N°. 12073
Woensdag 5 «Juli.
A*. 1899
mDSBVOOBSTSLUHO
Woensdag-middag
Leiden, 4 Juli.
P euilleton.
Dc lotgevallen van een uitvinder.
19)
EIDSCH
r$m
BAG-BLAB
■PRIJS DEZER QOURAMT»
Voor Leiden per 8 maanden.
Franco por post v
Afzonderlijk© Nommers
1 it» @È2e &mani wordt dagelijks, met aitzondering
tl» Spa- en feestdagen, uitgegeven.
i 1.40.
0.05#
j, PRUS DER ADVERTEirnËN E
I Van 1 -6 regels f 1.08. Iedere regol meer f 0.17J. Grootorè
letters naar plaatsruimte Voor bet incasseemn buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
JDE BIO GBA.A.B.
Wy hobben besloten behalve do drie
avond voorstellingen nllécn voor ome
Abonné's, óók te geven een
te iwee uren.
Da prezen blijven voor de ouders dezelfde,
maar voor de kinderen beneden twaalf
Jaar op de plaatsen van 60 en 40 cents:
20 cents en op die van 25 en 15 cents:
BO cents per kind. Een expresselijk daar
voor uitgekozen programma de kinderen
houden van iets vroolijks zal daarvoor
worden gegeven. Wy 6tellen ons voor, dat
velen met htt oog op de prijzen daarvan ge
bruik zullen maken en dat Woensdag middag
de Gehoorzaal daveren zal van het hand»
geklap der kleinen I
Het bewijs, waarop alléén kaarten voor
4eze kindervoorstelling worden afgegeven tot
"Woensdag middag halftwce, stond in het
nummer van gisteravond.
De muziek der Schutterij zal ook deze
voorstelling opluisteren.
Voor de voorstelling van heden-Dinsdag
avond, zijn geen kaarten meer verkrijgbaar,
ook niet aan de Sladszaal.
Ofüciëele Kennisgevingen*
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden
op Donderdag 6 Juli* 1899, des
namiddags te twee uren.
Panton ter behandoling:
1°. Verzoek van Prof. Dr. Jv F. O. S. Yeit, om
continuatie in de betrekking van Stadsvroed-
meester. (127)
2°. Benoeming van een 3den onderwijzer aan
de Openbare Jongensschool der 2de klasse. (128)
8°. Benoeming van een 3de onderwijzeres aan
do Openbare Scnool der 3de klasse No. 3. (138)
4°. Benoeming van een Commissie van drie
leden in zake een eventueele onbewoonbaarver
klaring van het perceel Waardgracht 86. (144)
5°. Verzoek van P. G. C. M. Eigeman, om
terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar Onder
wijs. (142)
6°. Verzoek van G. M. Kosters, om terugbe
taling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (143)
7°. Verzoek van D. Klinkenberg Jr., om vrij
stelling van do betaling van schoolgeld, Middelbaar
Onderwijs. (132)
8°. Verzoek van J. A. Bary, om vergunning tot
overschrijding van het maximum aer bij de
verordening op het bouwen en sloopen bepaalde
hoogte van perceelen, ten opzichte van het
perceel Donkersteeg 13. (129)
9°. Verzoek van de firma Peek en Cloppenburg,
om vorgunning tot overschrijding van het maximum
der bij do verordening op het bouwen en sloopen
bepaalde hoogte van perceelen, ten aanzien van
hot achtergedeelte van perceel Breestraat 76. (133)
10°. Rekening dienst 1898 van de Stedelijke
Werkinrichting. (131)
11°. Voorstel omtrent de uitgifte van permissiën
tot het jagen op waterwild op de Vroon
wateren. (140)
12°. Voorstel tot toekenning van een jaarlijksche
gratificatie aan den eervol ontslagen stadswerkman
L. Rosdorff. (135)
13°. Verzoek van J. en J. N. Botermaus, in
zake het voor het publiek verkeer openstellen van
de particuliere straat op de buitenplaats .Rijn
stroom" van Gebr. Van Ülden. (136)
14°. Verzoek van H. A. Favier c. s., in zake
het voor het publiek verkeer openstellen van de
particuliere straat op de buitenplaats .Rijnstroom"
van Gobr. Van Ulden. (139)
15°. Verzoek van de firmaRibbiuk, Van Bork&Co.
