N«. 12053 Maandag: 12 Juni. A0. 1899 tgeze fëouxant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Vierde Blad. Feuilleton. De vrouw uiet de leeuwen. LEIDSCH DAGBLAD PBIJS DESEB GOUKAHTs Voor Lelden per 8 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PBIJS DEB AnVTüR'l'HW'i'i ë:w> Van 1—6 rogels f I.OB. Iedere regel meer f 0.171. Groota letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren buiten do ste; wordt ƒ0.06 berekend. Do Koninginnen te Rotterdam. In het kiuderziekenhuls ondernamen HEL MM. onder geleide van den geneesheer-direc teur, dr. H. "W. De Monchy, een wandeling door het gebouw, waarvan de zalen in den zelfden staat gebleven waren als gewoonlijk, daar htt bestuur er prijs op bad gesteld, H.H. M.M. een indruk te geven, die aan de werkelijkheid gelijk is. Er bevonden zich 42 patiëntjes. In de eerste plaats werden thans voorge steld de verdienstelijke directrice, mevr. de wed. Simon v. d. Aa, en de doctoren Van der Hoeven Jr., Denekamp en Schuit. Bou qubtten werden aangebo Jen door Janus Schilder f en Stientje Joosten, met oranjestrikken getooid. Zeer veel sympathie toonden de Koninginnen voor de patiëntjes, aan welke zij kleine ge schenken deden uitreiken, zoodat velen geluk kig werden gemaakt. Ook tot de pleeg zusters werd nu en dan een vriendelijk woord gericht. Van de waranda sloegen H.H. MM. ook een blik op het isoleergebouwtje Na den terugkeer voldeden H.H. MM. aan het verzoek des voorzitters, een gedenkblad van hare handteekeningen te voorzion, en uit geleid door het geheele bestuur, verlieten de Koninginneo aeze zoo sympathieke inrich ting, om zich te begeven naar het Doofstom men-instituut in de Ammanstraat, almede een stichting, die een goeden naam heeft by H. H. M. M., daar een drietal ongelukkige kinderen reeds 6inds verscheidene jaren voor rekening der Koningin-Moeder worden verpleegd. Jammer dan ook, dat de directeur niet aan H. H. M. M. kon worden voorgesteld. De heer Is. Bekkers werd door een ernstige ongesteldheid weerhouden aan de ontvangst deel tenomeh7 Ook de voorzitter, de heer W. A. Viruly Vef- brnggo, wegens een^fnstige oogziekte buitens lands, ontorak, zoodat de honneurs werden waargenomen door den vice-president, den he±r P. C. Van Vollenhoven. De gangon en de bestuurskamer, waarheen de Vorstinnen werden geleid, nadat zy uit handen van Betsy Scholts en Job. Italiaander bouquetten hadden aangenomeD, waren zeer eenvoudig versierd. Nadat Hare Majesteiten hadden plaats ge nomen, sprak de heer Van Vollenhoven een woord van welkom en stelde de ledon van het bestuur voor. H. H. M. M. bezichtigden met bet oog op den beschikbaren tyd 4 van de 14 lokalen, die de school ryk is. Met diepe ontroeriDg gingen de Koninginnen het werk van die misdeelde wezentjes na en betuigden herhaaldelijk haar bewondering voor hot geziene. Daarna werd, na hartelijk afscheid, de rit weer voortgezet met het zoo langzamerhand onder bloemen bedolven rijtuig en onder steeds stijgende geestdrift van bet publiek, dat in compacte massa de straten vulde. Het ging o. m. langs Kruisstraat, waar kleindochtertjes van den president der Dier gaarde, den heer C. H. Van Dam, bloemen boden, langs de fraai versierde Diergaarde laan, waar eveneens bouquetten werden aan geboden door de jongedames C. M. Bland v. d. Berg en J. P. Rykens, en verscheidene andere straten naar het Museum Boymans, waar HH. MM. eenigszins konden uitrusten van dezen vermoeienden rit en