N°. 12081
Vrijdag 14 «11111
A0. 1899
feze faurant wordt dagelijks, met uitzondering
J. van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad
Dc lotgevallen van een uitvinder.
LEIDSCH
BAG-BLAB.
PBIJS DKZEB. COUR AST a
Voor Leldon per 8 maanden. 1.10.
Franco per posta..»..* p. 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.-
PRIJS DER ADVERTENnËWï
Van 1-0 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte -• Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.06 berekend.
Ongevallenwet.
Het verslag van de Tweede Kamer is ver-
schenen omtrent het afdeelingsonderzoek der
ingeditnde am ndementen op het wetsontwerp
tot verzek ring van werklieden tegen de ge
volgen van ongevallen.
Veel leden konden zich voreenigen met de
strekking der amendementen van den heer
Kuyper en de he-, ren Drucker c. s. op art. 1.
Andere leden meenden evenwel, dat het niet
aangaat enkel een algemeene omschrijving
van de ongevallen, welke onder de werkiog
der wet zullen vallen, in art. 1 op te nemen.
De voorstanders van de amendementen op
art. 1 achtten het echter onmogelijk in de
wet zelve te precise-.ren op welke ongevallen
zy toepasselijk zijn. Laat men ten deze den
rechter eenige vrijheid, dan zal zich lang
zamerhand een jurisprudentie vormen, welke
rekening houdt met de omstandigheden van
ieder bijzonder geval.
By de bespreking van de amendementen
op art. 2 wenschten sommigen omtrent de
vraag, op welke ongevallen de wet toepasselijk
behoort te zijn, een ruime opvatting gehuldigd
te zLn en meen Jen anderen, dat alleen van
verzekering tegen de gevolgen van zulke
ongevallen sprake kan zijn, welke met de
uitoefening van het bedrijf in verband staan.
Terwijl sommigen zich met het eerste op dit
artikel voorgestelde amendement van de heeren
Van Kol c. s. vereenigden, voerden anderen
daartegen aan, dat het ni.t aangaat schade
loosstelling te geven voor ongevallen, welke
het gevolg zjjn van vechten of stoeien der
werklieden gedurende den schafttijd. Ook werd
bet onmogelijk geacht voor den werkgever
alle plaatsen op te noemen, waar de werk
lieden den schafttijd riet zullen mogen door
brengen, en achtte men beter om zooals de
Regeering wil, te bepalen, dat do werkgever
aanwijst op welke plaatsen geschaft mag
worden. Het tweede amendemtnt van de
heeren Van Kol c. s. werd door velen als een
ver etering van bet voorstel der Regeering
beschouwd en verscheidene leden betuigden
hun instemming met het derde amendement-
Pytterstn.
Het groote amendement van den heer Kuyper,
betrekkelijk de oprichting van bedryfsver-
senigingen, gaf tot uitvoerige beschouwingen
aanleiding. Hulde werd gebracht aan het
organiseerend talent en de gezette stu ievan
het onderwerp, waarvan dit amendement go-
tuigt. Twijfel werd echter uitgesproken of
het voorstel wel in het stelsel der Regeering
past en of het door haar aanvaard zal worden.
Teg-m den inhoud goldin als hoofdaanmer
kingen beweerde eenzijdigheid ten behoeve
van de groote industrie en de vraag of de
voordeelen, welke de oprichtiog van de bedryfs-
vereenigingen zal opleveren, groot genoeg zijn
om de aanneming van de zeer omslachtige
bepa'ingtn te rechtvaardigen. Deze on verdere
bezwaren kwamen anceren leden ni t over
weg nd voor. Dezen waardeerden het decen
traliserend karakter van bet amendenv nt
en de voordeelen, welke zelfstandige werk
zaamheii van beianghebben Jen èn ter voor
koming van ongevallen èn voor betere be
handeling van de door een ongeval getroffenen
èn tot bevordering van de verstandhouding
tusschen werkgevers en werklie en zal op
leveren. Yeel waarde werd ook gehecht aan
de bepalingen, welke aan de werklieden recht
van mede-zeggenschap verzekeren.
Van verschillende zjjden werd de meening
geuit, dat van de golegenheiJ, welke het
amendement aanbiedt, geen of althans zeer
weinig gebruik zal worden gemaakt. Wel
hebben een aantal werkgevers bun ingenomen
heid daarmede betuigd, maar men betwyfrlt
of zij zich voldoende rekenschap hebben ge
geven van de lasten, welke aan de bedryfs-
vereenigingen zullen worden opgelegd.
