N°. 12090
@eze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton..
SPIONNEN.
Dinsdag; 35 Juli. A°. 1899
LEIDSCH
PRIJS DEZER CQ5PEUHT l -
Voor Leiden per 8 maanden; a s
Franco per post <j
Afzonderlijke Nommers
3.
t.^Q.
UOi
0.05;
PHIJS DEB AnVTgR'l'MM'I'lBlTt
Van 1—0 rogels f 1.06. tedere regel meer f 0.17J. Grooteroi
lettere naar plaatsruimte Voor bet incassearen buiten de stad
wórdt f 0.06 berekend.
Leiden, 24 Juli.
De Commissie van Financiën heeft geen
bedenkingen tegen den door het bestuur van
het Heilige Geest- of Arrao Wees cn Kinder
huis ingejienden suppletoiren staat lan be
grooting en den staat van af- en overschrijving,
beide het dienstjaar 1898 betreffende, en
adviseert den gemeenteraad tot goedkeuring.
Wanneer men het nog niet wist,^at de
pbotograpbie in den laatsten tyd een grooten
omvang heeft genomen, zou men het kunnen
zien uit den Catalogus voor 1899, welken do
heer Carel F. Hazenberg, photographisch
magazijn albbr, het licht doet zien. Deze
„Geïllustreerde en beschrijvende prijscourant
van photograpbb-artikelen" toch beslaat niet
minder dan 400 pagina's.
Bij de heden alhier gehouden verkooping
van coces in partijen van 10 en 5 HL.
waren de prijzen f 4.50 en f 2.25.
Aangenomen is het beroep naar de Ned.-
Herv. Gemeente te Mynsheerenland door ds.
Th. G. C. Rappard, predikant te Waarder, by
Woerden.
Aan het Staatsexamen tot toelating aan
de Universiteit namen van 2022 Juli deel
6 candidaten voor de faculteiten der godge
leerdheid, enz. Toegelaten zyn 3 candidaten:
de heeren H. A. M. Van Asch van Wyck,
J. G. Geelkerken, J. J. A. Van Ginneken.
Voor de faculteiten der geneeskunde, onz.
werden 8 candidaten geëxamineerd. Toegelaten
zyn 4 candidaten: de heeren J. H. Ketfsers,
Th. P. C. Neervens, F. H. Van der Laan,
K. Nobel.
Bei ie diploma's werden gevraagd dooréén
candiiaat, die toegelaten werd, nl. de heer
L. Van der Lugt.
Gedurende den loop van het examen trok
zich I candidaat terug.
Na voortzetting van het examen is van
de vorige groep alsnog geslaagd de heer W.
B. Huddleston Slater.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Leeuwarden heeft aan de Ministers van
Waterstaat en Financiën een adres verzonden,
strekkende om de zaak der loteryen in haar
geheslen omvang nader wetteiyk te doen
regelen. De Kamer wyst in haar adres niet
alleen op het misbruik, dat er wordt gemaakt
van het verbindtn van winkelneringen aan
loteryen, of omgekeerd, maar ook op zooveel
andere misbruiken, die met loteryen van
allerlei aard worden gepleegd. De Regeering,
schryft de Kamer, staat nochtans geheel
machteloos tegenover hen, die op bedoelde
wyzen speculeeren op de begeerlykheid en
speelzucht der menschon.
Geiyk toch is beslist by arrest van den
Hoogen Raad van 25 Januari 1896 bestaat
door de afschaffing van art. 214 van den Code
Pénal, als gevolg van het in-werking-treden
van het W. v. Strafrecht en van do invoe
ringswet, geen straf meer op htt in de wet
van 22 Juli 1814 (Staatsblad No. 86) gestelde
verbod van het aanleggen of houden van
binnenlandsche loterijen boven de waarde van
f 100. Naar het oorceel der Kamer bestaat
er dus voor de Regeering, op gronden, ont
leend aan het belang niet alleen van zedeiyk-
heid, maar ook van handel en nyverheid,
reden om in de onderwerpelyke zaak te
voorzien.
In de Zaterdag gehouden vergadering
van den Arnhemschtn gemeenteraad kwam
in behandeling een adres van eenige aan
nemers, die zich beklagen over het meer
algemeen worden der uitvoering van gemeente
werken in eigen beheer.
