Mnder verlef uit zyn garolMeo bad verwijderd,
heeft 2ich gistermorgen op het rapport gemeld.
By is overgebracht naar het huis van arrest
te 's-Gravenbage, ten einde aldaar Toor den
fcrygsraad terecht te etaan.
In de laatst verschenen aflevering
van Krelage's „Bloemhof" wordt O. a. de
aandacht gevestigd op toldragende gewassen,
die, in de maand Juli geplant of opgepot,
nog dit najaar bloeien. Oe bodoeling is ook
in den herfst veel plekjes in onze tuinen en
parken, die thans doodsch of ledig zijn, zonder
veel kosten een vroolyker aanzien te geven.
Als daartoe geschikte planten worden opge
noemd en beschreven colchiums, stcrnbergia,
najar.rskrokussen en cyclamen.
De Rotterdam8che rechtbank
veroordeelde gisteren W. May, smidsknecht,
die in den nacbt van 25 op 26 April met
een onbek nd gebleven mededader inbrak In
het correspondentschap der Ned. Bank te
Schiedam en by de ontdekking op heeterdaad
revolverschoten loste op twee nachtwakers,
tot 10 jaar gevangenisstraf.
De eisch was 15 jaar.
De gewone jaariyksche tiend
verpachting van het kroondomein te Barne-
vell heeft dit jiar f 3800 cpgolracbt of on
geveer evenveel als verleden jaar. Daar de
roggeoogst in die streken over het algemeen
zeer goed te noemen is en de stand der boek
weit ook alle reden tot tevredenheid g6oft,
werdon nog hoogera pryz.-n verwacht.
Men schrift ons uit Barneveld:
J)oor den landbouwer J. v. d. Pot, te Assen,
Is by do rechtbank te Utrecht gerechfceiyke
vcrdecling van het maatschap te Kootwfjk
aangevraagd. Naar aanleiding hiervan is door
de geërfden in dit maatschap een vergadering
yehouien, die o. m. door den heer Lövinck,
Directeur eer Heide-Maatscbappy, werd byge-
woond. Hoowel besloten werd, zich niet tegen
de vcrdetling td verzetten, zal toch eerst
moeten worden uitgemaakt of de bewoners
der buurtschap Ettsn hun rechten in het
maatschap kunnen doen gelden.
Dcor btido partyen is reeds con advocaat
met de vooratrei lende werkzaamheden belast.
Op verzo.k van het bestuur van hot maat
schap zal de aanvraag tot verdeeling niet vóór
13 Sept. a. s. te Utrecht tehandeli worden.
Te Antwerpen verscheen voor
den commissiri> van politie oen jonge man,
om opneming in een ziekenhuis te vragen,
daar by aan een gevaarlijke kwaal leed. Uit
zyn papieren bleek, dat by was José Blanco,
zoon van den voormaligen president van
Venezuela. Aan zyn wensch werd voldaan.
Onlangs is te Kaapstad aan het
Mowbray station een ontzettond engeluk ge
schied. Een Duitscher, Johannes Al-recht, die
in den trein wildo stappen, viel tusschen de
wagens. De trein zette zich juist in beweging
en het verminkte lichaam werd honderd yarls
van het 6tation ver opgenomen. Het hoofd
werd echter vermist, maar lat r tasschen het
mechanisme van een der wagens, die te Obser
vatory stondeD, ondekt.
Een nieuwe dwaasheid op hot
gebied van sport is in het arme hcofd van
een beklagenswaardig teroepsrfider opga-
komen. Het is de professional Alox. Schreyer,
onder den naam Australische wervelwind
algemeen bektnd. Wi/lfa zal by loven op
den hoogen schoorsteen V2n Washington een
week achtereen gaan wielryden. De pyp is
95 voet hoog en, bovenaan, 9 voet in
doorsnee. Ze wordt met een bouten vloer
bedekt. Ey zal een kettingloos rijwiel be
rijden, dat met rollen op den vloer bevestigd
is, zoodat het ook niet omvallen kan. Er
komt e6n zonnescherm overheen. In een hoek
op den vloer wordt een hutje gebouwd, waar
de dwaas overnachten zal; zyn eten wordt
naar boven gthtschei. Hy rfldt alle dagen
van de week, met het c oei bet record van
1 myl in de minuut, van Murphy, to brtken.
