N\ 12078
Dinsdag; XI «Juli.
A*. 1899
<§C2e fèouront wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton,.
9e lotgevallen van een uitvinder.
LAGrBLAD.
PRIJS DEZER COURAUT»
Voor Lelden pér 8 maanden. .«%«•- a f I.C6.
Franco per poet.....i, t 1.40.
Afzonderlijke Nommors 0.05.
PBUS DER ADVEETEHTIËEIr
Van 1-8 regels t 1.05. ledero regel meer 0.17J. Grootere
lettere naar plaateruimte Voor hot incasseeren buiten do stad
wordt f 0.06 borekcnd.
Otllciëolo Kennisgevlugcn.
Bargemcoster en Wethoadore van Leiden;
Gezien het odrea van de firma VAN DER WEIDE,
HELDER Co., houdeBde ver/ook om vergctnning
tot uitbreiding van de Bieoniifabriek „Nnlr x" aan
de Hoogewoerd No. 4, k d&etraal bekend Sectie D
No. 1206, door het maken van xoagw/ij en in het
Mi&ns tot woniDg bestemde gedoc-lte van hotporcoel;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hin 'crwet;
Gevon by doze kennis aan het publiok, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Socretarie
dezer gomeoute ter visie gelegd is; alsmede, dat op
Zaterdag 22 Jnli a. e., 'e voormiddagB te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven,
om bezwaren togen dat verzoek in te brengon.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
8 Jnli 1*99. VAN HEY8T, Seoretaria.
Leiden, 10 Juli.
Voor d© examens van toelating tot het
gymnasium, dis op 6, 7 en 8 Juli zijn afge
nomen, waren ingeschreven 27 jongens en
één meisje.
Geslaagd zyn voor de eerste klasse:
A. E. W. Benjamins, D. A. Van den Bosch,
C. Briêt, Th. G. Donner, W. H. Drucker,
P. L. Van Erkel, L. Heintz, P. Van Hoven,
J. De Jong, Cb. De Rempenaer, J. Martin,
J. B. Mennen, J. A. Middendorp, G. J. Bor-
gerhoff Mulder, Margaretha H. Ooreen, W. A.
Van Oorde, P. L. Van SillevoLt, J. W. Sloot,
7. J. T. Spaargaren, H. J. Tiele, H. H. Tieleman.
A. E. V. Hoogenraai heeft herexamen in
jUieoris rekenkunde.
Tot 6% v (j f d e klasse is toegelaten W. J. R.
#ieck.
De uitslag der toelatingsexamens aan
de Boogere Burgerschool voor Jongens alhier
1 is als volgt:
CandiJaten voor de 1ste klasse 42. Toe
gelaten 28. Voorwaardelijk 7. Niet toegelaten 7.
Toegelaten zijn: J. J. Jonker, G. J. Trap,
J. v. d. Heyde, Taat, A. Oostho k, A.
Mastboff, W. DjefF, A. P. A. Brand, Ottolina
v. d. Weyde, C. A. Van Noort, J. T. Kort,
M. Van Achterberg, C. P. M. Visssr, J. W.
Willemsen, M. W. J. Rienks, W. W. Muys
van de Moer, T. J. H. De Jossolin de Jong,
Sopbia Van der Tas, Catb. Kop, A. P. Spaan,
J. Hamersma, F. Vreede, J. Fransema, H. G.
C. Vlasveld, P. E. Van Heyningen, J. W. A.
Beyers, J. J. Kokxhoorn en W. Goddijn.
Voorwaardelijk: J. Jansse, J. P. A. J. Van
den Bergb, J. v. d. Linden, J. C Bloem, L.
A. C. v. Loo, A. Parmentier en G. J. Graicben.
Voor de 2de klasse 2, beiden toegelaten,
namelijk A. W. F. Berkemeyer, en voor de
talen W. Brussee.
Voor de 3Je klasse 2, beiden afgewezen.