By de bespreking van de verdere amende
menten op de verschillende artikelen der wet
bleek o. a., dat veel leden het denkbeeld van
den heer Pyttsrsen bestreden om ty de toe
kenning van een rente aan den getroffene
ook rekening te houden met de gevolgen van
een vroeger ongeval; dat het niet mogtiyk
werd geacht de zeevarenden en zeevisschers
in deze verzekering op te nemen zon J« r
afzondcriyke regeling (amendementen-Van Kol
c. s.dat verscheidene leden zich konden
vereenigen met de opneming der beciryven
van landbouw, veehoudery, tuinbouw en
boschbouw (amend.-Heldt, Pyttersen, Van Kol
c. s dat veel leden het wenscheiyk achtten
het mjjnbouwbedryf in de wet op to nemen
(amend.-Van Kol en Pyttersen); dat men
meende, dat men doodgravers en begrafenis-
bestellers (amend.-Pyttersen) niet in de ver-
Zrkeriog behoeft op te nemen; dat ver
scheidene leden bet wenscheiyk achtten dienst
boden in de verzekering op te nemen (amend.-
Van Kol c. s.); dat verscheidene leden de
in de amend.-Drucker c. s. en Van Kol c. s.
voorgestelde verkorting van den wachttyd niet
aannemeiyk achtten; aat veel liden zich
ni t konden vtreenigen met de wyze, waarop
ae heer Pyttersen bedoelt deelneming in zieken
fondsen te bevorderen; dat het amend.-Van
Kol c. s. betrekkeiyk de regeling van de ge
volgen van ongevallen, door dronkenschap
ontstaan, in beginsel goedkeuring vond, dat
eenige leden h.t niet boven bedenking achtten
om, gelgk in het amend.-Pynappcl wor t be
oogd, by de wet ontheffing te verleenen van
de v -rplichtingen, uit aangegane v<.rbi .tenissen
voortvloeiende.
KOLONIËN.
BATAVIA, 7—13 Juni.
In de „J. B." leest men: Omtrent den
diefstal van 4000 ponden sterling aan boord
van de „Koningin Reg-ntes" vernomen wy
nog de volgende t-yzonderheden. De sleutel
van de schatkamer hing in de hut van den
2 :en officier onder ieder3 bereik; er was nog
nooit i ts mee gebeurd en zoo was men lang
zamerhand wat zorgeloos geworden. Da in
htt Sucz-kanaal overboord gesprongen matroos,
dio aan de justitie wer.J uitgeleverd, heeft
aan den commandant bekend den diefstal te
hebben g pleegd. Men vermoedt, dat hy in
de haven van Genua door een luik onder in
het schip het kistje met do 4000 sovereigns,
wegende ongeveer 40 kilogram, heeft weten
over te brengen in een toot van oen mede
plichtige. Aangezien het zou kunnen zyn, dat
het goudgeld nog hier of daar aan boord
verstopt was, werd hier ter plaatse (Batavia)
door de politie nog een onderzoek ingesteld,
doch zonder resultaat.
De raad van justitie te Batavia, uitspraak
doende in de zaak van mevrouw Kr.J. (de
bekende opium-dame), die een dwangarbeider
uit Bsnkalis naar Singapore en Batavia ont
voerde, veroordeelde haar voor dit feit tot
een gevangenisstraf van twee jaren. Dit meldt
de „J.-B."
De onlangs tot luitenant kolonel ge
promoveerde majoor der infanterie jbr. G. J.
W. C. H. Graafland, te Fort-de-Kock, gaat
eerlang tot herstel van gezondheid naar Europa.
De controleur, toegevoegd aan den hoofd
inspecteur der cultures, W. C. Blanken, heeft
wegens langdurigon dienst een jaar verlof
naar Europa aangevraagd.
Een telegram uit Batavia aan het „Soer.
Hbld." meldt, dat professor Kraus door de
Indische regering uitgenoo.igd is om rapport
uit te brengen over het havenplan te Soera-
baia van den ingenieur De Jongh.
De zoutverkooppakhuismeester te Modjoa-
goeng (Soerabaia) A. A. Falck is wegens ziekte
eervol uit zyn betrekking ontslagen. (J.-B)
Door den oudstaanwezend zee-officier te
Soerabaia is volgens de „Soer. Ct." rechts
ingang verleend tegen den luitenant ter zee
Thierens, die het ongeluk heeft gehad op de
jacht te Goronlalo den officier van administratie
Ter Cock dooJeiyk te treffen.
