Thee E.Br^ndsm^ De Dienstverrichting (eliesej, Goedkoope Trein Souchon a f 1.30 per '|2 K.G. OP REISr AANBESTEDING. flinke Naaister aan Imis. BOVENWONING, Verkrijgbaar in alle buurten der stad. Mejuffrouw B. DE JONG, Tandarts REGEMtT Donderdag lO Augustus. A0. 1899 $eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. TE KOOJP Hartesteeg 2a, Telephoonn. 178, Stoomboot-Maatschappij „De Volharding". Aangename uitstapjes van LEII>ECIN", In tiet bijzonder wordt de aandacht gevestigd op 3183 46 O UJOE VEST 49, op Donderdag 17 Augustus 1899, M". 12104 IEIDSCH DAGBLAD. prijs dezer gqurahtj toot Ldden pér 8 tnaandea. v f 1.10. Franco per post -s- 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVEBTEHTEBUTt Van 1 -6 regeb f 1.08. tedere regel meer f 0.17J. Grootere. lettors naar plaataruimte wordt f 0.06 berekend. - Voor bet incasseeren buitaD de stad Hot Sociaal Weekblad (red. mr. M. "W. F. Treub) geeft het eerste der artikelen, waarin b33proken wordt het wetsontwerp nopens do herziene wet op het notaris ambt Het thans aangeboden ontwerp bevat op verschillende niet onbelangrijke punten veel goeds, maar toch zouden wij indien wij geroepen waren onze stem daarover uit te brongon daarbij in ernstigen tweestrijd verkeeren. Het ontwerp bevat namelijk of te veel df te weioig. Hdd de Regeering duidelijk vooropgesteld, dat zij slechts enkele punten in de bestaande regeling, die zonder een diep ingrijpende her- z'eDing der geheele wet voor wijziging vatbaar zón, veranderen en verboteren wilde, en dat o ize wetswijziging dus niets praejudiciëeren z >u over de al of niet noodzakelijkheid eener meer fundamenteels herziening in de toekomst, dan zouden ook z(J, die van het principieel verwerpelijke van de bestaande regeling van het notariaat overtuigd zijn, zich voorloopig in afwachting der moer fundamenteele her ziening bij het wegnemen van enkele der meest in het oog vallende gebreken in de wet, met behoud overigens van haar gebrek kige grondslagen, hebben kunnen aansluiten. Uit deze verklaring volgt, dat de Minister van oordeel is: lo. dat de grondslagen van de tegenwoordige regeling van het notariaat vooralsnog niet behoeven te worden losge laten, en 2o. dat het aangeboden ontwerp de noodig geworden veranderingen in de be staande wet op bet notarisambt wanneer het tot wet wordt verheven brengen zal. Tegen dat tweeledig, oordeel nu hebben wfl overwegende bedenkingen. Ooze hoofd bedenking is wel, dat de Minister het uit spreekt zonder zelfs oen poging to doen om hot door argumenten te staven. Men zal tevergeefs in de memorie van toelichting e.en enkel woord zoeken ter verklaring waarom het ontwerp verschillende andere, door veel deskundigen noodig geoordeelde veranderingen in de bestaande wet met stilzwijgen voorbijgaat. Het denkbeeld, om het notariaat tot een vrij beroep te maken, moge eenige voorstan ders hebben gevonden in den tyd, toen in de liberale vrijheids-idee een bruikbaar richt snoer werd gezien voor ongeveer alles, waar mede de Staat in aanrakiDg kwam, dat denkbeeld is thans zoo dood en begraven, dat hot overbodige moeite was hetgeen in 1886 daartegen werd opgemerkt thans nog eens op te rakelen. Daarentegen wint het donkbeeld, om het notarisambt te maken tot een bezoldigd Staatsambt, steeds meer aan hangers. De argumenten, die daartegen in 1886 werden te berde gebracht, moeten dus wel krachtig zijn geweest, als