De mioister van fioancit'n maakt bekend,
dat bet saldo van 's Rijks schatkist op 8 dezer
bedroeg: bij de Nederlandsche Baok ƒ2,916,623.22,
on bij do betaalmeesters/2,960,167.13s, te zamen
ƒ5,876,790.65''.
Gerechtigdheid.
Emile Zola, de man, dien de geschiedenis
zal noemen als den man, die zyn „j'accuse 1"
(ik beschuldig) uitslingerde, is, nu het vreese-
lijkste drama, dat ooit gespeeld is, in het
laatste teJryf is getreden, opnieuw in de
„Aurore" aan het woord.
Se^trt elf maanden weldra heb ik Frankrijk
verlaten Gedurende elf maanden heb ik mezelf
de strengste ballingschap opgelegd, de onbe
kendste verblijfplaats, de diepste stilte. Ik was
als de zelfgewilde doode, neergelegen in het
geh ime graf, in afwachting van de waarheid
en v. n de gerechtigheid. En hedeö, nu de
waarheid overwonnen heeft, de gerechtigheid
eindelijk heerscht, herleef ik, ik keer we r
en herneem mijn plaats op den Franschen
bodem.
De 18ie Juli 1S98 zal in mijn leven de
afschuwelijke datum blijven, waarop i& al
mijD bloed gebloed heb. 't Is den 18den Juli,
dat ik, toegevende aan tactische dwanggronden,
luisterende naar wapenbroeders, di9 met mij
denzelfden strijd streden voor de eer van
Frankrijk, mij moest ontrukken aan al het
geen ik liefhad, aan al mijn gewoonten
van hart al3 van hoofd. En, terwijl men my
zoovele dagen bedreigt en men mij overlaadt
£>et beschimpingen, is dat overhaaste vertrek
zeker de wreedste opoffering) geweest, die
men van mij gevergd heeft, mijn uiterste
offer aan de goede zaak. De lage en domme
geesten, die zich verbeeld hebben, die gezegd
hebben, dat ik de gevangenis vlood, hebben
het bewijs geleverd van evenveel vuilheid als
ïan onintelligent!®.
De gevangenis, groote God! maar ik heb
Aooit iets anders gevraagd dan de gevangenis!
maar ik ben oog bereid er binnen te treden,
indien het noodig is 1 Men moet om mij te
beschuldigen haar to vlochten, die gebeele
geschiedenis vergeten hebben èn het proces,
dat ik gewild heb, met het eenige verlangen,
dat bet bet land zou zyn, waar het zaad der
waarheid zou opschieten, èn het volkomen
offer, dat ik bad gebracht van m(jn rust, van
mijn vrijheid, mij als zoenoffer biedende, by
voorbaat mijn ondergang aanvaardende, indien
de gerechtigheid triomfeerde. Is het heden
niet een schitterende getuigenis, dat onze
lange campagne op mijn raadgevingen voor
mijn vrienden en my slechts een belanglooze
stryd is geweest om uit de feiten het meest
mogelijke licht te doen spatten? Indien wij
tijd hebben willen winnen, indieb wij procedure
na procedure get ruikt hebben, dan is het
omdat wy hadden te waken voor de waarheid,
zooals men waken moet voor een ziel; dan
is bet, omdat wfj tusscben odzo banden niet
de zwakke glimming wilden doen dooven, die
met eiken dag sterker werd. Het was als de
kleine gewijde lamp, die men draagt in een
hevigon wind, en die men moet verdedigen
tegen de woeden van de drommen, waan
zinnig geworden van leugens.
W\j hadden slechts een tactiek, meesters
te blijven onzer zaak, baar voort te zetten
zooling wij konden, opdat er get eurtenissoD
uit zonden voortkomen, om eindelyk aan haar
te ontleenen wat wij ons als zekere bewijzen
btloofd hadden. En wij hebben nooit aan
ons gedacht, wij hebben nooit anders gehan
deld dan voor den triomf van bet recht,
bereid hem te betalen met onze vrijheid en
ons leven.
Laat men zich den toestand herinneren,
waarin ik my had gebracht in Juli te Ver
sailles. Het was de onbeschrijflijke wurging.
En ik wilde niet aldus gewurgd worden, dat
kwam niet overeen met mijn bedoelingen
dat men mij terechtstelde by de ontstentenis
van het Parlement, t9 midden der passies
van do straat. Onze wil was October te halen,
in de hoop, dat de waarheid nog verder zou
z(jn gegaan, dat de gerechtigheid zich toen
tueschen beide gesteld zou hebben.
