N°. 12090 @eze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton.. SPIONNEN. Dinsdag; 35 Juli. A°. 1899 LEIDSCH PRIJS DEZER CQ5PEUHT l - Voor Leiden per 8 maanden; a s Franco per post <j Afzonderlijke Nommers 3. t.^Q. UOi 0.05; PHIJS DEB AnVTgR'l'MM'I'lBlTt Van 1—0 rogels f 1.06. tedere regel meer f 0.17J. Grooteroi lettere naar plaatsruimte Voor bet incassearen buiten de stad wórdt f 0.06 berekend. Leiden, 24 Juli. De Commissie van Financiën heeft geen bedenkingen tegen den door het bestuur van het Heilige Geest- of Arrao Wees cn Kinder huis ingejienden suppletoiren staat lan be grooting en den staat van af- en overschrijving, beide het dienstjaar 1898 betreffende, en adviseert den gemeenteraad tot goedkeuring. Wanneer men het nog niet wist,^at de pbotograpbie in den laatsten tyd een grooten omvang heeft genomen, zou men het kunnen zien uit den Catalogus voor 1899, welken do heer Carel F. Hazenberg, photographisch magazijn albbr, het licht doet zien. Deze „Geïllustreerde en beschrijvende prijscourant van photograpbb-artikelen" toch beslaat niet minder dan 400 pagina's. Bij de heden alhier gehouden verkooping van coces in partijen van 10 en 5 HL. waren de prijzen f 4.50 en f 2.25. Aangenomen is het beroep naar de Ned.- Herv. Gemeente te Mynsheerenland door ds. Th. G. C. Rappard, predikant te Waarder, by Woerden. Aan het Staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen van 2022 Juli deel 6 candidaten voor de faculteiten der godge leerdheid, enz. Toegelaten zyn 3 candidaten: de heeren H. A. M. Van Asch van Wyck, J. G. Geelkerken, J. J. A. Van Ginneken. Voor de faculteiten der geneeskunde, onz. werden 8 candidaten geëxamineerd. Toegelaten zyn 4 candidaten: de heeren J. H. Ketfsers, Th. P. C. Neervens, F. H. Van der Laan, K. Nobel. Bei ie diploma's werden gevraagd dooréén candiiaat, die toegelaten werd, nl. de heer L. Van der Lugt. Gedurende den loop van het examen trok zich I candidaat terug. Na voortzetting van het examen is van de vorige groep alsnog geslaagd de heer W. B. Huddleston Slater. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leeuwarden heeft aan de Ministers van Waterstaat en Financiën een adres verzonden, strekkende om de zaak der loteryen in haar geheslen omvang nader wetteiyk te doen regelen. De Kamer wyst in haar adres niet alleen op het misbruik, dat er wordt gemaakt van het verbindtn van winkelneringen aan loteryen, of omgekeerd, maar ook op zooveel andere misbruiken, die met loteryen van allerlei aard worden gepleegd. De Regeering, schryft de Kamer, staat nochtans geheel machteloos tegenover hen, die op bedoelde wyzen speculeeren op de begeerlykheid en speelzucht der menschon. Geiyk toch is beslist by arrest van den Hoogen Raad van 25 Januari 1896 bestaat door de afschaffing van art. 214 van den Code Pénal, als gevolg van het in-werking-treden van het W. v. Strafrecht en van do invoe ringswet, geen straf meer op htt in de wet van 22 Juli 1814 (Staatsblad No. 86) gestelde verbod van het aanleggen of houden van binnenlandsche loterijen boven de waarde van f 100. Naar het oorceel der Kamer bestaat er dus voor de Regeering, op gronden, ont leend aan het belang niet alleen van zedeiyk- heid, maar ook van handel en nyverheid, reden om in de onderwerpelyke zaak te voorzien. In de Zaterdag gehouden vergadering van den Arnhemschtn gemeenteraad kwam in behandeling een adres van eenige aan nemers, die zich beklagen over het meer algemeen worden der uitvoering van gemeente werken in eigen beheer. Besloten werd, het adres te renvoyeeren aan B. en Ws., met verzoek om inlichtingen over hetgeen in de laatste twintig