N°. 12078 A". 1899 gourant wordt dagelijks, met aitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 Juli. Feuilleton,. De lotgevallen van een uitvinder. IDSCH PBIJS DEZEB GQPRAHTi Voor teicten per 8 maanden: t v a t f 1.10. Franco per post 1.40. Afzondoriyke Nommers 0.05. PRIJ3 DEB ADVEBTEKTIÈIil Van 1-6 rogels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere, letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren bui ten 4e stad wordt ƒ0.06 berekend. OlTloiëclo Beunisfeyliigfcn. KENNISGEVING. SCHUTTERIJ. Zitting van de commissie van onderzoek. Burgemeester en We'bonders tan Leiden brengen ter kennis van belangheb endeD, dat de Commissie, iogevolge ar'. 13 der wot van 11 April 1827 (Staats blad No. 17) beno mt tot het onderzoebtn van en beslissen omtront de redenen van vrijstelling en uitsluiting van schntterplicbtigen, zitting zal houden in het Militielokaal op het Invalidenhui (tngaDg door de Koppenhinketeeg, aan de zijde der Hoog- landeoke Eerkgracht), op MaaDdag 10 Juli aan staande, d(s voormiddags te halflien: voor hen, wier zaak in de zitting der Commissie op SI Moi 11. is aangebonden; vervolgons voor hen, die, lid der Schutterij zrjude, na hun indienststolling recht op vrijste ling hebben verkregen, alsmede die bij het bataljon wegens lichaaraegebrtkon trjdelg'i z\ja vrijgesteld; en daarna voor lien, die, als geboren in 1874, aan de loting in de vorige maand hebben deelgenomen; wijders op denzelfdeo tag, des Damiddags te ba'f rio: voor de ambtshalve ingeschrevenen, en voor de geLorooen in do jaren 1865 tot 1873 inge sloten, ten wier beboeve Da afloop der vorenbedoelde loting con naloting heeft plaats gèh .d of dio hun woonplaats naar deze gemoo te hebben overgebracht en hna actioven diensttijd rog moeten volbrengen, voor zoover omtrent deze halsten door de Co j missie nog geen uitspraak is gedaan. Voorts worden de belanghebbenden verwittigd; dat zij, die, op grond van ait. 3, sub a, b of c Van bovongenoemdo wet, ui hoofde van ziekelijk gesteldheid of gebreken of wegons gemis van de ge- vord-rdo lengte, reden tot vrijstelling van den 8chat- terlijkso dienst vermecnon te hebban, doch niet voor de Commissie vortohguen, zoomede zg, die, voor d o Commissie niet verschenen zgnde, ter bekoming van de vigstelling, vermeld in evenbedoeld wetsart kei, sub d, e, f, g, h, i, k, 1 of m, ingeval zij vermei n;n daarop aanspraak te kunnen maken, de e t. ijk go- vordorde bewijsstukken niet te voren ioedshebbonover gelegd, zullon gehouden worden geen roden tot vrijstel ling te bobben en dieutongoTolge bij afwezigheid tot den dienst worden aangewozoD, en dat biorvan allee.i uitgozonderd zij i ae milicien- rerlofganger', die als zoadai ig niet voor do CommiSBie behoeven te ver- echgnou, vermits zg, zoolang h n militiedisnettij 1 duurt, worden vrijgesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. Juli 1899. VAN HEY3T, Secre'aiis. Gisteravond begonnen te 's-Gravenhage de feestelijkheden ter herdenking van het 70-jarig bestaan van het regiment grenadirs en jagers met koraalmuziek door de Kon. Milit. Kapel op de portiek van het hoofd gebouw der in verschillende gedeelten ver sierde Oranje kazerne. Het regiment grena diers en jagrs wortelt zoozeer in de Haagsche samenleving, dat het niet te verwonderen was, dat in bet miadernachteiyk uur duizenden in en om de kazerne op de been waren, om getuigen te zijn van deze plecbtige inwijding, waarbij de volksliederen niet ontbraken en de bekende grenadiers- of parademarsch herhaalde malen gespeeld werd. Zoowel burgers als soldaten waren warm gestemd, waartoe niet weinig bijdroeg een vuurwerk, dat nu eens tot opening van een feest dienJe. De