gebracht, terwijl ook het lyk van den ver- slagene derwaarts is vervo.rd om geschouwd te wordon. Uit Beokborgon schrijft men aan hot „Utr. Dbl." ov.r den oogst: Doelden wij voor oonigcn ty l moïo, dat ■welhaast met het roggemaaien zou worden begonnen, thans cient gjmclJ, d<*t het kosto- lyko graan r. oJs in do voorraadschuren is opge'orgon. Goen druppel rogou 13 er, om zoo to zeggen, na het ma kn op de roggo gekomen. Maaien, Linden en inhalen volgden zoo sntl, als h.t maar kon, op eikan .'er. Vei n bespaarden zLh do moeit?, de garr.n op te zettan. Algomeon vervracht men lekker en vo9.zaam rogg-brooJ van d>. zen oogst. Er is cit jaar r.og «mor van hri land ge- koQien dan in 1898. Mon denkt door elkander ongeveer 3 schepel of HL. zaad van de vim te dorschcn. Do late rogge was wat kleiner van korrel; d>.ze was door do aan houdende droogte-en door de giooto warmte to snel r(jp geworden. Thans wont oen begin gemaakt met het havermaaien. De boekw-. it heolt door de droogto geleden. Ook do aardappelstruik n vtrwelken daardoor erg. De opbrengst van cit knolgewas valt overigens vrijwel mede; van zi.-kto valt tot nog tos nagenoig niets te Lospeuren. De Engelsehe viermaster „A n- drina", van 2541 tonnen inhoud en 2 Maart jl. van Antwerpen naar San-Francisco vertrokken, moest ter hoogte van Policarpo Cove verlaten worden. Schip en lading zyn vtrlorm. Da bemanning is gerod en ia Buenos Ayres aan land gezet. De aanslag op Labori. Do procureur generaal oa de proiurourvan de reputliek hebben zich naar du door de agenton van politie aangegeven plaats in het veld begeven, waar zich de moordenaar moet bevinden. Deze plaats licet „de lage wogen," De heeren Picquart en Gast hobten cit terrein niet verlaten. Vóórdat liy het veld ioreade, richtte do moordenaar zi.h tot eenige bewoners en zei-e: „Ik ga me ver.rinkco, en dan heb ik maling aan den lieden rommel." Toen mevrouw Labori, onmiddellijk naden aanslag, een rytuig liet halen, zeido de ge troffene tot de ontstelde menigte: „Hot is niets; zy zijn te lafhartig om te slagen in hun toeleg tot uitstel van het proces; ik zal voortgaan, alles ten spyt." Het bulletin over dtn gezondheidstoestand van Latori luidt; Latori werd griroffen coor eon schot, dat achter hem werd gelost. Het schot Is in de richting van de rechter koret- holto tinneDge.rongtn ter hoogte van den zesden ruggtgraats wervel. Een aanzienlijke bloeduitetorting verhindert het onderzoek der dieper liggtndo deden. De genccsheeren hopen, dat de kogel in de spieren is blijven steken, coch meenen cog voorbehoud te moeten maken ten aanzien van den onge schonden toastand van da long cn het ïuggeirerg. Da procureur generaal Giraut heeft ver schillende getuigen gehoord, cia by don aan slag tegen Lalori tegenwoordig zijn geweest en den moordenaar hebben gezien. De werk man, die door den moordenaar met de revol ver werd gedreigd, verklaarde, dat by den moordenaar Vrijdagmorgen togen 6 uren had zien ronbloopen in do buurt van de trug Cha- toauiriand. Deze getuige gaf een vry nauw- krurig signalement. De moordenaar heefteen z?er gebronsde gelaatskleur. Volgens Iat=re berichten is de moordenaar er in geslaagd het bosch van Gouesne te bereiken, dat thans door gendarmen te paard wordt doorkruist. Do procureur generaal en de procureur der republiek zyn, evenals Picquart en zyn zwager, de he r Gast, te Rcones teruggekeerd. Twee corapagni-.cn infanterie zijn vertrokken om de politie to gaan helpen. Geniarmen bewaken het huis van Latori. Do bevolking van Renno3 toont zich hevig verontwaardigd. Een estafette doelde mede, dat nieuwe drijfjachten in het tosch tot go;n resultaat hebben