de thans fun- geerende Minister het niet noodig vond daaraan, na al wat sedert óver dit denkbeeld werd geschreven, oen woord toe te voogon. Na die argumenten besproken te hebben, vervolgt het blad: Tal van andere argumenten werden aange voerd ter verdediging van het denkbeeld, dat het notariaat een bezoldigd Staatsambt be hoort te worden, en ter weerleggiDg van de daartegen ingebrachte bezwaren. Nu nemen wij het den Minister allerminst kwalijk, dat hy door die argumenten niet is overtuigd geworden, maar wy meenen niet te worden gedreven door auteursydelheid, wanneer wij er van zeggen, dat de Minister nu hy door die argumenten niet is overtuigd ter toelichting van zijn gevoelen, dat „in het wezen van het notariaat niet behoeft te worden ingegrepen," toch iets meer had behooren te doen dan een paar povere zinnetjes uit de memorie van toelichting van den minister Da Tour van Bellinchavo over te schrüven. Ook meene men niet, dat het denkbeeld van het omzetten van het notariaat in een bezoldigd Staatsambt slechts een notariëel stokpaardje van den redacteur van het Sociaal Weekblad wezen zou. Mr. A. J. B. Ryke, destyds privaat-docent voor het notariaat aan de universiteit te Utrecht, thans notaris te 's GraveDhage, die, naar verluidt, aan de Regeering by do samenstelling van dit ont werp van advies gediend heeft sprak zich in hot Tijdschrift der Notarissen destyds ten gunste daarvan uit. Ook mr. J. P. Sprenger van Eyk, een autoriteit op het gebied van de wc-ttelyke regeling van het notarisambt, hebben wy, blykens een uitlating in den derden druk van zyn commentaar op de wet geving op het notarisambt, waarschyniyk op onze hand. En de meerderheid op de alge- meeDe vergadering van de Brooderschap van Candidaat-Notaiissen in Nederland sprak zich in 1893, na een uitvoerige discussie, voorbe reid door een tweetal praeadviezen, het andere, gelicht tegen het notariaat bezoldigd Staatsambt, was van don heer N. J. Verkoren, notaris te 'a-Gravenhage met meorderbeid van stemmen uit voor de conclusie van mr.' Treub's praeadvies, luidende: Het hervormen van het notariaat tot een bezoldigd Staatsambt ligt geheel in de l\jn der geschiedenis van deze instelling, en deze hervorming is noodig zoowel op grond van overwegingen van algomeenen aard, als omdat do practi8che bezwaren, die er tegen kunnen worden ingebracht, door de voordoelen, welke do verandering voor het publiek, voor den Staat en voor de notarissen zeiven zal hebben, ver werden overtroffen. Een ^reporter van de Nieuwe Rotterdanische Courant heeft in een zeventiental feuilletons, die den titol droegenVan af- en aan monsteren; het leven van den zeeman aan den wal, merkwaardige, maar treurige difigen meegedeeld. In zyn conclusies aan het slot scbryft hy o. m.: „Na al wat ik heb vormold is het zeker overbodig nog eens te betoogen, dat de huur bazen radicaal moeten worden verdreven tus- schen reeders en kapiteins aan den eenen en het scheepsvolk aan den anderen kant, opdat er een einde worde gemaakt aan zwarte toestanden, waarin de zeelieden worden gedwongen te leven. Als baas, in maar twee weken, beb ik daarvan natuuriyk een heel klein gedeelte kunnen waarnemeD. Maar toch is, w&t ik in dien korten tyd heb beleefd, voldoende om overtuigd te worden van de klemmende nood- zakelykheid, dat de muren van onbekendheid rondom het wereldje, waar de zeeman af- en aanmonstert en