gekroonde W schitterde als slotnummer te midden van aanhou -end gejubel, d^t zi.h oploste in een „Leve de Koningin!" en daverende boezees, toen de kolonel-comman dant van het corps De Bock daartoe uit- noodigde, na een toespraak tot officieren en manschappen, waarin by herinnerde wat htt regiment sedtrt zijn bestaan aan het Vorsten huis en laatstelyk aan de Koninginnen te danken beeft. De kolonel zelf was daarna het voorwerp van een ovatie vol geest rift van de zyde der manschappen, een uiting, die deed zien, dat hy een zeer bemind chef is. En hedenochtend, minder welluidende tonen. Het waron de tamboers en hoornblazers, die op het appèl waren voor de reveille, en do manschappen opriepen tot vooitzetting van het feest. De Kon. Mil. Kapel gaf tot 8 uron een aubade op de achterplaats der kazerne. Een uurtje later werd de inwenoige mensch en de portemonnaie bedacht, en de kinderen der mindere militairen werden door het houden van een tombola zonder nieten ook niet vergeten. Daarna was er groote revue in het Malieveld. Niet over de geneeskundige tentoon stelling van het Ned. Zeewezen, zooals in enkile tladen is gemeld, maar over de geschiedkundige tentoonstelling h-eft H. M. het Beschermvrouwschap aanvaard. H. M. de Koningin is ook als Bescherm vrouw opgetreden van het Koninkiyk Neder- landsch Aardrykskundig Genootschap te Amsterdam. To Amsterdam is aangekomen het stoomschip „Prinses Sophie" met een detache ment repatriëerende militairen uit N. In did. Onder hon bevond zich ook de fuselier Carl Albort Adolph Paetzold, ridder der Militaire ■Willemsorde 4de klasse, geboren te Hermsdorf in Pruisen den 26sten April 1862, in 1886 naar Indiö vertrokken als fuse.icr, en aldaar van 1893 tot 1898 onafgebroken te Atjeh dienende. Aan veel tochten nam hy deel, steeds wist by zich te onderscheiden. Het eer kruis voor Moed, Beleid en Trouw verwierf hy op den 10dm Augustus 1897 by een excursie naar het gebied van Tjoet, Bindara Pinang, door onmiddtliyk na zyn sectie-commandant, den lsten luitenant Van Steyn van Hensbroek, een vyandeiyke ver sterking binnen te dringen, en op zeer krachtJacige wgze deel te nemen in h t daarop gevolgd handgemeen, waartJJ door hem zeven verdedigers werden neergelegd. De commissaris van afmonstering, kapitein Wynmalen, sprak een harteiyk woord tot allen en in het byzonder tot Pactzold, wien hy beterschap toewensehte, want Paetzold repatrieerde wegens ziekte. De ridder Paetzold is eon korte ineenge drongen man, wlen men kan aanzien, dat by ernstig geleden heeft. De reis heeft hem veel opgeknapt. Tegen zyn zin is hy naar Neder land geëvacueerd. Hy vond het in Indië beter. De aankomst aan de Handelskade was niet foestelyk. Doordien de stoomboot daar vetl vro-ger aankwam dan gedacht was, waren geen muziek noch autoriteiten aanwezig. Onze ridder vertrok spoedig naar de reconvales centen afdeeling te Zutfen. Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Meye Zegveld den weleerw. heer N. A. De Groot en tot pastoor te Hansweerd den weleerw. heer G. M. A. Van Leeuwen, aie kapelaan was te Rotterdam (H. Laurentius). Het stoomschip „Iris" arriveerde 5 Juli van Amsterdam te Lissabon; de „Orion" ver trok 5 Juli van Stettin naar Amsterdam; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 5 Juli van Suez; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 6 Juli van Genua. den bekwamen arts, die zoo volkomen hun vertrouwen bezat, maar ook den hartelyken en belangstellenden vriend, cie deelde in al bun lief en leed. Kaim 37 jaren heeft hy de gemeente met zgn beste krachten gediend. Zyn naam blyft by zyn vele vrienden in dankbare herinnering. Alkemade. Aan het postkantoor te Roelof- Arendsveon, en