PENDULES
SPIEGELS
TEGELS!!!!!
j. PTF. FRISON,
T
M. LANGEZAAL ZOON,1
Stoomtram HAARLEM-LEIDEN.
LINNENGOED,
N\ 12057
y*»ijdag ie
A\ 1899
$eze (Qomant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Tweede Blad.
U
GERJVER.
10 procent korting a contant
Hancileicling
de Redactie van „De Gracieuse."
Stoomboot-Maatschappij „De Volharding",
Solide Engelsche en
Hollandses
KINDER-
WAGENS,
Wegens de ongekend lage prijzen is het vervoer
van Bestel- en "Vrachtgoederen per Stoom
tram het voordeeligst.
Goederen worden vervoerd naar Oegstgeest, Sassen-
heim, Lisse, Hillegom, Bennebroek, Heemstede en Haarlem
om 7 u. 16 en 11 u. 09 V.M. en 3 u. 10 en 6 u. 52 N.M.
Amsterd. tijd.
Inlichtingen worden verstrekt aan het bestelkantoor
Clarensteeg No. 2 nabij de Mare.
LEIBSCH
BAG-BLAB.
PRIJS DEZER GODRAWTi
Voot Lddoil per 8 maanden. s f i. 10.
Franco per post», i>
Afzonderlek© Nommers «- 9 0.05:
PRIJS DER ADVERTKjN T'JLÜIT
Van 1-Ö regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooterq
letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiten de etad
wordt f 0.06 berekend.
TWEEDE RAHEB.
Aan de orde is het wetsontwerp betref
fende den aanleg en het onderhoud van een
visschèrshaven te Scheveningen.
Voorgesteld wordt om voor rekening van
Üen Staat tot toegang naar een door de ge-
Ineente 's-Gravenhage ten zuid westen van
Scheveningen aan te leggen visschershaven
te maken en onderhouden een buitenhaven,
gevormd door twee havenhoofden.
De kosten hiervoor zijn geraamd op een
nalf millioen en de onderhoudskosten per jaar
op ƒ45,000.
De heer. Ferf bestrijdt het wetsontwerp.
De stem yan het verstand moet zegevieren
over de stom van het hart. Hij noemt de
voorgestelde haven onnoodig, doelloos, onbruik
baar, en later zal blijken, dat ze niet aan bet
doel zal beantwoorden. Om de kosten is het
ontwerp gevaarlijk. Doelloos is de haven
vooral, omdat ze slechts door een deel der
visschersvloot gebruikt zal kunnen worden,
nl. voor het meest verouderde type van sche
pen, de bommen, wier aantal achteruitgaat.
Spreker deed nog uitkomen, dat do nood
zakelijkheid ook niet bestond, want de
visscherij gaat vooruit.
De heer Fokker acht het Rijksbelang by de
visschershaven te Scheveningen niet betrokken.
Evenmin is bewezen, dat het visschersbedrijf
te Scheveningen zal te niet gaan. De feiten
bewezen het tegendeel. Het bedrijf 8aafc
vooruit en na 1896, toen alle hoop op een
loggerhaven verdwenen was, is men voort
gegaan met aanbouw van loggers. Voor aanleg
kan de moeilijkheid van verplaatsing van het
bedrijf geen argument zijn, want voor een
deel is hef bedrijf reeds in 1892 naar Maas
steden verplaatst. Voorts betoogt spr. bet
onvoldoende van een bommenhaven, daarbij
tevens opmerkende, dat een tijhaven algemeen
wordt afgekeurd.
Voorts betwijfelt spreker de bruikbaarheid
van de haven voor bommen. Aan de band van
Jeskunajgen acht bij de breedte van de monding
te gering, om bij ruw weer binnen te loopen.
En bij kalm weer heeft men geen haven noooig.
•Wie zoo'n haven dus „volkomen" noemt, stelt
zijn eischen dan toch al heel laag. Spreker criti-
seert de argumenten van „Schevenings belang"
over de voldoendheid van de haven aangevoerd.
Hij acht de haven zoo totaal onvoldoende, dat
hij eischen voor onbruikbaarmaking zelfs over
bodig acht.
Indien er behoefte aan een visschershaven
bestaat voor de Nederlandsche visscherij, dan
make men een flinke loggerhaven te Scheve
ningen, maar geen werk, dat nog minder is dan
half werk, dus geen haven, die slechts een
eerste stap is om te komen tot een goede,
bruikbare haven.
Op verschillende gronden meent spr., dat
htt wetsontwerp niet kan worden aange
nomen.
De heer Troelstra meent, dat het niet by
een half millioen zal blijven, maar bet later
zal uitloopen op 4 a 5 millioen voor een logger
haven met fort.