Besloten werd, het adres te renvoyeeren
aan B. en Ws., met verzoek om inlichtingen
over hetgeen in de laatste twintig jaren op
het gebied van publieke werken in Arnhem
is gedaan, met mededeeling van wat met
aanbesteding en wat in. eigen beheer is ver
werkt en welke de arbeidsvoorwaarden in
beide gevallen waren.
Door den gemeenteraad te Bergen op-
Zoom is opnieuw aan den minister van binnen-
landsche zaken verzocht de Ryks Hoogere
Burgerschool aldaar uit te breiden tot een
met vyf-jarigen cursus. De gemeente wil alle
aan de uitbreiding der school verbonden
bouwkosten voor baar rekening nemen. Wyi
het aantal leerlingen thans reeds ongeveer
honderd bedraagt, meent da gemeente, dat
er wel grond bestaat om vooral van dezen
minister een goedgunstige beschikking op
genoemd verzoek te mogen verwachten.
De directie van de Sunlight-Zeepmaat-
schappy, gevestigd te Port Sunlight, aan de
oevers van een zytakje der rivier do Mersey,
in het Engelsche graafschap Cheshire, zendt
ons een boekje, van een honderd pagina's,
waarin de geschiedenis van deze merkwaardige
fabriek en alles wat aan haar annex is wordt
beschreven.
„De kunst om ryk te worden en te biy ven"
staat op het titelblad en het is waar, dat
het boekje menigen goeden wenk bevat om
die kunst te leeren, niet getyfk'men het
hier en daar heeft doen voorkomen door
het gebruik van Sunlight-zeep, maar door
te doen geiyk de fabrikanten dezer zeep, de
gebroeders Lever, gedaan hebben en voortgaan
te doen.
Men meldt uit Den Haag:
De heer H. M. v. Esveld, Ryks-klerk ten
kantore van bewariDg der hypotheken, het
kadaster en de scheepsbewyzen te dezer stede,
zal den lsten Augustus a. s. den dag herdenken,
waarop by 30 jaren geleden aan genoemd
kantoor officèielis werkzaam gesteld. Degenen,
die bekend zyn met de werkzaamheden aan
dat kantoor, kunnen beseffen de inspanning,
waarmede de jubilaris steeds werkzaam is, met
name de overschryving, welke bezigheid, met
uitzondering van geringen steun, steeds per-
sooniyk wordt bewerkstelligd. Moge het den
jubilaris dien dag dan ook aan blyken van
waardeering van de zyde der desbetreffende
autoriteiten niet ontbreken!
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
22 Juli van Nieuw-York naar Rotterdamde
„Koningin-Regentes", van Batavia naar Am
sterdam, arriveerde 23 Juli te Genua en zette
denzelfden dag de reis voort; de „Prinses
Sophie", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 23 Juli te Southampton; de „Staten
dam" arriveerde 22 Juli van Rotterdam te
Nieuw-York; de „Soembing" arriveerde 22
Juli van Rotterdam te Padang.
Hillegom. De verlofgangers K. Heeren, A.
De Groot, M. J. Van Beelen, J. Walter, B.
Stassen van het 4de regiment infanterie te
Leiden; K. Bouma, van het regiment grena
diers en jagers te 's-Gravenhage; P. A. Zee
straten, van het 4do regiment infanterie te
Haarlem; C. Van Oers, van het 3de regiment
infanterie te Bergen-op Zoom; B. Lankhorst,
van het 8ste regiment infanterie te Deventer,
en E. Van Diggelef? van het 5de regiment
infanterie te Utrecht, allen van de lichting
1896, zyn tegen 9 Augustus a. s. in werke-
lyken dienst opgeroepen om in den wapen
handel te worden geoefend.
Voor de ingezetenen dezer gemeente zal
Woensdag 26 Juli a. s., des nam. van halfvier
tot halfvyf, in een der lokalen van de open
bare lagere school alhier, gelegenheid bestaan
tot kostelooze inenting en herinenting.
Tegen den arbeider G. C. De W., alhier,
is wegens di.-fstal van een kleine hoeveel
heid bloembollen proces verbaal opgemaakt.
Noordwyk. Gisteren werd het H. Gebeente
van St.-Jeroen door een aanzienlek getal
pelgrims bezocht, deel uitmakende van de
„Broederschap tot bevordering van bedevaar
ten", te 's-Gravenhage. Wegens den Zondag
moesten de officiëele plechtigheden, als pro
cessie en bezoek aan het Martelveld, achterwege
llyven.