geleiJ. Volgens oen ontvangen bericht zou Labori, behoudens complicaties, linnen acht dagen we.er de zittingen van den krijgsraad kunnen ty wonen. Op het oogon'.lik van den aanslag gaf Picquart juist inli.htingeo voor ce confron tatie van generaal Mercier en Casimir Péricr. Het gerucht loopt, dat, onmiddellijk nadat do heer Labori gevallen was, tweo person.n zich op hem stortten en hom papi.ron ont namen. Do tcoorJenaar zou dus me:eplichtig!:n hebben. De heer Le Eérissó, afgevaardigde voor Rcnnes, en de turgemeestcr dier gomoente bobben een proclamatio aan de bevolking gericht, waarin gezegd wor^t: „Eon schan- delyko acnslag heeft onze stad ontserd. Gy zult u nl-.t tot opgewondenheid laten vervoeren door deze daad van krankzfnnig- heiwelko alleen c'oq togenstanders kan cienen van het werk der rechtvaardigheid, hetwelk de leden van den krijgsraad belast zyn te vok rangen met hun vaderlandsliefde en hun krachtig gezond verstanJ. Biedt weer stand aan provocaties, bewaart met waardig heid uw kalmte." Do gewonde heeft geen koerts cn beeft zyn volle LeLerhriJ van goest behouden. Sin s dtn namiddag lydt by veel pyn. Do toestand van de wond Lelet cog alt yd de diepte to p. lie ju Het bulletin, dat door de geneesheeren gisteravonJ om balfelf is uitgegeven, meldde, dat do toest^nl van dtn advocaat statïonnulr Heef met een kleine neigiDg tot verbetering. liet nieuwo proces Dreyitis. Om hot dramatische incident, dat voorviel terwyl Casimir Périer Zaterdag in den kryg3- raad zyn verklaringen aflegde, goed te ver staal moet men, zegt het „Hol.", in het oog houden, dat in 189-4 eerst Waldock- Roussoau door de familie Droyfus was aan gezocht de verdediging van kapitein Alfred Dreyfus op zih to nemen, maar, weigerde omdat by ale verdoe iger in strafzaken niet geno9g ond.rvinding had opgedaan; da rom stelde hy zyn vri ad mr. Demango voor. Eenige dagen geleden nu (4 Augustus) tracht Judet in het „Petit Journal" de rol, destyds door Waldeck Rousss&u gespoeld, in veroand met de omstanoighriJ, dat dezelfde man nu minister president was, en liet coor- schemeren, dat Waldecfc-Rousse.iu het als zyn taak beschouwde de Dreyfus-zaak in den i oofpot te doen, evenals het Panama-sci.andaal onderdrukt was. Een correspondent van do „Köïn. Ztg." vat zyn indruk van wat Zater.ag toor Pórier en Mercier te berde wtrd getracht, aknssamen: „Zakelyk tracht de verklaring van Casimir Pórier niet veel nieuws; zy geeft ochtcr rioor haar ganschen aard recht tot de slotsom, dat Casimir Périer na volkomen overtuigd is van de schuld van Dreyfos, en miste in cit opzi.ht cok niet haar indruk op den krygsraad. Dreyfus Lad het betoog van Merekr lyna onbeweegiyk en steeds de oogon op hem rich- tonde gevolgd; alleen merkte men nu en dan zenuwachtige trekkingen om zyn mond op en nu en dan giog eeo bitter spotten e glimlach over zyn gezicht. Met oen theatraal toonecl wilde ten slotte M-.rciar, zooals wyl.nflenry in den krijgsraad van 1894 met den uitroep: „Daar zit ce verradtrl" 2yn rede bekronen; toen echter was het uit met het gaauld van Dreyfus en van het grooUte godieite van het publiek. Eerst doodsbleek, toen purperroot, voor het eerct m6t bliksemende oogen on de rechterhand tojen zyn aanklager uitstrek kende als ooi hem ta vervljeken, sprong Dreyfus op eo wierp bom de woorden van zyn aanklacht In hot gelaat. Mercier wendde zich af; kolonel Jonaust, ietwat tleek, maar krim, tracLtte vruchteloos do lui o krot.n van by val voor Dreyfus tj co n bedaren; het scheen alsof hijzelf op cit oogenblik aan de zycle van Dreyfus iegon. Merci:r was, cie met een gedwongen glimlach onder luiJo kreten van minachting