N°. 12049 Woensdag 7 Juni. A0. 1899 <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Juni. Feuilleton. De twee gebeden. PRIJS DEZER COURANT; Voor LeJden per 8 maandeo. PRUS DHR ADFERTKNTHAN Van 1-6 regels f l 05. Iedere regei meer 0.J7J. - Gfootere ■Franco per post 'Afzonderlyke Nommers letters oaar plaatsruimte - Voor het IncasseereD bui too de «rad wordt f 0.05 berekend Hedenmorgen te tien uren werd op de begraafplaats Marepoort het stoffelijk, overschot Tan wyien den brievenbesteller Jan De Koning aan de groeve toevertrouwd. Van af htt sterfhuis ging de stoet, vooraf gegaan door het vaandel der vereeniging „De Post", in rouw, en tien leden uit het bestuur, waarvan enkelen gedecoreerd, voorop. Daarop volgde de lijkwagen. Vier der oudsten waren slippendragers en daarachter ging een 16-tal bestellers, die hun jeugdigen kameraad de laatste eer be- wozen. Een 3 tal rijtuigen, waarin familieleden en genoodigden, volgde, maar ook een groot aantal personen vergezelde den stoet. Groot was ook de belangstelling op den doodenakker zeiven. Daar merkte men den directeur van het postkantoor alhier op, die, toen de lijkstoet door een 12 tal bestellers naar de groeve werd gedragen, zich achter dien stoet aansloot. Vervolgens werd de 32-jarige overledene, nalatend vrouw en 2 kindereD, de laatsten stonden daar onbewust van het groote ver lies dat zjj leden in de groeve neergelaten. Daarna trad ds. De Hoest naar voren, die In woorden van groote waardeering ovtr De Koning als vader en als trouw, ijverig be steller en gezien kameraad sprak, maar ook (Wees, op de goode verwachting, die hij had, '„om na dit leven een beter leven te gemoet te gaan". Een Psalmvers werd na deze plechtigheid gezongen en velen der aanwezigen waren zeer aangedaan. Eindelijk voerde nog even het woord do president der vereeniging, Milikan, die, na hot velo en goede, reeds over zijn makker door ds. Dj Hoest gesproken, hem nog wflJe herdenken als een voorbeeld van een goed kameraad, en allen er op wees, om zulk een voetspoor te volgen. Voor het afbreken der ruïne van het afgebrande vereenigingslokaal van de afd. Lei Jen van het Ned. Werkliedenverbond „Patrimonium" aan de Hooglandsche Kerk- gracht en daar ter plaatse l ouwen van een nieuw gebouw met 2 vergaderlokalen was eenig inschrijver de heer D. Kooreman voor f 8643. Het bedrag der minste inschrijvingen b\j aanbesteding in vakken beliep 11,110.75. De uitslag van de heden in het gebouw der Kweekschool voor Zeevaart alhier gehou den openbare aanbesteding voor de levering van aardappelen, ten behoeve van het perso neel der marine te Leiden, gedurende het tyovak van 1 Juli tot en met 31 December 1899, is, dat voor die levering werd inge schreven door de heeren M. Boon, albitr, voor 8.75, T. J. B. Haan, alhier, voor ƒ4.17, eo- J. Egelman, te Hoorn, voor ƒ4.72; allen per ll00 K.G. Van het „Woordenboek der Nederlandscho fTaal" is heden van het derde deel verschenen de 9de aflevering, behandelende de woorden Brengen-Broeder, bewerkt door dr. J. W. Muller. Wü vestigen gaarne de aandacht op den flink geschilderden studiekop, thans bij de firma Sala geëxposeerd en werk van een stad genoot, die zich eerst sedert kort aan de kunst heeft gewijd, den heer G. S. Yrint. Naar men ons verzekert is ook de gelijkenis met het model zeer goed en bezit de heer Vrint blijkbaar veel aanleg voor het portret schilderen. De 2de luit. G. W. Vreede, van het 3de reg. huzaren te Leiden, is voor twee jaren by de rijschool te Amersfoort gedetacheerd. By Kon. besluit is met ingang van 19 September a. s.: lo. aan dr. J. H. Gunning Jr. eervol ont slag verleend als hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Ryks-Universiteit te Leideü, met dankbetuiging voor de door hem bewezen diensten; 2o. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der gojgeleerdheid aan de Ryks-Universiteit te Leiden, om onderwys te geven in de encyclopaedia der godgeleerdheid, do geschie denis der leer aangaande God en do zeden kunde, dr. P. D. Chantepie de la Saussaye, hooglteraar aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. De prys uit bet Thiemefonds is dit jaar door de Maatschappy van Nyverheid toege kend aan A. Sluyser, leerling-beeldhouwer te Haarlem. Op de voordracht voor onderwyzeres aan een openb. lagere school te Hilversum komt voor mej. S. Brouwer, te Alfen aan den Ryn. De gemeenteraad van Nymegon heeft het voorstel aangenomen om een leening aan te gaan van 230,000 voor den bouw van het slachthuis. In een vergadering van de commissie voor de festiviteiten by het bezoek van H. M. de Koningin te Rotterdam deelde de voor zitter mede, dat by met eenige zekerheid meende te mogen mededeelen, dat binnen korten tyd oen wetsontwerp tot verbetering der Zondagswet (van 1815) de Tweede Kamer zal bereiken. Hr. Ms. pant8erdekscbip „Zeeland," onder bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis, is 3 dezer te St. Lucia en Hr. Ms. schoener „Suriname," onder bevel van den kapitein luitenant ter zee A. C Van derSande Lacoste, is 4 dezc.r te Hellevottsluis aange komen. De état-major van laatstgenoemde bodem bestaat uit den luit. ter zee lste kl. G. Witsen Elias, de luits. ter zee 2de kl. J. F. Nyland, J. L. Von Leschen en W. Van Braam; den offic. van gezondheid lste kl. L. J. Jansen; don offic. van administratie lste kl. O. Willemsteyn. Chef der machinekamer is de boofdmacbinist lste kl. F. H. J. Martyn. Het is thans zeker, dat H. M de Koningin- Moeder H. M. de Koningin by Hds. bezoek te Rotterdam op 9 Juni zal vergezellen. Het gevolg van HH. MM. by dit bezoek zal bestaan uit de dames barones Yan Harden- broek, grootmeesteres; barones Van Ittersum on jkvr. Van de Poll, dames du palais hono- raire8, de laatste hofdame van do KoDingin- Moeder; barones Rengsrs en barones De Constant Rebecque, hofdames, en de heeren luitenant generaal graaf Du Monceau, chef van het militaire huis; baron Bentinck, eerste stalmeester; jhr. Van Pabst van Bingerden, kamerheer van H. M. de Koningin; kolonel Sirtema van Grovestins, adjudant; jhr. Van der Staal, adjudant en particulier secretaris van H. M.; jhr. Van Tets en jhr. Van Weede, kamerbeeren van H. M., dienst doende by de Hofhou;ing van H. M. de Koningin-Moeder; eerste luitenant graaf Du Monceau, ordonnance van H. M. De aankomst van Hare Majesteiten is defini tief bepaal 1 op 10 uur 45 m., het vertrek op 7 uur 33 m. De „N. R. C." verneemt, dat jhr. De Ranitz enkele dagen geleden een lichte operatie aan den rechtervoet heeft ondergaan. De patiënt is reeds byna geheel hersteld, doch moet nog volkomen rust houden. De heer De Ranitz zal dus niet in het gevolg van Hare Majesteiten zyn by het bezoek te Rotterdam. Men schryft aan het „Nbl. v. Ned.": De verrassende benoeming van den generaal- majoor W. Rooseboom tot Gouverneur-Gene raal van Nede'rlandsch-Indië geeft aanleiding tot allerlei beschouwingen in de bladen, die meer naast de quaestie loopen dan het hart der zaak raken. Er waren twee serieuze candidaten voor het gouverneurschap, wier namen het nu geen nut meer heeft te noemen. De een was candidaat