Zooterwoude. Zaterdagmiddag geraakte het
byna tweejarig dochtertje van J. v. d. Poel
in de Weipoort in een onbewaakt oogenblik
te water. Kort daarna werd het door haar
zuster levenloos opgehaald.
Voor de tweede maal van dit jaar heeft
zich aan den Hoogen Ryndyk, alhier, een
geval van febris typhoïdea voorgedaan in de
woning, bewoond door C. v. d. Liaden.
Uit de „Staatscourant,"
Kon. besluiten: Benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau J. J. Damsté, predikant
bij de Nederlandsch-Hervormde Gemeente to
Winsum en Bellingeweer; tot burgemeester der
gemeente Hemmen G. De Hartog; met ingaug
van 1 Oct. 1899, bij 's Rijks archief in Utrecht,
tot adjunct-commies, dr. J. De Hullu, archivaris
van de gemeente Deventer, te Deventer, voor
het tijdvak van 1 Sept. 1899 tot en met 31 Aug.
1900, tot leeraar aan de llijks hoogere burger
school te Sappemeer J. De Korne, tijdelijk leeraar
aan die school, en G- Gorter, oua-lwofd eener
school in Nederlandsch-Indië, te Nijmegen; met
ingang van 3 Oct. 1899, de heer J. J. L. Bourdrez,
thans tijdelijk leeraar aan de Kon. Mil. Academie,
benoemd tot leeraar in de geniewetenschappen
aan gemelde inrichting.
Toegekend de gouden eeremedaillo der orde van
Oranje-Nassau, aan den boekhouder by het
centraal-magazijn van militaire kleoding en uit
rusting te Delft P. F. Potdevin.
Aan T. De Cock Buning, op zijn verzoek, eorvol
ontslag verleend als burgemeester der gemeente
Wildervank.
De navolgende pensioenen verleend, als aan:
H. Evers, commies 1ste klasse bij 's Rijks belas
tingen, ƒ522; J. Bogaerts, commies-ontvanger 2de
categorie bij 's Rijk9 belastingen, 502; R. Swaving,
ontvanger der registratie en domeinen, ƒ930; J.
W. Harenberg, commies 1ste klasse (deurwaarder)
bij 's Rijks belastingen, ƒ412.
Min. beschikkingen. Met ingang van 1 October
1899, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend aan
dr. N. G. Van Buffel, als assistent voor de natuur
kunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
Voor het tydvak van \Jctober tot on met 31
December 1899, benoemd tot assistent voor de
natuurkunde aan de Rijks-universiteit te Utrecht
G. K. Dugteren.
Voor het jaar 1899 alsnog benoemd in de com
missie voor de examens ter verkrijging van een
diploma als machinist aan boord van koopvaardij
schepen, tot plaatsvervangend lid, de heer A. C.
Metzelaar, werktuigkundige bij de Koninklijke
Paketvaartmaatschappij te Amsterdam.
Do gowone audiëntie van de ministers van
justitie en van oorlog zullen deze week niet plaats
nebben.
Vredesconferentie.
De derde afdeeling was Zaterdagmiddag te
twee uren vergaderd onder voorzitterschap
van den heer Léon Bourgeois, tot voortzet-
tiog van de beraadslagingen over de ontwerp
overeenkomst tot vredelievende regeling van
internationale geschillen, zooals dit door de
commissie van redactie was voorgesteld.
De gedelegeerden van Griekenland en Servië
verklaren thans in staat te zyn de artikelen
van paragraaf 3 aan te nemen, in den vorm,
dien ze in de vergadering der commissie
van redactie hebben gekregen.
De gedelegeerde van Bumenié deelt een
bri=f mede, waarin een nieuwe redactie van
art. 9 wordt aan de hand gedaan; hy ver
klaart met de voorgestelde artikelen 10 en
13 mee te gaan.
De heer Descamps, rapporteur, doet mede-
deelingen omtrent hetgeen is voorgevallen
in de vergadering der commissie van redactie,
die werd bygewoond ook door de gedelegeer
den van Bulgarye, Griekenland, Luxemburg,
RumeniÖ en Servië. Hy leest den nieuwen
tekst voor, die is vastgesteld, en gewaagt
van de ernstige begeerte, om tot overeen
stemming te geraken.
