H\ 12101 Maandao; 7 Augustus. A0. 1899 $eze gouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- ca feestdagen, uitgegeven. (Vit nornmer bestaat uit DULL' Bladen. Eerste Blad. Leiden, 5 Augustus. Feuilleton. TE PAARD. LEIDSCH DA&BLAD. n -PRIJS DBZEB GOTO ART I Voor Leldan pér 8 maanden. 1.10. Franco per posta- 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PHUS DER ADVERTETJTIENt Van 1—6 régels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere lettere naar plaataruimte Voor het incacseeren buiten do stad wordt f O.OE berekend. Officieel© Kennisgevlugeii» Verkiezing van leden van de Hamers van Arbeid te Lelden. Burgemeester en Wethouders van Leiden: Gezien de beschikkingen van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van den 28sten Juli 1899; Brengen ter algeraeone kennis, dat de verkie zingen van 4 leden patroons voor de Kamer van Arbeid voor de Drukkersbedrijven, 3 leden patroons en 2 leden werklieden van de Kamer van Arbeid voor de Textielnijverheid en 4 loden patroons van .de Kamer van Arbeid voor de Voedings- en Genot middelen zullen plaats hebben op Dinsdag 15 Augustus a. s. en de herstemmingen, zoo noodig, op Vrijdag 25 Augustus d. a. v. De 8tembureaux zullen zittiDg houden in een #ler lokalen van het Raadhuis van des voormiddags 8 tot des namiddags 3 uren. Voorts vestigen zij de aandacht van belang hebbenden op den inhoud van de artikelen 17 en 18 van de Wet op de Kamers van Arbeid, lui dende als volgt: Artikel 17. Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of een onderneming, waarin personen, die op een kiezerslijst voor een Kamer van Arbeid zijn ge plaatst, arbeid verrichten in fabrieken en werk plaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van dezen gedurende ten minste twee achtereenvol gende uren van den voor de stemming bepaalden tijd gelegenheid vindo om mede te werken tot de keuze, waartoe hij bevoegd is. Artikel 18. Het hoofd of de bestuurder, in het voorgaande artikel bedoeld, is verplicht te zorgen, dat in zijne fabriek of werkplaats, op een plaats, waar arbeid •wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór en tijdens de tot stemming bepaalde uren, op een zichtbare wjjzé is opgehangen een door hem ©nderteokende lijst, de uren, in het voorgaande artikel bedoeld, vermeldende voor elk afzonderlijk, *©f groepsgewijze of voor allen gezamenlijk. Onder het woord „arbeid", waarvan in deze beide artikelen sprake is, wordt verstaan alle werkzaamheden in of voor oenig bedryf, behalve: 1°. werkzaamheden in of voor de bedrijven van lafadbouw, tuinbouw, boschbouw, veehoudery of veenderij; 2°. werkzaamheden buiten fabrieken en -werkplaatsen in of voor het. bedrijf van hem, bij wien degene, die ze verricht, inwoont, voor zoover die werkzaamheden ook buiten eenig bedrijf in een huishouding of stalling plegen voor te komen. Onder de woorden fabrieken en werkplaatsen" wordt verstaan alle zoowel open als besloten ruimten, waar in of voor eenig oedrjjf pleegt ge werkt te worden aan het vervaardigen, veranderen, herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze tot verkoop of gebruik geschikt maken van voor werpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf voorwerpen of stoffen een daartoe strekkende bewerking plegen te ondergaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. Was, Burgemeester. 