Voor de 4 Je klasse 3, allon afgewezen.
Ter gelegenheid van het examen voor
de „hoofdakte van Bewaarscboolhouderes",
gehouden in tegenwoordigheid van afgevaar
digden van de Plaatselijke Schoolcommissie,
prof. dr. M. J. De Goeje, het bestuur der
Kweekschool, den burgemeester en genoo-
digden, kon bovengenoemde akte worden
toegekend aan de volgende dames: Wilhelmina
Aalbers, van Haaksbergen; Anna Krot, van
Oldeboorn; Cla6iena Smid, van Hoogkerk;
en Marii Van der Lyke, Marie Perné en
gara M. Van Tertholen, alle drie van L iden.
De gezant van Japan by ons Hof heeft
gisteren in .Hotel Leveiag" alhier gedéjeu-
neerd.
Voor het examen in de handelsweten
schap (boekhouden, handelsrekenen en handels
recht) vanwege de Veteeniging van handels
bedienden „Mercurius", te Rotterdam, zijn
geslaagd de heeren E. C. P. Nicola, A. Van
Oest en Z. A. Smit Jr., allen van Leiden,
leerlingen van den heer A. H. Van den Oever.
Het programma van het Internationaal
Congres voor Gynaecologie en Obstetrie, van
812 Augustus to Amsterdam te houden, is
verschenen.
Behalve recepties en diners vindt men
onder de feestelijkheden, ten behoeve van de
congresleden voorbereid, een uitstapje naar
EJam, Volendam en Marken.
Naar de Berlynsche correspondent van de
„N. R. C." seint, schrijft do „B.-rliner Klinische
Wochenscbrift" het volgende over dit Congres
„Ons bericht, dat prof. Veit, te Leiden,
ontslag genomen heeft als lid van de com
missie van organisatie van htt te Amsterdam
te houden Congres voor Vrouwenheelkunde,
nadat prof. Treub gekozen was tot voorzitter
der commissie, vereischt de volgende toe
lichting: Treub heeft, wat men wel niet
vtrgeten zal hebben, in zijn brochure „Universi
teit en Vaderland", de Duitsche hoogleeraren
zeer hoftig aangevallen, en Lter getracht,
zich door nietswaardig geschrijf uit de quaestie
terug te trekken. Korteiyks zijn weer allerlei
ondi rbandelingen gevoerd, die beoogden, ons,
Duitschers, een soort van voldoening te geven,
maar ze hebben zoo weinig opgeleverd, dat
een groot aantal hoogleeraren en vakge-
nooten, o. a. prof. Martin, uit GreifswalJ, be
sloten hebben niet aan dit Congres deel te
nemen."
De toestand van mevr. Beersmans, te
Rotterdam, sedert geruimen ty<i lijdende aan
het hart, is sedert een paar dagen zeer be
denkelijk.
De hoogleeraar dr. S. Cramer is voor
het studiejaar 18991900 benoemd tot rector-
magnificus van de universiteit te Amsterdam.
De leden van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeen
geroepen tegen Maandag don 17den Julia. 8.,
des avonds te halfnegen.
In den gezegenden ouderdom van LJjna
80 jaren is te Schipluiden overleden de heer
Simon Van Etten. Deze verdienstelijke man
was gedurende 49 jiren lid van het arm
bestuur der Sint-Jacobus-parochie en geruimen
tijd was hij de ijverige president van genoemd
college.
Het stoomschip „Cluden", gecharterd
door de Holland-Amerika lijn, van Amsterdam
naar Nieuw York, passeerde 9 Juli Lizard;
de „Koning "Willem I", van Amsterdam naar
Batavia, arriveer Je 9 Juli te Southampton;
de „Prins Hendrik", van Batavia naar Am
sterdam, arriveerde 9 Juli te Genua; de
„Rotterdam" arriveerde 9 Juli van Rotterdam
te Nieuw York; de „Solingen" arriveerde 9
Juli van Batavia te Amsterdam; de „Spaarn-
dam" vertrok. 8 Juli van Nieuw-York naar
Rotterdam.