jaren op het gebied van publieke werken in Arnhem is gedaan, met mededeeling van wat met aanbesteding en wat in. eigen beheer is ver werkt en welke de arbeidsvoorwaarden in beide gevallen waren. Door den gemeenteraad te Bergen op- Zoom is opnieuw aan den minister van binnen- landsche zaken verzocht de Ryks Hoogere Burgerschool aldaar uit te breiden tot een met vyf-jarigen cursus. De gemeente wil alle aan de uitbreiding der school verbonden bouwkosten voor baar rekening nemen. Wyi het aantal leerlingen thans reeds ongeveer honderd bedraagt, meent da gemeente, dat er wel grond bestaat om vooral van dezen minister een goedgunstige beschikking op genoemd verzoek te mogen verwachten. De directie van de Sunlight-Zeepmaat- schappy, gevestigd te Port Sunlight, aan de oevers van een zytakje der rivier do Mersey, in het Engelsche graafschap Cheshire, zendt ons een boekje, van een honderd pagina's, waarin de geschiedenis van deze merkwaardige fabriek en alles wat aan haar annex is wordt beschreven. „De kunst om ryk te worden en te biy ven" staat op het titelblad en het is waar, dat het boekje menigen goeden wenk bevat om die kunst te leeren, niet getyfk'men het hier en daar heeft doen voorkomen door het gebruik van Sunlight-zeep, maar door te doen geiyk de fabrikanten dezer zeep, de gebroeders Lever, gedaan hebben en voortgaan te doen. Men meldt uit Den Haag: De heer H. M. v. Esveld, Ryks-klerk ten kantore van bewariDg der hypotheken, het kadaster en de scheepsbewyzen te dezer stede, zal den lsten Augustus a. s. den dag herdenken, waarop by 30 jaren geleden aan genoemd kantoor officèielis werkzaam gesteld. Degenen, die bekend zyn met de werkzaamheden aan dat kantoor, kunnen beseffen de inspanning, waarmede de jubilaris steeds werkzaam is, met name de overschryving, welke bezigheid, met uitzondering van geringen steun, steeds per- sooniyk wordt bewerkstelligd. Moge het den jubilaris dien dag dan ook aan blyken van waardeering van de zyde der desbetreffende autoriteiten niet ontbreken! Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 22 Juli van Nieuw-York naar Rotterdamde „Koningin-Regentes", van Batavia naar Am sterdam, arriveerde 23 Juli te Genua en zette denzelfden dag de reis voort; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 23 Juli te Southampton; de „Staten dam" arriveerde 22 Juli van Rotterdam te Nieuw-York; de „Soembing" arriveerde 22 Juli van Rotterdam te Padang. Hillegom. De verlofgangers K. Heeren, A. De Groot, M. J. Van Beelen, J. Walter, B. Stassen van het 4de regiment infanterie te Leiden; K. Bouma, van het regiment grena diers en jagers te 's-Gravenhage; P. A. Zee straten, van het 4do regiment infanterie te Haarlem; C. Van Oers, van het 3de regiment infanterie te Bergen-op Zoom; B. Lankhorst, van het 8ste regiment infanterie te Deventer, en E. Van Diggelef? van het 5de regiment infanterie te Utrecht, allen van de lichting 1896, zyn tegen 9 Augustus a. s. in werke- lyken dienst opgeroepen om in den wapen handel te worden geoefend. Voor de ingezetenen dezer gemeente zal Woensdag 26 Juli a. s., des nam. van halfvier tot halfvyf, in een der lokalen van de open bare lagere school alhier, gelegenheid bestaan tot kostelooze inenting en herinenting. Tegen den arbeider G. C. De W., alhier, is wegens di.-fstal van een kleine hoeveel heid bloembollen proces verbaal opgemaakt. Noordwyk. Gisteren werd het H. Gebeente van St.