N°. 12073 Woensdag 5 «Juli. A*. 1899 mDSBVOOBSTSLUHO Woensdag-middag Leiden, 4 Juli. P euilleton. Dc lotgevallen van een uitvinder. 19) EIDSCH r$m BAG-BLAB ■PRIJS DEZER QOURAMT» Voor Leiden per 8 maanden. Franco por post v Afzonderlijk© Nommers 1 it» @È2e &mani wordt dagelijks, met aitzondering tl» Spa- en feestdagen, uitgegeven. i 1.40. 0.05# j, PRUS DER ADVERTEirnËN E I Van 1 -6 regels f 1.08. Iedere regol meer f 0.17J. Grootorè letters naar plaatsruimte Voor bet incasseemn buiten de stad wordt f 0.05 berekend. JDE BIO GBA.A.B. Wy hobben besloten behalve do drie avond voorstellingen nllécn voor ome Abonné's, óók te geven een te iwee uren. Da prezen blijven voor de ouders dezelfde, maar voor de kinderen beneden twaalf Jaar op de plaatsen van 60 en 40 cents: 20 cents en op die van 25 en 15 cents: BO cents per kind. Een expresselijk daar voor uitgekozen programma de kinderen houden van iets vroolijks zal daarvoor worden gegeven. Wy 6tellen ons voor, dat velen met htt oog op de prijzen daarvan ge bruik zullen maken en dat Woensdag middag de Gehoorzaal daveren zal van het hand» geklap der kleinen I Het bewijs, waarop alléén kaarten voor 4eze kindervoorstelling worden afgegeven tot "Woensdag middag halftwce, stond in het nummer van gisteravond. De muziek der Schutterij zal ook deze voorstelling opluisteren. Voor de voorstelling van heden-Dinsdag avond, zijn geen kaarten meer verkrijgbaar, ook niet aan de Sladszaal. Ofüciëele Kennisgevingen* Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 6 Juli* 1899, des namiddags te twee uren. Panton ter behandoling: 1°. Verzoek van Prof. Dr. Jv F. O. S. Yeit, om continuatie in de betrekking van Stadsvroed- meester. (127) 2°. Benoeming van een 3den onderwijzer aan de Openbare Jongensschool der 2de klasse. (128) 8°. Benoeming van een 3de onderwijzeres aan do Openbare Scnool der 3de klasse No. 3. (138) 4°. Benoeming van een Commissie van drie leden in zake een eventueele onbewoonbaarver klaring van het perceel Waardgracht 86. (144) 5°. Verzoek van P. G. C. M. Eigeman, om terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar Onder wijs. (142) 6°. Verzoek van G. M. Kosters, om terugbe taling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (143) 7°. Verzoek van D. Klinkenberg Jr., om vrij stelling van do betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (132) 8°. Verzoek van J. A. Bary, om vergunning tot overschrijding van het maximum aer bij de verordening op het bouwen en sloopen bepaalde hoogte van perceelen, ten opzichte van het perceel Donkersteeg 13. (129) 9°. Verzoek van de firma Peek en Cloppenburg, om vorgunning tot overschrijding van het maximum der bij do verordening op het bouwen en sloopen bepaalde hoogte van perceelen, ten aanzien van hot achtergedeelte van perceel Breestraat 76. (133) 10°. Rekening dienst 1898 van de Stedelijke Werkinrichting. (131) 11°. Voorstel omtrent de uitgifte van permissiën tot het jagen op waterwild op de Vroon wateren. (140) 12°. Voorstel tot toekenning van een jaarlijksche gratificatie aan den eervol ontslagen stadswerkman L. Rosdorff. (135) 13°. Verzoek van J. en J. N. Botermaus, in zake het voor het publiek verkeer openstellen van de particuliere straat op de buitenplaats .Rijn stroom" van Gebr. Van Ülden. (136) 14°. Verzoek van H. A. Favier c. s., in zake het voor het publiek verkeer openstellen van de particuliere straat op de buitenplaats .Rijnstroom" van Gobr. Van Ulden. (139) 15°. Verzoek van de firmaRibbiuk, Van Bork&Co. om vergunning tot overdracht van de concessie voor den aanleg en de exploitatie van een telephoonnet