De voorzitter verzekert, dat de commissie
van redactie haar best heeft gedaan nadruk
te leggen op het facultatief karakter van de
internationale enquête-commissies door In
plaats van jle woorden „conviennent de"
(art. 9) te stellen „jugent utile de".
De voorzitter vraagt, of men goed vindt
de nieuwe redactie, door de Rumeensche
Regeering aanbevolen, aan te nemen. Daarin
worden zeksre uitdrukkingen van de oor-
spronkelyke redactie (Intéréts essentiels ni
l'honneur) gehandhaafd.
De heer Beldiman spreekt, namens de
Koninklyko Rumeensche Regeering, zyn ern
stige begeerte uit om tot een overeenstemming
te geraken.
Sir Julian Pauncefote en graaf Nigra
steunen het verzoek, door den heer Beldiman
gedaan.
De president doet uitkomen, dat geen der
leden der commissie van redactie zich tegen
de wederopneming verklaart van de woorden
„n'engageant ni l'honneur ni les intéréts
viteaux des Puissances intéressées et en tant
que les circonstances le permettent."
De heer Veljkovitch wy6t er op, dat z(jn
(Servische) regeering genoegen heeft genomen
met de redactie der commissie, maar geen
bevelen heeft gegeven ton aanzien van het
Rumeensche amendement. Hy herinnert aan
do redenen, die de commissie van redactie
bewogen hebben de voorgestelde woorden te
schrappen.
De heer Rolia steunt den heer tteluiman.
Graaf De Maceco was geneigd din oor
spronkelijke tekst der commissie aan te
nemen en verklaart zich nu ook voor dien
van den heer Beldiman.
De heer Delyannis verkeert in denzolfden
toestand als de beide vorige sprekers.
De voorzitter brengt in stemming de toe
voeging van de twee gedeelten van zinsneden,
door den heer Beldiman aangewezen. Die toe
voeging wor-t eenparig aangenomen met uit
zondering van één stem (Servië) en een
onthouding (Turkye).
De heer Moyatovitch vertrouwt, dat de
Servische delegatie wel gemachtigd zal wor
den l. tcr de aangevulde redactie aan te nemen.
De tekst der artikelen is de volgende:
„Art. 9. In de gescbillc-n van internationalen
aard, die noch de eer, noch de werkelyke
belangen raken en dis voortspruiten uit een
verschil van waardeering ten aanzien van
feitelijke punten, die het onderwerp kunnen
uitmaken van een plaatseiyke opneming,
achten de mogendheden-onderteekenaren dezes
het nuttig, voor zoover de omstanaighedon
het toelaten, om, indien zy niet tot overeen
stemming kuDnen geraken langs den diplo-
matieken weg internationale enquête-commis
sies ia te stellen, ten eiDde door een onpar-
tydig en nauwkeurig onderzoek voorlichting
te verschaffen omtrent alle de feitelyko
quaesties."
Art. 10 (voorgesteld door den heer Eyscben)
„De internationale commissies worden door
byzondore overeenkomst tusschen de ges hil-
voerende partyen ingesteld. De enquête-
overeenkomst omscbryft de te onderzoeken
feiten en den omvang van de bevoegd-,
heden der commissarissen. Zy regelt ook de
procesvoering.
„De enquête heeft contradictoir plaats; de
vormen en de termyoen, die in acht moeten
worden genomen, worden, voor. zoover zy
niet door de enquête-overeenkomst zyn ge
regeld, door de commissie zelve vastgesteld."
Art. 11 wordt aangenomen in de oorspron-
keiyke redactie met verandering van het
woord: „intéressées" in „en litige".
Art. 12 wordt met dezelfde wyziging
goedgekeurd.
Art. 13 wordt met geriDge wijzigingen
aangenomen.
Al6nu wordt de tweede lezing hervat van
de artikelen 36 en volgende. De heer Seth
Low had eenig voorbehoud gemaakt omtrent
art. 36, betreffende do onvereenigbaarheid
van de functiën van arbiter met die van
vertegenwoordiger of raadgever tydens de
uitoefening van die functiën van arbiter. Dit
voorbehoud is in het rapport opgenomen,
dat aan de Conferentie zal worden uitge
bracht.
De beer Holls houdt oen redevoering, die
door baron ö'Estournolles wordt vertaald.