verschillende schilderyen in oogenschouw namen. Na zich eenige oogenblikken in haar particuliere vertrekken te hebben terugge trokken, verschenen de Vorstinnen thans op het balkon aan het Van-Hogendorp-plein om do feestcantate aan te hooren, gezongen door circa 900 schoolkinderen onder leiding van den heer GL C. Bunk, den componist. De woorden zijn door den dichter zeer kinderiyk gehouden. In die cantate wordt herinnerd aan het vroegere bezoek der Koningin en de vreugd van vandaag. Dan wordt Haar toe gezongen het Wilhelmus oude zetting en besloten met oen loflied op Botterdam en met een betuiging van trouw aan de Koningin. De uitvoering slaagde voortreffelijk en HH. MM. gaven herhaaldelijk het sein tot bijvals- betuigingen. Daarna defileerden de besturen der ver- eenigingen, die aan de betooging hebben ceel genomen. Het comité ontving van H. M. de verzekering, dat zy deze hulde hoogeiyk op prys stalde. Ook werd de heer Bunk aan H. M. voorgesteld. Tegen balfzes verlieten de Koninginnen het museum Boymans en ving de laatste rytoer aan. Reeds op den Schiedamschen dyk voor het Boomsch-Katholi ke Weeshuis begon de bloemenhulde wees! Dan ging het verder langs Leuvebrugsteeg, Leuvebaven, Leuvebrug, Boompjes en Draaisteeg naar de Glashaven, waar etn eerepoort was opgericht. By het pas8eeren daarvan daalde een regen van bloemen öp de vorstinnen neer. Steeds geestdriftiger werd het publiek, warmer luidden de teekenen van byval. Daar ligt de brug, bet mooie monumentale bouwwerk, dat zyn naam ontleent aan de Koningin-Moeder en dat nu terat goed kan wordon bewonderd. De brug is na het pas- seeren door de Koninginnen voor het publiek verkeer geopend. Toen de Koninginnen by de brug aan kwamen, bevonden zich daar alle raadsleden. De burgemeester gaf enkele verklariugen aan HH. MM. en deelde mede, dat deze brug ontworpen in tyd van regentschap den naam Regentesaebrug had gekregen. Van graniet vervaardigd, zou zy tot in lengte van jaren kunnen spreken van de groote verdiensten door de Regentes Emma aan den lande be wezen. De Koningin dankte zeer byzonder voorde vriondelyke wijze, waarop haar moeder was toegesproken en de gevoelens cis men in Rotterdam ten haren opzichte koesterde. In de Posthoornsteeg voor de Luthersche kerk was een tribune voor de weezen van deze gemeente. Even werd er halt gehouden om ook daarvan een bloemenhulde te aan vaarden. Dan weer verder door het hart van Rotterdam, de Blaak bewonderend, waar een twintig fraaie jachten in orde van p rade lagen gemeerJ, langs het Beursplein, waar de byzonder fraaie decoratie van het „Rotter- darasch Nieuwsblad" aller oog op zich richt, de Hoogstraat, waar de werklieden van den heer Louis Dobbelman betoogen. De hulde der weezen van het Gereformeerd Burgerweeshuis aan de Goudsche 6traat bleef achterwege, wegtns een geval van besmettelijke ziekte aldaar. Des te spoediger was thans het St.-Lucia-gesticht aan de Linker-Rottekade bereikt, de voorlaatste pleisterplaats. De Koninginnen wérden ontvangen door den voorzitter, pastoor G. A. H. Overwater, p iter C. Haanen, secretaris, en pater J. H. Crombach, penningmeester. In de ontvangzaal was een troon opgericht van blauw met zilver, met gulden zetels. Alvorens deze zaal te betreden, namen H.H. M.M. bloemtuilen in ontvangst van de ver pleegden Cornelia Leeuen en Maria Barentsen. Pasfoor Overwater hield een korte wel komstrede, waarna de moeder overste, zuster Florentina, de overige zusters