in de gemeente Leiden aan de „Algemeene Telephoonmaatschappij", voorheen Ribbink, Van Bork Co. (137) 16®. Voorstel tot het beschikbaar-stellen van gelden tot goedmaking der kosten, verbonden aan een voortgezet onderzoek naar de woningstoe standen in deze gemeente. (145) 17°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing en invordering van weegïoonen aan do Stadswaag. (130 en 141) 18'. Vaststelling van de verordeningen, regelende de heffing en invordering van een belasting onder don naam van marktgeld (130 en 141) 19°. Vaststelling van de verordeningen, regelende do heffing en invordering van begrafenisrechten op de Algemeene begraafplaats. (130 en 141) 20°. Vaststelling van de verordeningen, regelende de beffing en invordering van een keurloon van vee en vleesch. (130 en 141) 21°. Vaststelling der verordening tot voorkoming van brand. (134) 22°. Vaststelling der verordening op het blus- schen van brand.(134) 23°. Vaststelling der verordening op de brand weer. (134) 24°. Vaststelling der verordening op wegen, lanen, straten, enz. en wateringen en slooten. (134) Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over een verslag, inhoudende de uitkomsten van het door h9n ingesteld onderzoek naar den toestand der arbeiderswoningen in een twee tal gedeelten dezer gemeente, voor welk onder zoek door den Raad by besluit van den 29sten December van het vorige jaar de noodige gelden werden beschikbaar gesteld. Overeenkomstig bun voorstel van den 12den December, daaraan voorafgaande, en op grond van de daarin aangevoerde motieven, geven B. en Ws. den Raad thans in overweging hen te machtigen het onderzoek alsnog over eenige andere gedeelten dezer gemeente uit te strekken en tot dekking der daaraan veroonden kosten een som van f 1000 ter hunner beschik king te stellen. Deze uitgave behoort, naar B. en Ws. meenen, te worden bestreden uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog 11,051 beschikbaar zyn. Den desbetreffenden staat van af- en overschryving bieden zy eveneens ter vaststelling aan. AaDgezien de bewoniDg van het perceel Waardgracht No. 86, in eigendom toebeboo- rende aan de wed. B. A. Van Ulden, wonende Hoogewoerd No. 162, door B. en Ws. ver moed werd nadeelig te zyn voor de openbare gezondheid, werd door hen aan een commis sie, bestaande uit don directeur der gemeente werken, den inspecteur der bouwpolitie en drie stadsgeneeskundigeD, opgedragen een onderzoek dienaangaande in te stellen. Het door cie commissie uitgebracht proces verbaal, waaruit blykt, dat het perceel in den toestand, waarin het thans verkeert, naar haar oordeel niet voor bewoning geschikt is, maar door het aanbrengen van verschillende verbeteringen daartoe alsnog geschikt kan worden gemaakt, is door B. en Ws. ter kennis gebracht van de eigenaresse, die daartegen geen bezwaren heeft ingebracht. Daarop is haar een termijn gesteld van 6 weken, om de door B. en Ws. noodig geachte verbeteringen te doen aanbrengen. Die termyn is thans verstreken en uit het daarna van wege B. en Ws. ingesteld onderzoek is ge bleken, dat de vereischte herstellingen niet zyn aangebracht. Ingevolge het bepaalde by art. 7 der Ver ordening van den 5den April 1894, betreffende het bewonen van gebouwen, welke, als schadeiyk voor de openbare gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, geven B. en Ws. den gemeenteraad mitsdien in overweging over te gaan tot de benoeming van een com missie van drie Raadsleden met uitnoodiging een nader onderzoek omtrent het perceel in te stellen en omtrent haar bevinding een met redenen omkleed verslag uit te brengen