N°. 12081 Vrijdag 14 «11111 A0. 1899 feze faurant wordt dagelijks, met uitzondering J. van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad Dc lotgevallen van een uitvinder. LEIDSCH BAG-BLAB. PBIJS DKZEB. COUR AST a Voor Leldon per 8 maanden. 1.10. Franco per posta..»..* p. 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05.- PRIJS DER ADVERTENnËWï Van 1-0 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte -• Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.06 berekend. Ongevallenwet. Het verslag van de Tweede Kamer is ver- schenen omtrent het afdeelingsonderzoek der ingeditnde am ndementen op het wetsontwerp tot verzek ring van werklieden tegen de ge volgen van ongevallen. Veel leden konden zich voreenigen met de strekking der amendementen van den heer Kuyper en de he-, ren Drucker c. s. op art. 1. Andere leden meenden evenwel, dat het niet aangaat enkel een algemeene omschrijving van de ongevallen, welke onder de werkiog der wet zullen vallen, in art. 1 op te nemen. De voorstanders van de amendementen op art. 1 achtten het echter onmogelijk in de wet zelve te precise-.ren op welke ongevallen zy toepasselijk zijn. Laat men ten deze den rechter eenige vrijheid, dan zal zich lang zamerhand een jurisprudentie vormen, welke rekening houdt met de omstandigheden van ieder bijzonder geval. By de bespreking van de amendementen op art. 2 wenschten sommigen omtrent de vraag, op welke ongevallen de wet toepasselijk behoort te zijn, een ruime opvatting gehuldigd te zLn en meen Jen anderen, dat alleen van verzekering tegen de gevolgen van zulke ongevallen sprake kan zijn, welke met de uitoefening van het bedrijf in verband staan. Terwijl sommigen zich met het eerste op dit artikel voorgestelde amendement van de heeren Van Kol c. s. vereenigden, voerden anderen daartegen aan, dat het ni.t aangaat schade loosstelling te geven voor ongevallen, welke het gevolg zjjn van vechten of stoeien der werklieden gedurende den schafttijd. Ook werd bet onmogelijk geacht voor den werkgever alle plaatsen op te noemen, waar de werk lieden den schafttijd riet zullen mogen door brengen, en achtte men beter om zooals de Regeering wil, te bepalen, dat do werkgever aanwijst op welke plaatsen geschaft mag worden. Het tweede amendemtnt van de heeren Van Kol c. s. werd door velen als een ver etering van bet voorstel der Regeering beschouwd en verscheidene leden betuigden hun instemming met het derde amendement- Pytterstn. Het groote amendement van den heer Kuyper, betrekkelijk de oprichting van bedryfsver- senigingen, gaf tot uitvoerige beschouwingen aanleiding. Hulde werd gebracht aan het organiseerend talent en de gezette stu ievan het onderwerp, waarvan dit amendement go- tuigt. Twijfel werd echter uitgesproken of het voorstel wel in het stelsel der Regeering past en of het door haar aanvaard zal worden. Teg-m den inhoud goldin als hoofdaanmer kingen beweerde eenzijdigheid ten behoeve van de groote industrie en de vraag of de voordeelen, welke de oprichtiog van de bedryfs- vereenigingen zal opleveren, groot genoeg zijn om de aanneming van de zeer omslachtige bepa'ingtn te rechtvaardigen. Deze on verdere bezwaren kwamen anceren leden ni t over weg nd voor. Dezen waardeerden het decen traliserend karakter van bet amendenv nt en de voordeelen, welke zelfstandige werk zaamheii van beianghebben Jen èn ter voor koming van ongevallen èn voor betere be handeling van de door een ongeval getroffenen èn tot bevordering van de verstandhouding tusschen werkgevers en werklie en zal op leveren. Yeel waarde werd ook gehecht aan de bepalingen, welke aan de werklieden recht van mede-zeggenschap verzekeren. Van verschillende