ATJEH.
Uit Oleh leh wordt dd. 12 Juni aan de „Java-
EoJe" geseind:
Den 7den dezer rukte een colonne van
Segli 'over den glé Gapoej naar den Gló Siblah
ter opsporing en verdryving van vyandeiyke
benden. De Gló Siblah was bezet door een vry
eterken vyand, die op 1000 meters afstands
bet vuur op de onzen opende. Stormenderhand
werd de stelling c'oor do infanterie genomen;
zy werd aoor den vyand overhaast ontruimd.
Aan onze zyde sneuvelde éón Europeesch
fuselier, t«Twyl de 2de luitenant H M. Luch-
singer onbeduidend door een schampschot
werd gekwetst.
Op h3ar terugtocht gedurende de beide
volgende dagen over Beureunoen en Assam
Koimbang werd de colonne in de IX Moekims
licht beschoten.
Den 6ien dezer rukten twee compagnieën
over Keumala-raja naar den Glé Siblah, alwaar
zy den volgenden dag aankwamm. Onderweg
ontving de troep zwaar vuur, waar oor e.n
handlanger van den trein werd gewond.
Ook in het bivak te Glé Siblah werd de
troep 's nachts beschoten. By den terugmarsch
ontving hy overal licht vuur; gewond werd
een inlandsch fuselier.
Door het onverwachts afgaan van een geweer
werd een inlanJsch fuselier zwaar gewond;
hij overleed 's anderen daags.
Aan de „Deli Courant" werd dd. 9 Juni
van Kotta-Radja geseind:
Op den 4den dezer, toen de generaal mot
het restant der expeditie naar Beuratjan door
Keumangan oprukte, zou do vyand aldaar 53
dooden hebben bekomen en wy eenige licht
gewonden.
Op 10 Juni ontving het blad het volgende
telegram:
Gisteren was de geheele troepenmacht te
Kendi, Meureudoe, vereenigd. In Pidië werd
slechts weinig tegenstand van kleine benden
ondervonden.
De Pedirsche hoofden en bevolking nemen
geen deel aan de vyandelykheden, de bende-
hoofden trekken heen en weder tusschen
Beureunoen en Langga in Tjoemboek en Ktu-
mangan. Onzerzyds licht gewond oen Amb.
fuselier, de vyand liet 4 dooden in onze handen.
In Pantey Radja in Trieng Gadang geen verzet.
In Meureudoe vielen slechts enkele schoten,
de vyand liet hier twee dooden in onze handen.
In de Pa86i-streek breidt de Tapabeweging
zich uit.
Morgen rukt de geheeld toepenmacht door
Samalanga derwaarts. Gezondheidstoestand
goed.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens
ziekte een tweejarig vei lof naar Europa, aan den
ingenieur der '2de klasse bij den Waterstaat en
's Lands Burg. Openbare Werken B M. Blijdenstein.
Tijdelijk belast: Met de waarneming der be
trekking van leeraar in de scheikunde en de natuur
lijke historie bij de hoogero burgerschool te Sema-
raug de militaire apotheker der 2de klasse D. J.
K. Wetselaar, met bepaling, dat hij gedurende den
tijd dezer tijdelijke waarneming bij het leger wordt
gevoerd „voor memorie".
Bij het binnenl. bestuur op Java en Madoera.
Aangewezen: Als standplaats van de contro
leurs der 2de khsse, tijdelijk toegevoegd aan don
hoofdinspecteur der suiker- en rijstcultuur, bet
landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat,
J. Van Aalst, de hoofdplaats Probolmggo, en J.
II. Ziesel, do hoofdplaats Bandoeng.
Bij den waterstaat on 's Lands B. O. W.
Toegevoegd: Aan den chef der 5de water-
staatsaldeeling in het belang der verbetering van
de bevloeiing en den waterafvoer in het gebied
der Sampcanrivier (afd. Sitoebondo, re9. Besoeki]
de ingenieur '2de klasse G. Ph. M. H. De Pelser
Berensberg.