Aan den anderen kant moest men niet ver
geten al den zwijgenden arbeid, die elk uur
gedaan werd, alles, wat vy konden verwachten
van de instructies, die geopend waren tegen
commandant Esterhazy en tegen kolonel
Picquart. Beiden waren in de gevangenis,
wij vergat n niet, dat bet licht mot geweld
bam moest breken uit de geopende enquêtes,
indien zy eerlijk geleid werden; en, 2onder
evenwel de bekentenis te kunDen voorzien, en
daarna den zelfmoord van kol. Henry, r kenden
wy op het onvermijdelijk gebeuren, dat den
een of anderen dag moest losbarsten, al de
monstruositeit onder haar ware sinistere licht
beschijnend. Van toen aan laat zich immers
ons verlangen, om tyd te winnen, verklaren
Hadden wij geen gelijk, van alle wettelijke
middelen partij te trekken om ons uur te
kiezen? "Was talmen niet overwinnen in den
moest smartelyken en heiligen kamp? Tot
eiken prijs moest men wachten, want alles,
wat w\j wisten, alles, wat wy hoopten, veroor
loofde ons voor den herfst rendez-vous aan
de overwinning te geven. Nogmaals, wy allen
rekenden niet, het gold uitsluitend een
o schuldige te redden, aan het vaderland den
ver8cbrikkelyk8teD moreeion rampspoed te
besp.<rin, waarvoor bet ooit gevaar had ge-
loopen.
En cie gronden hadden zulk een kracht,
dat ik gelaten vertrok, mijn terugkeer voor
October aankondigende, in de zekerheid aldus
een goed arbeider te zyn voor de goede zaak
eu den triumf te verzekereo.
Dan, na te hebben uiteengezet waarom,
toen October in bet land kwam, zyn vrienden
hem den raad moesten geven, nog altyd niet
terug te keeren, vervolgt hy.
En het is gedaan, en ik keer terug, omdat
de waarheid uitbarst, omdat de gerechtigheid
vervuld wordt. Ik verlaag in stilte terug te
keeren, in de sereniteit der overwinning, zon
der dat myn terugkomst reden moge geven
tot de minste stoornis, tot de geringste straat-
agit.tie. Het zou myner onwaardig zyn, my
een oogenblik te verwarren met de lage be-
ramers oer volksmanifetftatiet.
Evengoed als ik in het buitenland heb
kunnen zwygen, zal ik myn plaats weten te
hernemen aan de nationale haardstede als
goed, rustig burger, die niemand wenscht te
bemoeiiyken en zich stilzwygend aan zyo
gewone taak wenscht te zetten, zonder dat
men zich verder met hem bemoeit.
Nu de goede daad verricht is, wil ik noch
toejuichingen noch belooning, zelfs indien
men meent, dat ik een van de nuttige ar
beiders heb kunnen zyo. Ik heb geen enkele
verdienste gehad, de zaak was zoo schoon,
zoo humaan I Het is de waarheid die over
wonnen heeft en hot kon niet anders zyn.
Van af het eerste uur heb ik er de zeker
heid van gehad, ik ben zeker gegaan, het
geen myn moed vermindert. Dat was dood
eenvoudig. Ik wil wel, dat men van my zegt,
als uitsluitende lof, dat ik nocb een beest,
■och een kwaadwillige ben geweest. Boven
dien, ik bezit haar reeds, myn belooning,
te peinzen over een onschuldige, dien ik ge
holpen zal hebben zich uit het graf op te
richten, waarin hy, levend, sedert vier jaren,
lag te sterven. O, ik stem toe, dat het denk
beeld van zyn terugkeer, de gedachte hem
vry te zien, hem de handen te drukken, my
met een buitengewone emotie doortrilt, welke
mjj de oogen met gelakstranen doet vullen.