om vergunning tot overdracht van de concessie
voor den aanleg en de exploitatie van een
telephoonnet in de gemeente Leiden aan de
„Algemeene Telephoonmaatschappij", voorheen
Ribbink, Van Bork Co. (137)
16®. Voorstel tot het beschikbaar-stellen van
gelden tot goedmaking der kosten, verbonden aan
een voortgezet onderzoek naar de woningstoe
standen in deze gemeente. (145)
17°. Vaststelling van de verordeningen, regelende
de heffing en invordering van weegïoonen aan do
Stadswaag. (130 en 141)
18'. Vaststelling van de verordeningen, regelende
de heffing en invordering van een belasting onder
don naam van marktgeld (130 en 141)
19°. Vaststelling van de verordeningen, regelende
do heffing en invordering van begrafenisrechten
op de Algemeene begraafplaats. (130 en 141)
20°. Vaststelling van de verordeningen, regelende
de beffing en invordering van een keurloon van
vee en vleesch. (130 en 141)
21°. Vaststelling der verordening tot voorkoming
van brand. (134)
22°. Vaststelling der verordening op het blus-
schen van brand.(134)
23°. Vaststelling der verordening op de brand
weer. (134)
24°. Vaststelling der verordening op wegen,
lanen, straten, enz. en wateringen en slooten. (134)
Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over
een verslag, inhoudende de uitkomsten van
het door h9n ingesteld onderzoek naar den
toestand der arbeiderswoningen in een twee
tal gedeelten dezer gemeente, voor welk onder
zoek door den Raad by besluit van den 29sten
December van het vorige jaar de noodige
gelden werden beschikbaar gesteld.
Overeenkomstig bun voorstel van den 12den
December, daaraan voorafgaande, en op grond
van de daarin aangevoerde motieven, geven
B. en Ws. den Raad thans in overweging
hen te machtigen het onderzoek alsnog over
eenige andere gedeelten dezer gemeente uit te
strekken en tot dekking der daaraan veroonden
kosten een som van f 1000 ter hunner beschik
king te stellen.
Deze uitgave behoort, naar B. en Ws.
meenen, te worden bestreden uit den post
voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog
11,051 beschikbaar zyn. Den desbetreffenden
staat van af- en overschryving bieden zy
eveneens ter vaststelling aan.
AaDgezien de bewoniDg van het perceel
Waardgracht No. 86, in eigendom toebeboo-
rende aan de wed. B. A. Van Ulden, wonende
Hoogewoerd No. 162, door B. en Ws. ver
moed werd nadeelig te zyn voor de openbare
gezondheid, werd door hen aan een commis
sie, bestaande uit don directeur der gemeente
werken, den inspecteur der bouwpolitie en
drie stadsgeneeskundigeD, opgedragen een
onderzoek dienaangaande in te stellen.
Het door cie commissie uitgebracht proces
verbaal, waaruit blykt, dat het perceel in den
toestand, waarin het thans verkeert, naar
haar oordeel niet voor bewoning geschikt is,
maar door het aanbrengen van verschillende
verbeteringen daartoe alsnog geschikt kan
worden gemaakt, is door B. en Ws. ter kennis
gebracht van de eigenaresse, die daartegen
geen bezwaren heeft ingebracht.
Daarop is haar een termijn gesteld van 6
weken, om de door B. en Ws. noodig geachte
verbeteringen te doen aanbrengen. Die termyn
is thans verstreken en uit het daarna van
wege B. en Ws. ingesteld onderzoek is ge
bleken, dat de vereischte herstellingen niet
zyn aangebracht.
Ingevolge het bepaalde by art. 7 der Ver
ordening van den 5den April 1894, betreffende
het bewonen van gebouwen, welke, als
schadeiyk voor de openbare gezondheid, voor
bewoning ongeschikt zyn, geven B. en Ws.
den gemeenteraad mitsdien in overweging
over te gaan tot de benoeming van een com
missie van drie Raadsleden met uitnoodiging
een nader onderzoek omtrent het perceel in
te stellen en omtrent haar bevinding een met
redenen omkleed verslag uit te brengen en
haar conclusie in een concept-Raadsbesluit te
formuleeren.
