N°. 12078
A". 1899
gourant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 Juli.
Feuilleton,.
De lotgevallen van een uitvinder.
IDSCH
PBIJS DEZEB GQPRAHTi
Voor teicten per 8 maanden: t v a t f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzondoriyke Nommers 0.05.
PRIJ3 DEB ADVEBTEKTIÈIil
Van 1-6 rogels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere,
letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren bui ten 4e stad
wordt ƒ0.06 berekend.
OlTloiëclo Beunisfeyliigfcn.
KENNISGEVING.
SCHUTTERIJ.
Zitting van de commissie van onderzoek.
Burgemeester en We'bonders tan Leiden brengen
ter kennis van belangheb endeD, dat de Commissie,
iogevolge ar'. 13 der wot van 11 April 1827 (Staats
blad No. 17) beno mt tot het onderzoebtn van en
beslissen omtront de redenen van vrijstelling en
uitsluiting van schntterplicbtigen, zitting zal houden
in het Militielokaal op het Invalidenhui (tngaDg
door de Koppenhinketeeg, aan de zijde der Hoog-
landeoke Eerkgracht), op MaaDdag 10 Juli aan
staande, d(s voormiddags te halflien:
voor hen, wier zaak in de zitting der Commissie
op SI Moi 11. is aangebonden;
vervolgons voor hen, die, lid der Schutterij zrjude,
na hun indienststolling recht op vrijste ling hebben
verkregen, alsmede die bij het bataljon wegens
lichaaraegebrtkon trjdelg'i z\ja vrijgesteld;
en daarna voor lien, die, als geboren in 1874, aan
de loting in de vorige maand hebben deelgenomen;
wijders op denzelfdeo tag, des Damiddags te
ba'f rio: voor de ambtshalve ingeschrevenen, en
voor de geLorooen in do jaren 1865 tot 1873 inge
sloten, ten wier beboeve Da afloop der vorenbedoelde
loting con naloting heeft plaats gèh .d of dio hun
woonplaats naar deze gemoo te hebben overgebracht
en hna actioven diensttijd rog moeten volbrengen,
voor zoover omtrent deze halsten door de Co j missie
nog geen uitspraak is gedaan.
Voorts worden de belanghebbenden verwittigd;
dat zij, die, op grond van ait. 3, sub a, b of c
Van bovongenoemdo wet, ui hoofde van ziekelijk
gesteldheid of gebreken of wegons gemis van de ge-
vord-rdo lengte, reden tot vrijstelling van den 8chat-
terlijkso dienst vermecnon te hebban, doch niet voor
de Commissie vortohguen, zoomede zg, die, voor d o
Commissie niet verschenen zgnde, ter bekoming van
de vigstelling, vermeld in evenbedoeld wetsart kei,
sub d, e, f, g, h, i, k, 1 of m, ingeval zij vermei n;n
daarop aanspraak te kunnen maken, de e t. ijk go-
vordorde bewijsstukken niet te voren ioedshebbonover
gelegd, zullon gehouden worden geen roden tot vrijstel
ling te bobben en dieutongoTolge bij afwezigheid tot den
dienst worden aangewozoD, en dat biorvan allee.i
uitgozonderd zij i ae milicien- rerlofganger', die als
zoadai ig niet voor do CommiSBie behoeven te ver-
echgnou, vermits zg, zoolang h n militiedisnettij 1
duurt, worden vrijgesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
Juli 1899. VAN HEY3T, Secre'aiis.
Gisteravond begonnen te 's-Gravenhage
de feestelijkheden ter herdenking van het
70-jarig bestaan van het regiment grenadirs
en jagers met koraalmuziek door de Kon.
Milit. Kapel op de portiek van het hoofd
gebouw der in verschillende gedeelten ver
sierde Oranje kazerne. Het regiment grena
diers en jagrs wortelt zoozeer in de
Haagsche samenleving, dat het niet te
verwonderen was, dat in bet miadernachteiyk
uur duizenden in en om de kazerne op de
been waren, om getuigen te zijn van deze
plecbtige inwijding, waarbij de volksliederen
niet ontbraken en de bekende grenadiers- of
parademarsch herhaalde malen gespeeld werd.