zjjden werd de meening geuit, dat van de golegenheiJ, welke het amendement aanbiedt, geen of althans zeer weinig gebruik zal worden gemaakt. Wel hebben een aantal werkgevers bun ingenomen heid daarmede betuigd, maar men betwyfrlt of zij zich voldoende rekenschap hebben ge geven van de lasten, welke aan de bedryfs- vereenigingen zullen worden opgelegd. By de bespreking van de verdere amende menten op de verschillende artikelen der wet bleek o. a., dat veel leden het denkbeeld van den heer Pyttsrsen bestreden om ty de toe kenning van een rente aan den getroffene ook rekening te houden met de gevolgen van een vroeger ongeval; dat het niet mogtiyk werd geacht de zeevarenden en zeevisschers in deze verzekering op te nemen zon J« r afzondcriyke regeling (amendementen-Van Kol c. s.dat verscheidene leden zich konden vereenigen met de opneming der beciryven van landbouw, veehoudery, tuinbouw en boschbouw (amend.-Heldt, Pyttersen, Van Kol c. s dat veel leden het wenscheiyk achtten het mjjnbouwbedryf in de wet op to nemen (amend.-Van Kol en Pyttersen); dat men meende, dat men doodgravers en begrafenis- bestellers (amend.-Pyttersen) niet in de ver- Zrkeriog behoeft op te nemen; dat ver scheidene leden bet wenscheiyk achtten dienst boden in de verzekering op te nemen (amend.- Van Kol c. s.); dat verscheidene leden de in de amend.-Drucker c. s. en Van Kol c. s. voorgestelde verkorting van den wachttyd niet aannemeiyk achtten; aat veel liden zich ni t konden vtreenigen met de wyze, waarop ae heer Pyttersen bedoelt deelneming in zieken fondsen te bevorderen; dat het amend.-Van Kol c. s. betrekkeiyk de regeling van de ge volgen van ongevallen, door dronkenschap ontstaan, in beginsel goedkeuring vond, dat eenige leden h.t niet boven bedenking achtten om, gelgk in het amend.-Pynappcl wor t be oogd, by de wet ontheffing te verleenen van de v -rplichtingen, uit aangegane v<.rbi .tenissen voortvloeiende. KOLONIËN. BATAVIA, 7—13 Juni. In de „J. B." leest men: Omtrent den diefstal van 4000 ponden sterling aan boord van de „Koningin Reg-ntes" vernomen wy nog de volgende t-yzonderheden. De sleutel van de schatkamer hing in de hut van den 2 :en officier onder ieder3 bereik; er was nog nooit i ts mee gebeurd en zoo was men lang zamerhand wat zorgeloos geworden. Da in htt Sucz-kanaal overboord gesprongen matroos, dio aan de justitie wer.J uitgeleverd, heeft aan den commandant bekend den diefstal te hebben g pleegd. Men vermoedt, dat hy in de haven van Genua door een luik onder in het schip het kistje met do 4000 sovereigns, wegende ongeveer 40 kilogram, heeft weten over te brengen in een toot van oen mede plichtige. Aangezien het zou kunnen zyn, dat het goudgeld nog hier of daar aan boord verstopt was, werd hier ter plaatse (Batavia) door de politie nog een onderzoek ingesteld, doch zonder resultaat. De raad van justitie te Batavia, uitspraak doende in de zaak van mevrouw Kr.J. (de bekende opium-dame), die een dwangarbeider uit Bsnkalis naar Singapore en Batavia ont voerde, veroordeelde haar voor dit feit tot een gevangenisstraf van twee jaren. Dit meldt de „J.-B." De onlangs tot luitenant kolonel ge promoveerde majoor der infanterie jbr. G. J. W. C. H. Graafland, te Fort-de-Kock, gaat eerlang tot herstel van gezondheid naar Europa. De controleur, toegevoegd aan den hoofd inspecteur der cultures, W. C. Blanken, heeft wegens langdurigon dienst een jaar verlof naar Europa aangevraagd. Een telegram uit Batavia aan het „Soer. Hbld." meldt, dat professor Kraus door de Indische regering uitgenoo.igd is om rapport uit te brengen over het havenplan te Soera- baia van den ingenieur De Jongh. De zoutverkooppakhuismeester te Modjoa- goeng (Soerabaia) A. A. Falck is wegens ziekte eervol uit zyn betrekking ontslagen. (J.