Hoogmade. De landbouwer Heenk, te Wou-
bruggo, had het ongeluk, toen hy Vrijdag
middag op zyn karretje met nog een p rsoon
bij zich van de markt te L-iden naar huis
tcrugre?d, dat zijn paard bij de woning van
den hetr C. Van der Meer, te Hoogmade,
schrikte en in de sloot sprong. - Da hoogte
van den val in aanmerking genomen, is het
een wonder te noemen, dat noch do personeü,
noch het paard e=nig letsel bekwamen en
zelfs het voertuig onbeschadigd bleef, want
toen met vereende krachten alles op het droge
was gebracht, kon men de reis voortzetten
alsof er niets gebeurd was.
Noordwyk-aan-Zco. De hoer S. De Knecht,
onderwijzer aan de openbare school alhier,
is in gelijke betrekking benoemd te Moor
drecht.
Zocterwoudo. Zaterdagavond dwaalde in
deze gemeente een minderjarig meisje, oud 13
jaren, rond, dat, volgens haar beweren, door
haar ouders, sinds korten tyd le Leiden woon
achtig, uit huis was weggejaagd. Het kind is
dirnzelfden avond nog door de zorgen der
politie gebracht naar Leiden, en aan de
ouders teruggegeven, nadat vooraf de woning
was opgespoord, aangezien het kiad den naam
van de straat niet wist op te geven.
De navolgende verlofgangers dezer ge
meente, behoorende tot de lichting 1896, zijn
tegen 9 Augustus a. s. in werkelijken dienst
opgeroepen, te weten: J. L. S. Vreeburg en
A. Teljeur.
Hoewel niet in die mate als in het jaar
1897, breidt zich bet mond- en klauwzeer in
deze gemeente voortdurend uit. Tot he Jen is
van het voorkomen dier zi kte door twintig
landbouwers aangifte gedaan. Slechts van een
5-tal is het vee tot heden hersteld verklaard.
Tegen Donderdag 13 Juli a. s., des voor
middags te halfelf, is een openbare vergadering
van den Raad dezer gemeente belegd, waarvan
de agenda luidt: lo. Ingekomen stukken.
2o. Onderzoek der geloofs. risven der op 27
Juni htrkozen Raadsleden. 3o. Voorstel tot
pensionneering van den wegwerker M. Raessen.
4o. Benoeming van een derden wegwerker.
5o. Voorstel tot verbetering van de schoeiing
langs het Watertje. 6o Vaststelling der ver
ordeningen, regelende het heffen van school
gelden en leges ter secretarie. 7o. Reclame
tegen den aanslag in den Hoofdeiykön Omslag.
Zoetermecr. Gedurende de maand Juni werd
aan het hulpkantoor der post r\jen te Zoeter-
meer ingelegd in do Rijkspostspaarbank in
46 inlagen een bedrag van 2800.73; terug
betaald aan 10 inleggers een bedrag van
2114.42, terwijl 2 nieuwe boekjes werden
afgegeven.
Aan het Ryksttlephoonkantoor te Zoeter-
meer zijn gedurende de maand Juni behandeld
161 telegrammen, waarvan verzonden 68 en
ontvangen 93.
Het eerste halfjaar 1899 werden behandeld
693 telegrammen, waarvan 278 verzonden en
415 ontvangen.
Zoetermcer-Zegwaard. In de vergadering
van de Holl. Maatschappij van Landtouw,
afdeeling Zoetermeer-Zegwaard en Omstreken,
zijn de heeron H. Groenewegen en J. Volle-
bregt, te Zoetermeer, die periodiek moesten
aftreden, herkozen. Tot afgevaardigden voor de
algemeene vergadering te Sommelsdyk zijn
g kozen de heeren W. Van Dorp Wz., te
Zoetermeer, en W. Noordam, te Zegwaard, on
tot plaatsvervangers de heeren J. S. Van den
Berg te Pynacker, en J. Van den Berg, te
ZoLtermeer.