Zyn mijlen wor!en automatisch opgttetkend.
Door de heele stad* zal hy te zien zijn. Daarom
denkt hy zyn kosten goed to rnak^n met
advertenties op den schoorsteen te laten
zetten. Belooning verlangt hy ni t voor zyn
no ela onderneming. (O. D)
TeSenlis(Frankryk)gingen de
echtelingen Violet Vrydagavond uit om de
illuminatie te zien, hun drie joügste kinderen
achterlatende Thuiskomende vonden zy hun
woning vol rook en de kleinen gestikt, naar
het Bcbynt ten gevolge van het omvallen
eener lamp.
KOLONIËN.
BATAVIA, 14-20 Juni.
De coatroleur der 2de klasse W. J. Ketjen
is eervol onthoven van hit bestuur over de
contróle-afde.ling Protjot (Tegal) on de contro
leur der 2de klasse H. A. Van Drongelen
daarmede belast.
Tydens de ontstentenis van een titularis
is de controleur der 1ste klasse G. G. Do Bruyn
Kops, chef van het inlandsch bureau to Makas
sar, belast met do waaraeraing der functie van
secretaris van Celebes en Onderboorigheden.
Uit Soerabaia is aan do „Locomotiei"
gos ia dat do gepensionneerde generaal-
majoor Schneider geheel hersteld per spoor
Vun daar Daar Somarang zou terugkeeren.
De militaire opzichter dir genie 2de
klasse P. K. W. Haack van eer Ooos is bo-
vorderd tot militair opzichter der genie eer 1ste
kl 169
Dezer dagen fa feet besluit getinicn, waar-
by Kotta-Radja en omstreken voor do meeste
officieren als vast garnizoen zal gelden, zoodafc
de duur van het verblyf aldaar onbepaald
worcit. Een ieder is verplicht zyn eebtgenooteto
doen overkomen, op poene van intrekking van
alle voordooien. Zy, wier echtgenooten in Hol
land zyn, krygen hiervoor 6 maanden tyd. (J.-B.)
ATJED.
De Java-Bode" bevat het volgende telegram
uit Olehleb, dd. 15 Juni:
Den 9den dezer is de expecitionnaire macht
van geudó Meureudoë opgerukt naar Sama-
langa. Den llden werd langs een voetpad
over Temoelê en Peniht naar Pendada ge
marcheerd en den 12den naar GloempaDg
Wajoeng in het gebied van Peusangan, waar
den 13den werd uitgerust.
Op dezen geheeleo tocht door bet gebied
van Meureudoó en Peusangan viel geen schot;
de bevolking was overal in haar kampongs
aanwezig en de hoofden verleenden veel hulp.
Te Peusangan onderwierpen zich Teungkoe
Tji' Peusangan, die den 14den zicb, vergezeld
van den mabaradja van Djeumpa, zou in
schepen naar Lbo Seumaweb; des nachts
verwyderde hy zich echter heimeiyk naar de
hoog in het gebergte gelegen versterking
Tjot Pi en gaf hy den gouverneur kénnis,
dat hy eerst over vier dagen naar Lho Seu-
maweh zou vertrekken.
Een colonne rukt naar het binnenland om
den weerbarstigen TeuDgkoe zoo noodig tot
gehoorzaamheid te dwingen.
De troepen tiyven nog eenige dagen in
Peusangan en gaan dan in drie dagmarscben
naar Geudong (aan gene zyde van Lbo Seu
maweb), waar te LIeude(?) een tydeiyk bivak
zal worden betrokken.
Aan het Atjth-nionws van de „Locomotief"
is ontleend, dat het tydeiyk bivak Lam-Teuba
is afgebrand; de Atjeher, die er de fakkel
in wierp, werd door de marechaussee-bezttting
op heeterdaad betrapt en neergeschoten.
De luit.-kol. Langenbach heeft van zyn rang-
genoot Stoutjesdyk het plaatseiyk commando
en tevens dat over bet corps marechaussee
overgenomen.
Pest,
Te Pinang hebben zich van den llden tot
den 17den dezer elf gevallen van builenpest
voorgedaan.
Sedert de quarantaine is voorbeschreven,
z(jn de vrachten tusschen Pinang en Sumatra's
Oostkust enorm gestegen: het vervoer van
een zak ryst, dat vroeger 25 cents kostte,
doet nu 1.20. J. B
Kinine.