en haar conclusie in een concept-Raadsbesluit te formuleeren. Een ty den gemeenteraad ingediend adres van de heeren J. Botermans en J. N. Botermans geeft B. en Ws. aanleiding het volgende mede te deelen. Toen in de maand October van het vorige jaar door J. Botermans een plan werd inge diend voor den bouw van drie woningen aan den Hoogen Ryodyk, waarvan de laatste zou worden geVouwd naast de in het adres be doelde slechts 5 meter breede particuliere straat van Gebr. Van Ulden, werd hem door de Commissie van Fabricage gewezen op bet groote belang, dat eigenaars en bewoners van de in den omtrek gelegen huizen hadden by bet tot-stand-komen op cie plaats van een behoorlyken verbindingsweg tusschen den Hoogen Ryndyk en het Utrechtsche Jaagpad en werden in vorbané daarmede ernstige pogingen door haar aangewend om J. N. Botermans te bewegen het laatstbedoelde huis niet te touwen en tot de afbraak van een ander reeds bestaand huisje over te gaan, waardoor naast de straat van Gebr. Van Ulden een strook gronds ter breedte van pl. m. 5 meter zou openbiyven, welke, gevoegd by de 5 meter breede straat van Gebr. Van Ulden, in de toekomst het tot-stand komen van een beboorlyke straat zou verzekeren. Gaarne toch zou de gemeente haar medewerking verleend hebben om Gebr. Van Ulden te be wegen hun straat voor het publiek verkeer open te stellen of aan de gemeente af te staan. Het mocht echter der Commissie niet ge lukken Botermans te bewegen van don touw van het derco huisje af te zien, en aangezien het hier niet gold de goedkeuring van een stratenplan en tegen het touwen der huizen overigens geen bezwaar bestond, kon ook het college van B. en Ws. uit dien hoofde zgn goedkeuring aan het iDgediende bouwplan niet onthouden. Thans, nu de buizen zyn gebouwd, wenden adressanten zich tot den gemeenteraad met bet verzoek om medewerking te verleenen, ten einde te bevorderen, dat Gebr. Van Ulden de hun toebehoorende particuliere straat voor bet publiek verkeer openstellen. Voor die medewerking bestaat thans echter, naar het B. en Ws. voorkomt, geenerlei grond me;r. Adressanten zeiven hebben den aanleg van een behoorlyke straat, waardoor het verkeer zou worden gebaat en een goede toestand zou worden in het leven geroepen, voorgoed onmogelijk gemaakt. En aan een 5 meter breeden doorgang bestaat geen behoefte; althans het openbaar belang eischt die niet. Voor brandbluschmiddelen zyn de hulzen even gomakkeiyk langs het Utrechtsche Jaagpad te bereiken. Wèl zouden de bewoners der huizen aan het Jaagpad door het openen van den verbindingsweg worden gebaat, omdat het de communicatie met den Hoogen Ryndyk voor hen zou vergemakkelyken, maar het ligt, naar het B. en Ws. voorkomt, geheel en alleen op den weg van de eigenaren der huizen, om den bewoners dit gerief te ver schaffen. Op grond van het bovenstaande geven B. en Ws. in overweging aan adressanten te berichten, dat de Raad geen termen hoeft kunnen vinden, om de van hem verlangde medewerkiog te verleenen. Naar aanleiding van het desbetreffend adres van H. A. Favier en andere bewoners vsn perceelen aan het Utrechtsche Jaagpad, ver- wyzen B. en Ws. den Raad naar het boven vermeld praeadvies op het verzoek van geiyke strekking van J. en J. N. Botermans. Op de gronden, in dat praeadvies ont wikkeld, geven zy in overweging ook op dit Verzoek een afwyzende beschikking te nemen. Het derde gedeelte der driedaagsche viering van het 25-jarig bestaan van de Leidsche muziek- en tooneelvereeniging „Nut en Vermaak" is try wel mislukt te noemen. Het had gisteravond op Den Burg plaats, waar de paden naar boven met