N°. 12049
Woensdag 7 Juni.
A0. 1899
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 6 Juni.
Feuilleton.
De twee gebeden.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor LeJden per 8 maandeo.
PRUS DHR ADFERTKNTHAN
Van 1-6 regels f l 05. Iedere regei meer 0.J7J. - Gfootere
■Franco per post
'Afzonderlyke Nommers
letters oaar plaatsruimte - Voor het IncasseereD bui too de «rad
wordt f 0.05 berekend
Hedenmorgen te tien uren werd op de
begraafplaats Marepoort het stoffelijk, overschot
Tan wyien den brievenbesteller Jan De Koning
aan de groeve toevertrouwd.
Van af htt sterfhuis ging de stoet, vooraf
gegaan door het vaandel der vereeniging
„De Post", in rouw, en tien leden uit het
bestuur, waarvan enkelen gedecoreerd, voorop.
Daarop volgde de lijkwagen.
Vier der oudsten waren slippendragers en
daarachter ging een 16-tal bestellers, die
hun jeugdigen kameraad de laatste eer be-
wozen.
Een 3 tal rijtuigen, waarin familieleden en
genoodigden, volgde, maar ook een groot
aantal personen vergezelde den stoet.
Groot was ook de belangstelling op den
doodenakker zeiven. Daar merkte men den
directeur van het postkantoor alhier op, die,
toen de lijkstoet door een 12 tal bestellers naar
de groeve werd gedragen, zich achter dien
stoet aansloot.
Vervolgens werd de 32-jarige overledene,
nalatend vrouw en 2 kindereD, de laatsten
stonden daar onbewust van het groote ver
lies dat zjj leden in de groeve neergelaten.
Daarna trad ds. De Hoest naar voren, die
In woorden van groote waardeering ovtr De
Koning als vader en als trouw, ijverig be
steller en gezien kameraad sprak, maar ook
(Wees, op de goode verwachting, die hij had,
'„om na dit leven een beter leven te gemoet
te gaan".
Een Psalmvers werd na deze plechtigheid
gezongen en velen der aanwezigen waren
zeer aangedaan.
Eindelijk voerde nog even het woord
do president der vereeniging, Milikan, die,
na hot velo en goede, reeds over zijn makker
door ds. Dj Hoest gesproken, hem nog wflJe
herdenken als een voorbeeld van een goed
kameraad, en allen er op wees, om zulk een
voetspoor te volgen.
Voor het afbreken der ruïne van het
afgebrande vereenigingslokaal van de afd.
Lei Jen van het Ned. Werkliedenverbond
„Patrimonium" aan de Hooglandsche Kerk-
gracht en daar ter plaatse l ouwen van een
nieuw gebouw met 2 vergaderlokalen was
eenig inschrijver de heer D. Kooreman voor
f 8643. Het bedrag der minste inschrijvingen
b\j aanbesteding in vakken beliep 11,110.75.
De uitslag van de heden in het gebouw
der Kweekschool voor Zeevaart alhier gehou
den openbare aanbesteding voor de levering
van aardappelen, ten behoeve van het perso
neel der marine te Leiden, gedurende het
tyovak van 1 Juli tot en met 31 December
1899, is, dat voor die levering werd inge
schreven door de heeren M. Boon, albitr,
voor 8.75, T. J. B. Haan, alhier, voor ƒ4.17,
eo- J. Egelman, te Hoorn, voor ƒ4.72; allen
per ll00 K.G.
Van het „Woordenboek der Nederlandscho
fTaal" is heden van het derde deel verschenen
de 9de aflevering, behandelende de woorden
Brengen-Broeder, bewerkt door dr. J. W. Muller.
Wü vestigen gaarne de aandacht op den
flink geschilderden studiekop, thans bij de
firma Sala geëxposeerd en werk van een stad
genoot, die zich eerst sedert kort aan de kunst
heeft gewijd, den heer G. S. Yrint.
Naar men ons verzekert is ook de gelijkenis
met het model zeer goed en bezit de heer
Vrint blijkbaar veel aanleg voor het portret
schilderen.
De 2de luit. G. W. Vreede, van het 3de
reg. huzaren te Leiden, is voor twee jaren
by de rijschool te Amersfoort gedetacheerd.