In een te Bandoeng gehouden vergadoring,
uitgeschreven door de Bandoengsche kinint-
fatriek, zyn de beeren Dinger, Be gley,
Maurc-nbrecher, Sythoff en Van Vloten in
commissie benoemd tot uitwerking van bet
denkbeeld van den heer Dinger, om:
den 31sten Januari 1900 fca Batavia 10,000
kilo zwavelzure kinine in veiling te brengèD,
om zoodo.-nde een Indische markt te creëeren;
om vóór den 30sten September 1899
monsters dier kinine uit te geven;
om de basten voor die kinine coor de
planters te dom leveren;
om den goeden afloop dezer onderneming
door een syndicaat van belanghebbenden te
doen waarborgen;
en om door een syndicaat van planters voor
dit doel in de zaak te doen deelnemen voor
een aande.l, berekend naar het aantal bouws
kina, ouder dan drie jaren.
Moord en zelfmoord.
Men meldt dd. 12 Juni uit Soerabaia aan
do „J.-B.":
Gisttraamiddag te twee uren reden de beer
Wielandt, geëmployeerde by de maatscbappy
„Onderling Belang" en zoon van den predikant
alhier, en mevrouw Obbes, geboren Van Cooten,
echtgtnoote van een geëmployeerde der firma
Brandon Co., naar Kali Anak buiten de
Grisseescbe poort. Op den terugrit hoorde de
koetsier in het rijtuig vier schoten vallen en
reed toen naar do woning van don heer Fraay
in de Heerenstraat, wien by zyn bevinding
mededeelde. De heer Fraay riep de hulp in
van dr. De Oude, die in de buurt woont. De
heer Wi;landt werd dood in het rytuig
gevonden: mevrouw Obbes was stervende.
Beiden werden naar het militair hospitaal
vervoerd, waar mevrouw Obbes des avonds
overleed.
Do heer "Wielandt wai tot voor korten tyd
verloofd met mejuffrouw Reinaert, maar had
dat engagement verbroken na kennismaking
met mevrouw Obbes.
De hoer Wielandt had een schot io den
mond; mevrouw Obbes een in den slaap. De
officier van justitie trachtte vergeefs haar een
verboor af te nemen; zjj bleef tot aan haar
dood buiten kennis.
Op de lyken gevonden trieven wyzen op
zelfmoord van beiden. De heer Wielandt is
hedenochtend begraven, mevrouw Oö:es wordt
hedennamiddag ter aarde besteld.
Dreyfus io Frankrijk.
De man, die in Frankryk het meest over
tuigd is van de schuld van kapitein Dreyfus,
is zeker wel de heer Quesnay de Beaurepaire,
die dcor den krijgsraad te Ronnes als getuige
zal gehoord worden. In de „Echo de Paris"
verzekert ce ex-magistraat nogmaals, dat hy
de meest overtuig.nde bewyzen voor do schuld
van Dreyfus heeft.
„In het begin van deze maand zegt de
heer Q. de B., „beeft een man, omtrent wien
ik slechts goede informaties heb gekregen,
my medegedeeld, dat lang vóór 1894 Dreyfus
voor rekening van een vreemc'e mogendheid
spionnage bedreef en dat hy terzelfder tyd
in relatie stond met spionnen van een andere
mogendheid.
Hy was geweest témoin occulaireen zyn
mededeelingen waren nauwkeurig omschreven.
Daar ik de feiten niet kende, ben ik wan
trouwig gebleven, hoewel de getuige zeer op
zyn ver8cbyning voor deD krygsraad aandrong.
Ik heb een geschreven verklaring geëischt,
waaraan gemakkelyk te controleeren feiten
moesten zyn toegevoegd.
Weinige dagen later heeft de getuige my
het gevraagde stuk gezonden. Dit stuk ia
onderschept gewordeD, ik heb het nooit ont
vangen.
(Hy heeft my later door een boodschapper
een tweede stak doen toekomen. Dat berust
op een veilige plaats.)