passagiert, verder worden neergehaald, opdat een frissche stroom van beschaving, ook daar kunne binnendringen, wegspoelend al wat er broeit en rot, verdrg- vend de parasieten, die alle g6zonde bloed zuigen uit het eenmaal zoo krachtige Hol- landsche zeevolk, dat dreigt steeds meer te verzwakken, zedelyk on lichameiyk. Eu in afwachting van den Hercules, die het reinigen van dezen Augiasstal aandurft, dient zoo spoedig mogeiyk tweeërlei te ge schieden lo. het stichten "van een beurs voor de zeelieden in de groote havensteden, en dus wel het allereerst iu Rotterdam; 2o. het herzien of nieuw oprichten van Zeemanstehuize n." Over de wyze, waarop doze Tepnrter de tehuizen wenscht ingericht, en' de ontspan ningen, die hy den man aan den wal wil bezorgen, verschillen we zeer met hem in opvatting, zegt De Standaard. Ons schynt het onverantwoordeiyk met den factor gods dienst niet te rekenen. Maar dit verhindert ons natuuriyk geen oogenblik hem oprechte- ïyk te danken voor zyn naspeuringen, en gaarne ODderschryven we ook zyn slotwoorden „Het is dringend tyd, dat ook de zeelieden gaan profiteeren van al wat tot verbetering van deze verhouding door Ryks-en gemeente- regelingen en door particulieren is en wordt gedaan. Geen categorie van werklieden wel licht, die door de misstanden, waai in zy ver keeren, daaraan meer behoefte hobben ook 'omdat zy, steeds verspreid, onmachtig zyn vereenigd voor eigen belangen op te treden," Deze woorden zegt De Standaard weer verdienen zeer aller overweging. Ons zeevolk was eens Hollands roem. En in onzen tydl Een hard, eentonig leven aan boord, en aan den wal „genot", „verstrooiing", maar hoe! Ook voor deze „gebondenen" dan de vryheid, naar Gods Woord. „Korporaal Bierzucht" schryft thans in De Nederlander over Tehuizen voor Mili tairen en Do Rykscantine het vol gende Met belangstelling las ik de discussie over bovengenoemd onderwerp en de repliek van den heer kapitein der infanterie A. S. Russer met den heer M. K. Het bevreemdde my, dat de geachte eerst genoemde schryver durft beweren hetgeen zyn welversneden pen is ontvloeid. Zeer wel raogeiyk is Bergen-op Zoom een uitzondering, een groote uitzondering op don regel. Doch ik plaats een In de jareD, dat ik het voorrecht genietin ons leger te dienen, heb ik nog nooit in de kazerne art. 2 van het Reglement van Krygstucht zien naleven. Helaas! niet alleen de minderen, maar ook de meerderen heb hooren vloeken en liederiyke taal spreken, die aan het ongeloofiyke grenzen. En nog niet zoo lang geleden voegde my een myner collega's toe: „Het was beter, dat je ook eens jenever zoop en eens een flinken vloek er door gooide, dan tweemaal naar de kerk te gaan en je overigen tyd in do klep (militair tehuis) zoek te brengeD." Welke^ nu de ontzettende, de „ontzettend vele moeiten zyn, den pas ingedeelden miliciens de slechte gewoonten af te leeren", het biyft my tot heden een raadsel. Ik heb nog niet zulke „ontzettend slechte gewoonten" by onze ge wone miliciens aangetroffen en zou ook niet weten welke te noemen. Het spreken soms in een of ander dialect? Doch ook hierin maakt waarschyniyk Bergen-op-Zoom een uitzon deriDg! Laat ik dan maar zwijgen van de gees- telyke belangen van den soldaat in de kazerne" Ik stem het toe, er wordt eiken winter gevraagd, wie er catechetisch onderricht by een der H.H. predikanten wenscht te ont vangen; doch onder welken vorml Één