Een ty den gemeenteraad ingediend
adres van de heeren J. Botermans en J. N.
Botermans geeft B. en Ws. aanleiding het
volgende mede te deelen.
Toen in de maand October van het vorige
jaar door J. Botermans een plan werd inge
diend voor den bouw van drie woningen aan
den Hoogen Ryodyk, waarvan de laatste zou
worden geVouwd naast de in het adres be
doelde slechts 5 meter breede particuliere
straat van Gebr. Van Ulden, werd hem door
de Commissie van Fabricage gewezen op bet
groote belang, dat eigenaars en bewoners van
de in den omtrek gelegen huizen hadden by
bet tot-stand-komen op cie plaats van een
behoorlyken verbindingsweg tusschen den
Hoogen Ryndyk en het Utrechtsche Jaagpad
en werden in vorbané daarmede ernstige
pogingen door haar aangewend om J. N.
Botermans te bewegen het laatstbedoelde
huis niet te touwen en tot de afbraak van
een ander reeds bestaand huisje over te gaan,
waardoor naast de straat van Gebr. Van Ulden
een strook gronds ter breedte van pl. m. 5
meter zou openbiyven, welke, gevoegd by de
5 meter breede straat van Gebr. Van Ulden,
in de toekomst het tot-stand komen van een
beboorlyke straat zou verzekeren. Gaarne
toch zou de gemeente haar medewerking
verleend hebben om Gebr. Van Ulden te be
wegen hun straat voor het publiek verkeer
open te stellen of aan de gemeente af te staan.
Het mocht echter der Commissie niet ge
lukken Botermans te bewegen van don touw
van het derco huisje af te zien, en aangezien
het hier niet gold de goedkeuring van een
stratenplan en tegen het touwen der huizen
overigens geen bezwaar bestond, kon ook
het college van B. en Ws. uit dien hoofde
zgn goedkeuring aan het iDgediende bouwplan
niet onthouden.
Thans, nu de buizen zyn gebouwd, wenden
adressanten zich tot den gemeenteraad met
bet verzoek om medewerking te verleenen,
ten einde te bevorderen, dat Gebr. Van Ulden
de hun toebehoorende particuliere straat voor
bet publiek verkeer openstellen. Voor die
medewerking bestaat thans echter, naar het
B. en Ws. voorkomt, geenerlei grond me;r.
Adressanten zeiven hebben den aanleg van
een behoorlyke straat, waardoor het verkeer
zou worden gebaat en een goede toestand zou
worden in het leven geroepen, voorgoed
onmogelijk gemaakt. En aan een 5 meter
breeden doorgang bestaat geen behoefte;
althans het openbaar belang eischt die niet.
Voor brandbluschmiddelen zyn de hulzen even
gomakkeiyk langs het Utrechtsche Jaagpad
te bereiken. Wèl zouden de bewoners der
huizen aan het Jaagpad door het openen van
den verbindingsweg worden gebaat, omdat
het de communicatie met den Hoogen Ryndyk
voor hen zou vergemakkelyken, maar het
ligt, naar het B. en Ws. voorkomt, geheel en
alleen op den weg van de eigenaren der
huizen, om den bewoners dit gerief te ver
schaffen.
Op grond van het bovenstaande geven B.
en Ws. in overweging aan adressanten te
berichten, dat de Raad geen termen hoeft
kunnen vinden, om de van hem verlangde
medewerkiog te verleenen.
Naar aanleiding van het desbetreffend adres
van H. A. Favier en andere bewoners vsn
perceelen aan het Utrechtsche Jaagpad, ver-
wyzen B. en Ws. den Raad naar het boven
vermeld praeadvies op het verzoek van geiyke
strekking van J. en J. N. Botermans.
Op de gronden, in dat praeadvies ont
wikkeld, geven zy in overweging ook op dit
Verzoek een afwyzende beschikking te nemen.
Het derde gedeelte der driedaagsche
viering van het 25-jarig bestaan van de
Leidsche muziek- en tooneelvereeniging „Nut
en Vermaak" is try wel mislukt te noemen.
Het had gisteravond op Den Burg plaats,
waar de paden naar boven met ballons waren
behangen, terwyi geheel in de hoogte, op de
ronde ruimte binnen den ommegang, een
zelfde verlichting a giorno was aangebracht,
wat, met de verdere verskringen, in den
beginne een wel eenigszins phantastisch
gezkht book Hoe verder echter 'het concert
van de kapel der stafmuziek vaü het 4de
reg. inf., onder leiding van den heer Joh.