ballons waren behangen, terwyi geheel in de hoogte, op de ronde ruimte binnen den ommegang, een zelfde verlichting a giorno was aangebracht, wat, met de verdere verskringen, in den beginne een wel eenigszins phantastisch gezkht book Hoe verder echter 'het concert van de kapel der stafmuziek vaü het 4de reg. inf., onder leiding van den heer Joh. Ooatelaar, vorlerde, des te guurder werd het weer, tot eindelyk, nadat nog oen paar nommers van het bal champétro op een expresseiyk gelegden houten vlonder aldaar waren gedaan, de stryd tegen de elementen moest worden opgegeven en men voor den regen een onderkomen in de koffiezaal en in de kamer van de kegelbaan moest zoeken, waar later ook, voor zooveel dit ging, gedanst werd. Maar do eigeniyke aardigheid waarvan men zich zoo veel had voorgesteld, was er toch af. Eenige feestvierende dames en heeren waren gekostumeerd verschenen. Voor het fraaiste en geestigste kostuum waren prys en premie uitgeloofd, welko ook werden toegekend. Voor vrywillige dienstneming by Hr. Ms. zeemacht meldden zich gedurende de afge- loopen maand Juni by de verschillende kantoren van aanneming der marine aan: 65 jongens beneden den leeftyd van 16 jaren, waarvan er 53 om verschillende redenen werden afgekeurd en 12 geplaatst ty de Kweekschool voor Zeevaart alhier. Aan het postkantoor Leiden en do daar onder ressorteerende hulpkantoren werd go- durende het tweede kwaitaal 1899 in de Rykspostspaarbank ingelegd f 124,687.46 en terugbetaald /"108,220.50s. Het laatste door dat kantoor ultgegoven boekje draagt het nummer 16,633. Beroepen is by de Ned.-Herv. Gemeente te Mynsheerenland ds. Th. G. C. Rappard, predikant te Waarder, by Woerden. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. Gem. te Scherpenisse door ds. D. J. M. Wüstenhoff, te Sasaenheim. Het „Tycia. voor Geneeskunde" van 1 Juli bevat het eerste rapport der commissie, door de algemeene vergadering van de Neder- landsche Maatschappy tot bevorder.ng der Geneeskunst (1895) belast met een poging tot het verkrygen van een jaariyksche statistiek der doodsoorzaken, welke by lykopeoingen vastgesteld zyn. De commissie, bestaande uit de heeren prof. dr. C. Winkler, dr. I. P. Dozy en Th. Haakma Tresling, vond medewerking by de volgende geneesheerendr. G. Meilink, van Dor drecht; dr. Alers, van Den Helder; prof. Red- dingius, van Groningen; dr. Roessing,'s Gra- venhage; dr. Hesselink, Rotterdam; dr. J. Kuiper, Wilhelmina Gasthuis Amsterdam; dr. B. H. Stephan, Burger Ziekenhuis Amsterdam; dr. Meiners, Arnhem; prof. Siegenbeek van Heukelom, Leiden; prof. Spronck, Utrecht; dr. W. Rens8&n, geneeskundig directeur Arn hem; dr. G. Van Devent-.r, Meer-en-Berg; dr. Van de Hagen, 's Hertogenbosch. De commissie meent over te geringe cyfers te kunnen beschikken om ieder jaar met een rapport voor de algemeene vergadering te verscbynen; behalve in enkele gevallen zou dat hoogstens om de tien jaar kunnen geschieden. Intusschen geeft de heer Baakma Tresling een tienjarige 6terftestatiatiek van het gesticht Meer-en Berg, bywyze van proef. Benoemd is tot onJerwyzer aan de Martha-stichting te Alfen aan den Rjjn de heer H. J. Jansz, te Oude-Wet ring. Het bestuur van het Diakonessonhuis te 's Gravenhage werd dezer dagen hartelijk verbiyd door het ontvangen van vorsteiyke bydragen der Koninginnen voor den Dienwen aanbouw, waartoe by de talryke en steeds toenemende aanvragen om opneming van allerlei patiënten moest worden besloten. Tot den aanbouw van twee ziekenzalen, zusterkamers, eon barak, enz., enz. zal pl. m. f 40,000 be- noodigd zyn, waarvan door vriendelijke wel