N®. 12084
Dinsdag: IS Juli.
gousant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
A0. 1899
Feuilleton.
De lotgevallen van een uitvinder.
EIDSCH
PBJJS DEZSR GQUBAirr*
Voor Lolden per 8 maandeir. j f 1.10.
Franco per postt •- -s 1.40.
Afzonderiyke Nommers 0.05.
PRUS DER ADVERTEOTIBW:
Van 1-0 regeb 1.05. lodero regol meer 0.17J. Groofcere
letters naar plaatsruimte Voor bet incasseeren blaten de stad
wordt 0.06 berekend.
Leiden, 17 Juli.
De commissie, belast met het toezicht op
de school aan den Middelweg voor godsdienst
onderwijs, alhier, heeft aan het bestuur der
Yereeniglog van Vrijzinnige Hervormden
ovtrgelaton te voorzien in de vacature-mej.
Knappert, benoemd tot directrice van het
Volkshuis tegen Sept. a. s. Tot herdc-r en
leeraar is door genoemd bestuur met voor
kennis van bovengenoemde commissie be
noemd ds. A. C. Leendertz, Ned.-Herv.
predikant te Sappemeer, die deze benoeming
heeft aangenomen en 3 Sept. a. s. zyn dienst
werk alhier zal aanvaarden.
Morgen zullen leden dor afdeeling Leiden
en Omstreken van de Nederhndsche Maat
schappij voor Tuinbouw en Plantkunde bet
jaarlukscha uitstapje doen. Doel der excursie
is: Nijmegen cn omstreken.
Óedurende de lste helft der maand Juli
zijn aan het postkantoor alhier en de daaronder
beboorende hulpkantoren bezorgd de volgende
brieven en briefkaarten, welke, door onbe
kendheid der geadresseerden, niet besteld
konden worden:
Brieven: Mej. Nieuwenhuis (uit Lisse), A.
'en K. Moraux, P. Pieterse, L. v. d. Klucht,
Insulinde Maatschappij, Amsterdam; Nelly
v, Maarsen (twee stuks), Apeldoorn; Sophie
Adriaanaen, Bloomen laai; K. Kuyper, wed.
Boogaars, W. Petrie (uit Katwljk-aan-den-Rijn),
mej. J. v. Doorn (uit Lisse), W. Scholton, H.
Brandenburg—Graafland, Naam onbekend, Hel
merstraat, J. Klein, J. J. Hoogeveen, M.
Ryers—Bouwman, mevr. v. Andol, B. Saoek,
's-Gravenbage; Zuster Qerardina,'s-Hertogen-
bosch; J. Geervliet, Kattenburg bij Nieuwveer;
M. Thyssen, Maarssen; M. v. Weend, St-
bederode; W. v. d. Berg, Rotterdam; A. v. d.
Hilst (uit Sassenheim), Wassenaar; K. Smit
(uit Lisse), niet vermeld.
Briefkaarten: A. De Jong, Delft; C. W.
Brandt, mevr. Haverman, W. Briesery, J.
Jansen, 's Gravenhage; E. W. Goedhart,
mej. Hortange Haarlem; J. Mok, Hoorn;
M. Keukenmeoster, Hypolitusbuurt; J. Moyer,
C. Giavimans, G. J. Timmers, Rotterdam;
J. Minnema, Utrecht.
Uit het buitenland terugontvangen:
Brieven: P. Keuter, Johannesburg; F. J.
Lindenhovius, Middelburg (Z.-A. R.)D. Oxen-
dorff, Paris; J. Damman, Hamburg; A. H. L.
Utermorkt, Paris.
Briefkaart: Wed. Petrich, Laar a/d Rh.
De Fransche mail met berichten uit
Nederl. Oost-Indiö wordt hedenavond alhi-.r
▼erwacht.
De opp^r-ceremoniemeester maakt bekend,
dat het Hof, ingevolge de bevelen van Hare
Majesteit de Koningin, den lichten Hofrouw
heeft aangenomen voor den tyd van veertien
Öagen, wegens het overlijden van Zijne
Keizerlijke Hoogheid Prins George Alexan
dre witsj,Groot vorst-troonopvolger van Rusland.