-B) Door den oudstaanwezend zee-officier te Soerabaia is volgens de „Soer. Ct." rechts ingang verleend tegen den luitenant ter zee Thierens, die het ongeluk heeft gehad op de jacht te Goronlalo den officier van administratie Ter Cock dooJeiyk te treffen. ATJEH. Uit Oleh leh wordt dd. 12 Juni aan de „Java- EoJe" geseind: Den 7den dezer rukte een colonne van Segli 'over den glé Gapoej naar den Gló Siblah ter opsporing en verdryving van vyandeiyke benden. De Gló Siblah was bezet door een vry eterken vyand, die op 1000 meters afstands bet vuur op de onzen opende. Stormenderhand werd de stelling c'oor do infanterie genomen; zy werd aoor den vyand overhaast ontruimd. Aan onze zyde sneuvelde éón Europeesch fuselier, t«Twyl de 2de luitenant H M. Luch- singer onbeduidend door een schampschot werd gekwetst. Op h3ar terugtocht gedurende de beide volgende dagen over Beureunoen en Assam Koimbang werd de colonne in de IX Moekims licht beschoten. Den 6ien dezer rukten twee compagnieën over Keumala-raja naar den Glé Siblah, alwaar zy den volgenden dag aankwamm. Onderweg ontving de troep zwaar vuur, waar oor e.n handlanger van den trein werd gewond. Ook in het bivak te Glé Siblah werd de troep 's nachts beschoten. By den terugmarsch ontving hy overal licht vuur; gewond werd een inlandsch fuselier. Door het onverwachts afgaan van een geweer werd een inlanJsch fuselier zwaar gewond; hij overleed 's anderen daags. Aan de „Deli Courant" werd dd. 9 Juni van Kotta-Radja geseind: Op den 4den dezer, toen de generaal mot het restant der expeditie naar Beuratjan door Keumangan oprukte, zou do vyand aldaar 53 dooden hebben bekomen en wy eenige licht gewonden. Op 10 Juni ontving het blad het volgende telegram: Gisteren was de geheele troepenmacht te Kendi, Meureudoe, vereenigd. In Pidië werd slechts weinig tegenstand van kleine benden ondervonden. De Pedirsche hoofden en bevolking nemen geen deel aan de vyandelykheden, de bende- hoofden trekken heen en weder tusschen Beureunoen en Langga in Tjoemboek en Ktu- mangan. Onzerzyds licht gewond oen Amb. fuselier, de vyand liet 4 dooden in onze handen. In Pantey Radja in Trieng Gadang geen verzet. In Meureudoe vielen slechts enkele schoten, de vyand liet hier twee dooden in onze handen. In de Pa86i-streek breidt de Tapabeweging zich uit. Morgen rukt de geheeld toepenmacht door Samalanga derwaarts. Gezondheidstoestand goed. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig vei lof naar Europa, aan den ingenieur der '2de klasse bij den Waterstaat en 's Lands Burg. Openbare Werken B M. Blijdenstein. Tijdelijk belast: Met de waarneming der be trekking van leeraar in de scheikunde en de natuur lijke historie bij de hoogero burgerschool te Sema- raug de militaire apotheker der 2de klasse D. J. K. Wetselaar, met bepaling, dat hij gedurende den tijd dezer tijdelijke waarneming bij het leger wordt gevoerd „voor memorie". Bij het binnenl. bestuur op Java en Madoera. Aangewezen: Als standplaats van de contro leurs der 2de khsse, tijdelijk toegevoegd aan don hoofdinspecteur der suiker- en rijstcultuur, bet landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat, J. Van Aalst, de hoofdplaats Probolmggo, en J. II. Ziesel, do hoofdplaats Bandoeng. Bij den waterstaat on 's Lands B. O. W. Toegevoegd: Aan den chef der 5de water- staatsaldeeling in het belang der verbetering van de bevloeiing en den waterafvoer in het gebied der Sampcanrivier (afd. Sitoebondo, re9. Besoeki] de ingenieur '2de klasse G. Ph. M. H. De Pelser Berensberg. Bij het openb. lager onderw. voor Europeanen: Ingetrokken: De overplaatsing van den onderwijzer 2de kl. W. Westerhof van de 2de school te Magelang (Kedoe) naar de school te Koepang (Timor en Onderhoorighedon Met ingang van 12 Juni 1899, overgeplaatst: van de school te Tjiandjoer (Proanger Regent schappen) naar die te KoepaDg (Timor en Onderh.), als hoofd der school, de onderwijzer 2de klasse D. Rottier vau de 1ste gemengde school te Soerabaia naar do school te Tjiandjoer (Preanger Regentschappen), al9 hoofd der sobool, de onderwijzer '2de kl YV.L. Vogelzang, en zulks met intrekking zijner over plaatsing naar do 2de school te Magelang (Kedoe); van de 7de school te Batavia naar de school te Poerwakarta (KrawaDg), de onderwijzer 3de kl. P. R. H. Laemers; van do school to Poerwakarta (Krawang) uaar de 7de school te Batavia, do tijdelijke onderwijzer 3de kl. U. Ch. Cioes; van de -1de school te Batavia naar de school te Ngawi (Madioeu), de onderwijze:- 3de kl. W. B. Van Hogezand; van de school te Ngawi (Madioen) naar de 4de school te Batavia, de hulponderwijzeres A. J. Elenbaas. Verleend: Wegen3 langdurigon dienst een jaar verlof naar Earopa aan den houtvester bij het boschwezen op Java cn Madoera W. H. Van der IJ aas. Tijdelijk in dienst gestold: Als machinist bij de tin «vinning op het eiland Banka, J. F. Honstein. Bij den waterstaat en 's lands B. O. W. Benoemd: Tot ingenieur lste kl. de ter be schikking gestelde ambtenaar op wachtgeld A. Ch. Nieuwenhuys. Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Benoemd: Tot commies voor den stationsdienst de ambtenaar op non-activiteit K. G. Nieuwpoort, en geplaatst bij do Oosterlijnen. Bij liet boschwezen op Java on Madoera. Overgeplaatst: Van het boschdistrict Bagelen naar bet boschdistrict Lamongan-Sidajoe-Madoera, de opziener C. F. J. Hempel. Van het boschdistrict Lamongan-Sidajoe-Madoera naar het boschdistrict Bagelen, de opziener J. F. Von Faber. Bij den dien9t van het Grondpeilwezen. Overgeplaatst: Van Pontianak fWcster- afdeeling van Borneo] naar Kediri on zulks met intrekking van zijn overplaatsing naar Telok Belong [Lampongsche districten] de boormeester lste kL bij dien dienst jhr. J. Th Goldman. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den lsten luit. der art. 11. A. Termrjtelen. Ontslagen: Met ingang van 3 Juli 1899, op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr- Me. militairon dienst, de dirig. off. van gox. '2do kL L. E. P. Vincent. Benoemd: Tot dirig. off. van gez. lslo kl. bij den militairen geneeskundigen dienst, de dirig. off. van gcz. 2de kl. dr. R. A. J. Snethlage. Verleend: Wegens laDgdurigen dienst een jaar vei lof naar Europa aan den majoor der inf. P. J. Brandenburg. Vergund Aan den voor den tijd van vijfjaren bij het Indische leger gedetacheerden lste luit. der inf. vau het Nederlandscho leger J. A. L. Roeloffs, wegens ziekte naar Nederland terug to kecreu. Ontslagen Met ingaDg van 5 Juli 1899 op verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen, uit 11 r. Ms. militairen dienst de majoor der inf. J. J. Verlinden. Overgeplaatst: Bij het 17de bat. de lste luit. bij liet subsistentenkader te Padang J. J. Mulder; bij het subsistentenkader te Padang, de lston luit. bij het 17de bat. J. E. W. Verschuw; bij het 17de bat., de kapitein bij het lste depot bat. D. F. Romein; bij het garnizoens bat. van Palembaog als po9t- commandant te Djambi, do kapitein bjj het 2de depot-bat. G. K. Jochems. Diepzee-onderzoek. Uic het jongste bulletin van do Maatschappy tot bev. van het Natuurkundig Onderzoak der Ned. Koloniën tlykt, dat do „Siboga" op 10 Mei te Makassar aankwam en van daar naar Soerabaia vertrok om te dokken en door de goede zorgen van commandant en