Bij het openb. lager onderw. voor Europeanen:
Ingetrokken: De overplaatsing van den
onderwijzer 2de kl. W. Westerhof van de 2de
school te Magelang (Kedoe) naar de school te
Koepang (Timor en Onderhoorighedon
Met ingang van 12 Juni 1899, overgeplaatst:
van de school te Tjiandjoer (Proanger Regent
schappen) naar die te KoepaDg (Timor en Onderh.),
als hoofd der school, de onderwijzer 2de klasse
D. Rottier
vau de 1ste gemengde school te Soerabaia naar
do school te Tjiandjoer (Preanger Regentschappen),
al9 hoofd der sobool, de onderwijzer '2de kl YV.L.
Vogelzang, en zulks met intrekking zijner over
plaatsing naar do 2de school te Magelang (Kedoe);
van de 7de school te Batavia naar de school te
Poerwakarta (KrawaDg), de onderwijzer 3de kl.
P. R. H. Laemers;
van do school to Poerwakarta (Krawang) uaar
de 7de school te Batavia, do tijdelijke onderwijzer
3de kl. U. Ch. Cioes;
van de -1de school te Batavia naar de school te
Ngawi (Madioeu), de onderwijze:- 3de kl. W. B.
Van Hogezand;
van de school te Ngawi (Madioen) naar de 4de
school te Batavia, de hulponderwijzeres A. J.
Elenbaas.
Verleend: Wegen3 langdurigon dienst een
jaar verlof naar Earopa aan den houtvester bij
het boschwezen op Java cn Madoera W. H. Van
der IJ aas.
Tijdelijk in dienst gestold: Als machinist
bij de tin «vinning op het eiland Banka, J. F. Honstein.
Bij den waterstaat en 's lands B. O. W.
Benoemd: Tot ingenieur lste kl. de ter be
schikking gestelde ambtenaar op wachtgeld A. Ch.
Nieuwenhuys.
Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java.
Benoemd: Tot commies voor den stationsdienst
de ambtenaar op non-activiteit K. G. Nieuwpoort,
en geplaatst bij do Oosterlijnen.
Bij liet boschwezen op Java on Madoera.
Overgeplaatst: Van het boschdistrict Bagelen
naar bet boschdistrict Lamongan-Sidajoe-Madoera,
de opziener C. F. J. Hempel.
Van het boschdistrict Lamongan-Sidajoe-Madoera
naar het boschdistrict Bagelen, de opziener J. F.
Von Faber.
Bij den dien9t van het Grondpeilwezen.
Overgeplaatst: Van Pontianak fWcster-
afdeeling van Borneo] naar Kediri on zulks met
intrekking van zijn overplaatsing naar Telok Belong
[Lampongsche districten] de boormeester lste kL
bij dien dienst jhr. J. Th Goldman.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend:
Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa
aan den lsten luit. der art. 11. A. Termrjtelen.
Ontslagen: Met ingang van 3 Juli 1899, op
verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol en
met behoud van recht op pensioen uit Hr- Me.
militairon dienst, de dirig. off. van gox. '2do kL
L. E. P. Vincent.
Benoemd: Tot dirig. off. van gez. lslo kl. bij
den militairen geneeskundigen dienst, de dirig.
off. van gcz. 2de kl. dr. R. A. J. Snethlage.
Verleend: Wegens laDgdurigen dienst een
jaar vei lof naar Europa aan den majoor der inf.
P. J. Brandenburg.
Vergund Aan den voor den tijd van vijfjaren
bij het Indische leger gedetacheerden lste luit.
der inf. vau het Nederlandscho leger J. A. L.
Roeloffs, wegens ziekte naar Nederland terug to
kecreu.
Ontslagen Met ingaDg van 5 Juli 1899 op
verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol en
met behoud van recht op pensioen, uit 11 r. Ms.
militairen dienst de majoor der inf. J. J. Verlinden.
Overgeplaatst: Bij het 17de bat. de lste luit.
bij liet subsistentenkader te Padang J. J. Mulder;
bij het subsistentenkader te Padang, de lston luit.
bij het 17de bat. J. E. W. Verschuw;
bij het 17de bat., de kapitein bij het lste depot
bat. D. F. Romein;
bij het garnizoens bat. van Palembaog als po9t-
commandant te Djambi, do kapitein bjj het 2de
depot-bat. G. K. Jochems.
Diepzee-onderzoek.