Het zich vormen van een juist oordeel van
de quaestie wordt Seer bemoeilijkt, ten eerste
omdat men hier te maken heeft met concur
rentie tusschon de ScheveniDgscbe reeders en
reeders van de Maashavens, en niet minder
door de technische bezwaren, welke zyn ge
opperd.
Spr. erkent, dat te Scheveningen de neven-
bedrijven achteruit zijn gegaan. Maar de schijn
moet ons niet bedriegen, want de werklieden
slenteren niet rond, maar werken voor een
groot deel elders. Maar die verplaatsing is
niet van zoo'n groot economisch gewicht, dat
er zulke groote offers uit de schatkist voor
mogen worden gegeven.
Is het waar, dat de Scheveningsche visschers-
lieden eenig economisch belang bij de haven
hebben? Hierbij merkt spreker op, dat een
groot deel van de visschers, zff, die op de
loggers varen, nooit in de haven komen, en
dit zal boe langer boe minder wordeD, want
hot aantal loggers vermeerdert. Hff berekent,
dat er 1850'visschers zijn; bet grootste ge
deelte van de visschersbevolking te Schevenin
gen, die bff een t ommenhaven belang beeft, zal
zoodoende in geen andere conditie komen. Yan
economisch belang voor de visscherslieden
kan dus niet gesproken worden. Het eenige
motief zou zijn tijdverlies door het reizen
naar VlaardiDgen, en gemis aan huiselijkheid,
want het gevaar voor vérléiding te Vlaar-
dingen is niet groot.
Een onderzoek heeft aangetoond, dat de
Scheveningsche mannen zich te Vlaardingen
voorbeelJig gedragen. Tot handhaving van de
moraliteit is de haven dus zeker niet noooig.
Afgescheiden hiervan laakt spr. het toon
stelsel der visscbérsj die geheel hun leven
wagen en loon ontvangen naar de besomming.
Al komt de naven, dan krffgt de visscher
geen cent meer. In zQn'armoede zal geen ver
betering komen. Voor een deel is dit de schuld
van de visscherslieden zeiven, die blijven be
rusten in bet voor hen nadeelig contract
met de reeders.
Voorts betoogt hij, dat by vertrek der reeders
naar Vlaardingen de visschers te Scheveningen
kunnen blyven wonen; zff zullen dan nog in
beter conditie zijn dan de visschers te Egmond,
Katwijk, enz.
Daarby komt, dat niets waarborgt, dat de
reeders niet naar Duitscbland zullen gaan,
wanneer er èen bommenhaven komt. Lettende
op den toestand van de visschery in Duitsch-
land, gelooft spr. trouwens, dat de Schevening
sche reeder 'zich hog wel eens zal bedenken
vooraleer daarheen te gaan.
Voorts zegt hy, dat de bom het aflegt tegen
den logger en nog veel meer tegen de stoom-
sloep. Vermindering van de schrobnetvisschery
is z. i. dan ook een gevolg van de stoom-
trawi visschety. Z\jns inziens staan we dan
ook aan den vooravond van een revolutie in
het vissclïeröbedryf.
Vandaaf, dat hij niet alleen aanleg van een
bommenhaven niet acht in het belang van
do visschers, maar een ractionnairen maat
regel noemt. Het niet toestaan V3n dez^ haven
moge voor Scheveningen een aansporing zyn
om met de ontwikkeling mede te gaan om
op do hoogte te blyven van het bedryf. Vroeg
men daarvoor geld, dan ware het ernstig te
overwegen. Maar geen verouderde bommen
haven.
De heer Conrad daarentegen acht de haven
te Scheveningen een algemeen Ryksbelang,
zich daarby beroepende op het onpartydige
advies van het College van de Zeevisscheryen.
Een grooter haven ware zeker gewenscht,
maar de defensie-eischen maken dat bezwaar-
lyk en deze alleen hebben den Minister van
Waterstaat teruggehouden. En als men nu
betwyfelt het nut, dan staat toch vast, dat
de gemeente 12 ton voor de zaak over heeft.
In-stand-houding van de Scheveningsche vis
schery is beslist noojig.
Met het oog op de toekomst, door den hoer
Troelstra zoo juist geschetst, acht spreker het
echter ongewenscht zich te binden aan een
biyvende diepte van 2 M. beneden A.P.
De heer De Visser is voor bet ontwerp,
daarby opkomende tegen do optimistische
voorstellingen omtrent het Scheveningsche
vis8chersbedryf, gegeven door anonieme tegen
standers van de haven. Spreker ziet groote
voordeelen in meer vischdagen, in het niet
ongebruikt laten van bommen aan het strand
on in het tegengaan van het uitwonen van
do Scheveningsche visschers.
Het hoofdbezwaar, de defensie-quaestie, is
vervallen.
Ongevallenwet.