Deswege te veronderstellen, dat de regeering
er kennis van gehad heeft, ligt voor de hand,
is 't niet? Te eer komt men tot dit besluit,
als men weet, dat sedert het verdwyneu van
zyn ernstige verklaring, de getuige het voor
werp ie, verzekert hy, van een zeer actieve
bewakingWeina, zonder eenig commen
taar te maken, acht ik, dat deze proeve van
myn onderzoek ongerustheid beeft veroorzaakt,
te meer, daar men de feiten heeft kunnen
controleeren en van de moraliteit van myn
correspondent zich overtuigen.
Aldus zal men getracht hebben myn ge
tuigen ter zyde te stellen en my zelf te ver
hinderen vry te spreken. Wat men ook moge
doen, de heldere waarheid bestaat voor dit
feit en voor andere.
Men wil haar niet, doch zy nadert; niets
zal haar verhinderen in het volle licht te ver-
schynen".
Q. de B. protesteert er tegen, dat men
hem slechts zal hooren over de door het Hof
van Cassatie gestelde vragen.
„Zie my voor den krygsraad, den mond
openend voor dergelyke onthullingen. De
president valt my in de rede. Dit, zegt by,
is de zaak niet. Boel dit is de zaak niet?
Dreyfus staat voor u terecht wegens verraad
en ik heb het recht niet, onder eede te ver
klaren, dat hy een verrader is?
Dat zou een monsterachtigheid zyn. De
minister vankwijtscheldingkza daarvan droomen,
de rechtbank der militaire justitie zal er zicb
nimmer aan schuldig maken."
De „Ind. beige" kan op uitstekenden grond
verzekeren, dat zeor waarschyniyk de regoe
ringscomixissaris voor den krygsraad van
Rennes de beschuldiging tegen kapitein
Dreyfus zal laten vallen. Het proces zal op
zyn langst drie dagen duren.
Ttrwyi de „Figaro" de gisteren vermelde
memorie van Cbristiaan Esterhazy voorzet,
heeft de „Matin" weder een vyf kolommen
lang artikel van dien3 neef Esterhazy, waarin
deze voor z|jn doen boelwïit loslaat zonder
het te bewyzen Datuurlyk.
Nadat Esterhazy nameiyk oen paar weken
geleden aan Paul Ribon, den me lewerker van
de „Matin", verklaarde, het borderel van 1894,
op grond waarvan Dreyfus veroordeeld werd,
te hebben geschreven op verzoek van kolonel
Sanoberr, zyn meerdere, zya chef en zyn
vriend, schryi't hy thans aan dat blad wdarem
dat borderel werd geschreven, boe men op
het denkbeeld is gekomtn het aan Dreyfus
toe te schryven en coor welke middelen men
er in geslaagd is den krygsraad, waarvoor
Esterhazy beeft terecht gestaan, te doen
gelooven, dat Esterhazy niets te doen heeft
gehad met de vervaardiging van een document,
dat men heden weet, dat onbetwistbaar door
hem is geschreven.
Commandant Esterhazy heeft besloten ov< r
de verschillende punten de meest nauwkeurige
uitleggingen te geven.
„Ik schreef het tcrderel eerst met potlood",
zoo scbryft hy, „op dictée, schreef het daarna
met inkt over en sloot het' in oen enveloppe.
Schwarzkoppen was toen te Berlyn; men kon
dus zeker zyn, dat het nietonmiddelJyk in zyn
handen kon komen en dat het gemakktiyk
zou zyn het óf uit bét portiersbokje óf uit
zyn bureau ts doen ontvreemden door den
bediende van het gezantschap, die in dienst
van den gencralen stal stond.
„Op den dag, dat b-fc stuk bezorgd werd,
werd het uit bet portiershokje weggenomen.
Het kwam due nooit ia handen van den
Duitschen gezant, die het nooit gezien beeft
en het dus ook nooit heeft kunnen verscheuren
en in de papiermand gooien. Hy heeft trouwens
zelf verklaard er nooit kennis van ge.ragen
te hebbeD. Door anderen werd het verscheurd,
om het meer den schyn van echtheid te geven.
Als zoodanig kwam het in handen van kolonel
Henry, die het in handen van kolonel Sandherr
stelde.
Het borderel is om zoo te zeggen de
wisselbrief geweest, getrokken op het gebeele
aantal der moreele bewijzen, die op onloochen
bare wyze, in de oogen van kolonel Sandherr
en zyn chefs, do schuld van Dreyfus aan
toonden. De sedert veel maanden aangetoonde
verduisteringen bewezen, dat de inlichtingen
slechts van het ministerie van oorlog en
nergens anders vandaan konden komen en
«aan Duitschland verschaft werden.