De heer B. Uyterlinde, te Zegwaard, is
candidaat gesteld voor lid van het hoofd
bestuur der Holl- Maatschappij van Landbouw
in Zuid-Holland. Overigens is nog een com
missie benoemd van elf leden voor een op
te richten coöperatieve landbouwvereenlging
tot het maken van een ontwerp voor een
reglement.
Uit de „Staatscourant,"
Kon. besluiten. Benoemd tot broeder in de orde
van den Nederlaodschen Leeuw, de gepensionneerde
adjudant-onderofficier-standaarddrager van het 1ste
reg. huzaren H. Steysel.
Aan den reserve-officier van gez. 2de klasse A,
J. M. Le Nobel een eervol ontslag verleend uit
zijn betrekking tot de landmacht.
PeDsioen verleend aan J. C. Th. of J. K. Th.
Timineihaus of Timmerhaus van Abcoude, leeraar
aan de burgeravondschool te Schiedam, ten bedrage
van 227A. R. F. W. H. Th. Bloemarts, com
mies tei provinciale griffie van Limburg, 1717
Th. H. A. J. Abeleven, leeraar aan het gymnasium
te Nijmegen, 256G. Guikink, hoofd der o. 1. s.
te Wetering, gemeente Steenwijkorwold, 534J.
Ruttink, lioofa dor o. 1. s. te Noetselen, gemeente
Hellendoorn, f 584; G. Th. Schepers, hoofd der
o. 1. s. te Holthone, gemeente Gramsbergen, 396;
A. Do Heer, hoofd eener o. 1. s. te Rotterdam,
1467; IC. Oldenburg, onderwijzer aan een o. l.s.
te Rotterdam, 900; W. Vau Breugel, hoofd der
o. 1. s. te Leende, J 406; Z. Veenhoven, onder
wijzeres aan de o. 1. 8. te Wildervank, 136; K.
Woud, onderwijzer aan een o. 1. s. te Wormerveor,
ƒ171; J. v. Julsingh Marrenga, hoofd der o. 1. 8.
te Leens, ƒ587; S. IJ. Stoel, onderwijzer aan een
o. 1. s. te Leiden, 509; E. Th. Jansen, onder
wijzeres aan de o. 1. s. te Sittard. 94; A. Fabor,
hoofd der o. 1. s. te Goönga, gom. Wijmbritseradeel,
ƒ601; A. L. Do JoDg, hoofd der o. 1. s. to Nijehaske,
767; J. Balder, hoofd der o. 1. s. te Hoogwoud,
ƒ717; A. Antonides, hoofd der o. 1. s. te Suawoude,
ƒ534; F. Van Mouk, onderwijzeres aan een o. 1.8.
te Amsterdam, ƒ242; M. E. Schuurman, onder
wijzeres, hoofd eener o. 1. s. te Vlissingen, /884;
J. P. Van Varik, hoofd eener o. 1. s. te Helder,
f 1212; A. Verhey, onderwijzer aan een o. 1. s. te
Woudrichem, 230; F. Timmers, hoofd eener
o. 1. s. te Haarlemmermeer, 707.
Regiment Grenadiers en Jagers.
In de Oranjekazerne te 's-Gravenhage mocht
het slot van het gedenkfeest Zaterdag den
avond der gelauwerden heeten, want iedere
compagnie en militair, die in de wedstrijden
overwinnaars waren, hadden de uitgeloofde
prijzen in ontvangst te nemen.
Voor zoover de gouden en zilveren medailles
door H. M. de Koningin warJn geschonken,
kweet de generaal-majoor jbr. Laman Trip,
vergezeld van Hr. Ms. ordonnance olficier graaf
Dumonceau, zich van de opdracht om de prljztn
aan de rechthebbenden uit te reiken.