Zoowel burgers als soldaten waren warm
gestemd, waartoe niet weinig bijdroeg een
vuurwerk, dat nu eens tot opening van een
feest dienJe. De gekroonde W schitterde als
slotnummer te midden van aanhou -end gejubel,
d^t zi.h oploste in een „Leve de Koningin!" en
daverende boezees, toen de kolonel-comman
dant van het corps De Bock daartoe uit-
noodigde, na een toespraak tot officieren en
manschappen, waarin by herinnerde wat htt
regiment sedtrt zijn bestaan aan het Vorsten
huis en laatstelyk aan de Koninginnen te
danken beeft.
De kolonel zelf was daarna het voorwerp
van een ovatie vol geest rift van de zyde der
manschappen, een uiting, die deed zien, dat
hy een zeer bemind chef is.
En hedenochtend, minder welluidende tonen.
Het waron de tamboers en hoornblazers, die
op het appèl waren voor de reveille, en do
manschappen opriepen tot vooitzetting van
het feest. De Kon. Mil. Kapel gaf tot 8 uron
een aubade op de achterplaats der kazerne.
Een uurtje later werd de inwenoige mensch
en de portemonnaie bedacht, en de kinderen
der mindere militairen werden door het
houden van een tombola zonder nieten ook
niet vergeten.
Daarna was er groote revue in het
Malieveld.
Niet over de geneeskundige tentoon
stelling van het Ned. Zeewezen, zooals in
enkile tladen is gemeld, maar over de
geschiedkundige tentoonstelling h-eft H. M.
het Beschermvrouwschap aanvaard.
H. M. de Koningin is ook als Bescherm
vrouw opgetreden van het Koninkiyk Neder-
landsch Aardrykskundig Genootschap te
Amsterdam.
To Amsterdam is aangekomen het
stoomschip „Prinses Sophie" met een detache
ment repatriëerende militairen uit N. In did.
Onder hon bevond zich ook de fuselier Carl
Albort Adolph Paetzold, ridder der Militaire
■Willemsorde 4de klasse, geboren te Hermsdorf
in Pruisen den 26sten April 1862, in 1886
naar Indiö vertrokken als fuse.icr, en aldaar
van 1893 tot 1898 onafgebroken te Atjeh
dienende. Aan veel tochten nam hy deel,
steeds wist by zich te onderscheiden.
Het eer kruis voor Moed, Beleid en Trouw
verwierf hy op den 10dm Augustus 1897 by
een excursie naar het gebied van Tjoet,
Bindara Pinang, door onmiddtliyk na zyn
sectie-commandant, den lsten luitenant Van
Steyn van Hensbroek, een vyandeiyke ver
sterking binnen te dringen, en op zeer
krachtJacige wgze deel te nemen in h t
daarop gevolgd handgemeen, waartJJ door
hem zeven verdedigers werden neergelegd.
De commissaris van afmonstering, kapitein
Wynmalen, sprak een harteiyk woord tot
allen en in het byzonder tot Pactzold, wien
hy beterschap toewensehte, want Paetzold
repatrieerde wegens ziekte.
De ridder Paetzold is eon korte ineenge
drongen man, wlen men kan aanzien, dat by
ernstig geleden heeft. De reis heeft hem veel
opgeknapt. Tegen zyn zin is hy naar Neder
land geëvacueerd. Hy vond het in Indië beter.
De aankomst aan de Handelskade was niet
foestelyk. Doordien de stoomboot daar vetl
vro-ger aankwam dan gedacht was, waren
geen muziek noch autoriteiten aanwezig. Onze
ridder vertrok spoedig naar de reconvales
centen afdeeling te Zutfen.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot pastoor te Meye Zegveld den
weleerw. heer N. A. De Groot en tot pastoor
te Hansweerd den weleerw. heer G. M. A.
Van Leeuwen, aie kapelaan was te Rotterdam
(H. Laurentius).
Het stoomschip „Iris" arriveerde 5 Juli
van Amsterdam te Lissabon; de „Orion" ver
trok 5 Juli van Stettin naar Amsterdam; de
„Soembing", van Rotterdam naar Batavia,
vertrok 5 Juli van Suez; de „Prinses Amalia",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 6 Juli
van Genua.
den bekwamen arts, die zoo volkomen hun
vertrouwen bezat, maar ook den hartelyken
en belangstellenden vriend, cie deelde in al
bun lief en leed. Kaim 37 jaren heeft hy de
gemeente met zgn beste krachten gediend.
Zyn naam blyft by zyn vele vrienden in
dankbare herinnering.
Alkemade. Aan het postkantoor te Roelof-
Arendsveon, en de daaronder ressorteerende
hulpkantoren te Oude-Witering en Rypwete
ring, werd gedurende het 2de kwartaal 1899
ter Ryks-Postspaarbank ingelegd f 7174.24
en terugbetaald f 2223.02. Het laatste door dat
k.ntoor uitgegeven boekje draagt het num
mer 292.