Men had op zeer bepaalde wijze kennis
gekregen, van oenigo van deze verduisteringen
en het leveren van documenten en inlichtingen,
door de mededeelingen van agenten te Berlyn;
het is volslagen onmogelyk het getuigenis
dozer agenten op eenigerlei wyze in to roepen,
zonder ben te vc-rliezen en zonder 006 op een
zeer ernstige manier te coropromitteeren
Het is zelfs onmogelijk ce positio V3n dezo
ageDten iy Unstring aan te geven.
Daarom beeft men terecht aan bet minis
terie van oorlog kunnen zeggen, dat het
onmogelyk was de waarheid te doen kennen.
Daarom zyn al do ministers, dia elkaar hebben
opgevolgd, tr geheel van overtuigd geweest,
wanneer zy deze waarheid leerden kennen,
dat wil zeggen de situatie der agenten, bun
verslagen en hun rol, dat de waarheid Diet
kon ontdekt worden; daarom zyn de Drey-
fusards zoo sterk geweest, wyl zy wel wisten,
dat men deze waarheid niet kon, niet wilde
aan het licht trengen cn dat men ze niet
zou aan bet licht brengen, wat er ook zou
gebeuren.Want, hoe weinig lust Duitsch
land ook heeft, ondanks zyn snoeveryen, den
oorlog te verklaren, en ofschoon Frankryk
wellicht een regeering zou hebben, ellendig
genoeg om zyn leger te doen onteeren, in
het militaire Duitschland zou men nooit,
zelfs geen minuut, de schaduw van een
dergelyke zaak verdragen.
En de Dreyfusards waren er van overtuigd,
dat zy, als minister van oorlog op minister
van oorlog volgde, wel zouden eindigen op
een schurk te stuiten, die over c'e over
tuigende bewyztn zou heenstappen, zeker,
dat niemand ze hem in het gelaat zou durven
slingeren.
Zij hebben De Galliffet verkozen.
„Dat er verraad was gepleegd, stond vast
De zoo nauwkeurige inlichtingen, welke het
onderzoek verschafte, de inlichtingen van ra|j
uit den mond van Schwarzkoppen, alles be
lastte Dreyfus, die ook van Berlyn uit was
aangewezen. Dia arme kolonel Herry had wel
honderdmaal geiyk, toen hy zeide: „Die man
is schuldig; by is een verrader, ik zweer het 1"
Ja, hy kon het zweren, het bevestigen
voor God!
Het is nooit, zooals men zeide, geweest
het ter sprake brengen van de ambassade
van Duitschland, van de lokalen, waar deze
gevestigd is, noch van baar personeel, dat
zulke ernstige verwikkelingen zou kunnen
brengendat alles was „battage pour la galerie."
Doch wat niet nagelaten zou hebben ernstige
gevolgen na zich te sleepen, dat zou de open
baarmaking van de waarheid van Berlyn
geweest zyn.
Men heeft dus gemeend goed te handelen
door dit stuk te fabriceeren en men heeft
goed gehandeld.
Ik heb de volmaakte moreele zekerheid,
dat Ce generaals Mercier, De Boisdefïre,
Gonse, enz alles hebben geweten, alles heb
ben gekend en daarom alles hebben goed
gekeurd.
En omdat hy al de overtuigende, ontwyfel-
bare, onloochenbare bewyzen van de schuld
van den vtrrader kende, heeft generaal Mercier,
op bet laatste oogonblik vreezende, dat het
borderel onvoldoende was om de rechters
tot een beslissing to brengen vrees hem
ingeboezemd door generaal De Boisdeffre en
kolonel Sandberr hun mededeeling gedaan
van stukken, cie hun beslissing zou leiden.
Het is dwaasheid over c'e mededeeling van
deze stukken te gaan twisten; het feit is ge
beurd en men heeft de rechters slechts te
ondervragen, hen als getuigen op te roepen
en hen van het beroepsgeheim te ontlasten;
zy zullen ten deze de geheele waarheid
zeggen; zy zullen bewyzeD, dat Dreyfus
onwettelijk is veroordeeld. Maar dan late men
alle getuigen komen, alle andere getuigen;
dat men ze noodzake te spreken; dat de mi
nisters van oorlog de waarbeid zeggon, de
gebeele waarheid; dat zy zeggen, alles wat
zy weten, en dan zal men zien, dat Dreyfus
rechtvaardig is veroordeeld.