Door de heeren Drucker, Fokker, Kerdyk
en Veegens zyn verschillende amendementen
voorgesteld, die lo. strekken om duidelyker
te omschrijven wat deze wet onder werkman
verstaat, die in dienst van den werkgever in
diens onderneming tegen loon werkzaam is,
en 2o. esn nadere bepaling bevatten omtrent
bet loon in verband met de te betalen premie
als van de uit te koeren renten en begrafenis
kosten.
De inkomsten van denzelfden werkman toch
zyn niet voortdurend even groot, ook al houdt
men geon rekening met wisselvallige ont
vangsten. Dit kan tot bet gevolg leiden, dat
dezelfde werkman nu eens wel, dan weer niet
„verzekerd" is. Reeds daarom schijnt het niet
gerechtvaardigd de wet uit te strekken tot
allen, die tegen loon in een verzekerings-
plichtige onderneming werkzaam zyn, maar
nochtans voor den grondslag der rechten en
verplichtingen niet verder gaan dan een loon
van 4 per dag.
Een ander amendement strekt om Amster
dam aan te wyzen als zetel der Ryksver-
zekoringsbank.
Een derde amendement strekt om bywyze
van overgangsbepaling den observatietyd, in
geval van ziekteverzekering, tot een week te
verkorten en gedurende de tweede en derde
week na het ongeval den verzekerde op
geiyken voet als gedurende den verderen tyd
zyner gedeeltelyke of geheele ongeschiktheid
tot werken te doen schadeloos stellen, doch
slechts zoolang een wettelyke regeling der
ziekteverzekering ontbreekt.
Verder wordt voorgesteld een amendement,
om te bepalen,
dat zoolang de verzekerd® In dienst blyft
van den werkgever, in wiens onderneming
het ongeval hem overkomen is, en hy een
dagloon geniet, tsn minste 90 pCt. bedragende
van dat, hetwelk hy genoot ten tyde van het
ongeval, en niet aan hem, maar aan don
werkgever de rente wordt uitbetaald.
Dan wordt een amendement voorgesteld,
strekkonde om de mogelykheid te openen
een bedryf in een andere gevarens-klasse in
te deelen en alzoo wordt by een herziening
een bedryf in een lagere gevarens-klasse
ingedeeld, aan die indeeling terugwerkende
kracht te verleenen.
Voorts beoogt een amendement Dog te
bepalen, dat, wordt by een herziening het
tarief verlaagd, aan de herziening terugwer
kende kracht kan worien verleend. De alge-
meene maatregel van bestuur bepaalt dan op
welken dag hot nieuwe tarief geacht wordt
te zyn in werking getreden.
Nog is een amendement voorgesteld, dat
strekt te voorkomen, dat ook zeer onbedui
dende kwetsuren of wonden tot onnoodigen
en betrekkelyk kostbaren omslag aanleiding
zouden geven.
Verder ia een amendement ingesteld om
aan het bezwaar te gemoet te komen, dat
de onmiddeliyk belanghebbende vrywel van
deelneming dei; wet is uitgesloten en hy geen
party kan trekken van de ter plaatse aanwe
zige krachten, terwyi ten slotte by amende
ment wordt voorgesteld, dat de diensten, die
door de posteryen aan de Ryksverzekerings-
bank bewezen worden, althans do administratie
kosten der posteryen, niet aan de Bank In
rekening zullen worden gebracht.
Weduwen fonds der geëmployeerdent tot het
Alg. Bestuur bchoorende.
In zyn antwoord op het Voorloopig Verslag
over het wetsontwerp tot verruiming van het
beleggingeveld der aan het by de wet van
9 Mei 1890 opgericht fonds toebeboorende
kapitalen on regeling der bestemming van
het saldo, aanwezig in het by art. 24 dier
wet vermeld Weduwenfonds der geëmployeer
den, tot bet Algemeen Bestuur behoorende,
zegt de minister van financiën, dat het niet
in de bedoeling der directie van bet Pensioen
fonds voor weduwen on weezen van burgeriyke
ambtenaren ligt, de inschryvingen op de
Grootboeken der Nationale Schuld, waarin
thans de bezittingen van het fonds belegd
zyn, te gelde te maken en tegen andere solide
waarden te verwisselen. Daartoe zou by zyn
goedkeuring niet geven. Ten einde dienaan
gaande evenwel ook voor de toekomst vol
komen zekerheid te hebben, is art. 1 aange
vuld in dien zin, dat de bezittingen van bet
fonds tot een nominaal bedrag van 48 millioen
in Nat. Schuld belegd moeten blyven en alleen
voor het meerdere de ruimere bevoegdheid
tot belegging wora toegekend.