Noordwjjk. Ondanks den schier herfst-
achtigen avond waren gisteren zeer velen
opgegaan naar Noordwyk aan-Zee, om in htt
badhotel Konynenburg de zesde uitvoering
van de harmonie kapel „Crescendo" by te
wonen. Een talrijk publiek, waaronder men
den beschermheer der kapel, den hooggeb.
heer mr. F. A. G. graaf Van Limburg Stirum
Noor wijk opmerkte, vulde de ruime zaal en
de aangrenzende veranda's. De uitvoering van
het uit negen nummers bestaande programma
was, geiyk men het van „Crescendo" gewoon
is, keurig te noemen. Zoowel de oudere als
de nieuwe stukken werden zeer accuraat en
welluidend ton geboore getracht, en zonder
in bgzonderheden to willen treden, kunt en
we niet nalaten aan te stippen No. 8; fantaisie
„La belle Ahacienne" van De Carmont, een
stuk, waarin groote technische moeiiykheden
met glans overwonnen werlen.
Het officiëele programma werd beslot-n
met een drietal voor rachten (door debeeren
A Ham en-D. Van Wouw), van welke vooral
de twee laatste zeer in den smaak vielen.
Directeur van „Crescendo" is de heer Job.
Oostelaar, van Leiden.
Üudshoom. Herkozen zyn als Raadsleden
ce heeren J. V7. O. Clant, H. H. Kloot en
P. A. Wernink, allen liberaal.
Roelof-Arendsyeen. Ten telegraafkantore
alhi-r werden gedurende bet 2de kwartaal
1899 behandeld 982 telegrammen, nl. ver
zonden 327, ontvangen 463, opgenomen en
verder geseind 102.
Valkenburg. Do collecte voor den Ge-
wapenden Dienst heeft hier opgebracht de
som van f 5 58'/*, wel Iets minder dan is
vorige jaren.
Voorschoten. Voor de voorbereidende mili
taire oefeningen hebben zicb alhier juist 20
jongelielen aangemeld, waaronder 2 voor het
reservekader.
De heer Lely, directeur van Noorthey, ia
weder zoo welwillend zyn gymnastieklokaal
voor deze oefeningen ten gobruike te geven.
Hedenmorgen overleed alhier in den
ouderdom van 61 jaren de weled. zeergel.
heer dr. W. E. H. Van der Horn van den Bos.
Reeds by den aanvang van dit jaar zag hy
zich genoodzaakt wegens voortdurende onge
steldheid zyn praktyk neder te leggen. Zgn
vele vrienden verloren in hem niet alleen
Uit de „Staatscourant,"
Bij kon. besluit is:
lo. de luit-geoeraal W. Rooseboom, van den
grooten staf, in verband met zgn benoeming tut
gouverneur-generaal van Nederl.*Indiö, op de meest
eervolle wijze ontheven uit zgn functiën van lid
en voorzitter der commissie tot voorlichting van
de ministers van Oorlog en van Koloniën omtrent
de uitvoerbaarheid van een samenstelling van
do officierskaders van het leger hier te lande en
van dat in Nederl.-Indië tot één enkel officiers
corps, onder dankbetuiging voor de in die functiën
door hem beweven diensten;
2o. benoemd in bedoelde commissie:
o. tot lid en voorzitter, de raad-adviseur bij bet
departement van Koloniën jhr. J. D. Six, thans
lid dier commissie;
b. tot lid, de met rang van kolonel gepension-
neerde luit.-kol. van het Oost-Indisch leger J. F.
Broijer.
Benoemd bij het personeel van den geneeskun
digen dienst der landmacht, tot off. van goz. 2de
kl de burgergeneeskundigen (artsen) J. Boer en
J. C. Diohl Z. r.-zn.
Aan den kapt. A J. Doorman, van den staf
der genie, adjudant van den minister van Oorlog,
verguuning verleend lot bet aannemen en het
dragen der ordeteekenen van ridder 5de kl. in do
ortle van de Rijzonde Zon, hom door Z. M. den
Keizer van Japan geschonken.
Benoemd bij het wapen der infanterie, bij het
3de regiment, tot luitenant-kolonel, de majoor D.