Dan zal men zich afvragen, welke kasty :ing
de ellendelingen verdienen, oie sedert twee
jaren dezen schandelyken veldtocht hobben
geleid, de regeeringeo, die ze hun gang heb
ben laten gaan, en zy, die ze hebben aange
moedigd.
Ik heb gezegd, dat ik de moreele en vol
strekte zekerheid bad, dat de hooge chefs
in 1894 de gebeele waarheii omtront bet
lorderol wisten. Ik heb deze overtuiging
g-put uit myn gesprekken met Sandherr en
Henry en met anderen, cie door hun lafheid
my zckerlyk zouden logenstraffen l
Doch ik heb ook stoffelyke bewyzen en
ik zal ze aantoonen.
Ik heb de overtuigende bewyzen, dat ten
minste de generaals De Boisdeffre en Gonse
alles wisten, en buitondien de bewyzen, cat
alles in de za3k van 1897 door hen is gedaan
en coor hun bevelen is geleid.
Do officieren, cie zy hebben doon handelen,
zyn slechts te veel gedisciplineerde instru
menten geweest, dio men bewaarde om ze
op een dag te vernietigen, als zy ni.t meer
behaagden of niet meer nuttig war n!
Toen ik in October 1897 in de provincie
werd gewaarschuwd door den brief „Espérance"
voor de campagne van Picquart en voor de
waarschyniyk aanstaande beschuldiging coor
MatbLu Dreyfus, ging ik, zooals ik reeds
herhaalde malen verteld heb, dadelijk naar
Parys en ik werd ontvangen door de officieren
van den generalen staf; ik ontmoette toen
eveneens kolonel Henry, kolonel Du Paty en
den archivaris Grhelin.
Van het eerste onierhoud af werd ik door
den generalen staf omtoitó en wanneer ik
zeg den generaion staf, meen ik de hooge
chefs, tn geen dag ging voorby, dat ik niet
twee of driomaal in verbinding kwam, hetzy
direct of indirect met officieren.
De eerste quaestie, die werd besproken,
was natuuriyk die van bet borderel en myn
eerste denkbeeld was allts te zeggen op den
dag, dat do tom zou losbarsten. Ik werd er
op de meest krachtige wijze in verhinderd
en niet alleen schreef men my voor volkomen
te gehoorzamen aan de bevelen, die men
my ten deze zou geven, doch ook verzekerde
men my op de meest formeels wyze, by den
aanvang van deze gesprekken, dat de generale
staf zeker meende den Etoot to pareeren en
dat myn naam zelfs niet zou worden uit
gesproken 1 n
In den toestand, waarin ik was (of beter
waarin ik naïef meende te zyn, volgens al
de verzekeringen, die my waren gegeven, en
het ge .rag, ten mijnen opzichte aangenomen,
volkomen gedekt door myn chefs) zeide ik,
onnoozel genoeg, dat ik de bevelen, die ik zou
ontvangen, zou ten uitvoer brengen en cat
ik zou zeggen, hetgeen men my voorschreef
te zeggen.
Toen ik aan den ministor, op bevel, dal
my daartoe was gegeven, de aanvraag om
audiëntie zond, welker tekst mfi door kolonel
Du Paty was gedicteerd, en voor ik my naar
generaal Millet begaf, die my uit naam van
den minister ontving, was kolonel Du Paty
in de meest nauwkeurige détails getreden
over alles, wat ik generaal Millet moesl
zeggen, en over alle uitleggingen, die ik
moest geven en de zaak liep niet over
zyn chefl
De grondslag van deze uitleggingen was de
beruchte geschiedenis Bro. Ik had het zeer
moeilyk gevonden haar in te slikken, c'ocb
kolonel Henry, met wien ik denzelfden dag
een onderhoud had gehad in de rue Du Bac,
en oien ik nooit deelgenoot bad gemaakt
van myn oordeel over dez9 geschiedenis,
bad my gezegd, dat hot myn zaak niet was,
dat ik gedekt was Coor do meest invloed
rijke militaire personages en dat ik slachts
te c'oen en te zeggen had, wat my was voor
geschreven. De rest ging alleen het hoofd van
de colonne aan.
