H\ 12101
Maandao; 7 Augustus.
A0. 1899
$eze gouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- ca feestdagen, uitgegeven.
(Vit nornmer bestaat uit DULL'
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 5 Augustus.
Feuilleton.
TE PAARD.
LEIDSCH
DA&BLAD.
n -PRIJS DBZEB GOTO ART I
Voor Leldan pér 8 maanden. 1.10.
Franco per posta- 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PHUS DER ADVERTETJTIENt
Van 1—6 régels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
lettere naar plaataruimte Voor het incacseeren buiten do stad
wordt f O.OE berekend.
Officieel© Kennisgevlugeii»
Verkiezing van leden van de Hamers
van Arbeid te Lelden.
Burgemeester en Wethouders van Leiden:
Gezien de beschikkingen van den Minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid van den 28sten
Juli 1899;
Brengen ter algeraeone kennis, dat de verkie
zingen van 4 leden patroons voor de Kamer van
Arbeid voor de Drukkersbedrijven, 3 leden patroons
en 2 leden werklieden van de Kamer van Arbeid
voor de Textielnijverheid en 4 loden patroons van
.de Kamer van Arbeid voor de Voedings- en Genot
middelen zullen plaats hebben op Dinsdag 15
Augustus a. s. en de herstemmingen, zoo noodig,
op Vrijdag 25 Augustus d. a. v.
De 8tembureaux zullen zittiDg houden in een
#ler lokalen van het Raadhuis van des voormiddags
8 tot des namiddags 3 uren.
Voorts vestigen zij de aandacht van belang
hebbenden op den inhoud van de artikelen 17 en
18 van de Wet op de Kamers van Arbeid, lui
dende als volgt:
Artikel 17.
Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of
een onderneming, waarin personen, die op een
kiezerslijst voor een Kamer van Arbeid zijn ge
plaatst, arbeid verrichten in fabrieken en werk
plaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van
dezen gedurende ten minste twee achtereenvol
gende uren van den voor de stemming bepaalden
tijd gelegenheid vindo om mede te werken tot de
keuze, waartoe hij bevoegd is.
Artikel 18.
Het hoofd of de bestuurder, in het voorgaande
artikel bedoeld, is verplicht te zorgen, dat in zijne
fabriek of werkplaats, op een plaats, waar arbeid
•wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór
en tijdens de tot stemming bepaalde uren, op
een zichtbare wjjzé is opgehangen een door hem
©nderteokende lijst, de uren, in het voorgaande
artikel bedoeld, vermeldende voor elk afzonderlijk,
*©f groepsgewijze of voor allen gezamenlijk.
Onder het woord „arbeid", waarvan in deze
beide artikelen sprake is, wordt verstaan alle
werkzaamheden in of voor oenig bedryf, behalve:
1°. werkzaamheden in of voor de bedrijven van
lafadbouw, tuinbouw, boschbouw, veehoudery of
veenderij; 2°. werkzaamheden buiten fabrieken en
-werkplaatsen in of voor het. bedrijf van hem, bij
wien degene, die ze verricht, inwoont, voor zoover
die werkzaamheden ook buiten eenig bedrijf in
een huishouding of stalling plegen voor te komen.
Onder de woorden fabrieken en werkplaatsen"
wordt verstaan alle zoowel open als besloten
ruimten, waar in of voor eenig oedrjjf pleegt ge
werkt te worden aan het vervaardigen, veranderen,
herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze
tot verkoop of gebruik geschikt maken van voor
werpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf
voorwerpen of stoffen een daartoe strekkende
bewerking plegen te ondergaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. Was, Burgemeester.
29 Juli 1899. M. C. DEKHÜYZEN, weth.,loco-Secr.
In 's Rijks Ethnographisch Museum te
Leiden "wordt den 9den dezer et n tentoonstel
ling van Japansche kunst geopend, die van
af den lOden op alle werkdagen, in het ge
bouw Rapenburg No. 67, van 10 4 uren voor
het publiek kosteloos toegankelijk zal zijn.
Nog wordt ons gemeld, dat hst doze
week vermelde legaat aan de Geref. Kerk A.,
alhier, door wijlen mej. H. Maas, moet worden
uitgekeerd vrij van het recht van successie
en andere kosten en laeten.
Voor het examen Hoogduitsche taal
(L. O) is geslaagd mej. G. Zindel, van LeiJen,
en voor het examen Fransche taal (L. O.) de
heer D. L. Van den Berg, van Alfen aan
den Rijn.