Zelvelder, van het corps,
bij het 5do reg. tot luit.-kol., de maj. L. Brender
a Brand is, mede van het corps;
bij het 6de regtot maj., de kap. J. R. Boisse-
vain, van het 8ste rog.;
bij het 7de reg., tot maj., de kap. J. H.A. Nier-
strasz, adj. van het reg. gren. en jagers;
bij het waj en der art., bij den staf van het
wapen, tot luit.-kolde maj. D. Kromhout, van
dien staf, directeur yan de rijschool der bereden-
artillerie
Aan nagenoemde personen de volgende pen
sioenen verleend: J. Leeuwrik, ƒ368; K. Rob,
ƒ216; 1L Dijkshoorn, ƒ172: C. Van As, 312;
F. W. Buenting, 427; M. C. De Graaff, 2472;
G. Lomuiers. J 136.
Koninklijk bezoek.
ZooaU reeds Is aangekondigd, kwamen
HQ. MM. de Koninginnen te Amst rJam aan
te 4 u. 6 m.
Op het perron van het 6tation werden
HEL MM. ontvangen door den burgemeester,
mr. S. A. Yening Meinesz, den hoofdcommis
saris J. A. Franken, den chef van dienst den
heer Nlerstraez, den president commissaris
"Westerwou t, den vice-president W. Vao der
Vliet, den inspecteur van het voerwozen
W. Rauwenboff en den stationschef H. A.
Yan Vassen.
HH. MM. onderhielden zich eenigen tyd
met genoemde heeren en traden daarna het
op de gebruikdyke wyze gesierde koninkiyk
paviljoen tinnen.
H. M. de Koningin droeg een lichtgroen
zyden kleed met witten mantel en groenen
ho-'d met witten agraaf. De Koni'gin-Moeder
was in het zwart.
Nadat een oogenblik was getoefd in het
paviljoen, werden de open rgtuigen bestegen.
HH. MM. brachten voor het diner, waarop
de gedelegeerden ter Vredesconferentie ge-
noojigJ waren, een bezoek aan het nieuwe
Diakonessenhuis aan de Keizersgracht, in
Octoaer 1898 geopend als een dependance
van het „Moederhuis" der Ned.-Herv. Gem.
te Amsterdam.
HH. MM. werden in dit gebouw verwel
komd door den president van het bestuur,
da. Voorhoeve, en door „moeder Tack" van
het Moedtrhuis. Bouquctten werden aange
boden door twee der zusters en de directri:e
mej. T. Visser; de gtneesheeren dr. Vlaanderen,
N. Timmer en dr. Posthumus Meyes werden
aan HH. MM. voorgestel
Daarop werden de ziekenzalen bezocht,
ook de kinderkamor; het jongste patiëntje
is een kindja van één jaar.
Het huis herbergt thans 32 zieken, aan
wier sponde de Koninginnen, volgens ge
woonte, een herinnering achterlieten, en 37
zusters, dia bier in het liefdewerk der zieken
verpleging worden onderricht.
Het bezoek, dat ruim een half uur duurdG,
was niet het gevolg van een verzoek van
het bestuur; H. M. Koningin Wilhelminahad
uit eigen beweging den wensch opgevat deze
inrichting te bezichtigen, en b-eft dus aan
dit bezoek een ze1 r hooge waarde verleend.
Langs Utrecbtschestraat, Reguliersbreestraat
en Rokin reden H.H. M.M. vervolgens D3ar
het Palcis op den Dam, waar by Haar aan
komst de koninklyke standaard werd ge-
hescben.
Op den Dam, die tegen het uur van ryven
zwart zag van de menschen, werden de
Koninginnen met hoezees begro2t, die aan
hielden totdat H.H. M.M. naar linnen waren
gegaan. En terwyi de menigte geduldig bleef
wachten op de gewone verschyning van HM.
op bet balkon, rukte het vaandel der eere-
wacht in, de muzikanten waren ook ree s
uit ry en gtlli en de wacht zelf zou juist
rechtsomkeert mak- n, toen klaarbljjkeiyk op
uitdrukkelyken wensch van de Koningin zelf
de balkondeuren werden opengeworpen en
H. M., gevolgd door haar moeder, met de
ontvangen blo.-mcnruikers in do hanl op het
balkon trad. De wacht presenteerde opnieuw
bet geweer en de muziek zette nogmaals b-.t
„Wilhelmus" in, maar boven alles uit klonk
het gejubel der verheugde menigte. H. M., die
den mantel had afgelegd, boog geruimen tyd
allerminzaamst.