-Jeroen door een aanzienlek getal pelgrims bezocht, deel uitmakende van de „Broederschap tot bevordering van bedevaar ten", te 's-Gravenhage. Wegens den Zondag moesten de officiëele plechtigheden, als pro cessie en bezoek aan het Martelveld, achterwege llyven. Zooterwoude. Zaterdagmiddag geraakte het byna tweejarig dochtertje van J. v. d. Poel in de Weipoort in een onbewaakt oogenblik te water. Kort daarna werd het door haar zuster levenloos opgehaald. Voor de tweede maal van dit jaar heeft zich aan den Hoogen Ryndyk, alhier, een geval van febris typhoïdea voorgedaan in de woning, bewoond door C. v. d. Liaden. Uit de „Staatscourant," Kon. besluiten: Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau J. J. Damsté, predikant bij de Nederlandsch-Hervormde Gemeente to Winsum en Bellingeweer; tot burgemeester der gemeente Hemmen G. De Hartog; met ingaug van 1 Oct. 1899, bij 's Rijks archief in Utrecht, tot adjunct-commies, dr. J. De Hullu, archivaris van de gemeente Deventer, te Deventer, voor het tijdvak van 1 Sept. 1899 tot en met 31 Aug. 1900, tot leeraar aan de llijks hoogere burger school te Sappemeer J. De Korne, tijdelijk leeraar aan die school, en G- Gorter, oua-lwofd eener school in Nederlandsch-Indië, te Nijmegen; met ingang van 3 Oct. 1899, de heer J. J. L. Bourdrez, thans tijdelijk leeraar aan de Kon. Mil. Academie, benoemd tot leeraar in de geniewetenschappen aan gemelde inrichting. Toegekend de gouden eeremedaillo der orde van Oranje-Nassau, aan den boekhouder by het centraal-magazijn van militaire kleoding en uit rusting te Delft P. F. Potdevin. Aan T. De Cock Buning, op zijn verzoek, eorvol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Wildervank. De navolgende pensioenen verleend, als aan: H. Evers, commies 1ste klasse bij 's Rijks belas tingen, ƒ522; J. Bogaerts, commies-ontvanger 2de categorie bij 's Rijk9 belastingen, 502; R. Swaving, ontvanger der registratie en domeinen, ƒ930; J. W. Harenberg, commies 1ste klasse (deurwaarder) bij 's Rijks belastingen, ƒ412. Min. beschikkingen. Met ingang van 1 October 1899, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. N. G. Van Buffel, als assistent voor de natuur kunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Voor het tydvak van \Jctober tot on met 31 December 1899, benoemd tot assistent voor de natuurkunde aan de Rijks-universiteit te Utrecht G. K. Dugteren. Voor het jaar 1899 alsnog benoemd in de com missie voor de examens ter verkrijging van een diploma als machinist aan boord van koopvaardij schepen, tot plaatsvervangend lid, de heer A. C. Metzelaar, werktuigkundige bij de Koninklijke Paketvaartmaatschappij te Amsterdam. Do gowone audiëntie van de ministers van justitie en van oorlog zullen deze week niet plaats nebben. Vredesconferentie. De derde afdeeling was Zaterdagmiddag te twee uren vergaderd onder voorzitterschap van den heer Léon Bourgeois, tot voortzet- tiog van de beraadslagingen over de ontwerp overeenkomst tot vredelievende regeling van internationale geschillen, zooals dit door de commissie van redactie was voorgesteld. De gedelegeerden van Griekenland en Servië verklaren thans in staat te zyn de artikelen van paragraaf 3 aan te nemen, in den vorm, dien ze in de vergadering der commissie van redactie hebben gekregen. De gedelegeerde van Bumenié deelt een bri=f mede, waarin een nieuwe redactie van art. 9 wordt aan de hand gedaan; hy ver klaart met de voorgestelde artikelen 10 en 13 mee te gaan. De heer Descamps, rapporteur, doet mede- deelingen omtrent hetgeen is voorgevallen in de vergadering der commissie van redactie, die werd bygewoond ook door de gedelegeer den van Bulgarye, Griekenland, Luxemburg, RumeniÖ en Servië. Hy leest den nieuwen tekst voor, die is vastgesteld, en gewaagt van de ernstige begeerte, om tot overeen stemming te geraken. De