Ooatelaar, vorlerde, des te guurder werd het
weer, tot eindelyk, nadat nog oen paar
nommers van het bal champétro op een
expresseiyk gelegden houten vlonder aldaar
waren gedaan, de stryd tegen de elementen
moest worden opgegeven en men voor den
regen een onderkomen in de koffiezaal en
in de kamer van de kegelbaan moest zoeken,
waar later ook, voor zooveel dit ging, gedanst
werd. Maar do eigeniyke aardigheid waarvan
men zich zoo veel had voorgesteld, was er
toch af.
Eenige feestvierende dames en heeren waren
gekostumeerd verschenen. Voor het fraaiste
en geestigste kostuum waren prys en premie
uitgeloofd, welko ook werden toegekend.
Voor vrywillige dienstneming by Hr. Ms.
zeemacht meldden zich gedurende de afge-
loopen maand Juni by de verschillende kantoren
van aanneming der marine aan: 65 jongens
beneden den leeftyd van 16 jaren, waarvan er
53 om verschillende redenen werden afgekeurd
en 12 geplaatst ty de Kweekschool voor
Zeevaart alhier.
Aan het postkantoor Leiden en do daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd go-
durende het tweede kwaitaal 1899 in de
Rykspostspaarbank ingelegd f 124,687.46 en
terugbetaald /"108,220.50s.
Het laatste door dat kantoor ultgegoven
boekje draagt het nummer 16,633.
Beroepen is by de Ned.-Herv. Gemeente
te Mynsheerenland ds. Th. G. C. Rappard,
predikant te Waarder, by Woerden.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. Gem. te Scherpenisse door ds. D.
J. M. Wüstenhoff, te Sasaenheim.
Het „Tycia. voor Geneeskunde" van 1
Juli bevat het eerste rapport der commissie,
door de algemeene vergadering van de Neder-
landsche Maatschappy tot bevorder.ng der
Geneeskunst (1895) belast met een poging tot
het verkrygen van een jaariyksche statistiek
der doodsoorzaken, welke by lykopeoingen
vastgesteld zyn.
De commissie, bestaande uit de heeren
prof. dr. C. Winkler, dr. I. P. Dozy en Th.
Haakma Tresling, vond medewerking by de
volgende geneesheerendr. G. Meilink, van Dor
drecht; dr. Alers, van Den Helder; prof. Red-
dingius, van Groningen; dr. Roessing,'s Gra-
venhage; dr. Hesselink, Rotterdam; dr. J.
Kuiper, Wilhelmina Gasthuis Amsterdam; dr.
B. H. Stephan, Burger Ziekenhuis Amsterdam;
dr. Meiners, Arnhem; prof. Siegenbeek van
Heukelom, Leiden; prof. Spronck, Utrecht;
dr. W. Rens8&n, geneeskundig directeur Arn
hem; dr. G. Van Devent-.r, Meer-en-Berg; dr.
Van de Hagen, 's Hertogenbosch.
De commissie meent over te geringe cyfers
te kunnen beschikken om ieder jaar met een
rapport voor de algemeene vergadering te
verscbynen; behalve in enkele gevallen zou dat
hoogstens om de tien jaar kunnen geschieden.
Intusschen geeft de heer Baakma Tresling
een tienjarige 6terftestatiatiek van het gesticht
Meer-en Berg, bywyze van proef.
Benoemd is tot onJerwyzer aan de
Martha-stichting te Alfen aan den Rjjn de
heer H. J. Jansz, te Oude-Wet ring.
Het bestuur van het Diakonessonhuis te
's Gravenhage werd dezer dagen hartelijk
verbiyd door het ontvangen van vorsteiyke
bydragen der Koninginnen voor den Dienwen
aanbouw, waartoe by de talryke en steeds
toenemende aanvragen om opneming van allerlei
patiënten moest worden besloten. Tot den
aanbouw van twee ziekenzalen, zusterkamers,
eon barak, enz., enz. zal pl. m. f 40,000 be-
noodigd zyn, waarvan door vriendelijke wel
willendheid van sommigea ruim een vierde
deel reeds is ontvangen.