en geestelyken, benevens de geneesheer, or. C. Ooms, werden voorgesteld. Een meisjo, Alida De Jong, sprak H.H. M.M. eveneens toe. Deze toespraak, door een der zusters ge- calligrapheerd, werd daarop der Koningin overhandigd, evenals een lied, door alle kin deren gezongen en door een der zusters gedicht. Nadat H.H. M.M. daarop Haar namen in een album hadden geteekend, waarvoor een gouden inktkoker gereed stond met gouden penhouder, verlieten de Vorstinnen ook deze stichting, weer begeleid door kinoergezang, om ziel* daarna te begeven naar het groote ziekenhuis aan den Oeolaingel. Hier werden de Koninginnen verwelkomd door den voorzitter van co commissie van administratie, oen heer J.'Hudlg, die, na de dankbaarheid voor H. M.'s komst te hebben tertolkt, dit een gebeurtenis noemde, die loisscbtoü meer zegenryk voor de patiënten bou zyn dan de beste geneesmiddelen. De geneesheer-directeur, heelmeester, assistenten en hoofdverpleegsters werden voorgesteld. Een viertal zalen werd bezocht. Alle zieken ont vingen bloemen, die door beide Vorstinnen a*lv?n werden gedragen en overgereikt. En hiermee was de zware taak van H.H. M.M. volbracht, misschien verlicht door de •Herwegen uitgesproken woorden van liefde en toewijding, door de langs den geheelen weg ontvangen blyken van liefde en eerbiedige vereoring, die zich nog eens uitten in steeds krachtiger salvo's, toon de terugtocht naar het station werd aanvaard. Hier onderhielden HH. MM. zich met alle aanwezigen. Onder geestdriftige toejuichingen verliet de trein om vyf min. over halfnegen de stad. Niettegenstaande den geheelen dag veel menschen op de been zyn geweest, hoorde men van zeer weinig ongevallen, dank zy den voortreffeiykon politiemaatregelen. Alleen stortte op den Schieaamscbendyk een huzaar neer en kwetste zich vry belangrijk doordien by nog een trap van oen paard kroeg. Op de Gedempte Glashaven kre9g het paard van een particulier rytuig kolder, doch kon door do vereenigde pogingen van enkele andere koetsiers bedwongen worden. Overigons was de dag er eon, die niet licht vtrgeten zal worden. Voorbeeldig rustig bleef ook 's avonds de feeststemming van het publiek. Des nachts om één uur nog was de drukte in de stad, voornameiyk op de Korte Hoog straat, waar de Passage c'óor de zorg van de bewoners verlicht was, nog onverminderd. Bovendien speelde byna onafgebroken een muziekcorps op het balkon van de sociëteit „Unitas." En als een bewys van den goedon geest, die er zelfs na dat uur nog onder bet publiek heerschte, kan dienen, dat de burgers op straat zoo nu en dan met de agenten van politie een vreedzamen rondedans ondernamen. TWEEDE Kisam By de voortzetting der behandeling van de inlichtingen op het adres van de Neder- landsche Vereeniging van Meelfabrikanten, houdende verzoek tot het heffen van een tydeiyk inkomend recht op tarwemeel (waar de meerderheid der Commissie van Rappor teurs, evenals de Minister, tegen is, terwyi de minderheid der Commissie concludeert tot heffing van een matig invoerrecht op tarwe meel, byv. van f 1 per 100 K.G.), laat de Minister van Financiën de quaestie van protectie en vryhandel thans rusten, nu de herziening van het tarief op de invoerrechten in gereedheid is en in handen is gesteld van de commissie voor de handelsstatistiek om advies, en ook zullen gehoord worden de Kamers van Koophandel. Bestrijdende de conclusie der minderheid, wyst de Minister op de ge druktheid v^n de broodprijzen