voorzitter verzekert, dat de commissie van redactie haar best heeft gedaan nadruk te leggen op het facultatief karakter van de internationale enquête-commissies door In plaats van jle woorden „conviennent de" (art. 9) te stellen „jugent utile de". De voorzitter vraagt, of men goed vindt de nieuwe redactie, door de Rumeensche Regeering aanbevolen, aan te nemen. Daarin worden zeksre uitdrukkingen van de oor- spronkelyke redactie (Intéréts essentiels ni l'honneur) gehandhaafd. De heer Beldiman spreekt, namens de Koninklyko Rumeensche Regeering, zyn ern stige begeerte uit om tot een overeenstemming te geraken. Sir Julian Pauncefote en graaf Nigra steunen het verzoek, door den heer Beldiman gedaan. De president doet uitkomen, dat geen der leden der commissie van redactie zich tegen de wederopneming verklaart van de woorden „n'engageant ni l'honneur ni les intéréts viteaux des Puissances intéressées et en tant que les circonstances le permettent." De heer Veljkovitch wy6t er op, dat z(jn (Servische) regeering genoegen heeft genomen met de redactie der commissie, maar geen bevelen heeft gegeven ton aanzien van het Rumeensche amendement. Hy herinnert aan do redenen, die de commissie van redactie bewogen hebben de voorgestelde woorden te schrappen. De heer Rolia steunt den heer tteluiman. Graaf De Maceco was geneigd din oor spronkelijke tekst der commissie aan te nemen en verklaart zich nu ook voor dien van den heer Beldiman. De heer Delyannis verkeert in denzolfden toestand als de beide vorige sprekers. De voorzitter brengt in stemming de toe voeging van de twee gedeelten van zinsneden, door den heer Beldiman aangewezen. Die toe voeging wor-t eenparig aangenomen met uit zondering van één stem (Servië) en een onthouding (Turkye). De heer Moyatovitch vertrouwt, dat de Servische delegatie wel gemachtigd zal wor den l. tcr de aangevulde redactie aan te nemen. De tekst der artikelen is de volgende: „Art. 9. In de gescbillc-n van internationalen aard, die noch de eer, noch de werkelyke belangen raken en dis voortspruiten uit een verschil van waardeering ten aanzien van feitelijke punten, die het onderwerp kunnen uitmaken van een plaatseiyke opneming, achten de mogendheden-onderteekenaren dezes het nuttig, voor zoover de omstanaighedon het toelaten, om, indien zy niet tot overeen stemming kuDnen geraken langs den diplo- matieken weg internationale enquête-commis sies ia te stellen, ten eiDde door een onpar- tydig en nauwkeurig onderzoek voorlichting te verschaffen omtrent alle de feitelyko quaesties." Art. 10 (voorgesteld door den heer Eyscben) „De internationale commissies worden door byzondore overeenkomst tusschen de ges hil- voerende partyen ingesteld. De enquête- overeenkomst omscbryft de te onderzoeken feiten en den omvang van de bevoegd-, heden der commissarissen. Zy regelt ook de procesvoering. „De enquête heeft contradictoir plaats; de vormen en de termyoen, die in acht moeten worden genomen, worden, voor. zoover zy niet door de enquête-overeenkomst zyn ge regeld, door de commissie zelve vastgesteld." Art. 11 wordt aangenomen in de oorspron- keiyke redactie met verandering van het woord: „intéressées" in „en litige". Art. 12 wordt met dezelfde wyziging goedgekeurd. Art. 13 wordt met geriDge wijzigingen aangenomen. Al6nu wordt de tweede lezing hervat van de artikelen 36 en volgende. De heer Seth Low had eenig voorbehoud gemaakt omtrent art. 36, betreffende do onvereenigbaarheid van de functiën van arbiter met die van vertegenwoordiger of raadgever tydens de uitoefening van die functiën van arbiter. Dit voorbehoud is in het rapport opgenomen, dat