willendheid van sommigea ruim een vierde deel reeds is ontvangen. Ter gtlegenheid van het 70 jarig bestaan van het regiment grenadiers en jagers zal er op 7 d-zer om 12 uren oen revue over het corps ln de Maliebaan worden gehouden coor den minister van oorlog, in wiens staf o. a. de militaire leden der Vredesconferentie zullen worden aangetroffen. Aan de parade zal worden deelgenomen door een eskadron van het 3de reg. huzaren I en een battery van het 2de reg. veld artillerie. In z(jn villa liet hij een zoo volledig en kostbaar mogeiyk laboratorium oprichten. Alle denkbare instrumenten moesten er aanwezig zyn; het metaalwerk van zün instrumenten was meest van platina, terwijl in ruime ebbenhouten kasten kristallen kroezen atonden met allo bekende scheikundige stoffen en ver bindingen, dl* ergens ter wereld maar te vinden vraren. Erik bad er een eigenaardig vermaak in geschept, dit alles bijeen te verzamelen, in de overtuiging, dat hij de bezitter was van het grootste scheikundig museum der wereld. Toch verloor dit alles, met zjjn nieuwheid, ook zijn aantrekkelijkheid. H(j trachtte weer geregeld in zijn laboratorium te werken. Na velerlei gedachtenwisselingen met nabij wonende geleerden besteedde hy zyn tyd aan het zoeken naar het ontstaan van den diamant, om daarna te beproeven, zelf diamant te ver vaardigen. Hy kwam echter niet veel verder dan alle anderen. Hy braeht het slechte tot microscopisch kleine diamantjes. Daarna begon hy zich onledig te houden met orgaDische scheikunde en legde een kweekery aan. Een tyd lang volgde hy de plantenwereld in haar verscheidenste ont- ■wikkelings-perlodenhy analyseerde wortels, stengels, bladeren en vruchten en meende in de zaden van een soort anjelier een nieuwe organische grondstof ontdekt te hebben. Dat gaf Erik weder nieuw leven. In aller- baast schreef hy een verhandeling en zond die te geiyk met oen proef van zyn nieuwe stof naar het .Journal Chimique" (hy wist, dat de Spaansche regeering zorgvuldig iederen brief, dien hy afzond, onderzocht). Een paar maanden later echter ontving hy bericht, dat de bedoelde stof reeds sinds eenige jaren be- kond was. Daarop gaf Erik de planten-scheikunde weder op. Hy zag eindelUk in, dat verscheidene jaren grondige studie noodig waren, om op dit ge bied iets te bereiken, en daartoe had hy geen geduld moer. Eenigen tyd liep hy om met do gedachte, zyn eigen ontdekking uit te breiden, maar het bleef daarby. Ontevreden over zichzelf, gingen er soms geheele dagen voorby, zonder dat hy wist, wat by eigenlyk van plan was. Ook ban huiseiyk leven leed onder deze gebeurtenissen. Daar zy onmiddellyk bezateD, wat zy maar kondon wenschen, werd hun buislyke stemming gedrukt en doodech. Zy werden er aan gewend, kleinigheden, zooals een schoon huis en tuin, een rytuig, enz., niet meer te begeeren; zy bezaten immers den sleutel tot alles 1 Zy leden er onder, ofschoon zy er niet over durfden spreken, en beiden dachten niet zonder weemoed aan de gelukkige dagen in Rönninggaard, waar zy met slechts 150 kroneD per maand moesten toekomen en zich niettemin zoo gelukkig ge voelden. Het viel hun nu niet meer in, zich de ge lukkigste menschen ter wereld te noemen en elkander te doen gelooven, dat zy het ook zyn moesten. Het pynigde hen, dat zy onbe kend en dus naar verhouding door weinigen geacht hun leven moesten doorbrengen, terwyi zy wisteD, dat hun naam op aller lippen kon zyn. In den regel werd Erik voor een schatryken Engelschman gehouden, niets meer of minder. Gedurende een oponthoud te Montpeliier had hy getracht betrokkingen aanteknoopen met de geleerde kringen