voorbeeld: den sergeant der week wordt opgedragen de namen der manschappen op te nemen, die gebruik wenschen te maken van het „kattengezanik." „Mot een van jullie ook naar den dominiel D'r zyn er twee hier, dominie A. ia erg fijn, daar mot je veel leeren, en dominie B. is modern; daar gaat het heel gemakkelyk. Maar niet zooveel, hoor, want wat heb je aan dat Het gevolg is, dat zich een paar miliciens uit eigen beweging opgeven voor de „moderne dominie" en de restdurft niet, omdat ze bang zyn voor de vloeken en verwenscbingen van den sergeant. Dat is hot „geesteiyk belang van den soldaat in de kazerne." Een eokele uitzondering wordt er gelukkig gGvondon. Godo zy dank, er zgn betere inrichtingen dan die met het „zeer strenge cantine-toezicht"? Da heer M. K., die uitstekend met de tehuizen voor militairen op de hoogte is door een langen practiscben diensttijd er in, zal zeker buiten zgn „gewone bezigheden" evenals vroeger het noodzakelyk werk verrichten het besteden van al zyn krachten aan den soldaat en aan den toekomstigen soldaat. Want we weten, dat het goede voor den militair te zoeken en te doen een der noodzakoiykste werkzaamheden is op hot gebied der inwendige zending van dezen tyd. Een voorrecht het te kunnen doen en dat vele legerautoriteiten daartoe medewerken. Het kwaad zit niet in do „booge autoriteiten", maar meest helaas in het zoogenaamde beroeps kader. Mogen de hooggeroemde persoonlijke dienstplicht en het „reservekader" oen ver andering ten goede brengen. In het Maandblad tegen de Vervalschingen stellen dr. Yan Hamel Roos en Harmens de vraag, of de voreenigde pogingen van officiöele lichamen en particulieren tot bestrijding der vervalschingen langzamerhand ver betering aanbrengen of dat de toestand ver ergert. Ziehier hun antwoord: „Indien wg ons internationaal orgaan, de Revue Internationale des Falsificationsraad plegen, ten einde eens na te gaan hoe het ii het buitenland gesteld is, komen wy tot hoogst leerryke gevolgtrekkingen. Nomen wg byv. als één uit vele het officiöele verslag van België, dan lezen wy, dat de toestand aldaar in de laatste jaren zeer belangrgk verbeterd is en op velerlei gebied, bg groote uitzonde ring, vervalschingen voorkomen en dan slechts met minder waardige doch schier nooit met schadelijke bestanddeelen. Indien men nu in aanmerking neemt, dat in vroeger jaren de toestand in België aller treurigst was en bedrog met vervaluchte en schadelyke levensmiddelen zeer algemeen, is hierin het beste bewys gelegen van de krachtdadige werking van behoorlgke wetten en besluiten tegen de vervalschingen. Doch, en hierop komt het voornamelijk aaD, men maakt by onze buren niet alleen wetten, men zorgt ook voor een stipte naleving er van. Nu weldra van Regeeringswege ten onzent maatregelen tegen de vervalschingen geno men sullen worden, zouden wy daarbg drin gend de volgende beginselen aanbevelen: lo. Levensmiddelen- en waren ver valsching in het algemeen behoort door den wetgever beschouwd en gestraft te worden als bodrog, resp. oplichting. 2o. Een wet tegen vervalsching van levens middelen en verbruiksartikelen in het alge meen worde zoodra mogeiyk uitgevaardigd, waarby ten eenenmale geweerd wordt het it het tegenwoordige wetsartikel (Art. 330 Wolb v. Strafr.) beerscbende beginsel, waarbg voor strafbaarheid het medeweten van de verval sching vereischt wordt. 