in Duitschland, ten gevolge van de invoerrechten op het meel. De to?6tand der meel Industrie boe wel de Minister erkent, dat cie treurig is, want in alle landen wordt steen en been geklaagd (een gevolg van den aanvoer) wettigt echter geenszins een verandering te brengen in onze wetgeving. Ds heer De Waal Malefijt wyzigt het voor stel der minderheid aldus, dat daaruit ver valt het bedrag van f 1 per 100 K.G., zoo Jat alleen wordt aangedrongen op matig invoer recht. Deze gewyzigde conclusie werd verworpen met 42 tegen 36 6temmen. Zonder stemming werd daarop goedgekeurd de conclusie der meerderheid, waarby den Minister dank wordt gezegd voor de gegeven inlichtingen. Goedgekeurd de conclusie op het advies van Langeveld en Schram, te Bucharest, in zake de toepassing der wet betrekkeiyk de afgifte van zeebrieven. De Vredesconferentie. De arbitrage-commissie hield gistermiddag een langdurige vergadering in de Trèveszaal ciie tot 61/* uur duurde en waaraan alle leden met de eerepresidenten, ook de beer De Staal, deelnamen. De verschillende vooretellen be treffende de instelling van een Hof van Arbitrage, zoowel het Russische, het Engeh: als het Araerikaansche maakten te zate het onderwerp van debat uit, zonder intusschen een beslissing omtrent eenigpt werd genomen. Het is waarscbyoiyk dat t besluit niet vóór het einde van de volge week zal worden genomen. Omtrent de vergadering van de subco: missie voor de arbitrage van gisteren, wo; nader vernomen, dat daarin wel in 't algeiD& de verschillen jo voorstellen omtrent een p; manent arbitrage-bof ter sprake zijn gekomi maar als grondslag toch is gebruikt EngelscheJ ^voorstel, waaraan do Russia delegatie, ofschoon zyzelve een voor;', heeft aangeboden, den voorrang moet heb':; afgestaan. De beslissing over de vast te stel!: redactie zal daarom eenigen tyd kosten, oai verschillende delegatiën daarover met bil regeeringen in overleg zullen moeten tre s Vooral ten aanzien van het blijvend karatl van zoodanig arbitragehof, dient overeenstem ming verkregen te worden. Sommigen hecht: daaraan juist de grootste waarde, ander vreezen dat het vasthouden aan het denkre van groote duurzaamheid de totstandkomt zou kunnen belemmeren. Bestemming van het saldo, aanwen in het Weduwenfouds der gect ployeerden, tot het Algemeen E stuur bohoorende. By het afdoelingeonderzoek van het m\ ontwerp tot vernieuwing van het belegging geld dor aan het by de wet van 9 Mei 18 opgericht fonds toebehoorende kapitalen regeling der bestemming van bovengenosi saldo, werd o. a. gevraagd naar aanlew van de door de Rogeering uitgesproken ,m scheiykheid toe te staan, dat de bezitting* welke het pensioenfonds voor weduwen weezen van burgeriyke ambtenaren „nog verwerven", ook in andere solide waardf dan uitsluitend in inschrijvingen op de Gro; boeken der N. S. zullen kunnen worden legd of verwisseling van reeds plaats had hebbende beleggingen in de naar w. geoorloofde waarden uitgesloten is. Omtre: dit punt diende zekerheid te bestaan. Tegen belegging in schuldbrieven van i buitenlandsche hypotheekbanken, bedoeld ond e, bestond by eenige leden bezwaar. Gevraagd werd of belegging in schuldbrief van buitenlandsche spoorwegmaatschappij geoorloofd zal zyn. Sommige leden waren teleurgesteld het niet vermelden in het artikel van schul bekentenissen ten laste van naaml. venno schappen en coöp. of andere, rechtspersoon lykheid bezittende vereenigingen, die zicht doel stellen de huisvesting van mingegoodc te verbeteren. Nog werd opgemerkt, dat het alleszio rechtvaardig is te achten, dat de batige saldo in de eerste plaats ten bate van de belan; hebbenden by de fondsen zouden worde aangewend. 