officiereu weer in gereedheid te worJen gebracht voor de tweede étappe, die van Juni tot medio Octo'cer duren zal. De heer en mevrouw "Weber houden zich met de heeren Versluys, Nierstrasz en Huysmans daar bezig het ver zamelde gereed te maken voor de verzending naar Nederland. De teekenaar Huysmans zal een aantal schetskaarten van ankerplaatsen op Celebes kopieeren, cie op het archief aldaar aanwezig coor den resident Brugman der expeditie ter beschikking gest>ld zyn. De havenmeester Kraay heeft do kruisprauw ter beschikking gesteld voor dreggingen in de nabyheid van Makassar. De opvarenden verheugen zich in een uit stekende gezoncbeiJ. Ook do inlandsche bo- manning beeft tot nog toe de hulp van den dokter slechts voor weinig ernstige gevallen behoeven in to roepen. i Peuilleton. 35) Hy zette zich op een houten kist en zon op een nieuwen uitweg. Szemski stond moede loos en veitwyfeld voor hom: „Alles is verloren! Op hot oogenblik zullen zy komen en dan worden wij levend begraven!" Eriks blik dwaalt hulpeloos in het rond. Wat nu te dosn? Dat vorweDSchte portaal! Zyn blik wordt koortsachtig. Rusteloos dwalon zyn oogen als om hulp te zoeken over alle voorwerpen, welko hem omringen. Maar het zyn slechts zakken en kis'en en groote fles- schen voor do apotheek en een paar yzaren cylinders met vloeibaar koolzuur. Onwillekeurig leest hy de daarop geplakte etiketten. Plo seling stuift hy als een ra zende op. „Szemski," roept hy en grypt hem by den schouder, „ik weet het! Wy zullen het por taal in de lucht laten vliegen." „In de lucht laten vliegen? Waarmede?" „Gauw, gauw!" ging Erik voort. „Daar staat glycerine, hier een vaatje salpeterzuur. We zullen haastig wat nitro-glycerine maken. Sposd, spoed!" „Nitro-glycerine?" Szerrski's oogen fonkelden. „Giet den inhoud van deze flesch op dsn vloer uit!" ging Erik ademloos voort. „Hó, het is gedistilleerd water! Hier is glycerine, kom, de fl sch half vol. Hier is salpeter en zwavelzuur. Ja, dat is moeilyk met die flesch; maar zy kan toch dienst doen voorzichtig, voorzichtig, waarde Szsmski, be denk, het geldt ons leven l Een heel dun straaltje maarl En nu moeten we eerst de zuren afkoeleü. Rol eor.s even zoo'n cylinder koolzuur wat dichter by. Zoo, zoo is het goedl" Na verloop van enkele oogenblikken (want dit alles gebeurde in een ommezien) hadden zy een voldoende hoeveelheid nitro-glycerine gemaakt, welke zy met water moesten uit- wasschen, om haar van de zuren en de niet in werking getreden glycerine te ontdoen. Erik zag rond, om een geschikt vat te vinden, en ontdekte in een hoek een gegoten yzeren bakje, waar kwikzilver in geweest was. Hierin goten zy de nitro-glycerine. „ZiEzoo," zeide Erik, „nu komt het er maar op aan de olie te doen bevriezen; anders ontploft zy niet, als wy het vat laten vallen. Dit zal echter spoedig genoeg gedaan zyn. Onder de werking van het vloeibaar koolzuur zal het na verloop van eenige seconden bevroren zyn." Snel opende hy de kraan van den koolzuur- cylinder, en als sneeuw zoo wit druppelde het koolzuur over de glycerine. „Zool" hernam Erik; „nu maar het vaatje aan de katrol bevestigd, en dan zullen we het laten zakken in het portaal. Wacht even l Nog niet! Anders zouden wyzelven mede in do lucht vliegen. Wy moeten het vaatje aan een lang koord houden, zoodat wy ons eerst kunnon vorwyderen, om het dan te laten vallen, als wy aan het andere einde van de gang zyn." Szemski vond al spoedig een lang, dun koord, dat sterk genoeg was, om het vaatje te houdeD. Zy legden het over een takel van het byschtoestel, bonden het vaatje nitro glycerine er aan en grepen het andere einde van het koord. En terwyl zy achteruit liepeü, lieten