By Kon. besluit is met ingang van
19 September a. s.:
lo. aan dr. J. H. Gunning Jr. eervol ont
slag verleend als hoogleeraar in de faculteit
der godgeleerdheid aan de Ryks-Universiteit
te Leideü, met dankbetuiging voor de door
hem bewezen diensten;
2o. benoemd tot hoogleeraar in de faculteit
der gojgeleerdheid aan de Ryks-Universiteit
te Leiden, om onderwys te geven in de
encyclopaedia der godgeleerdheid, do geschie
denis der leer aangaande God en do zeden
kunde, dr. P. D. Chantepie de la Saussaye,
hooglteraar aan de gemeentelijke Universiteit
te Amsterdam.
De prys uit bet Thiemefonds is dit jaar
door de Maatschappy van Nyverheid toege
kend aan A. Sluyser, leerling-beeldhouwer te
Haarlem.
Op de voordracht voor onderwyzeres
aan een openb. lagere school te Hilversum
komt voor mej. S. Brouwer, te Alfen aan
den Ryn.
De gemeenteraad van Nymegon heeft
het voorstel aangenomen om een leening
aan te gaan van 230,000 voor den bouw
van het slachthuis.
In een vergadering van de commissie
voor de festiviteiten by het bezoek van H. M.
de Koningin te Rotterdam deelde de voor
zitter mede, dat by met eenige zekerheid
meende te mogen mededeelen, dat binnen
korten tyd oen wetsontwerp tot verbetering
der Zondagswet (van 1815) de Tweede Kamer
zal bereiken.
Hr. Ms. pant8erdekscbip „Zeeland,"
onder bevel van den kapitein ter zee A. G.
Ellis, is 3 dezer te St. Lucia en Hr. Ms.
schoener „Suriname," onder bevel van den
kapitein luitenant ter zee A. C Van derSande
Lacoste, is 4 dezc.r te Hellevottsluis aange
komen.
De état-major van laatstgenoemde bodem
bestaat uit den luit. ter zee lste kl. G.
Witsen Elias, de luits. ter zee 2de kl. J.
F. Nyland, J. L. Von Leschen en W. Van
Braam; den offic. van gezondheid lste kl. L.
J. Jansen; don offic. van administratie lste
kl. O. Willemsteyn. Chef der machinekamer
is de boofdmacbinist lste kl. F. H. J. Martyn.
Het is thans zeker, dat H. M de Koningin-
Moeder H. M. de Koningin by Hds. bezoek
te Rotterdam op 9 Juni zal vergezellen.
Het gevolg van HH. MM. by dit bezoek
zal bestaan uit de dames barones Yan Harden-
broek, grootmeesteres; barones Van Ittersum
on jkvr. Van de Poll, dames du palais hono-
raire8, de laatste hofdame van do KoDingin-
Moeder; barones Rengsrs en barones De
Constant Rebecque, hofdames, en de heeren
luitenant generaal graaf Du Monceau, chef van
het militaire huis; baron Bentinck, eerste
stalmeester; jhr. Van Pabst van Bingerden,
kamerheer van H. M. de Koningin; kolonel
Sirtema van Grovestins, adjudant; jhr. Van
der Staal, adjudant en particulier secretaris
van H. M.; jhr. Van Tets en jhr. Van Weede,
kamerbeeren van H. M., dienst doende by de
Hofhou;ing van H. M. de Koningin-Moeder;
eerste luitenant graaf Du Monceau, ordonnance
van H. M.
De aankomst van Hare Majesteiten is defini
tief bepaal 1 op 10 uur 45 m., het vertrek
op 7 uur 33 m.
De „N. R. C." verneemt, dat jhr. De
Ranitz enkele dagen geleden een lichte
operatie aan den rechtervoet heeft ondergaan.
De patiënt is reeds byna geheel hersteld,
doch moet nog volkomen rust houden. De
heer De Ranitz zal dus niet in het gevolg
van Hare Majesteiten zyn by het bezoek te
Rotterdam.
Men schryft aan het „Nbl. v. Ned.":
De verrassende benoeming van den generaal-
majoor W. Rooseboom tot Gouverneur-Gene
raal van Nede'rlandsch-Indië geeft aanleiding
tot allerlei beschouwingen in de bladen, die
meer naast de quaestie loopen dan het hart
der zaak raken.