Bij het Staatsexamen tot toelating aan
de Universiteit zijn voor de Godgeleerdheid,
anz. toegelaten Ce heeren W. C. Beuker
Andreao, A. M. R. Beguin, M. P. J. Gieson,
A. Van Schuylenburgh; voor de faculteiten
der geneeskunde, enz. toegelaten de he.ren
Eisendratb, C. E. Verselewel de Witt Hamer,
H. E. Beth, H. M. Knipscbeer en J. P. Veening.
Wij vernemen, dat de heer J. Schepel, te
Winsum, lid der Tweede Kamer, ongesteld is
en in bedeDkeltfken toestand verkeert. (AT. E. C.)
Do minister van marine jhr. Röell heeft
zich met verlof naar Tnnsbrück (Tyrol) begeven.
Ter herinnering aan den kunstavond
van 17 Juni, aangeboden aan de Vredesconfe
rentie, heeft de minister van buitenlandsche
zaken aan den heer N. A. Bouwman, directeur
der Kon. Mil. Kapel, een fraai gebonden, bruin
leeren portefeuille doen toekoraen met den
muzikaleo tekst van het Oud-Hollandsche lied
„Bergen-op-Zoom" en met een gecalligra-
pheerde opiracht.
Kolonel Wheelan, militair attaché van de
Araerikaansche legatie, wordt in het laatst
dezer maand in Den Haag verwacht.
Naar wy uit goede bron vernemen, zal
eerstdaags aan het departement van marine
een ondershandsche aanbesteding worden ge
houden voor den bouw van een nieuw pantser-
schip, type „Koningin-Regentes". (D.)
BIJ bet middelbaar onderwijs in Neder-
landsch Indiö kan worden geplaatst een leeraar,
bevoogd tot het doceeren der scheikunde aan
een hoogere burgerschool met vijfjarigen cur
sus, en die tevens bevoegd is om 03nige lessen
op zich te nemen in de natuurlijke historie.
Zy, die reeds bewijzen van practische be
kwaamheid in de scheikunde hebben gogeveD,
genieten de voorkeur. Aan de uitzendiDg is
verbonden: a. een gratificatie voor uitrusting
ad ƒ1000; b. overtocht naar Batavia als
gouvernemenfc8 passagier der lste klasse, casu
quo ook voor hot wettig gezin; c. een voor-
loopig traktement van 150 's maands, in
gaande met den dag van aankomst te Batavia
tot den dag, waarop het activiteits traktement,
volgens de deswege bestaande bepalingen, in
Iadiö ingaat
Het traktement bedraagt 550 's maands,
mc-t drie vierjaarlyksche traktementsverhoo-
gingen, elk van 100 's maands, zoodat zal
worden bereikt een maximum traktement
van ƒ850 's maands. Voor nadere byzonder-^
heden raadplege men de „Sts. Ct." van heden.
De heer Fred. J. Roeske deelt mede,
dat hy wegens drukke werkzaamheden ont
slag heeft genomen als directeur der Amster-
damsche Orkestvereeniging en kapelmeester
der Schuttery.
De heer D. F. Thiemo, predikant by de
Ned.-Hervormde Gemeente te Pietersburum,
heeft wegens redenen van gezondheid na ruim
44 jarigen diensttyd eervol ontslag aangevraagd
tegen 1 Oct. a. s.
Van den heer D. Haspels ontving de
„N. R. C." het volgendo briefje:
„Door myn zeer eenvoudigoD, maar eminent
knappen dokter ben ik ook van myn derde
zitkte in de laatste acht maanden genezeD,
terwyl men dacht, dat het af zou loopen. Ik
ten reeds vier dagen achter elkaar in de
buitenlucht geweest en ga vooruit; ik lyd nog
wel aan z:nuwpynen en daardoor aan slape
loosheid, maar ook dat zal wel overwonnen
worden; de kuur, dio ik vóór myn laatste
ziekte daarvoor ondergaan heb, is gestaakt
mo.ten worden en kan nu nog niet hervat
worden, omdat ik te zwak ben. Ik heb 'n
stille hoop, dat ik zoo in kracht zal toenemen,
dat ik in staat zal zyn nog in den a. e. winter
moa comedie te kunnon spelen."
In het bureau, dat is ingericht voor de
architecten, belast met de werkzaamheden
voor de Centrale Commissie voor de wereld
tentoonstelling te Parys in 1900, zyn de
heeren Mutters en Sluyterman, leden der
byzondere commissie voor groep XII, met
den heer Eberson aangesteld als vast mede
werker, druk aan den arbeid, bestaande in
het uitwerken der détails voor de versLriog
en inrichting onzer afdeeling. Veel oponthoud
wordt veroorzaakt doordat nog telkens in de
plannen der gebouwen wyzigingen ge
bracht worden.