van den minister van koloniën, maar deze slaagde er ni.t in zfln ambtge- nooten te overreden; op-.zya beurt wilde de minister nu ook niet den candidaat, wiens benoeming door andere ministers werd voor gestaan. En zoo weri de heer Rooseboom benoemd, aan wien aanvankeiyk zoo goed als niet was gedacht. Öf 's lands belang wel in elk opzicht by* deze gewichtige benoeming den doorslag heeft gegeven, is een vraag, die aan zeer ernstigen twyfel onderhevig is. Te Arnhem is in den ouderdom van 57 jaren overleden de heer B. Donker Curtius, gep. assistent-resident. De Deutsche hoogleeraar A. Huet is overleden, G3 jaar oud. Sedert 1864 was hy aan de Polytechnische School te Delft verbonden, eerst als leeraar en sedert 1896 als hoogleeraar in de werk tuigbouwkunde. Vooral heeft hy zich verdimsteiyk gemaakt door zyn vele ge schriften over onze waterwegen, o. a. over Amsterdam's waterweg naar zee, voor welks veranderiog in een open riviermond hy tot het eind toe heeft gestreden. Naar wy vernomen is ds. Van der Valk, te Scheveningen, ernstig ongestelJ, zoodat zyn vertrek naar Lerwick voor de zending onder de Hollaadsch9 visschers zal moeten worden uitgesteld. Vad Door het hoofdbestuur der Schippers- vereeoiging „Schuttevaer" zyn de volgende adressen verzonden: „Aan Burg. en Weths. van Hof-van-Delft en Vryenban, met verzoek maatregelen te nemen, dat het vaarwater in hun gemeenten van af de Nederlandsche Oliefabrlek tot aan de Lepilbrug niet langer wordt versperd door het liggen van stoombooten, schuiten, enz. Aan Ged. Staten van Zuid Holland, met verzoek in het groot belang der scheepvaart, vanwege de provincie De Zyl en het Kager- meer van verkenningslichten te voorzien. Van den minister van oorlog is op een verzoek om verbetering en verl.ooging van het licht op het fort Pampus ten antwoord ontvangen, dat daaraan niet voldaan kan worden. Het stoomschip „Ardjoeno", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 5 Juni van Marseille; de „Bogor", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 5 Juni van Suez; de „Bromo", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 4 Juni te Southampton; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 5 Juni Dungeness; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 3 Juni van Nieuw-York naar West- Indië; de „Reichstag", van Oost Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 3 Juni van Lissabon; de „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 4 Juni van Suez; de „KaDzler," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 5 Juni te Aden; de „Maasdam," van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 5 Juni Lizard; de „Bundesn.tb," vertrok 4 Juni van Zanzibar naar Vlissingen en Ham burg; de „Juno," van de Middellandsche Zee naar Amsterdam, passeerde 6 Juni Dungenes de „Koningin Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 6 Juni te Genua; de „PenelopV vertrok 5 Juni van Sorrento naar Amsterdam. lïazerswoude. Onze burgemeester, mr. J. Bruyn, heeft onder meer zich daardoor reeds verdiensteiyk gemaakt, dat hy ons als inge zetenen van de plaag der lancloopery, met den immoreelen nasleep van dien, verlost heeft. Dat, als hoofd der politie, voortdurend zyn streven gericht is om schade en onheil van de ingezetenen uit de eigen en andere ge meenten te weren, bewyst een missive, welke hy zond aan vekn zyner ambtgenooten en waarin hy de aandacht vestigt op een persoon van middelmatige grootte, omstreeks 40 jaren oud, die waarscbyniyk zyn werk er van maakt het' publiek te misleiden. Hy