de daaronder ressorteerende hulpkantoren te Oude-Witering en Rypwete ring, werd gedurende het 2de kwartaal 1899 ter Ryks-Postspaarbank ingelegd f 7174.24 en terugbetaald f 2223.02. Het laatste door dat k.ntoor uitgegeven boekje draagt het num mer 292. Noordwjjk. Ondanks den schier herfst- achtigen avond waren gisteren zeer velen opgegaan naar Noordwyk aan-Zee, om in htt badhotel Konynenburg de zesde uitvoering van de harmonie kapel „Crescendo" by te wonen. Een talrijk publiek, waaronder men den beschermheer der kapel, den hooggeb. heer mr. F. A. G. graaf Van Limburg Stirum Noor wijk opmerkte, vulde de ruime zaal en de aangrenzende veranda's. De uitvoering van het uit negen nummers bestaande programma was, geiyk men het van „Crescendo" gewoon is, keurig te noemen. Zoowel de oudere als de nieuwe stukken werden zeer accuraat en welluidend ton geboore getracht, en zonder in bgzonderheden to willen treden, kunt en we niet nalaten aan te stippen No. 8; fantaisie „La belle Ahacienne" van De Carmont, een stuk, waarin groote technische moeiiykheden met glans overwonnen werlen. Het officiëele programma werd beslot-n met een drietal voor rachten (door debeeren A Ham en-D. Van Wouw), van welke vooral de twee laatste zeer in den smaak vielen. Directeur van „Crescendo" is de heer Job. Oostelaar, van Leiden. Üudshoom. Herkozen zyn als Raadsleden ce heeren J. V7. O. Clant, H. H. Kloot en P. A. Wernink, allen liberaal. Roelof-Arendsyeen. Ten telegraafkantore alhi-r werden gedurende bet 2de kwartaal 1899 behandeld 982 telegrammen, nl. ver zonden 327, ontvangen 463, opgenomen en verder geseind 102. Valkenburg. Do collecte voor den Ge- wapenden Dienst heeft hier opgebracht de som van f 5 58'/*, wel Iets minder dan is vorige jaren. Voorschoten. Voor de voorbereidende mili taire oefeningen hebben zicb alhier juist 20 jongelielen aangemeld, waaronder 2 voor het reservekader. De heer Lely, directeur van Noorthey, ia weder zoo welwillend zyn gymnastieklokaal voor deze oefeningen ten gobruike te geven. Hedenmorgen overleed alhier in den ouderdom van 61 jaren de weled. zeergel. heer dr. W. E. H. Van der Horn van den Bos. Reeds by den aanvang van dit jaar zag hy zich genoodzaakt wegens voortdurende onge steldheid zyn praktyk neder te leggen. Zgn vele vrienden verloren in hem niet alleen Uit de „Staatscourant," Bij kon. besluit is: lo. de luit-geoeraal W. Rooseboom, van den grooten staf, in verband met zgn benoeming tut gouverneur-generaal van Nederl.*Indiö, op de meest eervolle wijze ontheven uit zgn functiën van lid en voorzitter der commissie tot voorlichting van de ministers van Oorlog en van Koloniën omtrent de uitvoerbaarheid van een samenstelling van do officierskaders van het leger hier te lande en van dat in Nederl.-Indië tot één enkel officiers corps, onder dankbetuiging voor de in die functiën door hem beweven diensten; 2o. benoemd in bedoelde commissie: o. tot lid en voorzitter, de raad-adviseur bij bet departement van Koloniën jhr. J. D. Six, thans lid dier commissie; b. tot lid, de met rang van kolonel gepension- neerde luit.-kol. van het Oost-Indisch leger J. F. Broijer. Benoemd bij het personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht, tot off. van goz. 2de kl de burgergeneeskundigen (artsen) J. Boer en J. C. Diohl Z. r.-zn. Aan den kapt. A J. Doorman, van den staf der genie, adjudant van den minister van Oorlog, verguuning verleend lot bet aannemen en het dragen der ordeteekenen van ridder 5de kl. in do ortle van de Rijzonde Zon, hom door Z. M. den Keizer van Japan geschonken. Benoemd bij het wapen der infanterie, bij het 3de regiment, tot luitenant-kolonel, de majoor D. Zelvelder, van het corps, bij het 5do reg. tot luit.