Ter gtlegenheid van het 70 jarig bestaan
van het regiment grenadiers en jagers zal er
op 7 d-zer om 12 uren oen revue over het
corps ln de Maliebaan worden gehouden coor
den minister van oorlog, in wiens staf o. a.
de militaire leden der Vredesconferentie zullen
worden aangetroffen.
Aan de parade zal worden deelgenomen
door een eskadron van het 3de reg. huzaren
I en een battery van het 2de reg. veld artillerie.
In z(jn villa liet hij een zoo volledig en
kostbaar mogeiyk laboratorium oprichten. Alle
denkbare instrumenten moesten er aanwezig
zyn; het metaalwerk van zün instrumenten
was meest van platina, terwijl in ruime
ebbenhouten kasten kristallen kroezen atonden
met allo bekende scheikundige stoffen en ver
bindingen, dl* ergens ter wereld maar te vinden
vraren.
Erik bad er een eigenaardig vermaak in
geschept, dit alles bijeen te verzamelen, in
de overtuiging, dat hij de bezitter was van
het grootste scheikundig museum der wereld.
Toch verloor dit alles, met zjjn nieuwheid,
ook zijn aantrekkelijkheid. H(j trachtte weer
geregeld in zijn laboratorium te werken. Na
velerlei gedachtenwisselingen met nabij
wonende geleerden besteedde hy zyn tyd aan
het zoeken naar het ontstaan van den diamant,
om daarna te beproeven, zelf diamant te ver
vaardigen. Hy kwam echter niet veel verder
dan alle anderen. Hy braeht het slechte tot
microscopisch kleine diamantjes.
Daarna begon hy zich onledig te houden
met orgaDische scheikunde en legde een
kweekery aan. Een tyd lang volgde hy de
plantenwereld in haar verscheidenste ont-
■wikkelings-perlodenhy analyseerde wortels,
stengels, bladeren en vruchten en meende in
de zaden van een soort anjelier een nieuwe
organische grondstof ontdekt te hebben.
Dat gaf Erik weder nieuw leven. In aller-
baast schreef hy een verhandeling en zond
die te geiyk met oen proef van zyn nieuwe
stof naar het .Journal Chimique" (hy wist,
dat de Spaansche regeering zorgvuldig iederen
brief, dien hy afzond, onderzocht). Een paar
maanden later echter ontving hy bericht, dat
de bedoelde stof reeds sinds eenige jaren be-
kond was.
Daarop gaf Erik de planten-scheikunde weder
op. Hy zag eindelUk in, dat verscheidene jaren
grondige studie noodig waren, om op dit ge
bied iets te bereiken, en daartoe had hy geen
geduld moer. Eenigen tyd liep hy om met do
gedachte, zyn eigen ontdekking uit te breiden,
maar het bleef daarby. Ontevreden over zichzelf,
gingen er soms geheele dagen voorby, zonder
dat hy wist, wat by eigenlyk van plan was.
Ook ban huiseiyk leven leed onder deze
gebeurtenissen. Daar zy onmiddellyk bezateD,
wat zy maar kondon wenschen, werd hun
buislyke stemming gedrukt en doodech. Zy
werden er aan gewend, kleinigheden, zooals
een schoon huis en tuin, een rytuig, enz.,
niet meer te begeeren; zy bezaten immers
den sleutel tot alles 1 Zy leden er onder,
ofschoon zy er niet over durfden spreken,
en beiden dachten niet zonder weemoed aan
de gelukkige dagen in Rönninggaard, waar
zy met slechts 150 kroneD per maand moesten
toekomen en zich niettemin zoo gelukkig ge
voelden.
Het viel hun nu niet meer in, zich de ge
lukkigste menschen ter wereld te noemen en
elkander te doen gelooven, dat zy het ook
zyn moesten. Het pynigde hen, dat zy onbe
kend en dus naar verhouding door weinigen
geacht hun leven moesten doorbrengen, terwyi
zy wisteD, dat hun naam op aller lippen
kon zyn.
In den regel werd Erik voor een schatryken
Engelschman gehouden, niets meer of minder.