Toen ik deozelfden avond kolonel Du Paty
sprak en hem er myn verwondering over te
kennen gaf door generaal Millet, directeur van
de infanterie, ontvangen te zyo, zeide by
my, dat ik, zoo ik niet ontvangen was door
den chef van den generalen staf, by ontsten
tenis van den minister, dit kwam, wyl men
het zoo gewill had, en dat dit aan generaal
De Boisdeffre veroorloofde in reserve te biy ven
en op den voorgrond te treden op het ge-
wenschte oogenblik.
Toen ik in den avond van 25 October aan
Du P^ty verslag deed van mijn onderton 1
met Millet, gaf hy my het coacept van een
langen brief, dien ik aan den minister moest
schryven en van buiten leeren. Die brief, die
aan bet Hof van Cassatie is overgelegd, bevat
het gansche plan en de geschiedenis van het
zoogenaamd aan kapitein Bro, ten huize van
Droyfus' schoonvader verzonden werk, dat
Dreyfus gediend had om myn schrift na te
trekken.
Ik merkte op, dat al cia uitvindsels moeilyk
staande te houden zouden zyn, omdat men
zich toch veel gemakkelyker van een schrijf
machine had kunnen bedien n, maar steeds
kreeg ik ten antwoord, te doen wat my gelast
werd en my niet met de rest te bemoeien.
Generaal De Boisdeffre, die de schry ver van
dezen brief bleek te zyn, verwachtte, dat de
minister hem terstoni zou opdragen daaraan
gevolg te geven, maar generaal Biliot hielcf
hem 2 of 3 dagen onder zicb.
De geschiedenis was uitgevonden, omdat
Dreyfus, toen men hem het schrift van h^t
lorderel liet zien, had uitgeroepen: „Maar daf
is het schrift van kapitein Bro!" cie op ds(
oogenblik aan het ministerie werkzaam was.
Dreyfus werd voorgesteld my onder den
naam van Bro inlichtingen te vragen ove;
het optreden der lichte cavalerie inden Krim
oorlog, ten eindo op die wyze in het bezit
komen van myn handschrift.
Billot stelde dus myn brief niet aan D<
Boisdefïre ter hand, maar daar het noodig
was, dat deze geacht werd door my kennif
te drag:n van het verzoek Dreyfus-Bro, kreeg
ik bevel hem een my voorgelegden brief tc
schryven.
Daar was haast ty, want Du Paty schreef
my, dat de generaal dien brief wachtte, ter-
wyl Henry my in cyferscbrift liet weten, dat
generaal B. zonder dien brief niets coen kon.
Ik schreef den trief terstond en bracht hem
als naar gewoonte zelf aan de woning van
generaal De Boisdeffre.
Tevens kreeg ik bevJ, een trief te zenden
aan kapitein Bro, te Toulouse, ofschoon ik
wist, dat by te Parys was, en hem daarna,
antwoord betaald, te seinen.
De Boisdeffre (of Gonse) ging terstond daarop
ovtr tot htt verhooron van kapitein Bro, die
daartoe aan bet minist rie ontboden weri.
Maar t^rwyi De Boisdeffre dat verhoor
officieel voert, ten einde te kunnen bewfizeD,
dat die kapitein my nooit itts geschreven of
gevraagd heeft, worJ ik niet gehoord en zelfs
niet opgeroepen.
Het proces-verbaal van dat onderzoek be
vindt zich by do archieven van myn dossier.
Uit een en ander blykt dus duidelyk, dat
De Boisdefïre en Gonse in O tober 1897 vol
komen op de boogt* w. ren, d*t h t borderel
van myn hand was en dat De Boisdeffre zelf
do Listorie-Bro belichaamde, om do stelling
van bet overgetrokken handschrift te kunnen
volhouden.
De verontwaardiging tegen den ex-minister,
Lefcon, den beul van Dreyfus, is algemeen.!
Het g rucht loopt te Parys, dat het bestuur
van het Crócit Foncier, waarvan Let on deel)
uitmaakt, hem zal uitstooten.
Het is volstrekt niet on waarschyniyk, dat,'
als de schuld van Lebon wetteiyk wordt
geconstateerd in het proces te Renne?, Sn
do Kamer zal voorgesteld worden, den oud
minister van koloniën in staat van beschu^'