-kol., de maj. L. Brender a Brand is, mede van het corps; bij het 6de regtot maj., de kap. J. R. Boisse- vain, van het 8ste rog.; bij het 7de reg., tot maj., de kap. J. H.A. Nier- strasz, adj. van het reg. gren. en jagers; bij het waj en der art., bij den staf van het wapen, tot luit.-kolde maj. D. Kromhout, van dien staf, directeur yan de rijschool der bereden- artillerie Aan nagenoemde personen de volgende pen sioenen verleend: J. Leeuwrik, ƒ368; K. Rob, ƒ216; 1L Dijkshoorn, ƒ172: C. Van As, 312; F. W. Buenting, 427; M. C. De Graaff, 2472; G. Lomuiers. J 136. Koninklijk bezoek. ZooaU reeds Is aangekondigd, kwamen HQ. MM. de Koninginnen te Amst rJam aan te 4 u. 6 m. Op het perron van het 6tation werden HEL MM. ontvangen door den burgemeester, mr. S. A. Yening Meinesz, den hoofdcommis saris J. A. Franken, den chef van dienst den heer Nlerstraez, den president commissaris "Westerwou t, den vice-president W. Vao der Vliet, den inspecteur van het voerwozen W. Rauwenboff en den stationschef H. A. Yan Vassen. HH. MM. onderhielden zich eenigen tyd met genoemde heeren en traden daarna het op de gebruikdyke wyze gesierde koninkiyk paviljoen tinnen. H. M. de Koningin droeg een lichtgroen zyden kleed met witten mantel en groenen ho-'d met witten agraaf. De Koni'gin-Moeder was in het zwart. Nadat een oogenblik was getoefd in het paviljoen, werden de open rgtuigen bestegen. HH. MM. brachten voor het diner, waarop de gedelegeerden ter Vredesconferentie ge- noojigJ waren, een bezoek aan het nieuwe Diakonessenhuis aan de Keizersgracht, in Octoaer 1898 geopend als een dependance van het „Moederhuis" der Ned.-Herv. Gem. te Amsterdam. HH. MM. werden in dit gebouw verwel komd door den president van het bestuur, da. Voorhoeve, en door „moeder Tack" van het Moedtrhuis. Bouquctten werden aange boden door twee der zusters en de directri:e mej. T. Visser; de gtneesheeren dr. Vlaanderen, N. Timmer en dr. Posthumus Meyes werden aan HH. MM. voorgestel Daarop werden de ziekenzalen bezocht, ook de kinderkamor; het jongste patiëntje is een kindja van één jaar. Het huis herbergt thans 32 zieken, aan wier sponde de Koninginnen, volgens ge woonte, een herinnering achterlieten, en 37 zusters, dia bier in het liefdewerk der zieken verpleging worden onderricht. Het bezoek, dat ruim een half uur duurdG, was niet het gevolg van een verzoek van het bestuur; H. M. Koningin Wilhelminahad uit eigen beweging den wensch opgevat deze inrichting te bezichtigen, en b-eft dus aan dit bezoek een ze1 r hooge waarde verleend. Langs Utrecbtschestraat, Reguliersbreestraat en Rokin reden H.H. M.M. vervolgens D3ar het Palcis op den Dam, waar by Haar aan komst de koninklyke standaard werd ge- hescben. Op den Dam, die tegen het uur van ryven zwart zag van de menschen, werden de Koninginnen met hoezees begro2t, die aan hielden totdat H.H. M.M. naar linnen waren gegaan. En terwyi de menigte geduldig bleef wachten op de gewone verschyning van HM. op bet balkon, rukte het vaandel der eere- wacht in, de muzikanten waren ook ree s uit ry en gtlli en de wacht zelf zou juist rechtsomkeert mak- n, toen klaarbljjkeiyk op uitdrukkelyken wensch van de Koningin zelf de balkondeuren werden opengeworpen en H. M., gevolgd door haar moeder, met de ontvangen blo.