Dezer dagen vergaderde te Delft het be
stuur van de „Delftsche Handelsvereeniging"
om te spreken over do Indische instelling
aldaar. Onlangs werd door den gemeenteraad
oen adres aan de Regeering verzonden voor
een sutsiaie voor de instandhouding van boven
genoemde instelling. Dit adres werd niet
gunstig ontvangen, waarom de „Handels
vereeniging" zich wendde tot den Minister,
met verzoek zich met den gemeenteraad te
will n verstaan in zake de te verleenen subsidie.
Als antwoord werd ontvangen, dat wanneer
de RcgeeriDg een subsidie zou verleenen, zij
zich daarvoor niet in connectie met den ge
meenteraad behoefde te stellen. Ook kwam
ter sprake co verplaatsing van de artillerie-
inrichtingen. In weerwil van het besluit, in
de Tweede Kamer genomen, dat geen ver
plaatsingen meer zouden plaats hebben, werden
die verplaatsingen in den laatsten tijd toch
gedaan, maar thans in kleinen getale. Het
bestuur stel Je daarom voor, een oog te houden
op de verdere verplaatsingen, en wanneer dtze
weer mochten plaats hebben, zich tot de
Tweede Kamer te wenden, op Jat de genomen
besluiten niet anders worden uitgevoerd dan
zooals zij zijn genomen.
In den laatsten tijd klagen de ambtenaren
op het Telegraafkantoor te Amsterdam over
verzwaring van hun dienst. Yan den aanvang
der Vredesconferentie af werden zeer ver
moeiende diensten gevergd, des te vermoeiender
omdat zü vielen in den avond en het begin
van den nacht, terwijl in geen enkel opzicht
die diensten beloond werden.
De hoop bleef nu gevestigd op het einde
dier Conferentie; maar nauwelijks is deze
ge&in igd, of alle diensttijden worden met één
uur per dag verzwaard.
Donderdag avond werd daarom door dio
ambtenaren een vergadering gehouden, waarin
eenstemmig de volgende motie werd aan
genomen, die telegraphisch verzonden werd:
De vergadering van ambtenaren der telegra-
phie te Amsterdam, gehouden op 1 Aug. 1899,
naar aanleiding van de op 31 Juli jl. op het
hoofdkantoor alhier ingevoerde, opnieuw ver
zwaarde dienstregeling;
„gehoord de bezwaren, vooral op hygiënisch
gebied, aan die regeling veroonden, nader
ontwikkeld in de memorie, die den 28stenjl.
aan den heer directeur-generaal is gezonden;
„overwegende, dat bij een ingespannen
arbeid, zooals die vooral in dit gedeelte des
jaars, zoowel by dag als bij nacht, van de
ambtenaren wordt gevergd, elke dienstver-
lengiog onvermijdelijk in de hoogste mate
nadeelig op den gezondheidstoestand der
ambtenaren mo3t werken, terwijl het boven
dien zeker in twijfel mag worden getrokken
of de telangen van den dienst en van het
publiek veilig zijn in handen van ambtenaren,
die door ovtrmatigen arbeid afgemat zjjn;
„betreurende, dat, niettegenstaande het einde
der Vredesconferentie, die gedurende twee
maanden zware en veel extra-diensten gevergd
heeft, tot den gewraakten maatregel is over
gegaan;
„spreekt eenstemmig den wensch uit, dat
de jongste dienstregeling worde ingetrokken
en bet daarheen worde geleid, dat de normale
diensttijden in de groote centra van ons land
niet meer bedragen daa 7 uren daags, evenals
in het buitenland gebruikelijk is;
„besluit deze motie onverwijld ter kennis
te brengen van den directeur generaal der
posterijen en telegraphie, den inspecteur der
post. en tel. en den directeur van het telegraaf
kantoor te Arasterdam."
Een te St.-Louls, in Amerika, verschij
nend groot geïllustreerd blad, „Tho Globe-
Democrat", bevat de portretten van de meest
bekwame kapelmeesters van militaire muziek
corpsen. Daaronder rangschikt het blad ook
een Nederlander, den heer N. A. Bouwman,
directeur van de Kon. Militaire kapel van
de grenadiers en jagers.