zy het touw 'door hun handen glyden. Ds bewaker was nog steeds verdoofd; er •kon ook niet meer dan een kwartier uurs voorby gegaan zyn, een kwartier, of een half uur! Wie z*l het zeggen? En hoe huilden die waanzinnigen l Weldra waren zy midden op de gang ge komen verder reikte het koord niet. PlotseliDg stiet Szemski een ruwen kreet uit en wees naar het einde van de gang. Daar kwamen een half dozyn mannen, de nachtwakers van de inrichting; spoedig kre gen zy de vluchtelingen in het oog en yiden op hen toe. „Verloren," mompelde Szemski en sloeg de hand aan zyn hoofd. „Laat het koord los l* schreeuwde Erik luidkeels. Onwillekeurig gehoorzaamde Szemski op hetzelfde oogenblik werden zy verblind door een bliksemschicht, die door de vensters binnendrong; een oorverdoovend gekraak schudde hen dooreen en een geweldige schok reet de vloeren van elkaar. Nog een kraken en nog eens, als van een hoogen muur, die ineenstort. Het geheele gebouw waggelt en kraakt; de gipsen plafonds van de gangen regenen als sneeuwvlokken naar beneden: het is om alle bezinning te verliezen. „Het geheele gebouw stort in elkander," roept een der toegesnelde bewakers, en angstige ontzetting spreekt uit zyn stem. „Een aardbevingl" steunt een ander. Alle voegen laten los: de bodem wordt omgewoeld als een woedende zee. De geslo ten deuren springen open on de waanzinnigen verschynen in de openingen. Weer een schok, weer een wankeling, en brokstukken van muren storten omlaag. Hoort, hoort! De verdoofde bewaker zingt nog steeds doorl Toen verloren zy het bewustzyn. Erik ontwaakt, doordat Szemski hem wakker tracht te schudden. Verwonderd slaat hy de oogleden op en blikt in het rond; hy herinnert zich niets. Waar is hy? Ach ja, nu weet hy het weder l Szemski en hy bevinden zich op het uiteinde van een muurpilaar, die aan de geweldige schokken weerstaan had. Deze was verscheidene meters dik en een half dozyn meters boog. Het neerstortende gebouw had hen geen van beiden gedeerd. Maar beneden, te midden van ruïnen en puinhoopen, lagen ïyken op lyken. En daar boven stond de zyvleugel in brand. Erik gevoelde afgryzen in zich opkomen. Niets was te redden, men had alle cellen geopend en de krankzinnigen laten ont vluchten. Toezicht vermocht niets meer. Men had nog sommige voorwerpeü uit de algemeene vernieling willen redden, maar de waanzin* nigen verhinderden allen arbeid. Het personeel gaf het op en op hot verlaten eiland was gec-n verdere hulp te vinden. Er woonden slechts enkele arme visschersfamillën, die vol schrik op hun booten gevlucht waren, om aan do krankzinnigen en hun woede te ontkomeD. „Hoe komen wy nair benedeD, Szemski?" riep Erik uit met gebroken stem. Szemski weos op een eind van het koord, dat zy gebruikt büddeD, en dat nog langs den pilaar neerhing. Hy bond zwyger.d het koord om een uitstekenden hoek van het muurwerk en gaf Erik een teeken, er z:ch langs te laten afgiyden. O, dat vernielingswerk! Al dio dooden! Erik en Szemski schenen zicbzelven moor denaars toe. Waarom waren ook zy niet verpletterd? Ware dat niet beter geweest? NeenErik herkreeg zyn tegenwoordigheid van geest. Het ging bier niet om hun eigen persoon; zy streden voor een grootscbe, voor een heilige zaak! „Vooruit dus, Szeirski! De Engolsche Staat is de moordenaar, het vergoten bloed koine over hem! Nu zal de verdrukte wereld van haar tirannen bevryd worden 1" En terwyl by zoo te midden van die puin hoopen staat, gaat er plotseling als een licht voor hem op. Kortzichtig als bij geweest was, had by niet eer de oplossing van het vraag stuk gevondeD, hoe zyn ontdekking bek nd te maken. Wordt vc'To'gd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5