29 Juli 1899. M. C. DEKHÜYZEN, weth.,loco-Secr. In 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden "wordt den 9den dezer et n tentoonstel ling van Japansche kunst geopend, die van af den lOden op alle werkdagen, in het ge bouw Rapenburg No. 67, van 10 4 uren voor het publiek kosteloos toegankelijk zal zijn. Nog wordt ons gemeld, dat hst doze week vermelde legaat aan de Geref. Kerk A., alhier, door wijlen mej. H. Maas, moet worden uitgekeerd vrij van het recht van successie en andere kosten en laeten. Voor het examen Hoogduitsche taal (L. O) is geslaagd mej. G. Zindel, van LeiJen, en voor het examen Fransche taal (L. O.) de heer D. L. Van den Berg, van Alfen aan den Rijn. Dezer dagen vergaderde te Delft het be stuur van de „Delftsche Handelsvereeniging" om te spreken over do Indische instelling aldaar. Onlangs werd door den gemeenteraad oen adres aan de Regeering verzonden voor een sutsiaie voor de instandhouding van boven genoemde instelling. Dit adres werd niet gunstig ontvangen, waarom de „Handels vereeniging" zich wendde tot den Minister, met verzoek zich met den gemeenteraad te will n verstaan in zake de te verleenen subsidie. Als antwoord werd ontvangen, dat wanneer de RcgeeriDg een subsidie zou verleenen, zij zich daarvoor niet in connectie met den ge meenteraad behoefde te stellen. Ook kwam ter sprake co verplaatsing van de artillerie- inrichtingen. In weerwil van het besluit, in de Tweede Kamer genomen, dat geen ver plaatsingen meer zouden plaats hebben, werden die verplaatsingen in den laatsten tijd toch gedaan, maar thans in kleinen getale. Het bestuur stel Je daarom voor, een oog te houden op de verdere verplaatsingen, en wanneer dtze weer mochten plaats hebben, zich tot de Tweede Kamer te wenden, op Jat de genomen besluiten niet anders worden uitgevoerd dan zooals zij zijn genomen. In den laatsten tijd klagen de ambtenaren op het Telegraafkantoor te Amsterdam over verzwaring van hun dienst. Yan den aanvang der Vredesconferentie af werden zeer ver moeiende diensten gevergd, des te vermoeiender omdat zü vielen in den avond en het begin van den nacht, terwijl in geen enkel opzicht die diensten beloond werden. De hoop bleef nu gevestigd op het einde dier Conferentie; maar nauwelijks is deze ge&in igd, of alle diensttijden worden met één uur per dag verzwaard. Donderdag avond werd daarom door dio ambtenaren een vergadering gehouden, waarin eenstemmig de volgende motie werd aan genomen, die telegraphisch verzonden werd: De vergadering van ambtenaren der telegra- phie te Amsterdam, gehouden op 1 Aug. 1899, naar aanleiding van de op 31 Juli jl. op het hoofdkantoor alhier ingevoerde, opnieuw ver zwaarde dienstregeling; „gehoord de bezwaren, vooral op hygiënisch gebied, aan die regeling veroonden, nader ontwikkeld in de memorie, die den 28stenjl. aan den heer directeur-generaal is gezonden; „overwegende, dat bij een ingespannen arbeid, zooals die vooral in dit gedeelte des jaars, zoowel by dag als bij nacht, van de ambtenaren wordt gevergd, elke dienstver- lengiog onvermijdelijk in de hoogste mate nadeelig op den gezondheidstoestand der ambtenaren mo3t werken, terwijl het boven dien zeker in twijfel mag worden getrokken of de telangen van den dienst en van het publiek veilig zijn in handen van ambtenaren, die door ovtrmatigen arbeid afgemat zjjn; „betreurende, dat, niettegenstaande het einde der Vredesconferentie, die gedurende twee maanden zware en veel extra-diensten gevergd heeft, tot den gewraakten maatregel is over gegaan; „spreekt eenstemmig den wensch uit, dat de jongste dienstregeling worde ingetrokken en bet daarheen worde geleid, dat de normale diensttijden in de groote centra van ons land niet meer bedragen daa 7 uren daags, evenals in het buitenland gebruikelijk is; „besluit deze motie onverwijld ter kennis te brengen van den directeur generaal der posterijen en telegraphie, den inspecteur der post. en tel. en den directeur van het telegraaf kantoor te Arasterdam." Een te St.