tegen h-?m op;>tond om heen te gaan. Van de getuigenverklaring van M.rcierlaat zich in weinige woorden slechts cit zeggen, dat zy, hoewel zorgvuLig vooroerèid, oen zoo wel in vorm al3 in Inhoud dlenaig plei :coi was voor do eigen onschul i en de schuld van Irey- fus. Over ce btteekenis van de fabelac' tige beweringen, cie wer en geopperd, en van de stukken, die te berde kwamen, zal h^t Maandag tot een hevige botsing komen met Casimir Périer, die on cr de schildering, wtlke Mer ci r gaf van h.t diplomatieke incident met graaf Yon Munster, ract duidelijke gebaren te k.nnen gaf, dat l.y b t daarmedo gehec-l oneons was en vol ongedull en ergernis ter- stonJ r^ds het woord daarover wilde nemen. Maar ook de vtrJeüigiog zal dan r.og tasseben- beide komen, en het zal biyken w..t tr dan nog overbiyft van generaal M rder en zyn redeneeringen van Zaterdag, die uit het publiek en van de banken der Fransche pers dïkwyis hoofdschudden cn te6konen van ergernis uit lokten. De leiders van de Droyfusparty beschouwen de getuigenverklaring van Mercier als het begin van diens val. Zeer trok het ook de aandacht, dat verschilLnfo leden van een krygsraad her laaide malen zich In het debat meDgden; dat werd als een gunstig tecktn voor Dreyfus aangemerkt.'' Cornély schetst in de „Figaro" zyn indruk van Zaterdag, dien hy noemt „den dag van generaal Mercier," alius: „Ik denk, dat gjj hem te Paryg zult be oordeelt n zooals wy bier ta Ronnes: als een dag van instorting, en dat g\j het my zult vergeven onlangs to bobben voorspeld, dat dia arme generaal zyn laatsten veldslag zou verli.zen. De toetrad van de nationalistische bladen en oie van generaal Merrier scbyot werko yk komi k. De eersten zeiien Zatoriagrcorgon nog tot den ander: Spreek, generaal,spreek! iedereen vtrwaebt van u de weckeiyko waar hei bot afdoen 'e bewijs. Of do woorden betoekenen n:ets meer, öl wilden zegg n, dat de workelyke waarheid nog niet bekend was, dat het afdoende bewys nog niet geleverd was, hetgeen hun niet belette toch uit to roepon: „Drayfus is een verraderl" Nu heeft do generaal gesproken. Hy heeft vier uren achtireen gesproken; by healt alles gesproken wat hy wist. Dat is zichtbaar. Hy heeft overigens plechtig en herhaaldelyk beloofd, dat by niet zou heen gaan zonder alles gezegd te bobben, en hy Is gegaan tot do onvoorzichtigheid toe, tot die vertrouwo- tyke dingen, die do staatslieden gewooolyk aan de dogbladschrijvers overlateD. Welnu! Wat de generaal gezegd berit, is eenvoudig, trouw en nauwkeurig wat de nationalistische tladen sinds twee jareD gez?gd hebben. En daaruit komt cit voort: daar ce generaal niets gezegd hc-e/t van wat z(j ver wachtten; daar by naar k:uze een hulp Roget of een hulp-Bertillon ge woest is, mo.ten co dag laden woedend op hem z(jn. Doch daar an erz'y^8 de dagblaien het eerst alles gezegd hübfcen wat de genoraal heelt herhaalJ, kunnen zy hem werkelijk niet beschuldigen niot bun w.rktuig geweest te zijn. Hy heeft overigens eenige varianten in do feiten aan- golrariit, alsof by ze btter heeft opgepo.Ut. Zoo schreef men tot dusver sUecht3 aan uit zinnige en slecht ingelichte dagbladschrijvers het wanstaltige denkbeell too van een synoicaat in het buitenland gevormd om hit Dreyfusismo in Frankryk te propageeren. Ger eraol Mercier heeft de puntjes op de I's gezet. Hfj heeft verzekerd, dat de heer De Freycintt aan genoraal Jamoot verhaald had, d.it men 33 miliioen ln Engeland en in Duitschland had bijeengebracht om de kosten te dekken Zoo maakt men de legenden weer op. Lees nu met zorg het stenographisch ver slag van de zitting van ZattrJag, celiou 1 het en lees hot Dog eens. Doe httzclfie met dat van Maandag. Herinn r u, dat alle vyanlen van de waarheid, allen, die Dreyfus voroor- deelen en tevens weigeren de enquête tel.zen, verklaard hadden, dat zy hun hoo;ste ver wachting stelden op generaal Mercier; her- inn:r u, dat zy in d.n grond g.lyk hadien, want generaal M.