aan de Conferentie zal worden uitge bracht. De beer Holls houdt oen redevoering, die door baron ö'Estournolles wordt vertaald. De afdeeling neemt achtereenvolgens de volgende artikelen aan, met kleine reiactie- wyzigingen. De heer Veljkovitch maakt eenige opmer kingen omtrent het geheele ontwerp; de Servische delegatie gelooft byna zek-.r te i) „Bon je klaar, Elso?" „Zoo dadelijk, tante! Den sleutel heb ik al; bet ontcijferen ie nu maar een kleinigheid meer." Bet jonge meisje schoof de bladen, die z|j in het laatste halfuur met letters en getallen beschreven had, ter zijde en trad uit de kamer op de veranda, waar in een rolstoel een waar dige onde dame zat, die ook oeDige dergelijke bladen voor zich en verscheidene voor een deel zeer oude bueken naast zich liggen bad. „Je bent mijn kleine verstandige en gedul dige Elsel" zeide de oude dame vriendelijk en zij streelde de wang van het twintigjarige meisje. Else, met haar frisch gezichtje, weel derig, donkerblond haar en slank figuur was de jeugd; de grijze, voorovergebogen dame met gerimpeld gelaat de ouderdom. „En hoever Is u er mee, tante?" vroeg het jonge meisje. „Ik ben nog maar b(j het begin; je hebt de opgaaf heel moeilijk gemaakt, en dan gaat het bü mjj niet zoo gauw. Zulke oude hersens als de mijne functiomieeren niet zoo goed meer." Else's lach klonk helder door de met glas gedekte veranda. „U, mijn leermeesteres, zou mijn opgaven niet gemakkelijk kunnen oplossen! Dat zegt u er zeker maar om, tante, om mij pleizier te doen," „Neen, kind, heusch niet," antwoordde mevrouw Von Voigt. „Ik wil je niet vleien. Je hebt de opgaaf werkelijk zoo kuii9tig in elkaar gezet, dat het me moeilijk valt ze op te lossen, hoewel ik anders zeggen mag, dat ik eenige bedrevenheid in het ontcijferen van cijferschrift heb. Maar kijk nu eens even by de keukenmeid, of ons middageten op tijd klaar komt, dan ga ik intusschen verder met mijn werk". Else ging en mevrouw Von Voigt begon met nieuwe energie aan de voor haar liggende ontcijferingsopgaaf. Dit ontcijferen van opgaven in geheimschrift was het eenige genoegen van de oude dame. Zjj was tot deze ietwat buitengewone bezig heid gekomen door de verschillende raadsels, rebussen en ontcijferopgaven in de geïllus treerde tijdschriften. Mevrouw Von Voigt was gebrekkig, zy kwam b(jna niet meer uit haar rolstoelmaar baar geest wae helder. Een tijdlang kon ze zich wel amuseeren met de raadsels en rebus sen in de tijdschriften, die ze las, maar later verlangde zy moeilijker opgaven. Ze wydde zich aan de zoogenaamde kryptographie, schafte zich verscheidene oude en nieuwe boeken over geheimschriften aan en verdiepte zich gebeel en al in deze wetenschap, welke tegenwoordig zeer in aanzien is, omdat niet alleen, zooals vroeger, de diplomatie, maar ook de handel voor het binnenlandsch en internationaal tolo- graphi8ch verkeer er zich van bedient. Het deed de oude dame bijzonder veel ge- noegeD, dat Else levendig belang stelde in haar liefhebberij; samen aan de geheimschriften- studie to doen was een dubbel genot. Een af wisseling in deze hoofdbezigheid gaf het lezen van Engelsche en Franeche classieken; ook spraken ze samta dikwijls Fransch en Engelscb. Mevrouw Von Voigt waa in haar" jeugd hof dame en leerares van een prlnseB aan een klein Duitsch vorstenhof geweo3t en bad een buitengewone gemakkelijkheid in het spreken van deze talen gekregen. Zy vond het aardig, ook Else deze talen good te leeren, nadat het jonge meisje het opvoedingsgesticht voor ambtenarenweezen had verlatoo, waarin zy na den dood van haar ouders eenige jaren doorgebracht had. Melitta Von Voigt had