Er waren twee serieuze candidaten voor
het gouverneurschap, wier namen het nu
geen nut meer heeft te noemen. De een was
candidaat van den minister van koloniën,
maar deze slaagde er ni.t in zfln ambtge-
nooten te overreden; op-.zya beurt wilde de
minister nu ook niet den candidaat, wiens
benoeming door andere ministers werd voor
gestaan. En zoo weri de heer Rooseboom
benoemd, aan wien aanvankeiyk zoo goed
als niet was gedacht.
Öf 's lands belang wel in elk opzicht by*
deze gewichtige benoeming den doorslag heeft
gegeven, is een vraag, die aan zeer ernstigen
twyfel onderhevig is.
Te Arnhem is in den ouderdom van 57
jaren overleden de heer B. Donker Curtius,
gep. assistent-resident.
De Deutsche hoogleeraar A. Huet is
overleden, G3 jaar oud.
Sedert 1864 was hy aan de Polytechnische
School te Delft verbonden, eerst als leeraar
en sedert 1896 als hoogleeraar in de werk
tuigbouwkunde. Vooral heeft hy zich
verdimsteiyk gemaakt door zyn vele ge
schriften over onze waterwegen, o. a. over
Amsterdam's waterweg naar zee, voor welks
veranderiog in een open riviermond hy tot het
eind toe heeft gestreden.
Naar wy vernomen is ds. Van der Valk,
te Scheveningen, ernstig ongestelJ, zoodat
zyn vertrek naar Lerwick voor de zending
onder de Hollaadsch9 visschers zal moeten
worden uitgesteld. Vad
Door het hoofdbestuur der Schippers-
vereeoiging „Schuttevaer" zyn de volgende
adressen verzonden:
„Aan Burg. en Weths. van Hof-van-Delft
en Vryenban, met verzoek maatregelen te
nemen, dat het vaarwater in hun gemeenten
van af de Nederlandsche Oliefabrlek tot aan
de Lepilbrug niet langer wordt versperd door
het liggen van stoombooten, schuiten, enz.
Aan Ged. Staten van Zuid Holland, met
verzoek in het groot belang der scheepvaart,
vanwege de provincie De Zyl en het Kager-
meer van verkenningslichten te voorzien.
Van den minister van oorlog is op een
verzoek om verbetering en verl.ooging van
het licht op het fort Pampus ten antwoord
ontvangen, dat daaraan niet voldaan kan
worden.
Het stoomschip „Ardjoeno", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 5 Juni van Marseille;
de „Bogor", van Batavia naar Rotterdam,
vertrok 5 Juni van Suez; de „Bromo", van
Rotterdam naar Batavia, arriveerde 4 Juni
te Southampton; de „Prinses Amalia", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 5 Juni
Dungeness; de „Prins Frederik Hendrik"
vertrok 3 Juni van Nieuw-York naar West-
Indië; de „Reichstag", van Oost Afrika naar
Vlissingen en Hamburg, vertrok 3 Juni van
Lissabon; de „Soenda", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 4 Juni van Suez; de „KaDzler,"
van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika,
arriveerde 5 Juni te Aden; de „Maasdam,"
van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde
5 Juni Lizard; de „Bundesn.tb," vertrok 4
Juni van Zanzibar naar Vlissingen en Ham
burg; de „Juno," van de Middellandsche Zee
naar Amsterdam, passeerde 6 Juni Dungenes
de „Koningin Wilhelmina," van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 6 Juni te Genua; de
„PenelopV vertrok 5 Juni van Sorrento naar
Amsterdam.
lïazerswoude. Onze burgemeester, mr. J.
Bruyn, heeft onder meer zich daardoor reeds
verdiensteiyk gemaakt, dat hy ons als inge
zetenen van de plaag der lancloopery, met
den immoreelen nasleep van dien, verlost
heeft.
Dat, als hoofd der politie, voortdurend zyn
streven gericht is om schade en onheil van
de ingezetenen uit de eigen en andere ge
meenten te weren, bewyst een missive, welke
hy zond aan vekn zyner ambtgenooten en
waarin hy de aandacht vestigt op een persoon
van middelmatige grootte, omstreeks 40 jaren
oud, die waarscbyniyk zyn werk er van
maakt het' publiek te misleiden.