Alvorens daartoe over te gaaD, woonde de
generaal, in tegenwoordigheid van den com
mandant, de hoofd- en verdere officieren van
het regiment, de uitvoering bty van den feest-
marsch, door den directeur der Kon. Mil. Kapel,
den heer Bouwman, voor deze gelegenheil
vervaardigd. De componist werd na de uit
voering in vleiende bewoordingen door den
vertegenwoordiger van H. M. met zfin werk
gecomplim nt^erd.
De generaal begaf zich daarna, gevolgd door
het officierscorps, naar de achterplaats, alwaar
de prijzen op een tafel gereed lagen ter over
handiging.
De generaal verzekerde, dat 't hem als oud
commandant van het regiment grenadiers en
jagers een dubbel genoegen was zich te kunnen
belasten met de uitreiking der prijzen van
H. M., bestaande in gouden en zilveren
medailles.
Na daaraan te hebben voldaan, richtte de
generaal tot allen bot woord. H rinDerenie
aan de belangstelling, die wyien Z. M. Koning
Willem III en andere vorsten uit het Huis
van Oranje aan het regiment grenadiers on
jagers hebben betoond jaren en jaren lang,
zeide hy, dat die sympathie niet het corps
geldt, omdat het is een Haagsch regiment,
maar mede omdat, al bestaat het grooten-
deels uit Hagenaars, het regiment toch uit
alle provinciën worat gerecrutcerd.
Door die belangstelling heeft het Koninklyk
Huis getoond de diensten van het corps te
waardeeren. Het is Hr. Ms. wensch geweest,
dat aan het regiment kan worden medege
deelJ, dat dis belangstelling op H. M. de
Koningin is overgegaan, en de generaal
twijfelde niet of die modedeeling zou allen ten
hoogste verheugen. Hem althans ceel zy dat
in booge mate.
Daarom stelde hy voor to eindigen en te be
sluiten met den kreet, cie alle dankbaarheid
uitdrukt, nl. „Leve de Koningin 1"
Daverende hoera's, tot driemaal toe aange
heven, overstemden het Wilhelmus.
De generaal en de ordonnance-officier vertrok
ken, nadat eerstgmosmde persoonlijk aan de
compagniechefs en aan do militairen de
medaille mot een woorJ van huldo of aan
moediging had ter hand gesteld, tot aan het
hek uitgeleid door den kolonel Do Bock.
Deze reikte de overige pryzen, waarby gevoegd
was een geldelijke uitkeering vanwege H. M.
de Koningin-Mooder, aan de winnende afdeelicg
of manschappen over, aan de vertegenwoordigers
van iedere categorie lof toebrengende vcor
hun bedrevenheid, kracht of vlugheid in het
onderjeel waarvoor zy bokroond wartn.
Aan de overwinnaars in den wedstrijd in
het te toven komen van {hindernissen deelie
de kolonel mede, dat de minister van oorlog
en de inspecteur der infanterie, die beiden dit
concours hadden tygewoond, over die oefe
ningen hun tevredenheid hadden betuigd.
Iedere groep van prljswinners kreeg oen fan
fare en een byzoner applaus viel ten deel
aan den sergeant Nyland, die in den zwem-
weJstryd bovendien de door de Zwem- en
Badinrichting beschikbaar gesteldo zilveren
medaille had verworven.
Uit Daam van de officieren bracht de kapitein
Yan Voortbuyzen hulde en dank aan den hoog-
geachten chef van bet corps en een sergeant-
majo'T deed dit in flinke bewoordingen namens
het kader, daarby het Nedirl. en Indische
leger vereenigende ia zyn va:erland6lievende
wenschen.