Gedurende een oponthoud te Montpeliier
had hy getracht betrokkingen aanteknoopen
met de geleerde kringen lid te worden van
het Pbysisch-mathemati8ch genootschap; hy
wist echter, dat by dit slechts aan zyn rykdom
te danken had, en gevoelde duidelijk, hoe hy
in werkelykheid over het hoofd gezien en
voor niets goacht werd.
Te Parys had hy eenigen tyd vertoefd in
het gezelschap van een professor, die zich door
het samenstellen van een nieuwe dynamo-
electriscbe machine een niet onverdienden
naam had vorworven. Hy had zich dikwyis
met hem onderhouden, maar voelde zeer goed,
dat, ondanks al zyn hoffeiykheden, de ander
op hem als op een gewoon, goed gezeten
dilettant nederzag, die voor hem niets scheen
te beteekhnen. Zy moesten eens allo3 weten,
zeide Erik by ziobzelven. Het bewustzyn alleen
was hem echter niet voldoende, hy wilde
allen vol ademloozo bewondering aan zyn
vosten zien, al die trotBCbe heeren I Recht
had hy er toe en toch kon zulks niet ge
schieden.
Het kon niet geschieden. Hy had, zoo over-
woog by by zichzelven, onbegrypeiyk dom
gehandeld, toen hy zich tot de Deensche
Rykabank gewend had, zonder ander doel
dan om te hooren, wat men daar van zyn
ontdekking zou zeggen. Hy had allen onver
wachts moeten verrassen, den geldduivel den
nek moeten omdraaien, terwyl hy hem in zjjn
macht had, onmiddellyk, zonder talmen en
draleD, in plaats van zich hel guDstige oogen-
blik te laten ontglippen, zoodat hy hem nu
in het gezicht uitlachte.
Wat baatte hot hem, dat het goud voor
hen beiden alleen een gehoorzaam dienaar
waa; dat er niets meer op de woreld was,
waarvoor hy iets behoofde te doen om het
in zyn bezit te krygen, dan het slechts te
verlangen 1
Slechts één ding beoogde hy: roem, een
on8terflyken naamjuist het eenige, waar hy
niet naar mocht streven. Soma zat hy zich
bijna krankzinnig te denken, op een middel
te peinzen, om zyn ontdekking over de ge
heele wereld te verspreiden, zonder dat iemand
er achade van zou ondervinden: beschryvingen
zUner ontdekking in ledige flesschen in zee
worpen, in een luchtballon opatygen en zo
aidua naar omlaag laten vallenalles bedacht
hy, niets echter droog zyn goedkeuring weg.
Dat alles waa dwaasheid, zyn ontdekkiDg zou
toch niet in goede handen, in die der ge
leerden, terechtkomen; hoogstens zou een of
andore Staat het geheim voor zich bewaren,
en dat zou het ergste van allea zyn.
Het doellooze leven, dat hy nu leidde, was
niet langer te verdragen. Hy kon hot op dat
eenzame eiland niet meer uithouden. Liever
wilde hy zich weder op goed geluk af in
een reizend leven storten.
Erik en zyn vrouw bereisden de wereld
met bun eigen schip, een prachtig vaartuig,
een vlottend ka6teel.
De faam van dit schip bad zich gedurende
een half jaar, dat het op do werf te Glasgow
gelegen had, over de geheele wereld verspreid,
ofschoon men zich zooveel mogelyk moeite
gegeven had, allea geheim te houdeD. De
eigenaar, een zonderling, die zich een koloseaal
vermogen verworven had in Oost-Indié en
China, verlangde het aldus, zoo zeide men.
Daar er echter dagelyks meer dan duizend
man aan arbeidden, was het onvermydelijk,
dat alle Europeoeche bladen, de .Timea" aan
hot hoofd, de volgende mededeeliogen deden:
„Een uiterst merkwaardig achip wordt op
het oogenblik op de werf van Egglestoo, te
Glasgow, gebouwd. Het wordt vervaardigd uit
geplatiniaeerde, geharde staalplaten, en ioge-
richt met een tot dusverre ongehoorde weelde
en gerieflykheid. Ofschoon het volgens de
loopende geruchten slechts voor pleizierreizen
wordt aangewend, is het toch vreemd, dat het
met kanonnen van zeer zwaar kaliber bewa
pend en in veel opzichten als een oorlogsbodem
ingericht wordt.
(Wordt vervolgd.)