Uic het jongste bulletin van do Maatschappy
tot bev. van het Natuurkundig Onderzoak
der Ned. Koloniën tlykt, dat do „Siboga" op
10 Mei te Makassar aankwam en van daar
naar Soerabaia vertrok om te dokken en door
de goede zorgen van commandant en officiereu
weer in gereedheid te worJen gebracht voor
de tweede étappe, die van Juni tot medio
Octo'cer duren zal. De heer en mevrouw
"Weber houden zich met de heeren Versluys,
Nierstrasz en Huysmans daar bezig het ver
zamelde gereed te maken voor de verzending
naar Nederland. De teekenaar Huysmans zal
een aantal schetskaarten van ankerplaatsen
op Celebes kopieeren, cie op het archief
aldaar aanwezig coor den resident Brugman
der expeditie ter beschikking gest>ld zyn.
De havenmeester Kraay heeft do kruisprauw
ter beschikking gesteld voor dreggingen in
de nabyheid van Makassar.
De opvarenden verheugen zich in een uit
stekende gezoncbeiJ. Ook do inlandsche bo-
manning beeft tot nog toe de hulp van den
dokter slechts voor weinig ernstige gevallen
behoeven in to roepen.
i Peuilleton.
35)
Hy zette zich op een houten kist en zon
op een nieuwen uitweg. Szemski stond moede
loos en veitwyfeld voor hom:
„Alles is verloren! Op hot oogenblik zullen
zy komen en dan worden wij levend begraven!"
Eriks blik dwaalt hulpeloos in het rond.
Wat nu te dosn? Dat vorweDSchte portaal!
Zyn blik wordt koortsachtig. Rusteloos dwalon
zyn oogen als om hulp te zoeken over alle
voorwerpen, welko hem omringen. Maar het
zyn slechts zakken en kis'en en groote fles-
schen voor do apotheek en een paar yzaren
cylinders met vloeibaar koolzuur.
Onwillekeurig leest hy de daarop geplakte
etiketten. Plo seling stuift hy als een ra
zende op.
„Szemski," roept hy en grypt hem by den
schouder, „ik weet het! Wy zullen het por
taal in de lucht laten vliegen."
„In de lucht laten vliegen? Waarmede?"
„Gauw, gauw!" ging Erik voort. „Daar
staat glycerine, hier een vaatje salpeterzuur.
We zullen haastig wat nitro-glycerine maken.
Sposd, spoed!"
„Nitro-glycerine?"
Szerrski's oogen fonkelden.
„Giet den inhoud van deze flesch op dsn
vloer uit!" ging Erik ademloos voort. „Hó,
het is gedistilleerd water! Hier is glycerine,
kom, de fl sch half vol. Hier is salpeter
en zwavelzuur. Ja, dat is moeilyk met die
flesch; maar zy kan toch dienst doen
voorzichtig, voorzichtig, waarde Szsmski, be
denk, het geldt ons leven l Een heel dun
straaltje maarl En nu moeten we eerst de
zuren afkoeleü. Rol eor.s even zoo'n cylinder
koolzuur wat dichter by. Zoo, zoo is het goedl"
Na verloop van enkele oogenblikken (want
dit alles gebeurde in een ommezien) hadden
zy een voldoende hoeveelheid nitro-glycerine
gemaakt, welke zy met water moesten uit-
wasschen, om haar van de zuren en de niet
in werking getreden glycerine te ontdoen.
Erik zag rond, om een geschikt vat te vinden,
en ontdekte in een hoek een gegoten yzeren
bakje, waar kwikzilver in geweest was.
Hierin goten zy de nitro-glycerine.
„ZiEzoo," zeide Erik, „nu komt het er
maar op aan de olie te doen bevriezen;
anders ontploft zy niet, als wy het vat laten
vallen. Dit zal echter spoedig genoeg gedaan
zyn. Onder de werking van het vloeibaar
koolzuur zal het na verloop van eenige
seconden bevroren zyn."
Snel opende hy de kraan van den koolzuur-
cylinder, en als sneeuw zoo wit druppelde
het koolzuur over de glycerine.
„Zool" hernam Erik; „nu maar het vaatje
aan de katrol bevestigd, en dan zullen we
het laten zakken in het portaal. Wacht even l
Nog niet! Anders zouden wyzelven mede in
do lucht vliegen. Wy moeten het vaatje aan
een lang koord houden, zoodat wy ons eerst
kunnon vorwyderen, om het dan te laten
vallen, als wy aan het andere einde van de
gang zyn."
Szemski vond al spoedig een lang, dun
koord, dat sterk genoeg was, om het vaatje
te houdeD. Zy legden het over een takel van
het byschtoestel, bonden het vaatje nitro
glycerine er aan en grepen het andere einde
van het koord. En terwyl zy achteruit liepeü,
lieten zy het touw 'door hun handen glyden.