Die minuut zal voldoende zyn al myn zorgen
te vergoeden. Myn vrienden en ik, wy zullen
daar een goede daad bedreven hebben, waar
voor de eeriyke harten van Frankryk ons
eenige erkentelykheid zullen b6waren. En wat
wilt gy meer, een familie die van u zal houden,
eeo vrouw en kinderen die ons zullen zegenen,
een man die aan oos zal danken in zichzelf
den triomf van het recht en van de meoscheiyke
solidariteit geïncarneerd te hebbent
Doch wanneer de stryd van heden voor my
goëinotgd is, indien ik uit de overwinning geen
enkelen buit, noch politiek mandaat, noch
plaats, noch eerbewyzen verlang, indien myn
eenige ambitie is, myn stryd voor de waarheid
voort te zetten, zoolang myn hand de pen zal
kunnen vasthouden, wilde ik opmerken, eer
tot andere kampen over te gaan, welke myn
bedachtzaamheid, myn gematigdheid in den
stryd is geweest. Herinnert men zich het af-
schuweiyke gekryscb, dat myn brief begroette
aan den president der Republiek Ik was een
beloediging van bet leger, een verkochte, een
sanspatrio. Literaire vrienden van my, ont
hutst, verschrikt, gingen uiteen, lieten my alleen
in den afschuw van myn misdaad. Er werden
artikelen geschreven, die in den vervolge zwaar
zullen drukken op het geweten der onderfceeke-
naar6. Eigeniyk had nooit een schryver, ruw,
gek, ziek van trots, een brief aan een staats
hoofd gericht, die grover, leugeoacbtiger misda-
ciger was. En nu, men leze hem opnieuw, myn
armen Brief. Ik ben er een weinig beschaamd
om geworden, ik beken het beschaamd,
om zyn bescheidenheid, zyn opportunisme, ik
zou byoa zeggen om zyn lafheid. Want wyl
ik biecht, mag ik wel bekennen, dat ik de
diDgen erg had verzacht, dat ik zelfs velo
8tilzwygend voorby was gegaan, die bekend
zyn, heden bewezen, en waaromtrent ik nog
wilde twyfelen, zoo monsteriyk en onzinnig
kwamen zy my voor. Ja, ik verdacht reeds
Henry, doch zonder bewys, zoo ver reeds dat
ik het verstandig achtte, hem zelfs niet in
de zaak te betrekken. Ik raadde etteiykogo-
schiedenissen, vertrouwelyke mededeelingen
waren tot my gekomen, zóó scbrikkelyk,
dat ik meende ze niet te kunnen wagen, in
haar afgrijslijke gevolgen. En daar zyn zy
onthuld, zijn zy de alledaagsche waarheid van
heden geworden.
En ziedaar myn armen Brief, die niet meer
terzake is, als geheel kindorlyk scbynt, oen
gewone „berquinade", het verzinsel van esn
beginnend romanschrijver, naast de hieriyke
en wilde werkelijkheid.
Ik herbaal, dat ik noch het verlang n noch
de behoefte heb te triumfeeren. Doch niet
temin moet ik wel constateer- n, dat de gebeur
tenissen op dit uur wel degeiyk het bewys
hebben geleverd van al myn beschuldigingen.
Er is geen enkel van de door my beschul
digde personen, waarvan de schuld ni.t aan
getoond is, in hel verblindend licht der
enquête. Httge n ik heb aangekondigd, het
geen ik voorzien heb, het staat daar overeind,
lichtstralend. En waarop ik nog mesr zacht
trotsch ben, is, dat myn Brief zonder heftig
heid was, verontwaardigd, doch myner waardig:
men zal er geen beleediging, zelfs geen heftig
woord in vinden, niets dan de verheven smart
van een burger, oie gerechtigheid vraagt aan
het hoofd van den Staat Aldus is de eeuwige
geschiedenis myner werken geweest, ik heb
nooit een toek kunnen scbryven, een bladzyde,
zonder overstelpt te zyo van leugens van
scheldwoorden, terwyi men den volgenden
dag gedwongen was my geiyk te geven.