Diens welgelijkend portret versiert bet blad,
terwijl in het bijschrift veel goeds van zUn
leiding en van de door bem gecomponeerde
Kroningsmarschen wordt verteld, zoomedo van
zijn krachtig aandeel bty de Kroningsfeesten
te Amsterdam en te 's-Gravenhage. Do
„concertmeester van do Koningin van Hol
land", zooals het blad hem noemt, komt er
heel goed af.
De gemeenterekening van 's-Gravenhage
over 1898 is aan den gemeenteraad inge
diend. Zy bedraagt in ontv. 5,671,714.767,,
in uitg. 1f 5,376,074.28, zoodat zy sluit met
een batig slot van 295,640.48'/,.
Oninbaar is op den dienst '98 426,975 22f/a
en verhaalbaar blyft 48,325.94'/2.
De rekening der waterleiding sluit met
een meerdere ontvangst ran 86,414.86. De
ontvangsten der waterleiding zyn in 1898
92,401.70 gestegen.
Het gemeente ziekenb. iostte 161,678.06,
waar tegenover een ontvangst staat van
13,209 aan lyders, die voor eigen rekening
werden verpleegd.
Voor het hooger onderwijs werd besteel
49,992,90'/,, terwyl werd ontv. 18,041.67;
voor het middelb. onderwys werd uitge
geven 139,456.12'/2, terwyl werd ontvangen
56,254.33, cn voor het lager onderwfla werd
uitgegeven ƒ890,903.84'/,, ttrwyi werd ont
vangen 97 868.47.
Ger. Kerken. Zestal te Delft: d.d. W.
Breukelaar, te Halfweg; A. Doorn, te Frane-
ker; L. Kuiper, te Hoogoveen; S. O. Los, te
De Lier; W. B. Renkema, te Ryn6burg, en
G. Wielenga, to Katwyk a/d Ryn.
Ds. Th. G. C. Rappard, te Waarder,
bero pen predikant der Ned.-Herv. Gemeente te
Mynsheerenland, hoopt aldaar Zondag 1 October
zyn dienstwerk te aanvaarden.
Naar gemeld wordt, heeft mr. J. Koning
ODtslag aangevraagd als president der recht
bank te Heerenveen.
Herhaal Jeiyk heeft in buitenlandsche
bladen het bericht gestaan, dat deNederland-
sche Regeering te Pretoria haar invloed had
laten gelden om de Regeering der Zuid-
Afrikaan8che R°publiek in haar laatste geschil
met de Engelsche Regeering te bewegen tot
toegeven. Wy kunnen, zegt de „N. R. Ct.",
dit bericht beslist tegenspreken.
Door den Gemeenteraad van Maastricht
is besloten een slachthuis te bouwen, waarvan
de kosten op 230,000 zyn geraamd.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
mr. A. F. Van Leyden, consul der Neder
landen te Smyrna, aan zyn departement te
spreken zal zyn op Dinsdag 8 Augustus e. k.,
van 11 uren des voormiddags tot 1 uur des
namiddags.
H. M. de Koningin schonk ter herinne
ring aan haar bezoek op Bronbeek aan deze
stichting een prachtige zilveren medaille met
inscriptie 21 Juli 1899.
Te Maastricht is onder leiding van den
heer J. C. G. Pollones, notaris te Amster
dam, gehouden de jaarlyksche byeenkomst
van de „Broederschap der Notarissen In
Nederland". De byeenkomst werd bygewoond
door 80 leden, uitbrengende 135 stemmen.
Tot algemeen secretaris werd ter vervanging
van den heer Evenbiy, die verzocht had niet
meer in aanmerking te komen, gekozen de
heer Ch. Miseroy, notaris en privaat-docent
te Amsterdam, terwyl een andere vacature
in 't hoofdbestuur wtrd aangevuld door de
benoeming van den heer J. Maarschalk,
notaris te Boskoop. De aftredende secretaris
werd tot eerelid van het hoofdbestuur benoemd.
De voorstellen over pensioen- en weduwen-
fonds werden aangehouden tot Februari 1900.
Als plaats der eerstvolgende vergadering
werd Arnhem aangewezen.