De afdeeling neemt achtereenvolgens de
volgende artikelen aan, met kleine reiactie-
wyzigingen.
De heer Veljkovitch maakt eenige opmer
kingen omtrent het geheele ontwerp; de
Servische delegatie gelooft byna zek-.r te
i)
„Bon je klaar, Elso?"
„Zoo dadelijk, tante! Den sleutel heb ik
al; bet ontcijferen ie nu maar een kleinigheid
meer."
Bet jonge meisje schoof de bladen, die z|j
in het laatste halfuur met letters en getallen
beschreven had, ter zijde en trad uit de kamer
op de veranda, waar in een rolstoel een waar
dige onde dame zat, die ook oeDige dergelijke
bladen voor zich en verscheidene voor een deel
zeer oude bueken naast zich liggen bad.
„Je bent mijn kleine verstandige en gedul
dige Elsel" zeide de oude dame vriendelijk en
zij streelde de wang van het twintigjarige
meisje. Else, met haar frisch gezichtje, weel
derig, donkerblond haar en slank figuur was
de jeugd; de grijze, voorovergebogen dame
met gerimpeld gelaat de ouderdom.
„En hoever Is u er mee, tante?" vroeg het
jonge meisje.
„Ik ben nog maar b(j het begin; je hebt
de opgaaf heel moeilijk gemaakt, en dan gaat
het bü mjj niet zoo gauw. Zulke oude hersens
als de mijne functiomieeren niet zoo goed meer."
Else's lach klonk helder door de met glas
gedekte veranda.
„U, mijn leermeesteres, zou mijn opgaven
niet gemakkelijk kunnen oplossen! Dat zegt
u er zeker maar om, tante, om mij pleizier
te doen,"
„Neen, kind, heusch niet," antwoordde
mevrouw Von Voigt. „Ik wil je niet vleien.
Je hebt de opgaaf werkelijk zoo kuii9tig in
elkaar gezet, dat het me moeilijk valt ze op te
lossen, hoewel ik anders zeggen mag, dat ik
eenige bedrevenheid in het ontcijferen van
cijferschrift heb. Maar kijk nu eens even by
de keukenmeid, of ons middageten op tijd
klaar komt, dan ga ik intusschen verder met
mijn werk".
Else ging en mevrouw Von Voigt begon
met nieuwe energie aan de voor haar liggende
ontcijferingsopgaaf.
Dit ontcijferen van opgaven in geheimschrift
was het eenige genoegen van de oude dame.
Zjj was tot deze ietwat buitengewone bezig
heid gekomen door de verschillende raadsels,
rebussen en ontcijferopgaven in de geïllus
treerde tijdschriften.
Mevrouw Von Voigt was gebrekkig, zy
kwam b(jna niet meer uit haar rolstoelmaar
baar geest wae helder. Een tijdlang kon ze
zich wel amuseeren met de raadsels en rebus
sen in de tijdschriften, die ze las, maar later
verlangde zy moeilijker opgaven. Ze wydde
zich aan de zoogenaamde kryptographie, schafte
zich verscheidene oude en nieuwe boeken over
geheimschriften aan en verdiepte zich gebeel
en al in deze wetenschap, welke tegenwoordig
zeer in aanzien is, omdat niet alleen, zooals
vroeger, de diplomatie, maar ook de handel
voor het binnenlandsch en internationaal tolo-
graphi8ch verkeer er zich van bedient.
Het deed de oude dame bijzonder veel ge-
noegeD, dat Else levendig belang stelde in haar
liefhebberij; samen aan de geheimschriften-
studie to doen was een dubbel genot. Een af
wisseling in deze hoofdbezigheid gaf het lezen
van Engelsche en Franeche classieken; ook
spraken ze samta dikwijls Fransch en Engelscb.
Mevrouw Von Voigt waa in haar" jeugd hof
dame en leerares van een prlnseB aan een
klein Duitsch vorstenhof geweo3t en bad een
buitengewone gemakkelijkheid in het spreken
van deze talen gekregen. Zy vond het aardig,
ook Else deze talen good te leeren, nadat het
jonge meisje het opvoedingsgesticht voor
ambtenarenweezen had verlatoo, waarin zy
na den dood van haar ouders eenige jaren
doorgebracht had.