Ik heb dus een blanke ziel, zonder toorn,
Doch wrok. Indien ik slechts luisterde naar
de zwakheid van myn hart, in overeenstem
ming met de versmading myner intelligentie,
zou ik zelfs zyn voor de groote vergiffenis, ik
zou de loosdoeners laten onder de enkele
kastyding van de eeuwige publieke minach
ting. Doch ik geloof dat er noodzakelyke
bestraffingen moeten zyn en het overtuigend
argument is, dat indien niet eenig afschrik
wekkend voorbeeld gesteld wordt, Indien de
gerechtigheid de voornaamste schuldigen niet
treft, de kleine burgerij nimmer aan den reus-
achtigeu omvang van de misdaad zal geloo-
ven. Er moet een schandpaal opgericht worden
opdat de menigte eindelyk wete. Ik laat dus
de Nemisis haar wraakwerk voleinden, ik zal
haar niet helpen. En in myn dichters toe
gevendheid, volkomen voldaan met de zege van
het ideaal, biyft er niets dan een wanhopige op
stand, de afschuwelyke gedachten, dat kolonel
Picquart nog in de ketenen ligt Geen dag ia
voorbygegaan, zonder dat uit myu ballingsoord
myu broedt riyke smart tot hem, io zyo gevange
nis, is gegaan. Dat Picquart aangehouden
is, dat sedert een jaar weldra men hem in een
kerker houdt als een misdadiger, dat men
zyn marteling gerekt heeft door de schande-
lykste der rechterlijke komedie, dat is een mon
sterachtige daad, die de rede tot waanzin be
droeft. De vlek zal onuitwischbaar blyven op
al degenen, dis te maken hebben gehad in
deze bovenmatige ongerechtigh id. Eu wan
neer morgen Picquart niet vry is, zal geheel
Frankryk zich nimmer schoonwasschen van de
onverklaarbare krankzinnigheid in de banden
der misdadigers, der beulen, der leugenaars,
der falsarissen, den edelste, den heldhaftigste
en den glorierijkste van zyn kin déren te heb
ben gelaten.
Dan eerst zil het werk voltooid zyn. En
het is geen oogst van haat, het ia een
oogst van goedheid, van billykheid, van on-
einoige hoop, dien wy gezaaid hebben.
Hy moet groeien. Heden kan men er nog
slechts den rykdom van voorzien. Alle poli
tieke partyen hebben schipbreuk geleden, het
land hoeft zich gescheiden in twee kampen:
aan de eene zyde de reactionnaire krachten
vau het verleden; aan de andere de geesten
van onderzoek, van waarheid en van het
recht, in marsch naar de toekomst. Die
gevecht8po8ten zyn de eenige logische, wy
mo.ten ze bewaren voor de verovering van
morgen. Aan het werk dus, met de pen, met
het woord, met de daadl Aan het werk van
den vooruitgang en de bevry-iing! Het zal de
slooping zyn van 89, do geleidelyke revolutie
der ontwikkelden en der harten, de gemeen
schappelijke democratie, vrijgemaakt van de
slechte machten, eindelyk gegrondvest op de
wet van d^n arbeid, die de billyke verdeeling
der rijkdommen zal veroorloven. Dan zal het
vrye Frankryk, het rechtende Frankryk, ver
kondiger van de rechtvaardige maatschappy
der aanstaande eeuw, souverein zyn onder
de volkeren. Er is geen ryk, zoo geklonken
in bet yzer, dat niet ineen zal storten wan
neer het de gerechtigheid aan de wereld zal
hebben gegeven, z'ooals het haar reeds de
vrybeid heeft gegetenl Ik zie er geen andere
historische rol voor en het heeft nog uiet
zulk een schittering van glorie gekend.
Ik ben thuis. Mynheer de procureur-generaal
kan dus, wanneer het hem belieft, mU bet
arrest van het Hof van Assisen van Versailles,
dat my by verstek tot een jaar gevangenisstraf
en tot drie duizend franken boete heeft ver
oordeeld, laten beteekenen. En wy zullen
elkaar terugvinden vóór de jury.
Door my te laten vervolgen bob ik slechts
de waarheid en de gerechtigheid gewild. Zy
zyn er heden. Myn proces is niet wettig meer,
ik stel er geen belang meer in, de gerechtigheid
zal eenvoudig hebben te zeggen, of het een
misdaad is de waarheid te willen. (Jlbl.)
Geihengd Nieuws.
Om te laten zien hoe druk het
Zondag te Haarlem by gelegenheid van het
bloemencorso, enz. is geweest diene dat alleen
van Amsterdam per spoor werden aangebracht
6 a 7000 personen, dat do tram Alkmaar
Haarlem er 3000 aanvoerde en die van Leiden
Haarlem 4000. De koffiehuizen in den omtrek
van het feestterrein hebben een tyd gehad,
dat zy geeD voorraad meer hadden.
De zakkenrollers hebben dien dag te
Haarlem ook hun slag geslagen. Aan een
dame op bet feestterrein werd een portemon-
naie met f 70 ontrold en twee meisjes
onder bot publiek buiten misten eveneens
haar beurzen.