Donderdag is te Leeuwarden zeer onver
wacht, op den leeftyd van ruim 54 jaren,
overleden do heer S. F. Huizioga, leeraar in
do natuurlyke historie aan de Ryks hoogere
burgerschool en in de scheikunde, technologie,
werktuigkunde en natuurlyke historie aau
de burgerdag- en avondschool. Geiyk ge-
woonlyk, was hy nog kort te voren aan den
nachtelyken arbeid geweest, waarby hy bezig
was de laatste hand te leggen aan een door
bem bewerkte volksuitgave „Het leven der
dieren", van A. E. Brehm,in 66 afleveringen,
waarvan er reeds 63 zyn verschenen. Ver
scheidene andere werken over plant- en dier
kunde hadden v^n bem het licht gezien, die
steed3 met vrucht op de middelbare scholen
worden gebruikt.
Geslaagd zyn voor het eerste gedeelte
van het Notariöel Staatsexamen de beeren:
I. R. A. W. Weeoink,'a Gravenhage; F. M. II.
Quaedvlieg, Maastricht; G. J. Van Leersum,
Hoorn; R. T. Mees, Amersfoort; H. W. Hazen
berg, Amsterdam; F. J. Hartong van Ark,
Purmerend. Voor het tweedo gedeelte de heeren
G. Sluis, Hoorn; P. A. Van der Loeff, Teteringen;
J. D. M. Verhulst, '6-Hertogenbosch.
Dr. Leyds is Vrydagmiddag van 's-Graven-
hage naar Amsterdam vertrokken en zal
heden van daar naar Brussel terugkeeren.
Tot aanvulling van het bericht betref
fende de uitspraak van het class, bestuur van
Alkmaar, waarby de tegen den Helderscben
predikant De Koe ingediende klacht ongegrond
werd verklaard, diene, dat het aan genoemd
bestuur onomstootelyk gebleken is, dat het
geenszins de bedoeling van den bezwaarde is
geweest te willen krenken of beleedigen of
eigen grieven te uiten tegen enkelen of een
ganschen stand, maar alleen onverbloemd de
waarheid te zeggen, en dat het, rechtdoende
in eersten aanleg, den bezwaarde onschuldig
verklaarde aan een der dadeD, genoemd in
art. 3 al. 8 van het reglement voorkerktlyk
opziaht en tucht, enz.
Uit de „Staatscourant»"
Kon. besluiten. Benoemd tot notarissen
te Schiedam de heer W. A. Van Dolder, candidaat-
notaris aldaar; te Kampen de heer P. J.G. Brune,
candidaat-notaris aldaar.
Benoemd tot substituut-officier van justitie bij
de rechtbank te 's-Gravenhage: mr. S J. M. \an
Geuns, ambtenaar bij het O. M. te Zieriksee.
Pensioen verleend aan M. Struyk, wed. J. Leer
touwer, meester vuurwerker lste klasse bij de
Pyrotechnisclie School to Delft, ƒ263; F. W.
Yeelings, wed. D. Visser, ijker, chef van dienst
te Leidoo, ƒ600; M. A. H. G. Ubagbs, wed. J. A.
Van Sonderen, directeur van bet post-en telegraaf
kantoor te Valkenburg, ƒ630; (J. W. Van Thiel,
wed. L. Pionk, essaieur bij den waarborg en de
belasting der gouden en zilvercD werken, ƒ855;
C. A. Schoo, wed. A. Van der Wal, laatstelijk
klerk der posterijen lste klasse, ƒ270; jonkvrouw©
E. C. G. F X. of E. C. Huughe de Peutevin of
Huughe de Peutevine, wed. mr. J. L. H. A. baron
Gericke van Uerwijnen. laatstelijk buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister bij de Hoven
van België en Luxemburg, ƒ600; een tweede pen
sioen van ƒ377 vorleend aan R. A. Raymann,
gepensionnoerd hoofdonderwijzer, laatstelijk teoke-
naar bij het kadaster.
De adelborsten dor lste klasse E. A. W. Van
Riemsdijk, R. P. C. Spengler, J. D Evers, T. A.
Van Hengel, A. M. Van Roosendaal, C. M. Schaef-
fer, J. A. Vink, J. C. Brandt Corstius G. J. W.
Putman Cramer, J. 10. Van Hoogenhuyze on W.
Bosch, met iDgang van 2 Augustus 1899 bevor-
deid tot luitenant ter zee der 2de klasse.
IDoor den minister van koloniën zijn de
beeren U. Ten Oever en K. Soeters gesteld ter
beschikking van den Goavern.-Gen. van Nederl -
Indië, om te worden benoemd tot technisch amb
tenaar bij het boschwezen daar te lande.