Ds bewaker was nog steeds verdoofd; er
•kon ook niet meer dan een kwartier uurs
voorby gegaan zyn, een kwartier, of een half
uur! Wie z*l het zeggen? En hoe huilden
die waanzinnigen l
Weldra waren zy midden op de gang ge
komen verder reikte het koord niet.
PlotseliDg stiet Szemski een ruwen kreet
uit en wees naar het einde van de gang.
Daar kwamen een half dozyn mannen, de
nachtwakers van de inrichting; spoedig kre
gen zy de vluchtelingen in het oog en yiden
op hen toe.
„Verloren," mompelde Szemski en sloeg
de hand aan zyn hoofd.
„Laat het koord los l* schreeuwde Erik
luidkeels.
Onwillekeurig gehoorzaamde Szemski
op hetzelfde oogenblik werden zy verblind
door een bliksemschicht, die door de vensters
binnendrong; een oorverdoovend gekraak
schudde hen dooreen en een geweldige schok
reet de vloeren van elkaar. Nog een kraken
en nog eens, als van een hoogen muur, die
ineenstort. Het geheele gebouw waggelt en
kraakt; de gipsen plafonds van de gangen
regenen als sneeuwvlokken naar beneden:
het is om alle bezinning te verliezen.
„Het geheele gebouw stort in elkander,"
roept een der toegesnelde bewakers, en
angstige ontzetting spreekt uit zyn stem.
„Een aardbevingl" steunt een ander.
Alle voegen laten los: de bodem wordt
omgewoeld als een woedende zee. De geslo
ten deuren springen open on de waanzinnigen
verschynen in de openingen.
Weer een schok, weer een wankeling, en
brokstukken van muren storten omlaag.
Hoort, hoort! De verdoofde bewaker zingt
nog steeds doorl
Toen verloren zy het bewustzyn.
Erik ontwaakt, doordat Szemski hem
wakker tracht te schudden. Verwonderd slaat
hy de oogleden op en blikt in het rond; hy
herinnert zich niets. Waar is hy? Ach ja,
nu weet hy het weder l
Szemski en hy bevinden zich op het
uiteinde van een muurpilaar, die aan de
geweldige schokken weerstaan had. Deze
was verscheidene meters dik en een half
dozyn meters boog.
Het neerstortende gebouw had hen geen
van beiden gedeerd. Maar beneden, te midden
van ruïnen en puinhoopen, lagen ïyken op
lyken. En daar boven stond de zyvleugel in
brand. Erik gevoelde afgryzen in zich opkomen.
Niets was te redden, men had alle cellen
geopend en de krankzinnigen laten ont
vluchten. Toezicht vermocht niets meer. Men
had nog sommige voorwerpeü uit de algemeene
vernieling willen redden, maar de waanzin*
nigen verhinderden allen arbeid.
Het personeel gaf het op en op hot verlaten
eiland was gec-n verdere hulp te vinden. Er
woonden slechts enkele arme visschersfamillën,
die vol schrik op hun booten gevlucht waren,
om aan do krankzinnigen en hun woede te
ontkomeD.
„Hoe komen wy nair benedeD, Szemski?"
riep Erik uit met gebroken stem.
Szemski weos op een eind van het koord,
dat zy gebruikt büddeD, en dat nog langs
den pilaar neerhing. Hy bond zwyger.d het
koord om een uitstekenden hoek van het
muurwerk en gaf Erik een teeken, er z:ch
langs te laten afgiyden.
O, dat vernielingswerk! Al dio dooden!
Erik en Szemski schenen zicbzelven moor
denaars toe. Waarom waren ook zy niet
verpletterd? Ware dat niet beter geweest?
NeenErik herkreeg zyn tegenwoordigheid
van geest. Het ging bier niet om hun eigen
persoon; zy streden voor een grootscbe, voor
een heilige zaak!
„Vooruit dus, Szeirski! De Engolsche Staat
is de moordenaar, het vergoten bloed koine
over hem! Nu zal de verdrukte wereld van
haar tirannen bevryd worden 1"
En terwyl by zoo te midden van die puin
hoopen staat, gaat er plotseling als een licht
voor hem op. Kortzichtig als bij geweest was,
had by niet eer de oplossing van het vraag
stuk gevondeD, hoe zyn ontdekking bek nd
te maken.
Wordt vc'To'gd).