tracht tegen 1.30 per stuk te ver- koopen toeken over de Zending, waaraan als premie verbonden is een portret van H. M. de Koningin, en laat de menschen (koopers) vooruitbetalen. Als naam en adres heeft hy in deze gemeente opgegeven H. Sanders, Molenstraat 16, te Utrecht. By onderzoek is gebleken, dat dit adres geheel valsch was. (Rb.) Leiderdorp. Aan het Rykstelepboonkantoor alhier zyn gedurende de afgeloopen maand verzonden 28, ontvangen 68, te zamen dus behandeld 96 telegrammen. Do alphabetische lyst v^n de in dit jaar ingeschrevenen voor de schuttery ligt van 8 tot 15 Juni a. s. ter secretaris dezer gemeente voor een ieder ter inzage. Warmond. In de jongste aflevering van „De Katholiek" wydt de Zeereerw. heer dr. A. H. L. Hensen twee artikelen aan het feestvierend Seminarie. H=t eerste, op nauwgezette bronnenstudie berustend, behanJelt uitvoerig de stichting van deze kweekschool voor de seculiere geeste- lykheid, waarin 12 April 1799 met 17 studenten het eerste stu iejaar geopend werd; het daar voor aangekochte huis - dat nog altyd grooten- deels aanwezig is en erf kostten, met do overdracht, 11,969.46. Het andere artikel van prof. Honsen is ge titeld: „Koning Willem I en het Seminarie to Warmond." Schryver deelt daarin mede, dat de kerksieraden, welke Koning LoJowyk Napoleon by zyn aftreden (Juli 1810) in zfla hofkapellen te Amsterdam, op „Htt Loo" en op ht „Huis ten Bosch" achterliet, door Koning Willem I werden geschonken resp. aan de Jacobuskerk te 's-Gravenhage, de kerk te Vaassen en de kapel te Warmond. Zich vervolgens bepalende tot het Seminarie, doelt de heer Hensen o. a. mede, dat die konink lijke sieraJen daar steeds met groote zorg zyn bewaard en nog heden worden gebruikt. By de feestviering op 14 Juni ter herden king van bet 100-jarig bestaan welke feest viering, naar wy reecs meldden, aanvangt met een Pontificale H. Mis en Te-Deum zal in den middag worden uitgevoerd een declamatorium, getiteld: „De Berg des Heeren". H t handelt in crie deelen over de roeping van den priester, diens voorbereiding en de voltooiing hiervan. Ter verduideiyking van den titel geven wy hier den tekst, waarmede het eerste deel aanvangt: „De Heer sprak tot Mozes: Styg tot my op, op den borg, en biyf daar." Naar wy vernemen, zyn er nog ongeveer 475 priesters, die op Warmond gestudeerd hebben. Van dezen zal zeker de grootste helft ter heuglyke feestviering opgaan. Rb Noordwyk. Tegen a. s. Woensdag '6 avond 7 uur is een openbare vergadering van den Raad dezer gemeente belegd. Vit de „Staatscourant." Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau jhr. W. F. Trip van Zoudtlandt, predikant bij de Ned.-Herv. Gemeente te Hattem. Aan mej. L. F. K. Martin, geboren te Heidel berg, J. H. Hendrix, geboren te St-Hubcrt, en J. M. H. Maassen, geboren te Kaldenkirchen, vergunning verleend tot het goven van lager onderwijs, mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vereischten voldoen. De volgende pensioenen verleend aan:S. Bruin- swart, tbans wed. B. Vonk, eerder wed. J. Bontekoe on G. Bontekoe, 2de portier in de bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden, ƒ182; E. Van Renen, wea. F. J. Gentis, commies der telographie 3de klasse, ƒ350; H. C. Punt, wed. A. Avcgaat, brievengaarder, 138I. A. Zielman, wed. XV. Walrecht, hoofdbriovenbesteller, ƒ250; C. H. Reman, wed. A. Eman, commies lste klasse bij 's Rijks belastingen, /"210H. C. Smidt, wed. H. Simmer, commies 2de klasse bij 'a Rijks belas tingen, ƒ372; J. M. A. Van Wijle, wed. W. Van Oosten, brievenbesteller, ƒ210; M. A. J. Duyx, wed. W. J. F. Kerkhoffs of Kerckhoffs, brieven gaarder 88; J. Nieuwenhuizen, ƒ273; G. J. Snudo, ƒ66; L. Sterk, ƒ462; T. Van der Schee, ƒ229 H. Lantink, ƒ1000; H. A. H. Vogel, ƒ517; W. J. Van Gulik, ƒ1587; K. Vink, /"251jhr. J. L. L. P. M. Van Sasse van Ysselt, ƒ2136; G. Kok, ƒ1568; W. Russcher, 353; P. J. De Groot, 406. De gewone audiëntiön van de ministers van justitie, oorlog en koloniën zullen dozo week niet plaats bobben. 