Eeu interpellatie in zicht.
Men schryft aan de „Haagsche Crfc.":
Verschillende kranten hebben een bericht
opgenomen, dat de Jong-Turk Anmeghian
uit Frankrijk zou zijn of worlen verwydc-rd.
De heer Anmeghian is dezelf o vreemde
ling, die hier t6r stede door de politie op zulk
een.... laton we maar zoggen: domme en
onverantwoordeiyke wjjZ9 is bejegend.
Bedoeld bericht over uitzetting uit Frankryk
is dan ook eenvoudig eenverzonnen
Tendenz-bericbt, bestemd om hen, die zich.
verantwoorden moeten, in staat te stellen,
zich schoon te praten.
Er is geen sprak9 van, dat de heer An
meghian uit Frankryk zal worden verwyderd.
Ik heb daarover de meest vertrouwbare be
richten ingewonnen, omdat deze Jong-Turken-
zaak my, om verschillende redenen, tyzonder
belang inboezemde.
Aanvang September zil het Kamerlid Pytter-
sen een interpellatie over deze zaak in de
Kamer houden. By die gelegenheid zullen dan
tevens een paar staaltjes gegeven worden,
boe sommige ambt. naren de grondwettige
vryheid Vi>n 6chryven óók al hebben willen
vermoor ien, wat echter coor verstandige
lieden voorkomen is.
De arme luitjes leefden armoedig van het
inkomen van den man. Twee kinderen waren
sedert hun huwelijk geboren en de eerste
geldverlegenheid was een van die bescheiden,
verborgen, beschaamde nooddruften geworden,
de nooddruft van een adellijke familie, die
ondanks alles haar stand wil ophouden.
Hector Ds Gribelin was in het ouderlyk
-«lot door een bejaarden gouverneur opgevoed.
Men was riet ryk, maar men leefde stilletjes
Zen bewaarde den uiterlyken achyn.
Toen hy twintig jaar was, had men oen
betrekking voor hem gezocht en hy was als
commies met vyftienhonderd franken per jaar
op het ministerie van marine gekomen. Op
deze klip was hy gestrand, evenals alleD, die
niet vroegtydig voorbereid zyn op den barden
stryd des levens, als allen, die het leven door
een nevel zien, die de middelen en den
tegenstand niet kennen, by wie men niet
sinds de kinderjaren byzondero geschiktheden,
ongewone vermogens heeft ontwikkeld en een
grove 8trydkracht; allen, wien men niet een
wapen of een gereedschap in de hand heeft
gegeven.
Zyn drie eerste kantoorjaren waren af-
echuwelyk.
Hy had een paar vrienden van zyn familie
teruggevonden, oude, achterlyke en even
onvermogende lieden, die in de adellyke
straten woonden, de treurige straten van de
voorstad Saint Germain; en hy had zich een
kring van kennissen gevormd.
Vreemd aan het hedendaagsche leven,
nederig en trotscb, bewoonden deze behoeftige
aristocraten de bovenverdiepingen van soe
zende huizen. Boven en beneden droegen de
huurders van deze woningen titels, maar het
geld was even schaarsch op de eerste als op
de zesde verdieping.
De eeuwige vooroordeelen, de zorg voor
den stand, de angst voor vernedering lieten
deze eertyds schitterende families, door de
werkeloosheid der mannen ten gronde gericht,
geen rust. In deze wereld ontmoette Hector
De Gribelin een jong mei9je, als hy adellyk
en arm, en huwde ze.
In vier jaar tyds kregen ze twee kinderen.
In die vier jaar kende het huisgezin, door
nooddruft gekweld, geen andere verstrooiingen
dan 's Zondags de wandeling naar de Champs
Elysées en een paar avondjes in den schouw
burg, één of twee op een winter, dank zy den
door 'een collega aangeboden vrybiljetten.
Doch ziet, tegen het voorjaar werd den
beambte door zyn chef eenig overwerk opge
dragen en hy ontving een buitengewone
gratificatie van driehonderd franken.
Toen hy dit geld thuisbracht, zeide hy tot
zyn vrouw:
„Lieve Henrietta, we zullen het er eens
van nemen; wat denk je van een buitenpartytje
voor de kinderen?''
Na langdurige beraadslaging werd besloten,
dat men buiten zou gaan ontbyten.