2) „Ik zal verschijnen," verzekerde hj], „of het moest zijn, dat mijn chef do wreedheid had, my het eerste verlof te weigeren, waarom ik hem verzoek. En ik heb uw belofte, gravin, dat wt) gezamenlijk op beren en wolven zullen jagen?" „Ja," antwoordde zy, doch ditmaal zonder hem aan te zien. Eu nog vóór hy weer een vraag tot haar had kunnen richten, werd hun gesprek afgebroken door het naderen van een forsch gebouwd heor met een witten baard, wiena hoogrood gelaat, zoowel als de half dichtgeknepen oogen, met hun verrader- ïyken glans, deden vermoeden, dat hy den champagne van den gezant reeds duchtig aangesproken had. -i „Wel, markies," riep hy met een eenigszins dikke tong, „men weet zich te St.-Petersburg toch altijd te amuseeren. Maar men heeft deze beerlyke kunst ook nog niet buiten de hoofdatad geheel verleerd. Eu ik laat u niet vry, vóór gy my uw woord gegeven hebt, dat gU te Tereszewicze de proef daarvan komt riemen. Wy hebben wel geen pronkzalen, zooals deze hier, maar do wyn in myn kolder is daarom niet slechter dan die van den gezant en onder myn buren zyn charmante kerels, in wier gezelschap tot dusver nog niemand van vorveïïng gestorven is." Gaston Do Villiers haastte zich graaf Saburow meo te doelen, wat de gravin en hy zoo juist hadden afgesproken. Met die overdreven hartelykheid, waartoe slechts by zulk een geringe aanleiding een Rus iu staat is, schudde de graaf hem beide handen, her- haaldeiyk verzekerend, dat de markies hem als een zoen welkom zou zyn, en dat de dag van zyn komst een feestdag zou wezen op Tereszewicze. Toen spoedig daarop vader en dochter voor eeuige seconden gelegenheid hadden ongemerkt samen te spreken, zeide de gravin met van verontwaardiging schitterende oogen en een licht beven der stem, welke even goed een gevolg van toom ais van verdriet kon zjjn: „Hoe kunt u den markies verzoeken, wanneer gy van plan zyt thuis het oude leven weer voort te zetten? Denkt u werkeiyk, dat uw „charmante buren" in zyn smaak zullen vallen 1" Een goedmoedige glimlach vertoonde zich op het opgeblazen gelaat van den graaf. „Waarom ter wereld zouden zy hem niet bevallen, liovellDg? Maar gesteld, dat dit het geval ware, zoo zal er, dunkt me, nog altyd wol iemand in huis zyn, wiens gezelschap hem zyn klein uitstapje uiet zal doen berou wen. Dacht gy ook niet, myn duifje?" Een fonkelende blik uit Xenia's donkere oogen was het eenige antwoord, dat hy kreeg. Daarop keerde de gravin haar vader den rug toe om zich nog hartstochtelyker dan te voren aan het genot van het dansen over te geven. II. De derde morgen was reeds op het slot Tereszewicze aangebroken en nog 6teeds kon Gaston De Villiers niet van zyn verbazing bekomen over al het zonderlinge en vreemde, dat hem hier omgaf. Meer dan vier uren had de tocht met de slede, welke hy aan het station had gevonden om hem van hot dichtst by gelegen plaatsje naar de bezitting van Saburow te brengen, geduurd en de ontvangst was van den kant van den grondeigenaar even harteiyk en warm geweest ais de graaf hem dat op het bal van den gezant beloofd had. Na de voorstelling echter, welke de secre taris, van legatie zich van de verblyfplaats van de mooie gravin Xenia ongetwyfeld had gemaakt, kon het niet anders