Voorts wordt opgemerkt, dat de Regeering
op andere wyzo in de behoefte aan geldelyke
hulp van Staatswege in het belang der volks
huisvesting wenscht te voorzien dan door een
deel der bezittingen van bet Pensioenfonds
voor weduwen en weezen daarvoor te bestem
men, en bet lag allerminst in de bedoeling
door de voorgedragen regeling een praejudico
te scheppen ten aanzien van de wyze, waarop
een bestemming zal worden gegeven aan de
batige saldo's van dat fonds.
By Nota van wyziging is voldaan aan den
wensch der leden, die aandrongen op het
stellen van een nieuwen termyn voor de aan-
wyzlng van een ongehuwde zuster, om na
hun dood pensioen te genieten uit het wedu
wenfonds voor de geëmployeerden, tot het
Algemeen Bestuur behoorende, en alsnog tos-
gestaan die aanwyzing te doen vóór 1 Januari
1900.
Spoorwegverbinding te Soerabaia.
Biykens het afdeelingsverslag der Tweede
Kamer werd algemeen erkend dat wegeüs het
gemis van voldoende pakhuisruimte aan de
westzyde van de Kalima6, verbinding van de
oostzyde dier rivier met den bestaanden spoor
weg noodzakelyk is geworden.
EeDige leden betreurden, dat de Minister
had afgezien van zyn voornemen om daar
voor reeds op de loopende begrooting gelden
aan te vragen. Men vroeg of het niet wensche
lyk zou zyn de nieuwe verbinding voor de
campagne van het volgende jaar zoo ver ge
reed te maken, dat daarvan voor het vervoor
van suiker gebruik gemaakt kan worden. Be
denkingen werden geopperd omtrent de wyze,
waarop de Regeering de nieuwe verbinding
wil tot stand brengen. Men meende, dat een
zeer aanmerkelyke bezuiniging kon worden
verkregen. Gevraagd werd waarom van de be
langhebbenden, met name van de bandelaars
en grondbezitters, die uit de ontworpen ver
binding groote voordeelen zullen trekken, niet
gevergd is, dat zy tot de kosten van h t
werk oen bydrage zullen verleunen. Ook vroeg
men of van den Minister nog voorstellen zyn
te wachten tot aanleg van nieuwe spoorweg-
lynen op Java.
Afschaffing van duiten op Java en Madura.
In de afdeelingen der Tweede Kamer werd
betwyfeld of do voorgestelde maatregelen om
aan den omloop van duiten in Indiö een einde
te maken doeltreffend zouden blyken. Men
vreesde, dat, al wordt op ruime schaal gelegen
heid gegeven tot inwisseling, de zoo ge-
makkeiyk aan te maken duiten niet uit dec
omloop zouden verdwynen. Velen echter ver
dedigden met warmte de voorgestelde maat
regelen. Men drong er op aan, dat de inwisseling
zoo spoedig mogeiyk zou geschieden. Aan de
Regeering werd verzocht het verslag der in
1892 omtrent de duiten quaestie op Java
gehouden enquête, met de daaromtrent uit
gebrachte adviezen aan den gouverneur-
generaal, den Raad van In iö en den Directeur
van Financiën te publiceeren.
CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk
ken of mededeelingen, waarvan de inzenders
hun naam niet aan de Redactie bekend maken
worden ongeplaatst ter zyie gelegd.
Vervolg der Arivertentiën-
Cuisinier*, Papengr. S3,
beveelt zich aan tot het leveren van Diners
en Soupers, Koude en Warme Scholcis,
Pasteitjes, Clroquetten, enz.
Uitzending van Diners tegen over
een te komen prijzen.9169 8
Van af heden wegens vergevorderd
Seizoen: Opruiming van
en'
in alle prijzen en genres.
Ook berichten wij de ontvangst
der nieuwe 4954 26
A. W. SIJTHOFF,te Leidenheeft
alom verkrijgbaar gesteld:
voor het zelfvervaardigen van
het wasschen Tan onderkleeren,
huishoud- en bcddcBlinnen en
hunne verdere verzorging*
Met 4 dubbele bladen knippatronen en
vele afbeeldingen tusschen den tekst,
door
Pr(Js f 1.50.
Onmisbaar voor Jongedames,
die zich bekwamen voor het examen in
nuttige en fraaie Handwerken.
Ligplaats: HATEN, by de Zijlpoort. 4248 20
Geregelde dienst op Amsterdam via Alfen, Uithoorn en Ouderkerk.
Van Leiden 5.— vm. en 8.— nm.
De dienst 5.— vm. gaat 's Zondags niet en Maandag i.3© 's nachts.
Van Leiden op Gouda via Alfen, Boskoop en Waddingsveen 5.30en
8.39 vm., 18.—, 415 en S.— nm. tot Nieuwveen.
De diensten 8.3» vm., 18.— en 7.— nm. varen 's Zondags niet.
en Onderdeelen, als: Wielen, Banden, enz.
Hooigr.
HO.
Oil UliUOlUOOXOll,
8749 40