Van eenige der afdeelingen, die gereed zyn,
maar ter goekeuring zich in Parys bevonden,
zyn de ontwerpen aanwezig. Zooals bekend
is, tracht men in onze tentoonstelling eenheid
van styi en kleur te verkrygen, waarby men
van verscheidene inzenders reeds krachtige
medewerking heeft ondervonden.
De architecten zien daarom gaarne de inzen
ders op hun bureau, Hofspui 6, te 's-Graven-
hage, verschynen om kennis te nemen van
de inrichting.
Des morgens tusschen 10 en 12 uren kun
nen zy zeker zyn er een der heeren te vinden.
De Hellingman'8 Bouwmaatschappy te
Amsterdam heeft Zaterdag ondershands aan
besteed het bouwen van verschillende fabrieks
gebouwen zonder binnenvertimmering aan de
Looiersgracht en Passeerderdwarsstraat.
Hoogste inschryver was de heer J. J. P.
Thüring, te Amsterdam, voor 93,700,
laagste inschryver de heer P. Prins, aldaar,
voor ƒ81,930.
Naar do „N. R. Ct." verneemt, zyn de
nieuwe Legerwetten aedort eenige dagen in
onderzoek by den Raad van State.
Men meldt aan de „Tel.": Voor de zoo-
veelste maal heerscht er weer eens oneenig-
heid in den Nederlandschen Bond van Oud-
Onderofficieren, ditmaal omdat het Hoofd
bestuur den leden persé niet wil bekend maken
de plaats, waar voormeld bestuur zyn ver
gaderingen belieft te houden, en daardoor
voorkomt, dat de leden van verschillende
afdeelingen die vergaderingen bezoeken.
Baron E. C. Sweerts de Landas Wyborgh,
gepensionneerd lid van den Raad van Indiö,
gaat zich metterwoon te Rotterdam vestigen.
Het stoomschip „Rotterdam" vertrok
15 Juli van Nieuw-York naar Rotterdam; do
„Kanzier" vertrok 14 Juli van Zanzibar naar
Rotterdam en Hamburg; de „König", van
Amsterdam naar Oost-Afrika, is 15 Juli
Sagres gepasseerd; de „Koningin-Regentes",
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 16
Juli te Suez; de „Madura", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 15 Juli Dungeness;
de „Prins Hendrik", van Batavia naar Ara
sterdam, passeerde 16 Juli DuDgeness; de
„ArJjoeno", van Rotterdam naar Java, is 15
Juli Kaap del Armi gepasseerdde „Herzog",
van Oost-Afrika naar Rotterdam, arriveerdo
15 Juli te Lissabon.
„Ea nu zyt gyzelf, zooals de meesten van
ons trouwens, een arm man."
„Ik weet het niet zeker," hernam Erik; „de
grooto bezittingen, die ik indertyd kocht.
Da koopbrieven en bewysstukken zyn helaas
niet meer in myn bezit."
„Maar ook al waren zy in uw bezit," ging
de president voort, „het doet my leed, u te
moeten zeggen, dat, ook wanneer gy alle
stukken by do hand hadt, die bezittingen toch
niet meer uw eigendom zouden zyn.
Na den oorlog lagen kolossale landstreken
verlaten en zonder beheer. Do bezitters waren
verdwenen en somtyds met hun geheele
familiën omgekomen. En de nieuwe Staten
bedenk wel, jaren lang waren er geen belas
tingen geheven hadden grondbezit noodig,
want grond is nu goud. Natuuriyk is het nu
het doel van allo Staten, zooveel mogeiyk
grondgebied te bezitteD, om daarop papieren
te kunnen afgeven. Daarom werd over de
geheele wereld bekend gemaakt, dat een
ieder, die een stuk land in eigendom had,
binnen een zekeren tyd zich ter bepaalder
plaatse had aan te melden, om zyn eigendoms
recht te bewyzon. Deze termyn is sinus lang
vervlogen en ik kan u daarom verzekeren,
dat alle vaste goederen, die voorhoen in uw
bezit geweest zyn, nu Staatseigendom zyn
geworden. Zooals ik zeide het doet my
innig leed
„Wat doet dat ter zaket" riep Erik uit,
tnaar rijkdom heb ik nooit gestreefdl"
„Des te beter 1" antwoordde do president.
