12040
Zatei'daa; 27 Mei
A°. 1899
f jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
GETROUWD.
PRIJS DEZER COURANT*
"Voor LoJden per 8 cmvandecL -•%•♦»«»»*ƒ t.lOu
jFranco per posl1.40.
Afzonderlijke No minera 0.05.
PBUa DKB. ó-DVEBTESTIIiH i
Van 1-0 regorn I 06. Iedere regel meer 0.17}. - Grootera
lettere naar plaatsruimte - Voor het Incaeseeroo bulteD do etad
wordt f 0.05 berekend
Willem C. Brouwer's Aardewerk
iu de Lakeuhal.
Onder de voorwerpen van Kunstnijverheid,
die op de nu aanstaande tentoonstelling van
de vereeniging „de Laecken Halls" zullen te
zien Zijn, verwachten wij, dat het aardewerk
van onzen stadgenoot W. C. Brouwer in niet
geringe mate de aandacht zal trekken.
Want dat verdient het ten volle. Eerst sedert
betrekkelijk korten tijd heeft de heer Brouwer
zich op het maken van kunstaardewerk toe
gelegd; h(j heeft zich daartoe te Gouda ge
vestigd, waar men weet, dat de püpen ge
bakken worden, en waarbij, voor het vullen
der ovens, tevenB van dat aardige ruwe vaat
werk en van die zacht groengekleurdo ver
gieten meegebakken worden.
Daarbij heeft hy getracht zijn eenvoudige en
ge:onde begrippen omtrent kunst in toepas-
eing te brengen.
Het is toch een feit, dat wy ook op het
gebied van potterie eon tyd van groot verval
achter den rug hebben: In den bloeltyd van
de Griekscbe kunst was het mogelUk, dat
1 één man een vaas modeleerde, en een ander
deze versierde; in dien tyd was er eenheid
van gedachte en eenheid van kunstopvatting.
Haar hoe zou het in den tegenwoordigen,
kunstloozen tyd, waar geen twee menschen
op gebied van kunst gelyk denkon, hoe zou het
mogeiyk zyn, dat er op het gebied van aarde
werk (faience, noemt men het tegenwoordig)
iets werkelyk goeds, een voorwerp van werke-
lyke kunst gemaakt werd, wanneer men
nagaat de machinale manier, waarop bet
vervaardigd wordt:
Een teekenaar teekent een model, daarnaar
worden mallen gemaakt, in die mallen wordt
de vaas gegoten en daarna, als zy droog is,
met schuurlmnen nageloopen. Dan gaat de
vaas naar do teekenzaal, waar een reeks
artisten en quaei-arlisten zitten, gereed om
er de versiering op aan te brengen, een ver
siering niet gedacht door den ontwerper, nog
veel minder gegroeid uit den vorm, maar
moestal bestaande uit bloemen en dieren in
bonte kleuren, dikwyii plakplaatjesachtig en
willekeurig.
Brouwer breekt dan ook met die sleur.
Van het machinale gieten van de voorwerpen
moet hy niets hebben; hy keert terug tot
de oude, eeuwenlang gebruikte draaischyf en
schept den vorm. Zóó is het mogelyk aan
den kunstenaar om in het voorwerp zyn
gedachte neer te leggen.
Op verschillende manieren brengt by zélf
ook de versiering aan, naar gelang bet voor
werp het vraagt, maar voorop stelt by als
grondbeginsel, dat elk ding moet bezitten
eenheid van enderdeelen, en dat men moet
blyven zien, dat bet uit klei werd geboren
(„eerlykheid van geboorto").
Dit ie dan ook de reden, waarom hy geen
gebruik maakt van ondoorzichtig glazuur, maar
de verscheidenheid in de kleuren zoekt te
verkrijgen door het gebruik van verschillende
mooie aardsoorten en het voorwerp later
bedekt met doorzichtig glazuur.