Tydens den rit van het Diakonessenhuis
naar het Paleis had een incident plaats. Op
het Rokin bad een der Hogerhuis-prop gan-
disten zyn propagandabilj .t tot een bal ineen
gefrommeld en wilde dezen in het koninkiyk
rytuig werpen, toen hy nog bytyds door eeu
rechercheur werJ gegrepen. De man, een
zekere Roo3, werd in hechtenis genomen. Het
incident ging byna onopgemerkt voorbfi.
By de aankomst der leden van de Vredes
conferentie werd op het Damrak nog een
jongen in hechtenis genomen, die eveneens
een prop wilde werpen in een der rytuigen.
Beide arrestanten werden na het vertrek der
Vorstinnen in vryheii gesteld.
Meer nog dsn ty gewone bezoeken der
Vorstinnen aan de hoofdstad bleef het koninkiyk
Paleis het middelpunt der belangstelling van
S7)
Zoo werden zy allen verschillend getiteld;
een byvoorbeeld, dat gericht werd aan het
n ituur-Wfctenechappoiyk genootschap teMont-
p Hier, droeg den titel: „Systematisch onder
zoek naar de moleculen-beweging van het
bismuth en analoge stoffen." Zyn vrouw was
hem behulpzaam in het schryven.
Nieuw leven en nieuwe geestkracht schenen
E ik ingestort. Hg lachte openhartiger, en in
zyn blikken vlamde dezelfde glans van weleer.
Zgn gangf die zooeven nog slepend en traag
was, werd nu weder vast en manlgk, en zyn
houding, die gebogen was geweest, fier en
krachtig.
„Frissche moed, „Chemeia," en steeds voor-
uitl" zeide by, toen hy des avond3 op de
commandobrug stond en zyn blikken over de
golven liet waren; „denk er aan, dat gy
Caesar en zyn geluk draagt."
Op zekeren morgen, toen Erik volgens ge
woonte met zyn vrouw op hot dek verscheen,
bespeurden zy den kapitein, die op de com-
imandobrug stond en nauwlettend door zgn
verrekijker den oostelgken horizon gadesloeg.
Zy liepen snel op hem toe en richtten aan
stonds hun oogen naar denzelfden kant. Ver
weg, vlak onder "den gezichteinder, ontdekte
men land. Helder en sneeuwwit teekenden
zich de met ys bedekte bergketenen tegen de
opgaande zon af, die, zichtbaar langzamer dan
gewooniyk, aan den blauwen hemel opsteeg.
H;t scherpe licht der sneeuwvlakten schit
terde bun in de oogen, en het water dicht
by de kusten was diep-blauw en uiterst hel
der. Op de masten en raas der „Chemeia"
fonkelde het licht, dat door duizenden yskegels
werd teruggekaatst; het had dien nacht hard
gevroren en de temperatuur was zeer laag.
„De Poolstreek 1" riep Erik uit.
Alslöv knikte toestemmend.
„Gisteravond na zonsondergang passeerden
wy den zuidelyken Poolcirkel," zeide hy, „en
nu gaan wy die streken te gemoet, waar het
jaar twee eindelooze dagen duurt. De zon,
welke wy nu zien opgaan, zal, hoe verder
wy naar het zuiden doordringen, langzamer
hand geheel schgnen stil te staan en eerst
na vyf of zes maanden weder ondergaan."
Erik keek diep peinzend voor zich uit.
Toen zyn oogen zich meer aan het scherpe
licht gewenden, bemerkte hy, dat de kusten
zeiven door een mglen breeden ysgordel om
geven waren, en de zee met groote ysschotsen
bezaaid was.
„Het mag waarlijk wel als een wonder be
schouwd wordeD," zeide do kapitein, „dat wy
zoo ver naar het zuiden hebben kunnen door
dringen, zonder meer last gehad te hebben van
ys en koude. Wy bevinden ons nu op 67°
breedte, en James Ross bereikte slechts den
78sten graad. Intusschen zal bet toch onmoge-
lgk zyn, zelfs met een vaartuig als de „Che
meia", door den gsgordel heen te breken en aan
land to gaan, want ieder uur, dat wy verder
zouden doordringen, zou de koude zeer ge-
VO' •ig toenemen."
„Is het vaarwater hier dan moeiiyk6r te
bevaren dan aan de Noordpool?" vroeg de
jonge vjo jw.
„Ja en neen," antwoordde Alslöv; „aan de
Noordpool is de zomer naar verhouding warmer
en in den gunstigen tyd zou men gemakkelgk
tot den 808ten graad of nog wel verder
kunnen komen; maar de winter is daaren
tegen uiterst streng, en een schip, dat zoo
hoog daarboven door hot ruwe jaargetyde
overvallen wordt, is in den regel verloren.