-mcnruikers in do hanl op het balkon trad. De wacht presenteerde opnieuw bet geweer en de muziek zette nogmaals b-.t „Wilhelmus" in, maar boven alles uit klonk het gejubel der verheugde menigte. H. M., die den mantel had afgelegd, boog geruimen tyd allerminzaamst. Tydens den rit van het Diakonessenhuis naar het Paleis had een incident plaats. Op het Rokin bad een der Hogerhuis-prop gan- disten zyn propagandabilj .t tot een bal ineen gefrommeld en wilde dezen in het koninkiyk rytuig werpen, toen hy nog bytyds door eeu rechercheur werJ gegrepen. De man, een zekere Roo3, werd in hechtenis genomen. Het incident ging byna onopgemerkt voorbfi. By de aankomst der leden van de Vredes conferentie werd op het Damrak nog een jongen in hechtenis genomen, die eveneens een prop wilde werpen in een der rytuigen. Beide arrestanten werden na het vertrek der Vorstinnen in vryheii gesteld. Meer nog dsn ty gewone bezoeken der Vorstinnen aan de hoofdstad bleef het koninkiyk Paleis het middelpunt der belangstelling van S7) Zoo werden zy allen verschillend getiteld; een byvoorbeeld, dat gericht werd aan het n ituur-Wfctenechappoiyk genootschap teMont- p Hier, droeg den titel: „Systematisch onder zoek naar de moleculen-beweging van het bismuth en analoge stoffen." Zyn vrouw was hem behulpzaam in het schryven. Nieuw leven en nieuwe geestkracht schenen E ik ingestort. Hg lachte openhartiger, en in zyn blikken vlamde dezelfde glans van weleer. Zgn gangf die zooeven nog slepend en traag was, werd nu weder vast en manlgk, en zyn houding, die gebogen was geweest, fier en krachtig. „Frissche moed, „Chemeia," en steeds voor- uitl" zeide by, toen hy des avond3 op de commandobrug stond en zyn blikken over de golven liet waren; „denk er aan, dat gy Caesar en zyn geluk draagt." Op zekeren morgen, toen Erik volgens ge woonte met zyn vrouw op hot dek verscheen, bespeurden zy den kapitein, die op de com- imandobrug stond en nauwlettend door zgn verrekijker den oostelgken horizon gadesloeg. Zy liepen snel op hem toe en richtten aan stonds hun oogen naar denzelfden kant. Ver weg, vlak onder "den gezichteinder, ontdekte men land. Helder en sneeuwwit teekenden zich de met ys bedekte bergketenen tegen de opgaande zon af, die, zichtbaar langzamer dan gewooniyk, aan den blauwen hemel opsteeg. H;t scherpe licht der sneeuwvlakten schit terde bun in de oogen, en het water dicht by de kusten was diep-blauw en uiterst hel der. Op de masten en raas der „Chemeia" fonkelde het licht, dat door duizenden yskegels werd teruggekaatst; het had dien nacht hard gevroren en de temperatuur was zeer laag. „De Poolstreek 1" riep Erik uit. Alslöv knikte toestemmend. „Gisteravond na zonsondergang passeerden wy den zuidelyken Poolcirkel," zeide hy, „en nu gaan wy die streken te gemoet, waar het jaar twee eindelooze dagen duurt. De zon, welke wy nu zien opgaan, zal, hoe verder wy naar het zuiden doordringen, langzamer hand geheel schgnen stil te staan en eerst na vyf of zes maanden weder ondergaan." Erik keek diep peinzend voor zich uit. Toen zyn oogen zich meer aan het scherpe licht gewenden, bemerkte hy, dat de kusten zeiven door een mglen breeden ysgordel om geven waren, en de zee met groote ysschotsen bezaaid was. „Het mag waarlijk wel als een wonder be schouwd wordeD," zeide do kapitein, „dat wy zoo ver naar het zuiden hebben kunnen door dringen, zonder meer last gehad te hebben van ys en koude. Wy bevinden ons nu op 67° breedte, en James Ross bereikte slechts den 78sten graad. Intusschen zal bet toch onmoge- lgk zyn, zelfs met een vaartuig als de „Che meia", door den gsgordel heen te breken en aan land to gaan, want ieder uur, dat wy verder zouden doordringen, zou de koude zeer ge- VO' •ig toenemen." „Is het vaarwater hier dan moeiiyk6r te bevaren dan aan de Noordpool?" vroeg de jonge vjo jw. „Ja en neen," antwoordde Alslöv; „aan de Noordpool is de zomer naar verhouding warmer en in den gunstigen tyd zou men gemakkelgk tot den 808ten graad of nog wel verder kunnen komen; maar de winter is daaren tegen uiterst