-Louls, in Amerika, verschij nend groot geïllustreerd blad, „Tho Globe- Democrat", bevat de portretten van de meest bekwame kapelmeesters van militaire muziek corpsen. Daaronder rangschikt het blad ook een Nederlander, den heer N. A. Bouwman, directeur van de Kon. Militaire kapel van de grenadiers en jagers. Diens welgelijkend portret versiert bet blad, terwijl in het bijschrift veel goeds van zUn leiding en van de door bem gecomponeerde Kroningsmarschen wordt verteld, zoomedo van zijn krachtig aandeel bty de Kroningsfeesten te Amsterdam en te 's-Gravenhage. Do „concertmeester van do Koningin van Hol land", zooals het blad hem noemt, komt er heel goed af. De gemeenterekening van 's-Gravenhage over 1898 is aan den gemeenteraad inge diend. Zy bedraagt in ontv. 5,671,714.767,, in uitg. 1f 5,376,074.28, zoodat zy sluit met een batig slot van 295,640.48'/,. Oninbaar is op den dienst '98 426,975 22f/a en verhaalbaar blyft 48,325.94'/2. De rekening der waterleiding sluit met een meerdere ontvangst ran 86,414.86. De ontvangsten der waterleiding zyn in 1898 92,401.70 gestegen. Het gemeente ziekenb. iostte 161,678.06, waar tegenover een ontvangst staat van 13,209 aan lyders, die voor eigen rekening werden verpleegd. Voor het hooger onderwijs werd besteel 49,992,90'/,, terwyl werd ontv. 18,041.67; voor het middelb. onderwys werd uitge geven 139,456.12'/2, terwyl werd ontvangen 56,254.33, cn voor het lager onderwfla werd uitgegeven ƒ890,903.84'/,, ttrwyi werd ont vangen 97 868.47. Ger. Kerken. Zestal te Delft: d.d. W. Breukelaar, te Halfweg; A. Doorn, te Frane- ker; L. Kuiper, te Hoogoveen; S. O. Los, te De Lier; W. B. Renkema, te Ryn6burg, en G. Wielenga, to Katwyk a/d Ryn. Ds. Th. G. C. Rappard, te Waarder, bero pen predikant der Ned.-Herv. Gemeente te Mynsheerenland, hoopt aldaar Zondag 1 October zyn dienstwerk te aanvaarden. Naar gemeld wordt, heeft mr. J. Koning ODtslag aangevraagd als president der recht bank te Heerenveen. Herhaal Jeiyk heeft in buitenlandsche bladen het bericht gestaan, dat deNederland- sche Regeering te Pretoria haar invloed had laten gelden om de Regeering der Zuid- Afrikaan8che R°publiek in haar laatste geschil met de Engelsche Regeering te bewegen tot toegeven. Wy kunnen, zegt de „N. R. Ct.", dit bericht beslist tegenspreken. Door den Gemeenteraad van Maastricht is besloten een slachthuis te bouwen, waarvan de kosten op 230,000 zyn geraamd. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat mr. A. F. Van Leyden, consul der Neder landen te Smyrna, aan zyn departement te spreken zal zyn op Dinsdag 8 Augustus e. k., van 11 uren des voormiddags tot 1 uur des namiddags. H. M. de Koningin schonk ter herinne ring aan haar bezoek op Bronbeek aan deze stichting een prachtige zilveren medaille met inscriptie 21 Juli 1899. Te Maastricht is onder leiding van den heer J. C. G. Pollones, notaris te Amster dam, gehouden de jaarlyksche byeenkomst van de „Broederschap der Notarissen In Nederland". De byeenkomst werd bygewoond door 80 leden, uitbrengende 135 stemmen. Tot algemeen secretaris werd ter vervanging van den heer Evenbiy, die verzocht had niet meer in aanmerking te komen, gekozen de heer Ch. Miseroy, notaris en privaat-docent te Amsterdam, terwyl een andere vacature in 't hoofdbestuur wtrd aangevuld door de benoeming van den heer J. Maarschalk, notaris te Boskoop. De aftredende secretaris werd tot eerelid van het hoofdbestuur benoemd. De voorstellen over pensioen- en weduwen- fonds werden aangehouden tot Februari 1900. Als plaats der eerstvolgende vergadering werd Arnhem aangewezen. Donderdag is te Leeuwarden zeer onver wacht, op den leeftyd