-rcier is de groote dryver van ceze zaak geweest; hy is in alles vooraan geweest; hy had information en bewyzen konnen verzamelen, die zyn opvolgers niet meer konden vinden; cie opvolgers hebben zich er slechts mee ingelaten uit „esprit de corps" en -om zyn licht vaar igheden, zjjn onvoorzichtigheden te dokken. Gy zult can gedwongen zyn tos to stemmeD, dat daar, waar generaal Mercier onmachtig geweest is om het bewys te leveren, de an-'eren onmach tig zull.n zyn om zelfs vermoedens te scheppen. En dan zult gy my misschien niet te stoutmoedig vin Jen, Wanneer ik my veroorloof u te zoggen, d..t voor my de dag van Zat r- dap, 12 Augustus, beslissen! is gowcost; dat ik het rr^yfns-projes als geémdigd bes' bouw en kapitein Lr.yfcs als Van Eton ie aan vrygOfprokon." De „Frankf. Ztg." ontving van haar corrcs- pon-ent te Pvennes, cr Goldmann, bericht, dat ty de Dreyfus-party grooto vreugde lioerscbt. Zy beschouwt den dag van ZuUrJag als een. miss:hi.-n beelisscndQ overwinning. Mr. Do- mange, cie van alle zij Jen griuk gevrenschr w.rd, metndo wel is waar, dat hst nog te vroeg was. Hot gist raa or.tvr.n^en b.richt van den aanslag, die gc-pLegd is op h.t lav.n van mr. Latori, zyn hulp in st.un in do ver dediging, bevestigt Oit belaas op crocvige wyze. Ten einde met iargumer.ten, nomen da anti Dreyiusar s bun toovlucht tct sluip moord. Dat outtrak er nog maar a.aD, zogt htt „U. D.", oui ce verariiting van de gans.ha wer IJ, cia bon moet tr.ffoa, volkomen te maken l" In do zitting ven gisteren verkla;.rJe a-'vo caafc Demange aU volgt, hoe by Dreyfus h.t denkbeeld Is ontstaan, dat do heer Casimir Périer do op:nKa.nrmaking der verhooren bad beloofd. Hy, Demango zelf, vroeg aan don heer W..1 deck o n by Térler stappen te doen, t n 6inie co openbaarheid der vtrhoortn te v.rkrygen. Do heer AVal o k vorklaarclo, na ty president Casimir Pórier stappen ta heb ben gedaan, «'at da president aan zyn ver zoek eon go ^gunstig oor had verleend. Demange bad gemeend van dezen stapaan Drcvfus modedeeling ta kannen doen. Men mo;t ook rekening houden, zegt Demange, dat Dreyfus zi^n triaf vier jaren nadat dezo stap gedaan was, ecbreef en dat zyn herin nering dus verzwakt kan zyn. Damunge l.ctr urt, dat de brief gepubli:eerd is. De heer Casimir Périer zegt, dat hy ni.t wil antwoorden op zskero insinuaties van geDeraal Mercier. De omstan igbeden zyn to »tragi3ch. Generaal Mercier heelt gezocht my te doen tusschenbeido treden; ik hen vreemd gelieven aan do instructie van dezo zaak. Do heer Ca8iu ir Périer beklaagt zich over de incorrecte houding van generaal Merci, r, di? in rang onder hem staat, en herinnert aan ce vrystelling van 60,000 man door generaal Mercier, zonder dat hy, C.simir Póri.r, ge raadpleegd werd. Do heer Casimir Périer protesteert tegen de bewdingen van Mercier nopens de rol, door hem, als hoofd van den Staat, in deze zaak vervuld. Advocaat Demango vraagt aan den heer Casimir Périer of er toentertyd tusschen Fraukryk c-n Duitschland goen overeenkomst ten aanzien van de zaak Dreyfus gesloten was. De heer Casimir Périer antwoordt, dat vóór zyn onderhond op den zesden mot den Duit- schen gezant graaf Yon Munster er nooit sprake van Dreyfus Is gewesst in de betrek kingen tusschtn Frankryk en Duitschland. Op uitnoodiglog van den president van den krygsraad, kolonel Jouaust^ geeft do heer Casimir Périer ook verklaringen omtrent de bekentenissen, die door Dreyfu3 aan kapitein Lelrun-Reoault gedaan zouden zyn. Do heer Casimir Pélier blyft by zyn verklaring, dat hy nooit vertronwelyke medcdcelingan van dezen aard ontvangen heeft. Minister-president Dupuy was tegenwoor dig, toen kapitein L?trun-Renault op het Elyséo kwam. De bfor Casimir Périer geeft lezing van esn lri?f van den heor Dupuy, wjet oorworut bewezen, dat Lebrun-Renau.lt, ondervraagd door Dupuy, hem nntwoor Jd«, dat Merrier hem nai.r den president van do republiek hafgczon 'en om een berisping te ondergaan, wog.ns zyn on' escheidenheden, in do begaan. Gcner u.l Mercior, in do re:o vallend, zegt, dat kapit in L;brun Renault hem ha«J ge- sproken van bekentenissen in tegenwooroig- hrii van generaal Gonse en tr van getuigen zal. De heer Casimir Périer, voortgaande, zegt, nopens do verklaringen van gen.raal Mercier over den diplomatieken toestan1, dat Merrier niet had tusschenbeide te komen. Hij, Périer, confereerde alleen met graaf Yon Munster en do inJruk hiervan was cie van een vol maakte kalmt?. Anders zou het incident niet beéindigd zyn door het stellen van een eenvoudige nota. Zoo men in den avond van den 6den nieuwstydingeu had, zon men niet tot den 8sten hebben gewacht met htt publiceeren van de nota. Hot incident is opgeblazen. Generaal Mercier repliceert, dat by op 't Elysóa was ah minister van oorlog. Gene raal Boisdeffra zou kunnen getuigen ten aan zien van do bevelen, die hy bad ontvangen. Aovo.-aat Demange dringt er op aaD, dat generaal Mercier deze verklaring zal herhalen. Do heer Casimir Pórier zegt, dat men Demange niet kon hooren spreken en vraagt a m Merci r waarom hy by het dossier van 1S94 ni.t de twyfelachtige vertaling gevoegd heeft van het telegram van den agent B., gericht aan diens regeering en gedateerd van den 2den September. Mercier antwoordtomdat ir twyfel bestond omtrent de juistheid der vertaling. Demange repliceert, dat er geen twyfel mogelyk was, omdat de tekst, die officiéél aan Sandhc-rr word meegedeeld, de juiste was. Er volgt een lange discussie over dit punt tusschen den president en de verdediging. Demange vraagt Mercier waarom de com mentaar op het g heime dossier niet gevoegd werJ by het t'ossfer der revisie. Mercier ant woordt, dat hy dit document beschouwde als gemaakt voor zUn persoonlyk gebruik en daarom heeft hy het vernietigd. Demange verwondert zich over dit idee. Dreyfus vraagt nu te mogen uitleggen waarom hy op zekeren dag naar aanleiring van e:n conferentie op een reiskaart een denkbeeldige reis van den generalen atafhad getrokkon. Casimir Périer verklaart nog eens, dat hy nooit iets aan Dreyfus beloofde. Hy onderhield zich alleen over hem met Waldeck- Rousseau. Dj manga wei.t in c'en treede uit hoe by rr-.yfus Let ideo is opgekomen, dat Casimir Priier zich met hem bezighield. Gen.raal Billot komt vervolgens als getuige aan htt woard en zegt, dat hy zeer diep door de zaak Droyfus is ontroerd, maar by is vreemd aan de zaak gebleven. Toen by aan het bewind kwam, vroeg bet Senaatslij Scbeurcr-Kestner hem of hy het niet geschikt vond, zich er mede te bemoeien. By maande den heer Scheurer tot voor- zi:liUghrid aan en verklaarde hem na talryke gesprekken, dat hy onbevoegd was. Generaal Billot z gt, dat hy voor kolonel Picquart do grootste hoogachting koestert. Picquart leverde hem kostbare inlichtingen over de militaire organisatie van een naburige mogend heid. Generaal Billot herinnert aan de verdediging door Picquart gedaan en aan den strik, dien hy gespannen heoft tegen Esterhazy, tegen wien hy vermoedens had. Picquart