De toepassing geschiedt op verschillende
manieren. Zoo bereikt hy reeds een mooie
kleurscbakeering door de kleisoorten, waarvan
hy het voorwerp op de draaischyf maakt,
onvolkomen te mengen, zoo ook door het
gedeelte, dat versierd moet worden, te bedekken
(door indompelen of overgieten) mc-t een andere
kleilaag, dun opgelost (tabecren), en dan bet
ornament hierin te krassen en het over
vloedige weg te schrappen. Een andere manier
ia het z. g. ringelooren, dat bestaat in het
teekenen van het ornament met tameiyk
dikke tabeeraarde, die door een penneschacht
uit een eteenen bakje loopt.
Dit wat aangaat de techniek van het ver
sieren, die doodeenvoudig en zeer eeriyk is.
Ook het ornament, dat Brouwer kiest, is
logisch gedacht. Wanneer byv. aan een voor
werp een oor bevestigd is, zooals aan een
melkkan, dan zal by op de plaats van de
aanzetting van het oor de versiering bet
krachtigst maken; zyn er gaten in eenig
voorwerp, om iets op te nemen, by v. bloemen,
dan zal hy van uit die plaatsen zyn versie
ringsmotieven laten beginnen, omdat van uit
die gaten de bloamscbikking begint. In één
woord, by zoekt, door functie in het ornament
te leggen, het karakter van bet voorwerp
meer te doen uitkomen.
Hierdoor verkrügt by een kolossale eenheid
in zyn werk, eenheid van vorm met orneering,
die samen met wat by noemt oeriykbeid van
geboorte, het aardewerk, dat hy maakt, stem
pelen tot gedecideerde kunst.
De heer Brouwer heeft ongeveer een maand
geleden over zyn kunst een belangryke lezing
gehouden te Amsterdam. Het bovenstaande is
gedeeltelyk daaraan ontleend.
Van harte wenschen wy onzen vroegeren
stadgenoot succes met zyn eeriyk opgezet en
goed uitgevoerd werk.
Leiden, 26 Mei.
Morgen, Zaterdag, Tereenigfc onze burge
meester de gemeenteraadsleden, het oud-lid
mr. C. Cock en den secretaris in het hotel
van den heer J. A. Smulders (Du Lion d'Or)
aan de Breestraafr, aan een maaltijd.
Prof. dr. C. P. Tiele, alhier, is door de
universiteit van Dublin benoemd tot doctor in
de rechten honoris causa. In Juni zal de hoog
leeraar, naar Britsch geiruik, in Dublin moeten
komen om tot zjjn waardigheid bevorderd te
worden.
Voor de akte lager onderwijs is te
's-Qravenbage geslaagd de heer C. La Lau,
van Leiden.
De Engelsche mail met berichten uit
Indië wordt 27 dezer dea voormiddags alhier
verwacht.
Tot de commissie van de geschiedkundige
tentoonstelling van het Nederlandse ho zee
wezen i3 nog als lid toegetreden de heer C.
F. Yan Linden Tol, oud gezagvoerdor der
Kon. Paketvaart-maatschappU, terwijl de heer
"W. Martin, te Leiden, zich bereid verklaard
heeft als correspondeerend lid der commissie
aldaar werkzaam te zijn.
H.H. M.M. de Koninginnen z\jn gisteren
om ruim één uur, plaatselijke t(jd, op Het Loo
aangekomen en werden, niettegenstaande het
ongunstige weer, door een groote menigte
van belangstellenden voor het Paleis op
gewacht.
In den gemeenteraad van Zaandam deelde
de voorzitter mede, dat H.H, M.M. de Ko
ninginnen de gemeente officieel zullen be
zoeken. Deze meJedeeling werd met applaus
begro-t.
In de Grieksche kapel aan den Ouden
Scheveningschen weg werd heden ter herin
nering aan den kroningsdag van Czaar Nico-
laas II een korte dienst gehouden, die o. a.
werd bijgewoond door Ruslands zaakgelastigde,
Staatsraad De Berends.
De kapel was met bloemen versierd.
In een te Botterdam gehouden verga
dering is het plan vastgesteld voor het hulde
betoon der werklieden-vereenigingen aan H. M.
de Koningin, by gelegenheid van Haar bezoek
aan Botterdam.