3o. Do onderdeelen eener dergelyke wet, d. w. z. de speciale regeling voor de verschil lende artikolen, behoort by Kon. besluiten vastgesteld te worden. Wat nu de vraag betreft speciaal aangaande ons laod, of de vervalsching van levensmidde len toeneemt, gelooven wy, dat zoowel door de bestaande en heilzaam werkende gemeente- laboratoria, als door het toezicht, uitgeoefend door de inrichtingen, uit hot particulier initiatief in het leven geroepen, deze vraag ontkennend beantwoord kan worden. Doch zullen deze gezamenlgke pogingen op den duur een krachtig bolwerk kunnen blgven, dan is hulp van Staatswege door eeu do3l- matige wettelgke regeling en een beboorlgk justitiöel toezicht dringend noodzakeiyk. De toestand is thans vooral in de pro vincie onhoudbaar; de knoeiers worden óf niet vervolgd, daar zy onwetendheid met den aard der koopwaar voorwenden, óf beloopen, indien zy al betrapt worden, zulke geringe boeten, dat zy deze gaarne betalen om bun onzuiver handwerk opniouw, zoo noodig onder een anderen naam, voort te gaan zetteD. Moge hierin ten onzent weldra biyvendo verbetering komen en oüze Regeering en Vertegenwoordiging deze voor de volksge zondheid zoo uiterst gewichtige zaak spoedig op degeiyke wgze tot een goed einde brengen 1 Vervolg der Advertcntiëu. Op Maandag 14 A iiga§tn«, des middags Ie 12 uren, zal door het College van Diakenen der Ned.Herv. Gemeente te Leiden in het Huiszittenhuis aan den Ouden Ryn worden AANBESTEED: Het verbouwen van de Bethle- hemskerk. Bestek en voorwaarden liggen op de plaats der besteding ter inzage. Aanwgzing zal gehouden worden op Don derdag 10 Augustus, des voormiddags te 11 uren. Inlichtingen worden tusschen 1 en 2 uren Virstrekt coor W. FONTEIN, Architect, 6330 19 Nieuwe Ryn 68a. Wordt voor direct gevraagd: een Htt geheelo jaar door vast werk. Bekend m .t winkdgoederen te naaien. Salaris f 4. per week. Brieven onder No. 6515 aan het Bureel van dit Blad. 7 een goed onderhouden overdekte IJzeren Westlander, met completen Inventaris, groot 18 a 19 ton. Franco Brieven letters X 8 Centraal Advertentie-Bureel GEBE. BELINFANTE, Wagenstraat 100, 's Gravenhage. 6108 8 drie HA51ER8, Zolder, Duinwater, Pló en vele gemakken, te huur aangeboden. To bevragen: Vliet No. 24. belast zich met dadelijke Boodschappen per Fiets of Tram binnen de stad a vijf Cents; Briefjes of kleine pakjes tien Cents; bezorgen van Koffers, Kisten en Bakken 15 tot 30 Cents; kleine "Verhuizingen, Verspreiding van Circulaires, Brijscourantea en dergelijke, Innen van Cfcuitantiën, Lijsten loopen, etc. 6516 26 Ligplaats: Ilaven by de Zylpoort. Geregelde dienst op AMSTERDAM en op GOUDA, via ALFEN en BOSKOOP r-maal daags. 4248 24 bijv. 18.—. 8.— of 41.45 naar KOUDEKERK of ALFEN, 9.— n.m. naar LEIDERDORP of KOUDEKERK dan is men 's avonds terug. Onderstreepte uren 's Zondags niet. ZIE BIEÜITREGELIVGEIt. TRADE MABK a. més TEED AM. Verloskundige, 5785 6 Stads vroedvrouw. is iederen Maandag, Woensdag, Vrijdag en SEaterdag, van 10 1 uur, te sproken: HAARLEMMERSTRAAT 48a, voor allo Mondzfckten en het plaatsen van Kunst tanden. 6192 7 HOLLANDSCHE 3de en 3de Klasse, ran ROTTERDAM, Schiedam, Maassluis, VlaardingeD, DeKt, Scheveningen Strand, Den Haag en Leiden, naar Haarlem, Velsen, Beverwijk, Alkmaar en DEN HELDER en terug. 6521 20 Inlichtingen aan de Stations. I Zie verder de AANPLAKBILJETTEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5