8) „Daar we uit do onderschepte dagorders wisten, dat de „Manholle" het punt was, waarheen dat bataljon optrok, en kapitein Dellecourt ons bevolen had den kapitein den wog naar deze plaats verkeerd op te geven, ten einde verwarring in de krygsplannen des vyands te brengen, meenden wy in het eerst niet zooveel van August te vreezen te hebben, daar hem het behoud der „Manqolle" lang niet onverschillig moest wezen. Maar, jawel hoor, toen het er op stuk van zaken op aan kwam, verried hy alles, en de arme Etienne moest het ontgelden, terwyl ik ter nauwernood den dans ontsprong; hoe, dat weet je!" Opmerkzaam had de oude toegeluisterd, met de beide ellebogen op de knieën en het hoofd voorover in de gloeiende kolen starende. Nog langen tyd nadat Pierre zyn verhaal geëindigd had, bleef hy in dezelfde houding zitten, als in diepe gedachten verzonken. Eindeiyk, als daaruit ontwakende, zag hy Pierre met een langen blik opmerkzaam aan. „En je weet zeker, dat het diezelfde Wintzel was?" „O, zeker," lachte Pierre, „dien ken ik uit duizend, en dan, wie anders zou zoo precies den weg naar de „Manholle" weten als hy!" „En je weet zeker, dat de verkeering met de dochter van den ouden Ratignolles nog „aan" is?" „Ik zou het meenen'; die meid grient zich de mooie oogen rood en de frissche wangen bleek; 't is bepaald jammer, dat is het. En dat alleen om zoo'n kwezel, zoo'n Mof!" „Dan is alles nog Diet verloren," zeide de oude, terwyl hy zich oprichtte. In het eerst had Pierre glimlachend opge zien, maar de toon, waarop deze woorden gesproken werden, en de vastberaden houding van den oude brachten hem tot nadenken. Daar galmde een regelmatig kloppend gedreun door de gewelveD. Beide mannen zagen elkander met verbaasde blikken, welke niet vry van schrik waren, aan. Het kloppen hield aan; en telkens gejaagder galmden de 6lagen door de gangen. Pierre verliet, nadat hy haastig oen oude lamp had aangestoken, het gewelf en spoedde zich naar een der bovenste gangeD, welke in de slotruïne uit kwam. Eenige oogenblikken later trad hy weder binnen, doch niet alleen. Een man van onge veer veertig of vyftig jaar, gekleed in de uniform van een Fransch infanterie kapiteiD, verge zelde hem. Iedereen in den omtrek kende kapitein Dellecourt, of „de kapitein", zooals men hem kortweg noemde; maar niet ter goeder faam stond hy aangeschreven. Vroeger eigenaar geweest zynde van een groot vermogen, had hy door drank en spel dit byna geheel zien verdwynen, zoodat by nu slechts van zyn klein officiersinkomen leven moest. Zyn zwarte baard, zyn diep in de kassen gezonken oogen met hun schuwen blik, zyn laag voorhoofd; kortom, zyn geheele voor komen gaf den man iets afschrikwekkends, hetgeen geheel door zyn gedrag en wandel, zyn optreden tegenover zyn minderen gerecht vaardigd werd. Eenigen tyd geleden was hy by zyn om zwervingen in den omtrek met Etienne in aanraking gekomen en had hy in hem, even als iu Pierre en den oude, geschikte werk tuigen gevonden voor zoo menigen spionnen- dienst in het kamp der vyanden. „Alzoo mislukt", mompelde de kapiteiD, terwyl