„Kan ik u ergens mede van dienst zyn, dan
Lisse. (Niet van onzen gewonen corres
pondent). Opgewekt, doch kinderlyk-omstig
trokken Zaterdag-morgen de schoolkinderen
der openbare scholen in groepjes op naar hun
schoollokaal. De oranje sjerpen, kokardes,
mutsen, enz. waren weer opgezocht en deden
nu diönst om voor deze gelegenheid zich eens
recht feestelyk te tooien.
Er was den kinderen dan cok een buiten
kansje bereid. Ze zouden met hun onder-
wyzeressen en onderwyzers Amsterdam gaan
zien. Even acht uren traden do ongeduldig
rondtrippelende groepjes in 't gelid en zingend
trok de vroolyke kinderschaar naar het statioD,
alwaar de trein hun weldra naar de plaats
van bestemming zou voereD.
Onze populaire „Lisser Harmonie", die
terecht de algemeene waardeering reeds heeft
verworven, had welwillend en belangloos de
taak op zich genomen, om den uitgaansdag
der kinderen recht feestelyk te besluiten. By
aankomst van den trein tegen 8 uren was
de „Harmonie" aan het station present, en
in optocht aanvaardde de juichende kinder
schaar met de noodige toeschouwers, vooraf
gegaan door het spelende corps, den terug
tocht naar het dorp, om aldaar aan ouders,
broertjes en zusjes breedvoerig te kunnen
vertellen over alles, wat zy in Amsterdam
gezien en gehoord hadden.
Het was een genot te zi*n, hoe de frissche
gezichtjes glommen van pret, en velen der
toeschouwers zullen zich met hen verheugd
en dankbaar gestemd gevoeld hebben jegens
de hoofden en onderwyzeressen en onder
wyzers der scholen, die hun kinderen dat
pleizier bezorgden. En al mogen deze dames
en heeren een vermoeienden dag gehad heb
ben, ruimschoots beloond zullen zy zich ge
voelen, wanneer zy kunnen bogen op de
dankbaarheid hunner leerlingen en de waar
deering der ouders en van alle kindervrienden.
Een woord van lof mag voorzeker ook niet
onthouden worden aan de heeren werkende
leden der „Lisser Harmonie", en voorzeker
zullen zy meer dan ooit kunnen rekenen op
den steun van de ingezetenen.
Dus nogmaals hulde aan allen, die zich met
de regeling van dien dag hebben belast, on
tevens aan degenen, die hun giften voor dit
kinderfeest bydroegon.
Rynsburg. Op Dinsdag 18 Juli zal ten
huize van dr. A. J. Van Walsem, des morgens
te acht uren, gelegenheid zyn tot kostelooze
vaccinatie.
Uit de „Staatscourant.*
Kon. besluiten. Benoemd tot officier van
justitie bij de rechtbank te Roermond jbr. mr. P.
A. J. Van den Braodeler, substituut-officier te
's-Gravenhage; tot substituut-officier van de recht
bank te Amsterdam mr. W. J. Van Dam, ambte
naar van het O. M. bij het kantongerecht aldaar
tot substituut-griffier bij de rechtbank te Amster
dam mr. I. Teixeira d'Andrade aldaar.
Aan G. A. Croockewit en C. W. J. Ramann,
directeuren van de Kon. Ned. Stoombootmaat
schappij te Amsterdam, beiden wonende aldaar,
verlof verleend tot het aannemen van het orde-
teeken van commandeur in de orde van Takovo,
hun door den koning van Servië geschonken.
De gewone auaiëntiën van de ministers van
justitie en van oorlog zullen deze week niet plaats
Lobben.
zal Ik gaarne voor u doen, wat in myn
macht is."
„Wy zyn nu zelfs van het allernoodzake-
ïykste ontbloot," riep Eriks vrouw, „en weten
niet, waarheen wij ons zullen wendeD, als
wy van hier vertrekken."
„Wie werken wil," zeide de president,
„behoeft geen gebrek te ïydeD, en vooral naar
goede scheikundigen is nu juist drukke vraag.
Dagelyks worden zooveel grond-analyses ge
maakt, dat men aan de vraag byna niet kan
voldoen. Eenige maanden geleden werd er
een analyseer-station opgericht in Jutland, en
wy hebben geen geschikte personen om de
helft der posten aan te vullen. Gy zoudt de
inrichting een grooten dienst bewyzen, als
gy daar een post als assistent wildet bokleeden.