van ruim 54 jaren, overleden do heer S. F. Huizioga, leeraar in do natuurlyke historie aan de Ryks hoogere burgerschool en in de scheikunde, technologie, werktuigkunde en natuurlyke historie aau de burgerdag- en avondschool. Geiyk ge- woonlyk, was hy nog kort te voren aan den nachtelyken arbeid geweest, waarby hy bezig was de laatste hand te leggen aan een door bem bewerkte volksuitgave „Het leven der dieren", van A. E. Brehm,in 66 afleveringen, waarvan er reeds 63 zyn verschenen. Ver scheidene andere werken over plant- en dier kunde hadden v^n bem het licht gezien, die steed3 met vrucht op de middelbare scholen worden gebruikt. Geslaagd zyn voor het eerste gedeelte van het Notariöel Staatsexamen de beeren: I. R. A. W. Weeoink,'a Gravenhage; F. M. II. Quaedvlieg, Maastricht; G. J. Van Leersum, Hoorn; R. T. Mees, Amersfoort; H. W. Hazen berg, Amsterdam; F. J. Hartong van Ark, Purmerend. Voor het tweedo gedeelte de heeren G. Sluis, Hoorn; P. A. Van der Loeff, Teteringen; J. D. M. Verhulst, '6-Hertogenbosch. Dr. Leyds is Vrydagmiddag van 's-Graven- hage naar Amsterdam vertrokken en zal heden van daar naar Brussel terugkeeren. Tot aanvulling van het bericht betref fende de uitspraak van het class, bestuur van Alkmaar, waarby de tegen den Helderscben predikant De Koe ingediende klacht ongegrond werd verklaard, diene, dat het aan genoemd bestuur onomstootelyk gebleken is, dat het geenszins de bedoeling van den bezwaarde is geweest te willen krenken of beleedigen of eigen grieven te uiten tegen enkelen of een ganschen stand, maar alleen onverbloemd de waarheid te zeggen, en dat het, rechtdoende in eersten aanleg, den bezwaarde onschuldig verklaarde aan een der dadeD, genoemd in art. 3 al. 8 van het reglement voorkerktlyk opziaht en tucht, enz. Uit de „Staatscourant»" Kon. besluiten. Benoemd tot notarissen te Schiedam de heer W. A. Van Dolder, candidaat- notaris aldaar; te Kampen de heer P. J.G. Brune, candidaat-notaris aldaar. Benoemd tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank te 's-Gravenhage: mr. S J. M. \an Geuns, ambtenaar bij het O. M. te Zieriksee. Pensioen verleend aan M. Struyk, wed. J. Leer touwer, meester vuurwerker lste klasse bij de Pyrotechnisclie School to Delft, ƒ263; F. W. Yeelings, wed. D. Visser, ijker, chef van dienst te Leidoo, ƒ600; M. A. H. G. Ubagbs, wed. J. A. Van Sonderen, directeur van bet post-en telegraaf kantoor te Valkenburg, ƒ630; (J. W. Van Thiel, wed. L. Pionk, essaieur bij den waarborg en de belasting der gouden en zilvercD werken, ƒ855; C. A. Schoo, wed. A. Van der Wal, laatstelijk klerk der posterijen lste klasse, ƒ270; jonkvrouw© E. C. G. F X. of E. C. Huughe de Peutevin of Huughe de Peutevine, wed. mr. J. L. H. A. baron Gericke van Uerwijnen. laatstelijk buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij de Hoven van België en Luxemburg, ƒ600; een tweede pen sioen van ƒ377 vorleend aan R. A. Raymann, gepensionnoerd hoofdonderwijzer, laatstelijk teoke- naar bij het kadaster. De adelborsten dor lste klasse E. A. W. Van Riemsdijk, R. P. C. Spengler, J. D Evers, T. A. Van Hengel, A. M. Van Roosendaal, C. M. Schaef- fer, J. A. Vink, J. C. Brandt Corstius G. J. W. Putman Cramer, J. 10. Van Hoogenhuyze on W. Bosch, met iDgang van 2 Augustus 1899 bevor- deid tot luitenant ter zee der 2de klasse. IDoor den minister van koloniën zijn de beeren U. Ten Oever en K. Soeters gesteld ter beschikking van den Goavern.