handelde altyd zonder machtiging. Generaal Biilot spreekt 1 ngen tyd over do uitstekende diensten, die Picquart aan bet leger bewees. Hy protesteert er tegen, dat hy hem ver weg zou hebben g: zonden om hem voor altyd te verwyderen. Generaal Billot z"gt, dat do cultus van htt leger on het vaderland en de zorg voor de nationale verdediging in zekere gevallen buitengewone maatregelen kunnen noodzake lijk maken. Er zyn verscheidene middelen, waarvan men zich kan beaienen. Ontslag, verwydering, zendingen in ver verwyderde streken. Ik weet wel, dat men zegt, dat men er van - terug kan komen met een boogaren graad. Zekerlyk, heldenmoad kan alles schoon- wasschen, uitgezonderd echter hetgeen ik wil zeggen. (Beweging.) Generaal Billot spreokt vervolgens over Esterhazy en geeft verklaringen omtrent het geen met Esterhazy werJ gedaan. Generaal Billot herhaalt zyn verklaringen, voor bet Hof van Cassatie afgelegd, en voegt er nieuwe protisten by tegen de houding van degenen, öje Dreyfus verdedigen. Generaal Billot vertelt van de onderzoekin gen, di9 hy deed ten opzichte van Dreyfus, in irengt «de discussie vervolgons op het borderel, waarover hy niets nieuws z?gt. Hy spreekt over het gesprek, gehouden door twee buitenlanüsche officieren met een koopman van Lyoo, waarin verteld werd, dat Dreyfus een verrader is. Ziehier den tekst van het gesprek, door een koopman uit Lyon afgeluisterd. Een van da officieren z.ida: „'t Is nic-tcemin walgeiyk te zien, dat Fransche officieren bun land vcr- koopen." De andere officier zou geantwoord, hebben: „Het is goed voor ons. Zoo zal Drey fus ons het plan van mobilisatie leveren." Toen Dreyfus, opstaande, met luider stem verklaarde, dat dat gesprek van de Duitsche officieren oen leugen is, vraagt de president van den krygsraad hem: Wat zegt gy? Dreyfus lurhaalt: Dat zyn leugensj Demange vraagt Billot zich te willen ver klaren omtrent de woerden van Barthou en Poincaré, dat z(j n. 1. een oogentlik aan de schui l van Drayfas zou :en hebben getwyfelJ. Eillot erkent do juistheid van dez9 woor den: re iwijfel is gtr.z?n ten gevolgo van je s!-rr:n, t'oor Pi-quart gedaan, co;h bij verklaart, dat zyn overtuiging aan do schold' van Dreyfus nog altyd bostaat. (Beweging.) Op do vraag van Deraar ge zegt Billot, dat' het bedrog, door Henry gepleegd, by hom; aarzelingen deed ontstaan. Hy vindt in de verklaring van Vernet eeal bewys van de weinige moeite, die gedaan la om feiten ten nadeelo van Dreyfus op te sporen. Naar aanleiding van de vorvaUcbing door kolonel Henry zegt generaal Billot nog, dat' by er Z9er verbaasd over was en dat dit feit hem diep bedroefd hooft. Hy had niet kunnen j geloovsn, dat een hoofdofficier handelingen als deZe daad kon verrichten. De zitting worJt te kwart over negenen J geschorst. Spoedig daarna wordt zy weder hervat. Herhaaldoiyk wisselde Dreyfua glimlachend I eenige woorden mot de verdediging. De ex minister van oorlog Gavaignac komt thans als getuige aan het woord. Hy verklaart, dat hy de enquête van het i Hof van Cassatie uiterst nauwkeurig heoffc i gevolgd. Hy heeft zyn eigen verantwoordelykhold doen ineensmelten met die van degenen, die' Dreyfus veroordeel ;en. Het esrste punt, waarop hy zyn overtul-' ging vestigde, zyn de bekentenissen, aan' Lebrun-Renault gedaan. Cavaignac zegt, dat het geen officier, cie' te Ronaan in garnizoen was, kan zyn, die stukken heeft kunnen leveren met de be doeling zyn misdaad te verbergen. Door bet' te loochenen heeft de bescbulrigdo een zin laten ontsnappen, die bet onloochenbaar staaft. Cavaignac releveert de ontkenningen van Dreyfus, die hy beschouwt als niet aannemoiyk