Het plan omvat, dat de leden der vereeni-
gingen, welke zich daartoe aanmelden, 43
vereenigingen waren reeds vertegenwoordigd
met hun vaandels zullen worden opgesteld
laDgs den weg, welken H. M. zal volgen, van
het Maasstation af tot aan de Kaasmarkt,
langs welken weg 6520 personen kunnen
worden opgesteld.
Des namiddags te vier uren zal op het Van-
Hogendorps-plein voor H. M. met de vaandels
gedefileerd worden, welke stoet geformeerd
zal worden uit de besturen der vereenigingen.
Door den minister van oorlog is in be
ginsel besloten de witte linnen werkkielen der
manschappen door die van donkerblauwe stof
te vervangen.
Volgens het „Haagsche Dagblad" zal de
kolonel, plaatselijk commandant te Amsterdam,
A. P. Klercq, den dienst met pensioen verlaten
on wordt do luitenant-kolonel J. Van "Wyk
genoemd als aanstaand commandant van het
3de regiment infanterie te Bergen-op Zoom.
Te Utrecht werd gisteren, onder presidium
van dr. J. Th. De Visser, de achtste algemeene
vergadering gehouden der Vereeniging Christe
lijk Volksonderwijs.
De aftredende leden van het hoofdbestuur,
de heeren W. J. J. Koole en C. W. Van Bent
veld, werden herkozen, terwijl als zoodanig
werden gekozen de heeren mr. E. Van Lennep
en baron Van Boetselaer.
Tot voorzitter, in plaat6 van wylen ds. H.
Malcomesius, werd gekozen dr. J. Th. De
Visser, 2de voorzitter.
Aangenomen werd een voorstel tot wijzi
ging van art. 6 van het reglement der Ver
eeniging, zoodat dit voortaan zal luiden: Het
hoofdbestuur bestaat uit minstens negen tot
hoogstens dertien leden, enz.
Een onderwerp, door het H.-B. aan de
orde gesteld, ingeleid door den heer J. Kuiper,
hoofd eener Christelijke school te Schraerd:
Is aanvraag om verhoogde subsidie voor het
bijzonder onderwijs in beginsel gewenscht?
En zoo ja, op dit oogenblik raadzaam? gaf
aanleiding tot levendige discussion.
De meeste sprekers beantwoordden vraag 1
toestemmend en vraag 2 ontkennend.
Ten slotte kwam aan de orde een voorstel
tot het instellen van examen voor onderwijzers
en onderwijzeressen, behoorende tot.de Ned.-
Herv. Kerk en werkzaam aan een Chr. school,
voor Bybelsche geschiedenis, vaderlandscbe
geschiedenis, kerkgeschiedenis, paedagogiek
en zang. Het voorstel zelf werd niet in be
handeling genomen, wel werd het al of niet
wenscbelijke van een na-examen besproken
en verklaarde de vergadering met meerderheid
van stemmen de wenschelUkheid niet in
te zien.
Op ruim 63 jarigen leeftijd is overleden
de heer F. L. Berghuis, directeur der Am
bachtsschool te Arnhem.
Het stoomschip „Cyclops" vertrok 22
Mei van Batavia naar Amsterdamde „Mossel",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25
Mei van Colomfce; de „Prins Alexander", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Mei
van Genua; de „Sumatra", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 25 Mei Dungeness; de
„Indiaan", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 26 Mei van Havre; de „Kanzier",
van Hamburg en Amsterdam naar Oost-
Afrika, arriveerde 25 Mei te Napels; de
„Ondine" vertrok 25 Mei van Cuxhaven naar
Amsterdamde „Botterdam", van Botterdam
naar Nieuw-York, passeerde 26 Mei Wight.
Zegwaard. Tot leden van het bestuur van
den Binnenwegschen polder onder Zegwaard
en Bleiswijk zfin herkozen de heeren A. J.
Van Beeuwijk en C. Van Dorp Wz.