of deze moest hem tegenvallen. Wel kon het kasteel van Tereszewicze eens een fraai en imponeerend gebouw geweest zyn, doch de dagen van zyn glans waren reeds lang voorby eu enkels gedeelten hadden veel meer van een ruïne dan van een door zyn eigenaren bewoond huis. Overal was by groote stukkon de kalk van de muren gevallenscheef en onbeweeg- ïyk hingen de verweerde houten blinden in hun verroeste scharnieren, en de beide groote leeuwen van zandsteen voor het portaal had den zooveel van den tand des tyds te lyden gehad, dat zjj koppen noch staarten meer bezaten. Meer dan de helft van het groote gebouw was zeker in de wintermaanden geheel onge schikt om te bewonen en graaf Saburow, wien de treurige toestand van zyn slot vol strekt niet in verlegenheid scheen te brengen, had den jongen gast dan ook dadeiyk als tot verontschuldiging meegedeeld, dat hy het vol gend voorjaar van plan was alles te laten roBtaureeren. Hoe meer zich echter voor den markies de gelegenheid tot verdere opmerkingen aanbood, des te grooter werd zyn twyfel aan de ge loofwaardigheid van deze verzekering. Hier was alles in oen staat van diep verval en wanneer graaf Saburow werkeiyk de middelen bezat om het kasteel in een beteren toestand te brengen, dan had hy in elk geval onver- antwoordoiyk lichtzinnig gehandeld, door het reddingswerk zoo lang uit te stellen. De logeerkamer echter, welke men voor den be zoeker in gereedheid had gebracht, liet niets aan behaaglykheid en gemakken te wenschen over. Zij was met smaak gemeubileerd en in de beide ouderwetsche schilderyeD, welke een dor muren versierden, ontdekten Gaston's oogen by een nauwkeurig onderzoek zelfs waardige kunstwerken. Veel meer dan de beklagenswaardige toe stand van het slot had den markies het feit teleurgesteld, dat gravin Xenia by zyn aan komst niet op Tereszewicze vertoefde. „Zy logeert op een naburig landgoed," had graaf Saburow hem op zyn vraag ietwat verlegen geantwoord, „maar ik deDk wel, dat zy morgen of overmorgen zal terugkeeren, en tot zoo lang hoop ik in staat te zijn, u den tyd op een aangename wijze te verdrijven." Daar Gaston reeds vóór een week den d; van zyn komst had gemeld, voelde hy zie door Xonia's afwezigheid beleedigd. 'Want was alleen om baar gekomen en hy kon bi zeker niet als een zeer aanmoedigend teefce beschouwen, dat zy het niet eens noodi geoordeeld had, hem te ontvangen. In zj gedrag liet hy echter niets van zyn oei stemdheid merken en als een welopgevoi man ging by op Saburow's pogingen in, 01 hem verstrooiing te bezorgen. Op een lange wandelrit, welken zy in open sleden maakte! leerde hij de schoonheid van de eeuwenoud Lithauer bosscben kennen, en al kroeg voorshands ook geen beren en wolven te aan schouwen, zoo schonk hy toch volkomen de verzekering van zyn metgezel geloof, da hy wel meer dan één van deze beesten onde schot zou krygen. Zg kwamen voerby ea aantal armzalige dorpen en afgelegen boerei plaatsen, wier bewoners hen op hun dros geestige wyze eerbiedig groetten. „Toen myn vader zyn erfenis aanvaardde, zeide graaf Saburow by zulk oen gelegeohei met een opwelling van zwaarmoedigheid „waB dit alles zyn eigen: de bosscben, dorpen en do menschen byna drie duizet zielen! Het was toen een betere tyd da: tegenwoordig, waarde markies, en wy lieden, hebben al bitter weinig reden om de Czaar voor de opheffing van het lijfeigenscba] dankbaar te zyn." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 14