Men meldt uit Amsterdamaan
't „Haarl. Dagblad:" Naar wy met zekerheid
vernemen, zal de administratie der posteryen
niet overgaan tot het aanschaffen der motor
wagens, waarmede proeven worden genomen
voor den postwagendienst Amsterdam Leiden.
Door do autoriteiten is besloten met electromo-
bielen in den dienst te voorzien In overeen
stemming met het gesloten contract zullen
de proeven met den motorwagen evenwel nog
worden voortgezet.
Spoorwegongeluk te Vlissingen.—
Van verschillende zyden wordt de juiste op
merking gemaakt, dat een onderzoek der
rytuigen onmiddeliyk na het ongeval te Vlis
singen een dringende eisch ware geweest.
Iemand, die veel reist, acbryft het volgende
briefje aan do „N. R. C.":
„Volgens een enkel telegram en een zeer
kort bericht, dat nog wel bevestiging zal
behoeven, beeft zich by het spoorwegongeluk
te Vlissingen een feit voorgedaan, welks
wedergade wel moeiiyk zal zyn aan te wtyzen
en dat den indruk maakt van een ongehoorde,
onoplettende handelwyze biyk te geven, die
het veel reizend publiek vervult met een
hoog ernstige ongerustheid.
Het is dringend noodzakeiyk, to protesteeren,
want men heeft te weten, dat een herhaling
zich nooit zal voordoen.
Het beschadigde postrytuig dan is, zooals
allen, die den volgenden morgen het station
bezochten, kunnen gezien hebben, van de lyo,
waar het ongeval plaats had, verwyderd, een
vry grooten afstand teruggezet buiten teroik
van het publiek; het is tlykbaar niet onder
zocht, noch door het spoorwegpersoneel, nocb
door het parket, dat zich blykens bericht in
de dagbladen reeds Vrydagmorgen op de plaats
van het ongeval bevond.
En zie, Zaterdagavond leest men, zonder
verderen commentaar, dat zich in de eerste*
klasse-coupé, die verbrijzeld werd, een lyk
bevond. Maar dat is eenvoudig schandeiykl
En de hemel geve, dat de spoorweg directie
dit bericht kunne tegenspreken of billykenl
Alzoo wy zouden, als veel reizende, aan
een ongeluk kunnen zyn blootgesteld, dat
is ons bekend; wy zouden ons leven toever
trouwen aan Westinghouse ramtoestellen,
waarmode vaak veel te wild geremd wordt,
en waarvan er twee in twee dagen blyken
defect te zyn het is nog to begrijpen.
Maar wanneer wy hot slachtoff.r werden
van de ramp, die ons eiken dag bedreigt,
dan zou het mogeiyk zyn, dat ons gezin
2 x 24 uren in de overtuiging verkeerde,
dat wy gered waren, om dan plotseling....
neen, dat is monsterachtig! Er zyn eenvoudig
geen woorden voor.
En dan te denken, dat het slichtoffer of
dat wy in zulk geval eens niet dood had
den kunnen zyn....
Wanneer de schyn werkelykheid wort en
de Maatschappy zich niet kan rechtvaardigen,
dan is geen oordeel te scherp en kan men
de schuldigen niet voldoende straffen/'
Ook de redactio der „N. R. C." acht het
volstrekt noodig, dat het publiek worde inge
licht hoe het mogeiyk is, dat eerst twee
dagen na het ongeluk een nauwkeurig onder
zoek is ingestMJ naar de al of niet aanwezig
heid van passagiers in de beschadigde coupé.
Aan bet licht behoort ts komen aan wie het
verzuim te wyten is. Het optreden der auto
riteiten in deze behoort van dien aard te zyn,
dat men de overtuiging krygt, dat zy zich
ten volle bewust zyn van het ernstige van
het gebeurde.
De „Midd. Ct." schryft:
„Te Vlissingen, zoowel als elders, wekte
het en zeker niet zonder reden - verbazing
en zelfs verontwaardiging, dat men twee
dagen lang den verbrijzelden waggon liet
staan, zonder een grondig onderzoek in te
stellen, of zich daarin nog personen bevonden.
Toch meenc-n wy voor deze nalatig schynende
handelwyze wel een, wfj zullen niet zeggen
geldende, maar toch eenigszins verschoonende,
reden te kunnen opgeven.