Het salaris bedraagt 10,000 vierkante centi
meters en vrye woning."
Het gelaat van Eriks vrouw helderde weder
op; Erik zelf begon nauw merkbaar te glim
lachen.
„Zoo keeren wy dus weder tot ons uit
gangspunt terug. Analyseer-inrichting of por
seleinfabriek dat komt ongevoer op hetzelfde
neder. In ieder geval neem ik uw aanbod
met dankbaarheid aan."
De president reikte hem de hand.
„Over een uurtje zal uw benoeming op het
Bureau van Staats-grondbezit voor u gereed
liggen. Gy zoudt zeker wel gaarne een maand
salaris vooruit willen ontvangen?"
Men schryft 1923.
De wereld is na den oorlog sinds lang weder
Prov. Staten van Zuid-Holland.
By het afdeelingson'erzoek der provincial
begrooting werd gevraagd of aan God. Staten
iets bekend was omtrent den uitslag van het
overleg tusschen den Minister van Binnenl.
Zaken en den Commissaris der Koningin, be
treffende de verhooging van do traktementen
der Griffie-ambtenaren. Gel Staten antwoorden,
dat hun van den uitslag niets bekend is. Toe
kenning van persoonlyke toelagen aan de
ambtenaren is niet mogelyk.
Voor een conversie van hetgeen thans rog
tegen 4 pCt. rente door de provincie is ge
leend, slochts 100,000, achten Qed. Staten
de omstandigheden niet gunstig.
Zoodra hun de behoefte aan vermeerdering
van het personeel van den Prov. Waterstaat
blijkt, zullen Ged. Staten niet in gebreke biyven
een voorstel tot uitbreiding te doen.
Naar aanleiding van een gehouden gedachten-
wisseling verkLren Ged. Staten, dat zy het
Hoofdbestuur dtr Holl. My. van Landbouw
zullen verzoeken het daarheen te leiden, dat
het volgend verslag van den zuivelconsulent
een antwoord geve op de vragen, omtrent
het onderzoek der melk gedaan.
Terwyl in de afdeeliDgen de wensch werd
uitgesproken, dat reeds in de najaarsver
gadering zou mogon blyken tot welke uit
komsten do overwegingen van Ged. Staten
ten aanzien van de te nemen maatregelen
tob verbetering van don vervuilden toestand
der kanalen tusschen Maas en Scheveningen
zullen leiden, verklaren Ged. Staten in hun
antwoord reeds nu, dat in de aanstaando
najaarsvergadering daaromtrent ge ene mede-
deelingen kunnen worden verwacht.
De hoofdoorzaak der vervuiling ligt in den
onbeperkten afvoer op den boezem van den
afval der gist- en spiritusfabrieken in en om
Delft. Dat door toepassing der Hinderwet (art.
17 jo. art 11) die afvoer bep rkt zou kunnen
worden, scbynt onbetwistbaar, doch de uit
voering der Hinderwet gaat geheel buiten het
college van Ged. Staten om. Het zyn B. en
Ws. der gemeente, waarin de fabriek is ge
legen, die vergunning verleenen en voorwaar
den opleggen, en Ged. Staten moeten bezwaar
maken, anders dan in opdracht vandeRogee-,
ring en namens baar, omtrent de uitvoering
der Hinderwet aandrang by de gemeente
besturen uit te oefenen.
Na het verslag der provinciale commissie
van Augustus 1898 hebben Ged. Staten do
ministers van binnenl. zaken en watorstaat
gewezen op do hoofdoorzaak der vervuiling.
Dat tot wering van den afval van den boezem
van Rijkswege eenige stappen zyn gedaan, is
hun niet gebleken.
Zy zullen niet in gebreke blyven in de
briefwisseling, die met de Regeering omtrent
deze za&k wordt gevoerd, hun meening hier
omtrent nogmaals uiteen t9 zetten.
Een provinciale verordening tot wering uit
het boezemwater van den afval van fabrieken,
vallende onder de HiDderwet, zou ia stryd
zyn met ce wet.
In een afdeeling werd ce houding van Ged.