-Gen. van Nederl - Indië, om te worden benoemd tot technisch amb tenaar bij het boschwezen daar te lande. Eeu interpellatie in zicht. Men schryft aan de „Haagsche Crfc.": Verschillende kranten hebben een bericht opgenomen, dat de Jong-Turk Anmeghian uit Frankrijk zou zijn of worlen verwydc-rd. De heer Anmeghian is dezelf o vreemde ling, die hier t6r stede door de politie op zulk een.... laton we maar zoggen: domme en onverantwoordeiyke wjjZ9 is bejegend. Bedoeld bericht over uitzetting uit Frankryk is dan ook eenvoudig eenverzonnen Tendenz-bericbt, bestemd om hen, die zich. verantwoorden moeten, in staat te stellen, zich schoon te praten. Er is geen sprak9 van, dat de heer An meghian uit Frankryk zal worden verwyderd. Ik heb daarover de meest vertrouwbare be richten ingewonnen, omdat deze Jong-Turken- zaak my, om verschillende redenen, tyzonder belang inboezemde. Aanvang September zil het Kamerlid Pytter- sen een interpellatie over deze zaak in de Kamer houden. By die gelegenheid zullen dan tevens een paar staaltjes gegeven worden, boe sommige ambt. naren de grondwettige vryheid Vi>n 6chryven óók al hebben willen vermoor ien, wat echter coor verstandige lieden voorkomen is. De arme luitjes leefden armoedig van het inkomen van den man. Twee kinderen waren sedert hun huwelijk geboren en de eerste geldverlegenheid was een van die bescheiden, verborgen, beschaamde nooddruften geworden, de nooddruft van een adellijke familie, die ondanks alles haar stand wil ophouden. Hector Ds Gribelin was in het ouderlyk -«lot door een bejaarden gouverneur opgevoed. Men was riet ryk, maar men leefde stilletjes Zen bewaarde den uiterlyken achyn. Toen hy twintig jaar was, had men oen betrekking voor hem gezocht en hy was als commies met vyftienhonderd franken per jaar op het ministerie van marine gekomen. Op deze klip was hy gestrand, evenals alleD, die niet vroegtydig voorbereid zyn op den barden stryd des levens, als allen, die het leven door een nevel zien, die de middelen en den tegenstand niet kennen, by wie men niet sinds de kinderjaren byzondero geschiktheden, ongewone vermogens heeft ontwikkeld en een grove 8trydkracht; allen, wien men niet een wapen of een gereedschap in de hand heeft gegeven. Zyn drie eerste kantoorjaren waren af- echuwelyk. Hy had een paar vrienden van zyn familie teruggevonden, oude, achterlyke en even onvermogende lieden, die in de adellyke straten woonden, de treurige straten van de voorstad Saint Germain; en hy had zich een kring van kennissen gevormd. Vreemd aan het hedendaagsche leven, nederig en trotscb, bewoonden deze behoeftige aristocraten de bovenverdiepingen van soe zende huizen. Boven en beneden droegen de huurders van deze woningen titels, maar het geld was even schaarsch op de eerste als op de zesde verdieping. De eeuwige vooroordeelen, de zorg voor den stand, de angst voor vernedering lieten deze eertyds schitterende families, door de werkeloosheid der mannen ten gronde gericht, geen rust. In deze wereld ontmoette Hector De Gribelin een jong mei9je, als hy adellyk en arm, en huwde ze. In vier jaar tyds kregen ze twee kinderen. In die vier jaar kende het huisgezin, door nooddruft gekweld, geen andere verstrooiingen dan 's Zondags de wandeling naar de Champs Elysées en een paar avondjes in den schouw burg, één of twee op een winter, dank zy den door 'een collega aangeboden vrybiljetten. Doch ziet, tegen het voorjaar werd den beambte door zyn chef eenig overwerk opge dragen en hy ontving een buitengewone gratificatie van driehonderd franken. Toen hy dit geld thuisbracht, zeide hy tot zyn vrouw: „Lieve Henrietta, we zullen het er eens van nemen; wat denk je van een buitenpartytje voor de kinderen?'' Na langdurige beraadslaging werd besloten, dat men buiten zou gaan ontbyten. „Weet je wat," riep Hector uit, „één maal is geen maal; we zullen voor jou, do kleintjes en de meid