streng, en een schip, dat zoo hoog daarboven door hot ruwe jaargetyde overvallen wordt, is in den regel verloren. Hier in de zuideiyke poolstreken is het klimaat daarentegen het geheele jaar door ongeveer geiyk, en men loopt daarom hier in don winter niet zooveel gevaar als ginds; alleen moet men zich wachten voor drgfys. Maar zoo hoog naar de Pool, als in do noor- delgke streken, is het hier niet mogelgkdoor te dringen, ten minste niet per schip." „Zouden wy hier ook een walvischvaarder kunnen ontmoeten?" vroeg Erik. „In den regel komen zg niet byzonder ver naar het zuiden," antwoordde de kapitein; „maar by dit buitengewoon zachte weder en de open zee is het toch zeer wel mogelgk, dat sommige nog verder naar het zuiden zyn gegaao." Alle officieren van de „Chemeia" werden derhalve tot een scheepsraad bijeengeroepen. Juncker, die indertyd op een walviscbjager gevaren had, was volstrekt van meening het vaarwater te boudeD, waarin men zich nu bevond, en niet verder naar het zuiden te gaan. Als men onder dezen breedtegraad heen en weder kruiste, moest men vroeg of laat een walvischvaarder ontmoeten. De andere officieren stemden daarmede in, en zoo werd besloteD, dat de „Chemeia" voortdurend tu8schen den 663ten en 67sten breedtegraad zou rondvaren, terwgl men nacht en dag nauwlettend in alle richtingen zou gadeslaan. Dit geschiedde. Den geheelen dag hield een matroos, met een verrekgker gewapend, de wacht. Erik was met zyn schryven gereed en had zyn postverzendingen verzegeld. Alles was klaar. Maar de dagen gingen voorby en nog daagde ge3n walvischvaarder op, ofschoon men som- wyien de walvisschen by duizenden kon tellen, welke argloos rondom het schip zwommen. Juncker vloekte en zwoer, dat het onbegrypeiyk was. Erik begon onrustig te worden. Met iederen dag, die voorby ging, werd de spanning en het ongeduld aan boord grooter. Alle manschappon stelden het levendigst belang in de gebeurtenissen en er was onder hen niemand, die het gewicht er van niet inzag. Nu men niet meer op goed geluk doorvoer, maar een werkeiyk doel voor oogen had, werd het meer en meer duideiyk, dat het een uitgelezen groep manschappen was, welke de „Chemeia" aan boord had. Zy hadden zich allen in dien korten tyd met lgf en ziel aan Erik gehecht. Op zekeren dag, toen Erik mismoedig in zyn kajuit zat en nog eens een zyner hand schriften doorzag, sprong hy plotseling op, daar hy een geweldig geraas op het dek veroam. In een ommezien was hy de kajuitstrap opgestormd, om de roden er van te vernemen. Hot was O'Kolly, die achter aan stuur- boordzy stond en schroeuwde, terwyi de equipage om hem heen samenstroomde. Erik richtte don blik snel op de zee en verwachtte een schip te zien. Maar neon alles was leeg en verlaten zooals altyd. „Daar, daar," brulde O'Kolly. „Wat dan?" riep Peter, „daar is toch nietsl" „Gg, schaapskop," schreeuwde O'Kelly bui ten zichzelven, „ziet gy dan dien walvisch niet?" Op hetzelfde oogenbllk hoorde men don luiden uitroep van de geheele equipage: „Een harpoenl" Werkeiyk, op eon paar honderd vademen van het schip dreef een doode walvisch met een harpoen in het lichaam. „Die is van het zuiden hierheen gedreven," zeide Alslöv, „en ik veronderstel, dat hy niet lang geharpoeneerd is. Dus moeten wy den walviscbjager aantreffen, als wy nog iets vorder naar het zuiden gaan. Het vaarwator is daar zóó door ys vernauwd, dat hy ons niet kan ontloopen, ala wy scherp toezien." Zoo gezegd, zoo godaan. De „Chemeia" zette weder koers naar het zuideD. Tegen den namiddag signaleerde de wacht eon schip. Allen stormden op het dek. Ten zuidoosten der „Cbemeia" lag een tweemaster. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1