Hy tracht tegen 1.30 per stuk te ver-
koopen toeken over de Zending, waaraan als
premie verbonden is een portret van H. M.
de Koningin, en laat de menschen (koopers)
vooruitbetalen. Als naam en adres heeft hy
in deze gemeente opgegeven H. Sanders,
Molenstraat 16, te Utrecht. By onderzoek is
gebleken, dat dit adres geheel valsch was. (Rb.)
Leiderdorp. Aan het Rykstelepboonkantoor
alhier zyn gedurende de afgeloopen maand
verzonden 28, ontvangen 68, te zamen dus
behandeld 96 telegrammen.
Do alphabetische lyst v^n de in dit jaar
ingeschrevenen voor de schuttery ligt van
8 tot 15 Juni a. s. ter secretaris dezer gemeente
voor een ieder ter inzage.
Warmond. In de jongste aflevering van
„De Katholiek" wydt de Zeereerw. heer dr.
A. H. L. Hensen twee artikelen aan het
feestvierend Seminarie.
H=t eerste, op nauwgezette bronnenstudie
berustend, behanJelt uitvoerig de stichting
van deze kweekschool voor de seculiere geeste-
lykheid, waarin 12 April 1799 met 17 studenten
het eerste stu iejaar geopend werd; het daar
voor aangekochte huis - dat nog altyd grooten-
deels aanwezig is en erf kostten, met do
overdracht, 11,969.46.
Het andere artikel van prof. Honsen is ge
titeld: „Koning Willem I en het Seminarie
to Warmond." Schryver deelt daarin mede,
dat de kerksieraden, welke Koning LoJowyk
Napoleon by zyn aftreden (Juli 1810) in zfla
hofkapellen te Amsterdam, op „Htt Loo" en
op ht „Huis ten Bosch" achterliet, door
Koning Willem I werden geschonken resp.
aan de Jacobuskerk te 's-Gravenhage, de kerk
te Vaassen en de kapel te Warmond. Zich
vervolgens bepalende tot het Seminarie, doelt
de heer Hensen o. a. mede, dat die konink
lijke sieraJen daar steeds met groote zorg
zyn bewaard en nog heden worden gebruikt.
By de feestviering op 14 Juni ter herden
king van bet 100-jarig bestaan welke feest
viering, naar wy reecs meldden, aanvangt
met een Pontificale H. Mis en Te-Deum
zal in den middag worden uitgevoerd een
declamatorium, getiteld: „De Berg des Heeren".
H t handelt in crie deelen over de roeping
van den priester, diens voorbereiding en de
voltooiing hiervan. Ter verduideiyking van den
titel geven wy hier den tekst, waarmede het
eerste deel aanvangt: „De Heer sprak tot
Mozes: Styg tot my op, op den borg, en biyf
daar."
Naar wy vernemen, zyn er nog ongeveer
475 priesters, die op Warmond gestudeerd
hebben. Van dezen zal zeker de grootste helft
ter heuglyke feestviering opgaan. Rb
Noordwyk. Tegen a. s. Woensdag '6 avond
7 uur is een openbare vergadering van den
Raad dezer gemeente belegd.
Vit de „Staatscourant."
Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau jhr. W. F. Trip van
Zoudtlandt, predikant bij de Ned.-Herv. Gemeente
te Hattem.
Aan mej. L. F. K. Martin, geboren te Heidel
berg, J. H. Hendrix, geboren te St-Hubcrt, en
J. M. H. Maassen, geboren te Kaldenkirchen,
vergunning verleend tot het goven van lager
onderwijs, mits zij overigens aan de daartoe bij
de wet gevorderde vereischten voldoen.
De volgende pensioenen verleend aan:S. Bruin-
swart, tbans wed. B. Vonk, eerder wed. J. Bontekoe
on G. Bontekoe, 2de portier in de bijzondere
strafgevangenis te Leeuwarden, ƒ182; E. Van
Renen, wea. F. J. Gentis, commies der telographie
3de klasse, ƒ350; H. C. Punt, wed. A. Avcgaat,
brievengaarder, 138I. A. Zielman, wed. XV.
Walrecht, hoofdbriovenbesteller, ƒ250; C. H.
Reman, wed. A. Eman, commies lste klasse bij
's Rijks belastingen, /"210H. C. Smidt, wed. H.
