrijver, die zich by generaal Mercier had vervoegd, ontvangen is door diens zoon, die hem verklaarde, dat zyn vader niet in betrekking wild9 treden met de buitenlandsche journalisten, van wie de msesfcen aan bet syDtiicaa verkocht zyo. „Weldra zal mem u antwoor Jon door een voroordeeling, cie beden reeds niets meer aan twyfel onderhevig is." Uit Londen wordt aan do „Matin" gemeld,' dat Esterhazy een brief richtte aan kolonel Jouanst en de leien van den krygsraad om te profee8teeren tegen de verklaringen van Grenier. Hy haalt daarby aao een tUegram van Grenier, na de aanklacht van Mathieu Dreyfus, waarin Gr..nier dit een flauwe grap noemt. De „Libre Parole" meldt, dat aan een diner by Chc-zelles op het kasteel Boulleaume, waaraan graaf Von Münster en kol. Schwarz- koppen deelnamen, de laatste zou gezegd hebben: „Welnu, het is zoo, Dreyfus heeft ons 6tukk;n uitgeleverd." De „Libre Parole" deelt mede op verzoek van kolonel Jouaust den naam te zullen mededeeün van den persoon die deze mede- deeling heeft gedaan. Do nan.slug; op Labori. Labori was reeds vroeger door dreigbrieven onderricht, dat men nieuwe aanslagen tegen hem in den zin haid. Twee pakketten nu, die verdachte helsche machines bevatten, zyn Maandag-avond aan het adres van Labori te Hennes bezorgd. Men gelooft niet, dat de inhoud er van gevaarlijk is; maar om daaromtrent zekerheid te heb ben, moet het onderzoek van de politie wor den afgewacht, cio de pakketten-aan de directie der artillarie ter hand gesteld heeft. De agenten blyven nog st©9ds zosken naar den persoon, die verleden week den aanslag op Labori pleegde; het schynt vry zeker, dat hy te Bennes is teruggekeerd. 131 ct vreemde );cval in Soedan. Nooit is een monsterachtiger misdaad, nooit is een meer afschuwelijke daad var militaire anarchie verricht, zegt de „Matin" dan die, waaraan wy tot het laatste oogtn- blik hadden willen twyftlen Ziehier de ge schiedenis der feiten In Mei 1S96 waren de luitenants Voulet en Chanoine naaT Mo?si gezonden .aan't hoofd van een zending, samengesteld uit 263 man Dez; expe.itia slaagde uitstekend; een con tract werd gesloten met den koning van Gourounsi, vervolgens met den koning van Mossi, oen Engelsche expeditie onder leicing van sir Donald Steward, die zich naar do- zelfde streek begaf, voorkomend. Luitenant Chanoine bezette de Gourounsi en vtrkree^ verscheidene andore voordeelen, diplomatiek* zoowel als militaire, wier belang groot was tydens de Niger onderhandelingen. Het genootschap voor handels-aardrijks kunde verleende de medaille Caillée aan kapitein Voulet en aan luitenant Chanoine eu allen die belang stelden in de Franscht koloniale uitbreiding juichten een zoo wel verdiende onderscheiding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2