Naar ons een ooggetuige mededeelde, was,
op bevel van den aanwezigen stationschef
(plaatsvervangend, wyl de chef door ziekte
verhinderd was dienst te doen) dadeiyk een
onderzoek ingesteld naar de passagiers, t •rwyl
men ook in de verbrijzelde waggons zocht,
doch alleen de ïyken der beide conducteurs
vond. Toen de commandant van de mailboot,
die Donderdag-avond varen moest, berichtte,
dat een der eerste-klasse hutten, welke voor
deze reis besproken was, nog niet was bezet
en er dus nog één passagier moest worden
vermist, heeft men opnieuw een onderzoek
ingesteld.
Onze zegsman verhaalde ons daaromtrent
het volgende: „lk begaf my daarom (J. i. tot
dat onderzoek) weder tusschen de stukken
van den waggon en tastte overal rond, maar
voelde niets dan kussens, stukken hout en
glassplinters. We dachten daarom, dat de
gezochte passagier niet met dezen trein was
meegekomen."
Als de meest aannemelijke veronderstelling
komt ons nu voor, dat de dame by deo eerstdü
schok, dien de trein kreeg, gevallen is,
terwyl de samenschuivende wanden en bankn
baar ^de ledematen, armen en boenen ver
brijzeld en haar daarna onder kussens, hout
en stukken yzer bedolven hebben. Het lyk
werd gevonden, in de hand een tascbje
houdende en een sjaal om de schouders ge
worpen, zoodat de dame zich naar alle waar
schijnlijkheid reeds had gereed gemaakt uit
te stygen.
Naar men ons mededeelde, waren de tanden
diep in het vleesch van de onderlip gedron
gen, hetgeen by sommigen het vermoeden
heelt doen ontstaan aan den dood, veroorzaakt
door verstikking. In hoever de reizigster nog
geleefd heeft, valt niet met zekerheid te
zoggen.
Op verzoek van den vader der jongo dame
heeft echter geen nadero lykschouwiog plaats
gehad.
Gistemamiddag is het stoffelyk overschot
van de zoo ongelukkig omgekomone, per
lykwagen, gevolgd door een rytuig, waarin
drie hoofdambtenaren der Staatsspoor en den
commissaris der Rijkspolitie, van het zieken
huis te Vlissingen naar het station gebracht.
Twee prachtige kransen dekten de kist, die
geplaatst werd in een bagagewagen, met rouw
gedrapeerd. De adjunct-inspecteur der Staats
spoorwegen Gorissen begeleidt het lyk tot
Zürich."
Nader meldt men uit Vlissingen: De be
grafenis der beide omgekomen conducteurs
had gisteren onder veel belangstelling plaats.
De kisten waren geheel bedekt met kransen.
De stoet werd gevolgd door een vyftigtal
lieden van het personeel der Spoorwegmaat-
schappy.
V r y d a g kwam een muzikant der
koloniale reserve te Nymegen, gezeten op
een rijwiel, door het nemen van een te korten
draai met zyn fiets terecht tegen een ladder,
waarop, eenige meters hoog, een glazen-
wasacher stond, die ten gevolge van den
schok naar beneden viel en.op zyn voeten
terecht kwam en zich niet het minst bezsorde.
Fietser en glazenwasscher stonden elk..nder
even beteuterd aan te staren, doch op voorstel
van den fietser gingen ze samen voor den
schrik een pot bier drinken.
Een vyftienjarige jongen te Eind-
hovon, die zich in de Dommel baadde, waagde
zich op te diepe plaatsen en moest zyn waag
halzerij met den dood bekoopen.
Gisteren is te Bathmen een
boerenwoning afgebrand, waarty een paard,
een zeug met tien biggen en vier kalveren
omkwamen. Oorzaak onbekend.
De perBoon, die door J. De Jager,
te Balk met een mes vreeseiyk aan den hals
werd verwond, is beterende. Men hoopt hem
in het leven te houden. Zaterdag werdea
getuigen in deze zaak door den rechter
commissaris, ten paleize van justitie te Hee
renveen, gehoord. Men vernoemt dat, De J.,'
die preventief gevangen zit, een volbdige'
bekentenis heeft afgelegd.
Eu de dader èn de verwonde staan niet
gunstig bekend.
Op vele plaatsen in Casti liê ia
de graan- en wynoogsfc door nachtvorst ver
loren gegaan.