Nu volgde de taptoe: eerst een ommegang
82)
„Ik moet bekennen," sprak do geneesheer,
,dat mijn scheikundige kennis niet byzonder
omvangryk is, of beter gezegd zich niet ver
uitstrekt buiten do gewone pharmaceutics; ik
kan dus hieromtrent geen bepaald oordeel uit
spreken. Houd u echter voorloopig maar rustig,
tracht te slapen, als gy kunt, lee3 van tyd
tot tyd een weinig, om uw tyd te verdryven
©n uw geest te ontspannen. Ik heb daarom
juist eenige geïllustreerde tydschriften mede
gebracht, die voor u wellicht zeer interessant
kunnen zyn. Morgen zie ik u weder; adieu 1"
Dan verdween hy, zonder dat Erik tyd had
verdere opmerkingen te makeD.
Toch scheen dit bezoek van den jeugdigen
dokter hem als een heldere dag in do diepe
duisternis. De arts zag er te eeriyk en te
•waarheidlievend uit, dan dat hy zou weten
hoe de vork eigeniyk in den steel stak. Stort
baden! Hy meende het schynbaar goed met
hem en Erik nam zich voor, nog een poging
by hem am te wenden.
De dagen kropen voorby. Tweemaal daags
mocht Enk onder de hoede van zyn bewaker
een half uur beweging in do vrye lucht nemen,
terwyi hy in een afgesloten tuin op en neder
kon wandelen. Daarna werd hem een stort
bad toegediend en werd hy weder in zyn cel
opgesloton.
Een week lang bezocht de jonge doktor hem
geregeld; en iederen keer bracht Erik hem
duidelyker aan het verstand, dat hy niet
krankzinnig was. Spoedig was het duidelyk,
dat hyzelf niet recht wist, wat hy van Eriks
geestestoestand mobst denken.
Op zekeren dag mompelde hy iets, als zou
hy met den directeur-arts spreken, om den
patiënt vryheid te verleenen zich in hot ge
sticht te bewegen.
Den dag daarop kwam by tegen zyn ge
woonte niet terug on ook den daaropvolgen-
den dag Diet. In den voormiddag van den
vierden dag kwam de directeur zelf en wierp
een vluchtigen blik op Erik; daarna hield alle
geneeskundig bezoek op.
De wachter was de eenige persooD, met
wien Erik nog in aanraking kwam.
De eene dag volgde op den anderen, de
eene week op de andere, en de weken werden
maanden. Het werd herfst en winter, en weder
voorjaar. De tyd kroop langzaam voor Erik
voorby, die langzamerhand in een onverschillige
sufheid verzonk. Wat hielp het, te weeklagen I
Het werd er toch niet beter om. Hy was en
bleef begraven, zyn vryheid had hy voor im
mer verloren.
En wat was er van de anderen geworden?
Van zyn vrouw on van de geheele bemanning
van de „Chemeia?" Had men hun hun vry
heid gelateD, of....? Hy durfde er niet aan
denken.
In den aanvang was do gedachte aan ont
vluchten hem steeds bygebleven. Maar die
ellendige dikke muren, die yzeren staven voor
het venstertje, de zee, welke tegen de muren
van het gesticht aanklotste, en de waakzame
oppasserdat alles moest er toe bydragen,
om do laatste hoop by hem te vernietigen.
Slechts, één weg stond hem opon: in hetryk
der verbeeldingen wegvluchten, die zoo over
vloedig zyn jongelingsjaren met hoogdravende
droomen vervuld hadden, om daar een toe
vluchtsoord te vinden voor zyn pynigende
gedachten.
Dag en nacht vernam men uit de andere
cellen een verwyderd gehuil en geschreeuw,
gezang en gelach. Sinds zag by om zoo te
zeggen niets van zyn ïydensgezellen, behalve
hier en daar een vluchtigen blik door een
tralieluik op den vloer of door een half ge-
opendo deur. Slechts een paar keeren was
het gebeurd, dat hy by zyn terugkeer uit den
tuin, waar hy zyn ontspanning nam, een be
waker tegenkwam, die een patiënt mede-
voerde.