Staten in zake de waterverversching sinds
tot rust gekomen. Als een donkero onweers
wolk, die men nog in de verte onder aan dea
gezichteinder waarneemt, herinnerde men zich
de beroeringoD, die over de landen en volkoren
gewoed hadden; maar zooals het grae zich
weder frisch en krachtig na geweldige stort
regens opricht, zoo hief zich ook het mensch
dom weder tot een krachtig opbruisend leven
omhoog. De macht en de zware last van bet
militarisme, dat alle welvaart verpletterde, de
geweldige opeenbooping van kapitalen in enkele
handen, de verlammende overproductie, dat'
alles was verdwenen.
Aa-.i alles werd met vernieuwde kracht de
hand gelegd; de nisuwo grenzen tusschen de
nieuwe Staten werden vastgesteld; het vor
keer tusschen de volkeren nam een nieuw
karakter aan; de vervallen spoorwegen worden
in goeden staat gebracht, of nieuwe aangelegd.
Een nieuwe bewegingskracht, de photo-eleo
triciteit, heeft de kolen en gassen vervangen;
de zod, die over allo landen straalt, zet nu
de machines in beweging. Ds wereld, welker
dryfveer het geld was, en waarin slechts ge
wapende volkeren tegenover gewapende volke
ren stonden, is verdweneD, door haar eigen
spanning uiteengeslagen.
Eeu nieuwe wereld is oDtstaan, ryk aan
ontwikkeliDgskraclit, gelouterd en grootsch,
om opnieuw te beginnen waar de vorige
ten onder ging,totdat na honderden jaren
de eigendom weer in handen van weinigen
zal zyn teruggekeerd; totdat de eene mensch
weder in waanzinnige woede tegen den anderen
mensch opstaat^ in den stryd om het water
SM)
Eo Ei) gingery verder. Allee was veranderd
en nauwelijks moer te herkennen. De straten
waren geheel anders gebouwd; slechts bier
en daar bemerkten zij nog een pand of blok
huizen uit den ouden tijd. Na veel vragen
kwamen zij oiodelijk aan den ouden Curis-
tiansborg.
De president ontving ben in een ruim,
beider verlicht bureau, een der vroegere slot
zalen; bij kende Erik niet en bad ook nooit
Zijn naam booren noemen.
„Ik ben bet", zeide Erik, „die de wetten
Van do verandering der grondstoffen ontdekt
►eb, of met andere woorden, de kunst om
goud te maken."
„Zool" zeide de president: „ik dacht....
gij zegt.... uw naam is immers Poulson?"
Erik zag hem verwonderd aaD.
„Voor zoover ik weet was bet een Engelsch-
man, genaamd Welton, die de ontdekking
deed."
„Hoe?" Erik verbleekte. „Had een ander
zijn ontdekking onder eigen naam bokend
'gemaakt?"
i „Dat meen ik ten minBte," hernam de pre
sident, „maar misschien vergis ik mijl In
ieder geval werd er een verhandeling over de
'ontdekking gedrukt. Esn scheikundige, die aan
de geheime goudfabriek van Engeland werk
zaam was, verdween op zekeren dag en schreef
in het geheim een brochure over de goud-
fabricatie; al spoedig bad bet geld zijn waarde
verloren en de oorlog stond voor de deur.
Intusschen ging de voortvluchtige Engelsch-
man voor den waren uitvinder door."
Erik steunde het hoofd met beide handen
en zeide op dollen toon:
„Ook dat nogt"
„Maar," vroeg de president, „gij beweert
de ontdekker te zijn; waarom zijt gij dan niet
het eerst er mede voor den dag gekomen?"
„Dat is oen lange en treurige geschiedenis,"
antwoordde Erik. „Hebt gij geduld mij aan te
booren?"
„Nu," zeide de president, „een half uurtje
hob ik in ieder geval wel over; vertel maar op."
Erik verhaalde alles zoo kort en zakelijk,
als hem mogelijk was. Midden in zijn ver
baal viel de president hem in de rede en
riep uit:
„Acb, gij waart het dus, die destijds zoo
veel landgoederen kocht 1 Er waren toen zoo
veel geruchten in omloop omtrent de wijze,
waarop gij zooveel rijkdommen bijeengegaard
hadtl Dan kende ik u toch well"
Ook meende hij van de „Chemeia" te heb
ben booren spreken en van den koop van h6t
„Isla Verdo." Met meer en meer belangstelling
luisterde hij naar hot verhaal van Erik.
„Ga door, ga doorl" zeide h(j meermalen,
toen Erik op de klok koek, die aanduidde, dat
reeds meer dan een uur verloopen was.
Erik besloot zijn verbaal.
„Het is wonderlijk r zeide de president.