Else Von Burg tot zich genomeo, en in het kleine, met groen omrankte huis aan de Saaie, dat in een der kleine steden van Thüringon lag, waren levens lust en opgewektheid teruggekeerd. Vyf jaar hadden de beide dames nu samen hier geleefd, eenzaam als op een woest eiland, zonder omgang met buren en kennissen, geheel zonder zorgen. Mevrouw Von Voigt genoot van het hof, waaraan zy gouvernante geweest was, een goed pensioen, zy had verder ook over eenig vermogen te beschikken, zoodat de beiés dames zeer behaaglijk leven kondeD. Eens, Else woonde toen nog maar een jaar by mevrouw Von Voigt, hadden ze bezoek gehad, drie weken lang. Zeer toevallig kwam de dostyds drleen-twintigjarige Fritz Von Baumgarten in het Thüringsche stadje, om wat uit te rusten van de vermoeienissen van het afgelegde staatsexamen voor de hoogere houtvesters-carrière. Toevallig vernam hy, dat mevrouw Von Voigt, oen vriendin van zyn overleden moeder, hier woonde. Hy bracht haar een bezoek en was, zoolang hy in het stadje bleef, haar gast. Hy logeerde in een hotel, maar het grootste deel van den tyd bracht hy in de kleine villa aan de Saaie door. Achter de veranda lag een mooie, groote tuin. Daar werden, ala het weer goed was, de maaltyden gebruikt; daar zaten ze in de schaduw van een grooten boom met hun drieèn te praten; daar ook speelden Fritz en Else samen croquet. Fritz was voor de destyds nog kinderiyke Else, voor het bakviechje, dat het leven nog slechts van school kende, een verschyning als uit een andere wereld. Zyn zeker optreden, zyn haast broederlyke vrien- deiykheid jegens haar, zyD kloekheid in alles maakten hem voor haar tot een man, die haar zeer imponeerde. De kwinkslagen, die Fritz by elke gelegenheid wist te debiteeren, de grappige manier, waarop hy allee, zicbzelven niet uit gezonderd, ironiseerde, waren voor een bak- vi8cbje het toppuüt van geest en levens ervaring. De drie weken gingen voor haar voorby ais een droom. Even plotseling als Fritz gekomen wae, ging hy ook weer weg; per teèsgraaf werd hy opge roepen voor den dienst. Blieven, die hy met groote tusschenpoozen aan mevrouw Von Voigt schreef en die ook vriendelyke groeten voor Else brachten, waren de eenige teekena van leven. Maar de herinnering aan hom bleef by Else levendig. Zy dacht dagelyks aan hem; telkens heriDoerde ze zich, wat by toen en toen voor origineels had gezegd, en zy had er oen gewoonte van gemaakt zich af te vragen, wat hy by deze of gene gelegenheid wel zeggen zou. Maar zy zorgde er wel voor, dat ze niet ver ried, boe vaak ze aan hom dacht; hot was haar geheimpje, dat ze bewaarde ala een schat. „Mijn beate juffrouw, or zyn or zóóveel, dia sfeun voor de vrouw des huizes willen worden, dat wy de Spree er mee zouden kunnen dicht- dammon. Ik kan u dus niet veel hoop geven. Maar kom over acht dagen maar eona terug." „Dat ia nu al do derde maal, er zyn al vier weken vorloopen en nog geen uitzicht!" Else zeide het hopeloos en verliet zuchtend het bureau der Berlynsche besteedster van dienst- meisjes, keukenmeiden, gouvernantes, enz., enz. Al vier weken lang zocht Else een betrek king, die haar ten minste het Doodzakeiykete levensonderhoud geven zou. Eu nog altyd was er goeo uitzicht, en haar beursje zou heel gauw leeg zyn! Hoe enel hadden zich haar omstandigheden veranderdl Hoe plotseling waB allee gekomen! En toch heel natuurlyk. Op een morgen was mevrouw Von Voigt niet uit haar slaapkamer gekomen. Toen men naar haar ging- kykon, lag zy dood te bed: een beroerte had plotseling oen eind aan haar loven gemaakt. (Wordt vervolgd.) DAG-BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1