Op zekeren dag het was in het begin
van Juli gebeurde er iets geheel buiten
gewoons; op zyn wandeltocht ontmoette Erik
een bewaker, die zorgeloos daarheen slenterde,
terwyi een maü, gekleed in de kleederdracht
der krankzinnigen, hem volgdo. Doze man
bad het hoofd afgewend, zoodat Erik zyn
gelaat niet kon herkennen. Toen zy echter
maar weinige schreden meer van elkander
verwyderd waren, wendde by langzaam het
hoofd om, en beiden zagen elkander aan.
Het was Szemskil
Op hot eerste oogenblik hadden zy elkander
bijna verraden, en slechts door de uitersts
inspanning van hun wilskracht gelukte het
hun, hun tegenwoordigheid van geest te
bewaren, en te doeD, als ware er niets voor
gevallen. Terwyi zy langs elkander gingen,
maakte Szemski beimelyk met den wysvinger
een beweging, alsof by een vraagteeken neder-
schreef, en Erik, wien het gewicht van het
oogenblik alle zelfbewustzyn terugschonk,
begreep aanstonds die vraag. Achter op zyn
rug beschreef hy met een zyner vingers
het getal 13. Had Szemski het gezien en
begrepen?
Toen Erik in zyn cel teruggekeerd wa3,
was hy door de groote opgewondenheid,
welke die plotselinge ontmoeting te midden
van zyn dageiyksche afzondering by hem
had teweeg gebracht, zóó overweldigd, dat hy
zyn knieën voelde knikken. Vol spanning en
onrust wierp hy zich op zyn zitbaük neder en
begon te zuchten.
Welke gevolgen kon het wel voor hen
hebbeD, dat Szemski en hy elkaoder herkend
hadden? Opende zich daardoor een mogeiyk-
heid tot redding? Schynbaar niet; want wat
hielp het, dat zy vau elkanders bestaan
afwisten, als zy toch niet met elkander in
aanraking konden komen!
Misschien werd Szemski niet zoo streng
bewaakt en van de buitenwereld afgezonderd
gehouden als Erik, daar men aan zyn persoon
niet zooveel belang scheen te hechten maar
in ieder geval, de kansen op bevryding schenen
niet byzonder gestegen te zyn.
Waar zou Szemski zich bevinde?? Wel
licht in een anderen vleugel van het gebouw
Wat hielp h6t dan, of hy al wist, dat Erik
op No. 13 was opgesloton? Hoe meer Erik
er over nadacht, des te zekerder kwam by
tot het besluit, dat zyn toestand er niet veel
op verbeterd, maar even vertwyfelend, oven
hopeloos was als voorheen.
Hy begon, voor zoover de engo muren
hem dit toelieten, op en neder to wandelen.
Nu en dan bleef hy staan en wierp door het
kleine, getraliede venstertje een troostoloozea
blik naar buiten, waar vryheid en nieuw
leven hem spottend schenen toe te lachen.
Was het een vogeltje, dat daar buiten
vloog?
Neen, een stukje papier, dat, door den wind
medegevoeio, tusschon do Ijzeren staven was
biy ven haken. Het was een groote gebeurtenis
in het eentonige leveD, iets van de buiten
wereld te zien, al WóS het maar een strookje
papier.
Vreemd genoeg, dat het daar buiten kon
biy ven hangen zou het daar hangen, totdat
het weder door den wind zou worden mede
gevoerd?
Erik begon het nader te beschouwen; dit
was ten minste een verstrooiing, on het kwam
hem voor, ala wilde het maar niet van het
venster weg. Eenige malen kwam er een
rukwindje tegen aan en fladderde het oen
eind voort; dan keerde het weder terug.
Het was toch een vreemd verschijnsel l
[Wordt vervolgd).