Hier in de zuideiyke poolstreken is het
klimaat daarentegen het geheele jaar door
ongeveer geiyk, en men loopt daarom hier in
don winter niet zooveel gevaar als ginds;
alleen moet men zich wachten voor drgfys.
Maar zoo hoog naar de Pool, als in do noor-
delgke streken, is het hier niet mogelgkdoor
te dringen, ten minste niet per schip."
„Zouden wy hier ook een walvischvaarder
kunnen ontmoeten?" vroeg Erik.
„In den regel komen zg niet byzonder ver
naar het zuiden," antwoordde de kapitein;
„maar by dit buitengewoon zachte weder en
de open zee is het toch zeer wel mogelgk,
dat sommige nog verder naar het zuiden zyn
gegaao."
Alle officieren van de „Chemeia" werden
derhalve tot een scheepsraad bijeengeroepen.
Juncker, die indertyd op een walviscbjager
gevaren had, was volstrekt van meening het
vaarwater te boudeD, waarin men zich nu
bevond, en niet verder naar het zuiden te
gaan. Als men onder dezen breedtegraad
heen en weder kruiste, moest men vroeg of
laat een walvischvaarder ontmoeten. De andere
officieren stemden daarmede in, en zoo werd
besloteD, dat de „Chemeia" voortdurend
tu8schen den 663ten en 67sten breedtegraad
zou rondvaren, terwgl men nacht en dag
nauwlettend in alle richtingen zou gadeslaan.
Dit geschiedde.
Den geheelen dag hield een matroos, met
een verrekgker gewapend, de wacht. Erik
was met zyn schryven gereed en had zyn
postverzendingen verzegeld. Alles was klaar.
Maar de dagen gingen voorby en nog daagde
ge3n walvischvaarder op, ofschoon men som-
wyien de walvisschen by duizenden kon tellen,
welke argloos rondom het schip zwommen.
Juncker vloekte en zwoer, dat het onbegrypeiyk
was. Erik begon onrustig te worden.
Met iederen dag, die voorby ging, werd de
spanning en het ongeduld aan boord grooter.
Alle manschappon stelden het levendigst
belang in de gebeurtenissen en er was
onder hen niemand, die het gewicht er van
niet inzag.
Nu men niet meer op goed geluk doorvoer,
maar een werkeiyk doel voor oogen had,
werd het meer en meer duideiyk, dat het
een uitgelezen groep manschappen was, welke
de „Chemeia" aan boord had. Zy hadden
zich allen in dien korten tyd met lgf en ziel
aan Erik gehecht.
Op zekeren dag, toen Erik mismoedig in
zyn kajuit zat en nog eens een zyner hand
schriften doorzag, sprong hy plotseling op, daar
hy een geweldig geraas op het dek veroam.
In een ommezien was hy de kajuitstrap
opgestormd, om de roden er van te vernemen.
Hot was O'Kolly, die achter aan stuur-
boordzy stond en schroeuwde, terwyi de
equipage om hem heen samenstroomde.
Erik richtte don blik snel op de zee en
verwachtte een schip te zien. Maar neon
alles was leeg en verlaten zooals altyd.
„Daar, daar," brulde O'Kolly.
„Wat dan?" riep Peter, „daar is toch nietsl"
„Gg, schaapskop," schreeuwde O'Kelly bui
ten zichzelven, „ziet gy dan dien walvisch niet?"
Op hetzelfde oogenbllk hoorde men don
luiden uitroep van de geheele equipage:
„Een harpoenl"
Werkeiyk, op eon paar honderd vademen
van het schip dreef een doode walvisch met
een harpoen in het lichaam.
„Die is van het zuiden hierheen gedreven,"
zeide Alslöv, „en ik veronderstel, dat hy niet
lang geharpoeneerd is. Dus moeten wy den
walviscbjager aantreffen, als wy nog iets
vorder naar het zuiden gaan. Het vaarwator
is daar zóó door ys vernauwd, dat hy ons
niet kan ontloopen, ala wy scherp toezien."
Zoo gezegd, zoo godaan. De „Chemeia" zette
weder koers naar het zuideD.
Tegen den namiddag signaleerde de wacht
eon schip.
Allen stormden op het dek. Ten zuidoosten
der „Cbemeia" lag een tweemaster.
{Wordt vervolgd.)