Simmer, commies 2de klasse bij 'a Rijks belas
tingen, ƒ372; J. M. A. Van Wijle, wed. W. Van
Oosten, brievenbesteller, ƒ210; M. A. J. Duyx,
wed. W. J. F. Kerkhoffs of Kerckhoffs, brieven
gaarder 88; J. Nieuwenhuizen, ƒ273; G. J. Snudo,
ƒ66; L. Sterk, ƒ462; T. Van der Schee, ƒ229
H. Lantink, ƒ1000; H. A. H. Vogel, ƒ517; W. J.
Van Gulik, ƒ1587; K. Vink, /"251jhr. J. L. L.
P. M. Van Sasse van Ysselt, ƒ2136; G. Kok,
ƒ1568; W. Russcher, 353; P. J. De Groot, 406.
De gewone audiëntiön van de ministers van
justitie, oorlog en koloniën zullen dozo week niet
plaats bobben.
8)
„Daar we uit do onderschepte dagorders
wisten, dat de „Manholle" het punt was,
waarheen dat bataljon optrok, en kapitein
Dellecourt ons bevolen had den kapitein den
wog naar deze plaats verkeerd op te geven,
ten einde verwarring in de krygsplannen des
vyands te brengen, meenden wy in het eerst
niet zooveel van August te vreezen te hebben,
daar hem het behoud der „Manqolle" lang
niet onverschillig moest wezen. Maar, jawel
hoor, toen het er op stuk van zaken op
aan kwam, verried hy alles, en de arme
Etienne moest het ontgelden, terwyl ik ter
nauwernood den dans ontsprong; hoe, dat
weet je!"
Opmerkzaam had de oude toegeluisterd,
met de beide ellebogen op de knieën en het
hoofd voorover in de gloeiende kolen starende.
Nog langen tyd nadat Pierre zyn verhaal
geëindigd had, bleef hy in dezelfde houding
zitten, als in diepe gedachten verzonken.
Eindeiyk, als daaruit ontwakende, zag hy
Pierre met een langen blik opmerkzaam aan.
„En je weet zeker, dat het diezelfde
Wintzel was?"
„O, zeker," lachte Pierre, „dien ken ik
uit duizend, en dan, wie anders zou zoo
precies den weg naar de „Manholle" weten
als hy!"
„En je weet zeker, dat de verkeering
met de dochter van den ouden Ratignolles
nog „aan" is?"
„Ik zou het meenen'; die meid grient zich
de mooie oogen rood en de frissche wangen
bleek; 't is bepaald jammer, dat is het. En
dat alleen om zoo'n kwezel, zoo'n Mof!"
„Dan is alles nog Diet verloren," zeide de
oude, terwyl hy zich oprichtte.
In het eerst had Pierre glimlachend opge
zien, maar de toon, waarop deze woorden
gesproken werden, en de vastberaden houding
van den oude brachten hem tot nadenken.
Daar galmde een regelmatig kloppend
gedreun door de gewelveD. Beide mannen
zagen elkander met verbaasde blikken, welke
niet vry van schrik waren, aan. Het kloppen
hield aan; en telkens gejaagder galmden de
6lagen door de gangen. Pierre verliet, nadat
hy haastig oen oude lamp had aangestoken,
het gewelf en spoedde zich naar een der
bovenste gangeD, welke in de slotruïne uit
kwam.
Eenige oogenblikken later trad hy weder
binnen, doch niet alleen. Een man van onge
veer veertig of vyftig jaar, gekleed in de uniform
van een Fransch infanterie kapiteiD, verge
zelde hem.
Iedereen in den omtrek kende kapitein
Dellecourt, of „de kapitein", zooals men hem
kortweg noemde; maar niet ter goeder faam
stond hy aangeschreven. Vroeger eigenaar
geweest zynde van een groot vermogen, had
hy door drank en spel dit byna geheel
zien verdwynen, zoodat by nu slechts
van zyn klein officiersinkomen leven moest.
Zyn zwarte baard, zyn diep in de kassen
gezonken oogen met hun schuwen blik, zyn
laag voorhoofd; kortom, zyn geheele voor
komen gaf den man iets afschrikwekkends,
hetgeen geheel door zyn gedrag en wandel,
zyn optreden tegenover zyn minderen gerecht
vaardigd werd.
Eenigen tyd geleden was hy by zyn om
zwervingen in den omtrek met Etienne in
aanraking gekomen en had hy in hem, even
als iu Pierre en den oude, geschikte werk
tuigen gevonden voor zoo menigen spionnen-
dienst in het kamp der vyanden.