lid te worden van het Pbysisch-mathemati8ch genootschap; hy wist echter, dat by dit slechts aan zyn rykdom te danken had, en gevoelde duidelijk, hoe hy in werkelykheid over het hoofd gezien en voor niets goacht werd. Te Parys had hy eenigen tyd vertoefd in het gezelschap van een professor, die zich door het samenstellen van een nieuwe dynamo- electriscbe machine een niet onverdienden naam had vorworven. Hy had zich dikwyis met hem onderhouden, maar voelde zeer goed, dat, ondanks al zyn hoffeiykheden, de ander op hem als op een gewoon, goed gezeten dilettant nederzag, die voor hem niets scheen te beteekhnen. Zy moesten eens allo3 weten, zeide Erik by ziobzelven. Het bewustzyn alleen was hem echter niet voldoende, hy wilde allen vol ademloozo bewondering aan zyn vosten zien, al die trotBCbe heeren I Recht had hy er toe en toch kon zulks niet ge schieden. Het kon niet geschieden. Hy had, zoo over- woog by by zichzelven, onbegrypeiyk dom gehandeld, toen hy zich tot de Deensche Rykabank gewend had, zonder ander doel dan om te hooren, wat men daar van zyn ontdekking zou zeggen. Hy had allen onver wachts moeten verrassen, den geldduivel den nek moeten omdraaien, terwyl hy hem in zjjn macht had, onmiddellyk, zonder talmen en draleD, in plaats van zich hel guDstige oogen- blik te laten ontglippen, zoodat hy hem nu in het gezicht uitlachte. Wat baatte hot hem, dat het goud voor hen beiden alleen een gehoorzaam dienaar waa; dat er niets meer op de woreld was, waarvoor hy iets behoofde te doen om het in zyn bezit te krygen, dan het slechts te verlangen 1 Slechts één ding beoogde hy: roem, een on8terflyken naamjuist het eenige, waar hy niet naar mocht streven. Soma zat hy zich bijna krankzinnig te denken, op een middel te peinzen, om zyn ontdekking over de ge heele wereld te verspreiden, zonder dat iemand er achade van zou ondervinden: beschryvingen zUner ontdekking in ledige flesschen in zee worpen, in een luchtballon opatygen en zo aidua naar omlaag laten vallenalles bedacht hy, niets echter droog zyn goedkeuring weg. Dat alles waa dwaasheid, zyn ontdekkiDg zou toch niet in goede handen, in die der ge leerden, terechtkomen; hoogstens zou een of andore Staat het geheim voor zich bewaren, en dat zou het ergste van allea zyn. Het doellooze leven, dat hy nu leidde, was niet langer te verdragen. Hy kon hot op dat eenzame eiland niet meer uithouden. Liever wilde hy zich weder op goed geluk af in een reizend leven storten. Erik en zyn vrouw bereisden de wereld met bun eigen schip, een prachtig vaartuig, een vlottend ka6teel. De faam van dit schip bad zich gedurende een half jaar, dat het op do werf te Glasgow gelegen had, over de geheele wereld verspreid, ofschoon men zich zooveel mogelyk moeite gegeven had, allea geheim te houdeD. De eigenaar, een zonderling, die zich een koloseaal vermogen verworven had in Oost-Indié en China, verlangde het aldus, zoo zeide men. Daar er echter dagelyks meer dan duizend man aan arbeidden, was het onvermydelijk, dat alle Europeoeche bladen, de .Timea" aan hot hoofd, de volgende mededeeliogen deden: „Een uiterst merkwaardig achip wordt op het oogenblik op de werf van Egglestoo, te Glasgow, gebouwd. Het wordt vervaardigd uit geplatiniaeerde, geharde staalplaten, en ioge- richt met een tot dusverre ongehoorde weelde en gerieflykheid. Ofschoon het volgens de loopende geruchten slechts voor pleizierreizen wordt aangewend, is het toch vreemd, dat het met kanonnen van zeer zwaar kaliber bewa pend en in veel opzichten als een oorlogsbodem ingericht wordt. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1