een break huren en ik noem een paard uit de manége. Dat zal me goed doen." Eiken avond, wanneer hy van bet bureel kwam, pakte Hector zyn oudsten zoon vast, zette hem schryiings op zyn knie en liet hem uit alle macht springen, zeggende: „Zoo Zil papa aanstaanden Zondag op den tocht galoppeeren." En de jongen sleepte den heelen dag de stoelen door de kamer en schreeuwde: „Zoo zit vader op het paardI" En zelfs de meid keek met opgetogen blik ken naar mynheer by de gedachte, dat hy het rytuig te paard zou begeleiden; by alle maaltyden hoorde ze hem van paardryden praten, zyn heldendaden van vroeger, by zyn vader, vertellen. O, hy was in een goede school geweest en eenmaal met het beest tu8schen zyn beenen, vreesde hy niets, niemen dal, daar! Hy zeide herhaaldeiyk, zich in de handen wryvende, tot zyn vrouw: „Konden ze me maar een beest geven, dat een beetje lastig was, dat zou me aanstaan. Je zult eens zien hoe ik ryd; en als je het goedvindt, gaan we langs de Champs Elysées terug, als alle menschen uit het bosch komen. Wat zullen we een goed figuur maken; ik zou er niets tegen hebben iemand van het ministerie te ontmoeten. Meer is er niet noodig om door je chefs geëerbiedigd te worden." Op den bepaalden dag stonden paard on rytuig te geiyk voor do deur. Hy kwam da- delyk naar beneden om zyn ros te bekijken. Hij had souspieds aan zyn broek laten zet ten en zwaaide met een rijzweep, die den vorigon dag gekocht was. Hy lichtte één voor één de pooten van het dier op, betastte ze, betastte den nek, de zyden, de knieén; beproefde met zyn vinger de lendenen, opende den bek, onderzocht de tanden, zeide hoe oud het was en boo de geheels familie afstamde, hy gaf een kleinen theoretischen en practischen cursus over paar den in het algemeen en over dit paard in het byzonder en verklaarde het voor uitstekend. Toen iedereen goed in het rytuig zat, ging hy de riemen vau het zadel na; zich vervolgens in een stygbeugel opheffende, viel hy op het paard neer, dat onder den I last begon te huppelen en zijn beryder byna afwierp. De ontroerde Hector trachtte het te kal- I meeren: „Komaan, al goed, vriendje, al go:d." Toon het lastdier zijn kalmte cn de last I zijn koelbloedigheid herkregen haddon, vroeg deze „Zyn ze klaar?" Alle stemmen antwoordden: Ja." Toen beval hy: „Voorwaarts En de stoet vertrok. Alle blikken waren op hom gevestigd. Hy draafde op zyn Engelsch met overdreven opwippingon. Nauwelijks was hy op het zadel neergevallen, of hy sprong weer omhoog, als wilde hy in de lucht opstygeD. Dikwyis scheen by op de manen neer te smakken; en hy hield de blikken strak voor zich uit gericht, met verwrongen gelaat en bleeke wangen. Zyn vrouw, die een der kinderen op baar schoot hield, en de meid, die het andere droeg, z-.iden onophoudelijk „Kyk eens naar papa; kyk eens naar papa!" En de beide jongens, beneveld door de beweging, de pret en de frissche lucht, uitten een schril geschreeuw. Het paard, door dat lawaai verschrikt, begon ten laatste te galoppeeren, en to9n de ruiter het trachtte in te houden, viel zyn boed op den grond. Da koetsier moest van zyn bok komen om het hoofddeksel op te rapen en toon Hector het aannam, riep hy uit de verte tot zya vrouw: „Laat toch de kinderen niet zoo schreeuwen; je zult nog maken, dat hy op hol slaat!" Men ontbeet op het gras in het bo3ch van Vesinet met den mondvoorraad, die ia de koffers meegenomen was. Ofschoon de kootsior voor do drio paarden zorgde, stond Hector elk oogenblik op om te zien, of het zyno niet te kort kwam, en hy streelde het over den nek, gaf het broodkookje8 en suiker te eten. (Slot volgt)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1