„Weet je wat," riep Hector uit, „één maal
is geen maal; we zullen voor jou, do kleintjes
en de meid een break huren en ik noem een
paard uit de manége. Dat zal me goed doen."
Eiken avond, wanneer hy van bet bureel
kwam, pakte Hector zyn oudsten zoon vast,
zette hem schryiings op zyn knie en liet
hem uit alle macht springen, zeggende:
„Zoo Zil papa aanstaanden Zondag op den
tocht galoppeeren."
En de jongen sleepte den heelen dag de
stoelen door de kamer en schreeuwde:
„Zoo zit vader op het paardI"
En zelfs de meid keek met opgetogen blik
ken naar mynheer by de gedachte, dat hy
het rytuig te paard zou begeleiden; by alle
maaltyden hoorde ze hem van paardryden
praten, zyn heldendaden van vroeger, by zyn
vader, vertellen. O, hy was in een goede
school geweest en eenmaal met het beest
tu8schen zyn beenen, vreesde hy niets, niemen
dal, daar!
Hy zeide herhaaldeiyk, zich in de handen
wryvende, tot zyn vrouw:
„Konden ze me maar een beest geven, dat
een beetje lastig was, dat zou me aanstaan.
Je zult eens zien hoe ik ryd; en als je het
goedvindt, gaan we langs de Champs Elysées
terug, als alle menschen uit het bosch komen.
Wat zullen we een goed figuur maken; ik
zou er niets tegen hebben iemand van het
ministerie te ontmoeten. Meer is er niet noodig
om door je chefs geëerbiedigd te worden."
Op den bepaalden dag stonden paard on
rytuig te geiyk voor do deur. Hy kwam da-
delyk naar beneden om zyn ros te bekijken.
Hij had souspieds aan zyn broek laten zet
ten en zwaaide met een rijzweep, die den
vorigon dag gekocht was.
Hy lichtte één voor één de pooten van het
dier op, betastte ze, betastte den nek, de
zyden, de knieén; beproefde met zyn vinger
de lendenen, opende den bek, onderzocht de
tanden, zeide hoe oud het was en boo de
geheels familie afstamde, hy gaf een kleinen
theoretischen en practischen cursus over paar
den in het algemeen en over dit paard in het
byzonder en verklaarde het voor uitstekend.
Toen iedereen goed in het rytuig zat,
ging hy de riemen vau het zadel na; zich
vervolgens in een stygbeugel opheffende,
viel hy op het paard neer, dat onder den I
last begon te huppelen en zijn beryder byna
afwierp.
De ontroerde Hector trachtte het te kal- I
meeren:
„Komaan, al goed, vriendje, al go:d."
Toon het lastdier zijn kalmte cn de last I
zijn koelbloedigheid herkregen haddon, vroeg
deze
„Zyn ze klaar?"
Alle stemmen antwoordden:
Ja."
Toen beval hy:
„Voorwaarts
En de stoet vertrok.
Alle blikken waren op hom gevestigd.
Hy draafde op zyn Engelsch met overdreven
opwippingon. Nauwelijks was hy op het
zadel neergevallen, of hy sprong weer omhoog,
als wilde hy in de lucht opstygeD. Dikwyis
scheen by op de manen neer te smakken;
en hy hield de blikken strak voor zich
uit gericht, met verwrongen gelaat en bleeke
wangen.
Zyn vrouw, die een der kinderen op baar
schoot hield, en de meid, die het andere
droeg, z-.iden onophoudelijk
„Kyk eens naar papa; kyk eens naar
papa!"
En de beide jongens, beneveld door de
beweging, de pret en de frissche lucht,
uitten een schril geschreeuw. Het paard,
door dat lawaai verschrikt, begon ten laatste
te galoppeeren, en to9n de ruiter het trachtte
in te houden, viel zyn boed op den grond.
Da koetsier moest van zyn bok komen om
het hoofddeksel op te rapen en toon Hector
het aannam, riep hy uit de verte tot zya
vrouw:
„Laat toch de kinderen niet zoo schreeuwen;
je zult nog maken, dat hy op hol slaat!"
Men ontbeet op het gras in het bo3ch
van Vesinet met den mondvoorraad, die ia
de koffers meegenomen was.
Ofschoon de kootsior voor do drio paarden
zorgde, stond Hector elk oogenblik op om te
zien, of het zyno niet te kort kwam, en hy
streelde het over den nek, gaf het broodkookje8
en suiker te eten.
(Slot volgt)