en een gebrek van geheugen, üy spreekt vervolgens van de afschaffing der pontonni.ra (die zich in een ander corp3 opIo3ten) en zegt, j dat de verdedigers van Dreyfus hebben getracht, in plaats van de waarheid, onderstellingen! en tegenspraken te stellen. Hy herinnert aan' het getuigenis van d'Attel, dat overeenstemt met dat van kapitein Lebrun. Hy is over-) tuigd van de schuld van Dreyfus door de geiykluidendheid der verklaringen. (Bewoging).' Hy toont vervolgens het belang aan, dat de documenten in het borderel aangagevetf.] hadden, en zegt, dat voor hem door den tekst, van het borderel zelf het bewys is geleverd^'] dat het verraad is gekomen uit het hartvat den generalen staf door een officier, die et: de inlichtingen met volle band kon puttenj Alles leidt er toe, om Dreyfus te veroorderiaa? ondanks zyn ontkenningen. [Dreyfus is zenuwachtig, do:h ondercreekt de verklaringen niet.] Cavaignac zegt, dat Dreyfus de maatregel! gekend heeft, die ten gevolge der oph.-ffing' van het corps pontonniers zyn genomen, even.-] als hy het concentratieplan kende. Waarooil heeft by dit van het begin af aan ontkend Het ia onmogeiyk, dat het verraad doof Esterhazy gepleegd is, daar deze slechts aid tusschenpersoon had kunnen handelen. Het onderzoek van het Hof van Cassatie bewust, dat er een verraad 13 gepleegd. Als myn overtuigiog aan de schuld geheel cn ai i» •blyven vaststaan, is dit omdat myn meening in dit opzicht onafhankeiyk ia van ci.'omtrant. het borderel. Toen ik het border;! onder myn oo;oa kreeg, heb ik ook kunnen aarzelen on go-; looven, dat het van Esterhazy was. Da con clusies van Bertilloa hadden my nrit ovew tuigd. Myn indrukken zyn sedert gowfizigd. (Beweging). Ik zeg alt omdat dit myn ver klaring aan het Hof van Cassatie wijzigt» In het geheim dossier zyn de overtuigende' elementen aanwezig, waaromtrent ik, zegt Cavaignac, my nader zal verklaren. Naar aanleiding van de vervalscbing van' Henry, verklaart Cavaignac, dat deze is ian-' gemerkt al3 een punf vóór het doen plaat» hebben van de revisie. Welnu, op dit punt heeft het Hof V3n Cassatie zelfs niet g;zin^ speeli. De vervalsching van Henry moet rus vreemd blyven aan de beschouwiog der f iten. Dat is mijn opinie. Omtrent het bezoek aan Brussel (iat door Dreyfus gebracht zou zijn) verklaart Cavaignac van een industriöel to Boulogne, den heer Lonquety, te hebben vernomen, dat hy Dreylus te Brussel bad ontmoet, zonder dat het hem echter mogelyk was, den datum nauwkeurig op te geven. Sprekende over de pogingen in het buiten land in het werk gesteld om Drayfus te radden, zegt Cavaignac dat de officiéél e logenstraffingen de waarheid door de mazen laten ontsnappen.' Dreyfus heeft kunnen verraden zonder directe botrekkingen met buitenlandscho agenten te hebben; by hoeft helpers kunnen gebruiken. Cavaignac haalt verschillende tegen*; spraken aan van buitenlandsche personen. De president vraagt Cavaignac zich over de vorvalschiogen V3n Henry nader te ver klaren. Cavaignac herhaalt zyn verklaringen, reeds. vroeger ten deze door hom gedaan. Demange zegt, dat enkele getuigen zich transformeeren in beschuldigers. Da president Jouaust zegt, dat by nkts zonder berisping zal laten. Demange vraagt, waarom Cavaignac het borderel r.itfc in de Kamer getoond beeft. Cavaignac antwoor-t, dat do kouze def middelen aan hem stond. Hy spreekt zyn overtuiging uit, dat hy de zaak van he-tlichfe beeft gediend en niet om staatsraden en. j Een discussie ontspint zich tusschen Cavaignac en de verdediging naar aanleiding van do afwezigheid van Boisdoffre to FarU» op 6 November.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2