Aan de Spaansche kust der Middellandsche
Zee hebben hevige stormen gewoed.
Do oudste maire van Frankryk,
Adam, te Tarbes, is overleden. Hy was 92
jaar en had vóór weinige dagen nog aan oen
feestmaal een rede gehouden. Hy wordt in
zyn stad algemeen betreurd.
Een schat in de diepte. Uit
Athene meldt men: Grieksche duik.rs hebben
onlangs in de nabyheid van Tscbesme ge
lukkige dnikproeven genomen naar een voor
jaren op genoemde plaats gezonken Russisch
oorlogsschip. Het gelukte hun het schip te
vinden en uit het inwendige daarvan 130,000
gouden dukateD, een groote boeveelhei i andere
gouden en zilveren munten, zoomede zeer
kostbare voorwerpen, die een geheel vermogen
vertegenwoordigden, te voorscbyn te halen.
De gelukkige duikers ontvingen van de Rus
sische regeering daarvoor een som van ruim
200,000 franken. (TJ. D.)
Een elfjarig negerinnetje Cora
Hicks te Durham, in Noord Carolina, is wegets
moord tot levenslange gevangenisstraf veroor
deeld. Zy had, op een kindje moetende passen,
toen dit door aanhoudend geschrei haar lastig
werd, het wicht op het haardvuur gelegd en
doodgeroosterd.
Donderdag-ochtend stapte te
Leuven een jonge scboone in c'en dameswagen
van een trein. Nauwelijks gezeten, haalde zy
een sigarettenkoker uit en dampte, dat het
oen lust was. Haar medereizigsters kwamBn
io opstand eu beklaagden zich maar wat
was er aan te doen? Dames-rookwagèns z9u
er nu eenmaal nog niet.
Aan het ministerie ran marine
te Kopenhagen werd, zooals onlangs is ge
meld, de brandkast opengebroken en de som
van 600 kronen daaruit gestolen. De in het
ministerie aangestelde teekenaar Sievertsen
is als dader ontdekt geworden.
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
nHENNEBERG-ZIJOB%
slechts echt, wanneer direct uit myne (abrie
ken betrokken. Zwart, wit en gekleurd, van
46 Cis. tot ƒ14.86 p. Meter. -- Glad, ge
streept, gekarteld, gestippeld, Damast, onz
(240 verscb. quallt en 2000 verscbill. kl/uron,
dessios, enz.), franco en van Invoer
rechten thuis. Monsters omgaand. Dubb.
briefporto naar Zwitserland. 4720 11
G. HENNEBERG's Zyde-fabriekcn,
(K. o. K. Uofl.) Zürich.
INGEZONDEN.
Geachte Heer Redacteur
Volgens besluit van den Franschen Minster-
raad zal de kruiser „Sfax" naar bet Duivels
eiland worden gezonden om Dreyfus af te
halen. Door vernietiging van het vonnis van
den Krijgsraad worót hy teruggebracht in
den staat van beklaagde. In welke qualiteit
geschiedt nu de terugbrenging? Naar myn
meening moet hy weder worden behandeld
met de aan den rang van kapitein verschul
digde égards, aangezien de degradatie nu ook
is vernietigd, als zijnde deze het gevolg geweest
van zyn veroanning.
Gaarne ontviDg ik hieromtrent Uw meaning.
P.
[Wy kunnen den geaebten inzender mede*
deeleD, dat een correspondent van een der
Engelsche bladen schryft, dat van het oogen Mik
af, waarop het Hof van Cassatie het arrest
uitsprak, Dreyfus, in overeenstemming met
den Code, beschouwd zal worden als „préveDu",
dat wil zeggen als een beschuldigde, die, in
afwachting van het vonnis, wordt geacht
onschuldig te zyn. De minister van koloniën,
op de hoogte gebracht van de beslissing van
het Hof, zou direct don heer Denial, chef van
de strafkolonie to Cayenne, last geven, wiens
plicht het zal wezen aan Dreyfus het goede
nieuws mede te deelen, hem zyn militair
salaris te vergóeden en hem het kruis van
het Legioen van Eer te verleenen. Alfred
Dreyfus zal van dat oogenbiik weer Alfred
Dreyfus wezen. Hy zal ln de functie van een
officier van de gendarmerie of infanterie gesteld
worden, en zal worden aangesproken met
„mon capitaine." Rbd.]