by, den oude nauwelyka een blik als groet toewerpende, zich op een oude bank liet nedervallen. „Jammer, bepaald jammer, dat nu juist dit er tusschen moest komen." Aan Etienne en diens ongelukkig einde scheen hy niet eens te denkenhet mislukken van het plan nam zyn geheele gedachte in. „Het was alles zoo mooi bedacht; dat nu juist zoo iets or tusschen komen moest. Zyn die Moffen dan nooit te foppen? Ja, alle3 is verloren, het is zoo duideiyk mogeiykl" „En met een vloek stond hy op, en begon met groote stappen het gewelf op en neder te loopen, terwyl de muren luide het kletteren van sabel en sporen weerkaatsten. „Alles is toch nog niet verloreD, kapitein," zeide de oude, zich langzaam van zyn bankje oprichtend. „Zoo," zeide Dellecourt, terwyl een gryns- lach zyn gelaat nog afzichtelijker maakte; „dat is sterk. Hierboven rukken do vyandelyke troepen in versnelden pas voorwaarts, waar scbyniyk op den goeden weg, in plaats van op den verkeerden, zooals wy gewenscht hadden; binnen eenige uren volvoeren zy hun onfeilbare manoeuvre, die zóó best gekozen is, dat geen enkel Fransch officier er in dit geval een betere voor in de plaats zou kunnen geveD, en niemand der onzen er iets op weet, om, als alles in goede orde gebeurt, den vyand tegen te houden; en gy, oude aardmol, wilt tegen een der officieren beweren, dat alles nog niet verloren is 1" „NeeD, kapitein, nogmaals, alles is nog niet verloren. Wanneer er snel gehandeld -wordt, is er nog een middel, om alles te doen mislukkeD, maar dan is er ook geon oogen- blik te verliezen," hernam de oude, in het geheel niet onthutst over des kapiteins heftigen uitvaL „Welnu daD, laat hooren," zeide Dellecourt spottend, hoewel met eenige verwondering den oude aanziende, welke waarscbyniyk was opgewekt door den vastberaden toon, waarop de oude zyn vertoog gehouden had. Ondertusschen was Babette binnengekomen en oudergewoonte in een hoek van het hol nedergehurkt, met de donkere oogen katachtig de aanwezigen van tersluiks aanziende. Het scheen, alsof de oude onder dien blik onrustig word, en na opgestaan te zyn, wenkte hy met een handgebaar den kapitein en Pierre hem te volgen, waarop het drktal het vertrek verliet en na eenige oogenblikken in do donkere gangen verdween. Babette bleef onbeweegiyk zitten. Niets verried, dat zy iets van de bedoeling de3 ouden begreep; maar toen het geluid der voetstappen in de gangen was weggestorven, toen alles stil was in het oude bol, vloog het kind met een fantastischen sprong overeind, en met een door niets weerhouden krijschonde stem gilde'ze: „Zoo, vertrouw je me niet, ouwe gauw dief; wacht maar, als het eens jouw beurt is, ga je toch, dan behoef ik je niet te ver raden, en je beurt komt, gauw genoeg, gauw genoeg". Daarna zette ze zich weder neder, telkens die laatste woorden zachtjes herhalende. Ein deiyk verzonk ze weder in haar dof stilzwy- gon; wezenloos staardo ze voor zich uit. Het werd weer stil in het oude gewelf. VI. Langzaam kwam de maan op on wierp haar matbleeke stralen schuin over de vlakte en tusschen de verbrokkelde muren der ouda ruïne. Lauw blies de nachtwind door do spleten in het oude bouwwerk; droefgeestig huilende, als accompagneerde zy oen mach tigen treurzang van verloren en vergeten room en grootheid. De gele muurbloemen wiegden hun stengels langs de vervallen muren en torens heen en weder, terwyl hot klimop zyn gelispel vermengde met hot zachte ruischen van hot hoogo gras, dat het oude slotplein bodekte. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1