„Alzoo mislukt", mompelde de kapiteiD,
terwyl by, den oude nauwelyka een blik als
groet toewerpende, zich op een oude bank
liet nedervallen. „Jammer, bepaald jammer,
dat nu juist dit er tusschen moest komen."
Aan Etienne en diens ongelukkig einde
scheen hy niet eens te denkenhet mislukken
van het plan nam zyn geheele gedachte in.
„Het was alles zoo mooi bedacht; dat nu
juist zoo iets or tusschen komen moest. Zyn
die Moffen dan nooit te foppen? Ja, alle3 is
verloren, het is zoo duideiyk mogeiykl"
„En met een vloek stond hy op, en begon
met groote stappen het gewelf op en neder
te loopen, terwyl de muren luide het kletteren
van sabel en sporen weerkaatsten.
„Alles is toch nog niet verloreD, kapitein,"
zeide de oude, zich langzaam van zyn bankje
oprichtend.
„Zoo," zeide Dellecourt, terwyl een gryns-
lach zyn gelaat nog afzichtelijker maakte; „dat
is sterk. Hierboven rukken do vyandelyke
troepen in versnelden pas voorwaarts, waar
scbyniyk op den goeden weg, in plaats van
op den verkeerden, zooals wy gewenscht
hadden; binnen eenige uren volvoeren zy
hun onfeilbare manoeuvre, die zóó best
gekozen is, dat geen enkel Fransch officier
er in dit geval een betere voor in de plaats
zou kunnen geveD, en niemand der onzen
er iets op weet, om, als alles in goede orde
gebeurt, den vyand tegen te houden; en gy,
oude aardmol, wilt tegen een der officieren
beweren, dat alles nog niet verloren is 1"
„NeeD, kapitein, nogmaals, alles is nog
niet verloren. Wanneer er snel gehandeld
-wordt, is er nog een middel, om alles te doen
mislukkeD, maar dan is er ook geon oogen-
blik te verliezen," hernam de oude, in het
geheel niet onthutst over des kapiteins
heftigen uitvaL
„Welnu daD, laat hooren," zeide Dellecourt
spottend, hoewel met eenige verwondering den
oude aanziende, welke waarscbyniyk was
opgewekt door den vastberaden toon, waarop
de oude zyn vertoog gehouden had.
Ondertusschen was Babette binnengekomen
en oudergewoonte in een hoek van het hol
nedergehurkt, met de donkere oogen katachtig
de aanwezigen van tersluiks aanziende. Het
scheen, alsof de oude onder dien blik onrustig
word, en na opgestaan te zyn, wenkte hy met
een handgebaar den kapitein en Pierre hem
te volgen, waarop het drktal het vertrek
verliet en na eenige oogenblikken in do
donkere gangen verdween.
Babette bleef onbeweegiyk zitten. Niets
verried, dat zy iets van de bedoeling de3
ouden begreep; maar toen het geluid der
voetstappen in de gangen was weggestorven,
toen alles stil was in het oude bol, vloog
het kind met een fantastischen sprong
overeind, en met een door niets weerhouden
krijschonde stem gilde'ze:
„Zoo, vertrouw je me niet, ouwe gauw
dief; wacht maar, als het eens jouw beurt
is, ga je toch, dan behoef ik je niet te ver
raden, en je beurt komt, gauw genoeg,
gauw genoeg".
Daarna zette ze zich weder neder, telkens
die laatste woorden zachtjes herhalende. Ein
deiyk verzonk ze weder in haar dof stilzwy-
gon; wezenloos staardo ze voor zich uit.
Het werd weer stil in het oude gewelf.
VI.
Langzaam kwam de maan op on wierp
haar matbleeke stralen schuin over de vlakte
en tusschen de verbrokkelde muren der ouda
ruïne. Lauw blies de nachtwind door do
spleten in het oude bouwwerk; droefgeestig
huilende, als accompagneerde zy oen mach
tigen treurzang van verloren en vergeten
room en grootheid. De gele muurbloemen
wiegden hun stengels langs de vervallen
muren en torens heen en weder, terwyl hot
klimop zyn gelispel vermengde met hot zachte
ruischen van hot hoogo gras, dat het oude
slotplein bodekte.
Wordt vervolgd.)