Melitta Von Voigt had Else Von Burg tot
zich genomeo, en in het kleine, met groen
omrankte huis aan de Saaie, dat in een der
kleine steden van Thüringon lag, waren levens
lust en opgewektheid teruggekeerd.
Vyf jaar hadden de beide dames nu samen
hier geleefd, eenzaam als op een woest eiland,
zonder omgang met buren en kennissen, geheel
zonder zorgen. Mevrouw Von Voigt genoot
van het hof, waaraan zy gouvernante geweest
was, een goed pensioen, zy had verder ook
over eenig vermogen te beschikken, zoodat de
beiés dames zeer behaaglijk leven kondeD.
Eens, Else woonde toen nog maar een jaar
by mevrouw Von Voigt, hadden ze bezoek
gehad, drie weken lang. Zeer toevallig kwam
de dostyds drleen-twintigjarige Fritz Von
Baumgarten in het Thüringsche stadje, om
wat uit te rusten van de vermoeienissen van
het afgelegde staatsexamen voor de hoogere
houtvesters-carrière. Toevallig vernam hy, dat
mevrouw Von Voigt, oen vriendin van zyn
overleden moeder, hier woonde. Hy bracht
haar een bezoek en was, zoolang hy in het
stadje bleef, haar gast. Hy logeerde in een
hotel, maar het grootste deel van den tyd
bracht hy in de kleine villa aan de Saaie door.
Achter de veranda lag een mooie, groote
tuin. Daar werden, ala het weer goed was,
de maaltyden gebruikt; daar zaten ze in de
schaduw van een grooten boom met hun drieèn
te praten; daar ook speelden Fritz en Else
samen croquet. Fritz was voor de destyds
nog kinderiyke Else, voor het bakviechje, dat
het leven nog slechts van school kende, een
verschyning als uit een andere wereld. Zyn
zeker optreden, zyn haast broederlyke vrien-
deiykheid jegens haar, zyD kloekheid in alles
maakten hem voor haar tot een man, die haar
zeer imponeerde. De kwinkslagen, die Fritz by
elke gelegenheid wist te debiteeren, de grappige
manier, waarop hy allee, zicbzelven niet uit
gezonderd, ironiseerde, waren voor een bak-
vi8cbje het toppuüt van geest en levens
ervaring. De drie weken gingen voor haar
voorby ais een droom.
Even plotseling als Fritz gekomen wae, ging
hy ook weer weg; per teèsgraaf werd hy opge
roepen voor den dienst. Blieven, die hy met
groote tusschenpoozen aan mevrouw Von Voigt
schreef en die ook vriendelyke groeten voor
Else brachten, waren de eenige teekena van
leven. Maar de herinnering aan hom bleef by
Else levendig. Zy dacht dagelyks aan hem;
telkens heriDoerde ze zich, wat by toen en toen
voor origineels had gezegd, en zy had er oen
gewoonte van gemaakt zich af te vragen, wat
hy by deze of gene gelegenheid wel zeggen zou.
Maar zy zorgde er wel voor, dat ze niet ver
ried, boe vaak ze aan hom dacht; hot was haar
geheimpje, dat ze bewaarde ala een schat.
„Mijn beate juffrouw, or zyn or zóóveel, dia
sfeun voor de vrouw des huizes willen worden,
dat wy de Spree er mee zouden kunnen dicht-
dammon. Ik kan u dus niet veel hoop geven.
Maar kom over acht dagen maar eona terug."
„Dat ia nu al do derde maal, er zyn al vier
weken vorloopen en nog geen uitzicht!" Else
zeide het hopeloos en verliet zuchtend het
bureau der Berlynsche besteedster van dienst-
meisjes, keukenmeiden, gouvernantes, enz., enz.
Al vier weken lang zocht Else een betrek
king, die haar ten minste het Doodzakeiykete
levensonderhoud geven zou. Eu nog altyd
was er goeo uitzicht, en haar beursje zou
heel gauw leeg zyn!
Hoe enel hadden zich haar omstandigheden
veranderdl Hoe plotseling waB allee gekomen!
En toch heel natuurlyk.
Op een morgen was mevrouw Von Voigt niet
uit haar slaapkamer gekomen. Toen men naar
haar ging- kykon, lag zy dood te bed: een
beroerte had plotseling oen eind aan haar loven
gemaakt.
(Wordt vervolgd.)
DAG-BLAD.