Uit de „Staatscourant,"
Kon bosl uiten Benoemd: Tot burgemeester
der gemeente Budel, G. A. Rutten; tot burge
meester der gemeente Kantens, P. A. Venhuis,
en tot burgemeester der gemeente Vught, A. W.
J. Van Lanschot; tot ontvanger der accijnzen en
van den waarborg en do belasting der gouden en
zilveren worken te Rotterdam, A. Voorman Czn.,
ontvanger der invoerrechten en accijnzen en van
den waarborg en de belasting der gouden en
zilveren werken te Groningen, tot inspecteur der
directo belastingen, invoerrechten en accijnzen:
te Almeloo, C. E. De Roock, thans inspecteur
dier middelen te Sittard; te Helievoetsluis, M. G.
Andriessen. thans inspecteur dier middelen te
Aardonburg; en zijn belast met de waarneming
der inspectie van de directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen: te Amersfoort, F. P. Weth-
mar; te Aardenburg, C. Valkhoff; te Sittard, C.
W. Bodenhausen, allen adjunct inspectour dier
middelen, respectievelijk te Arnhem, Schiedam en
Rotterdam; tot ontvanger dor directe belastingen
en accijnzen te Tegelen, P. C. Ligtenberg, ont
vanger der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen te 's-Gravenzande c a. (standplaats Hoek-
van-Holland).
Belast: Met de waarneming der betrekking van
commies ter directie der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Amsterdam, D. H.
Schepper, ontvanger der directe belastingen en
accijnzen te Tegelen.
Overgeplaatst In hun rang bij het regiment
grenadiers en jagers, de eerste luitenante L. Noest,
van bet 6de, en H. C. J. Ter Beek, van bet 5de
regiment infanterie.
Pensioen verleend: Voor den tijd van twee jaren,
van ƒ575 'sjaars, aan den tijdelijk gepensionneerden
officier van gezondheid 1ste kl. van de marine
P. Baarslag.
Gemeenteraad van Zocterwonde.
Voorzitter de Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
Na openiDg der vorgadoring leest de secretaris
do notulen der vorige zitting, welke onveranderd
worden vastgesteld. Ingekomen zijn: lo. Proces
verbaal van kasopneming over het afgeloopen
kwartaal, waaruit blijkt, dat in kas was ƒ4478.135;
2o missive van Ged. Staten, houdende goed
keuring c. q. machtiging van het Raadsbesluit
tot ontbinding der overeenkomsten, in de 17de
eeuw aangegaan tu98chen deze gemeente en de
gemeente Leiden betreffende het onderhoud van
banwerken aan den Rijndijk, enz. Beide stukken
worden voor kennisgeving aangenomen.
Komt tor tafel: een adres van de firmaRibbink,
Van Bork Co., vefzoekende to willen goed
keuren, dat de aao haar verleende concessie iu
1891 voor den aanleg cn de exploitatie van voor
het publiek bestemde telepbonen in deze gemeente,
wordt overgedragen op de „AlgemeeneTelephoon-
Maatschappy. voorheen Ribbink, Van Bork Co.",
waarop gunstig wordt beschikt.
Een adres van J. J. Van Koolbergen, vergunning
verzoekende voor bet leggen en hebben in de
graskanten langs den Zoeterwoudscben weg van
een draagbaar spoor ter wydte van 70 cM. van af
zijn fabriek tot do spoorlyn Leiden—Woerden,
welk verzoek eveneens wordt toegestaan onder
naleving der daarbij te stellen voorwaardon.
De Voorzitter deelt daarna mede, dat door art.
14 der wet van 24 Mei 1897, Stsbl. 156, met lo.
Januari 1900 van rechtswege vervallen alle plaat
selijke verordeningen betreffende de heffing van
rechten en loonen, bedoeld in art. 238 der Gemeente
wet, welke voor on bepaalden tijd zijn goedgekeurd,
zoodat dientengevolge opnieuw moeten worden
vastgesteld de besluitena. tot heffing van rechten
voor huwelijksvoltrekking op buitengewonen tijd,
b. van leges ter secretarie en c. van schoolgelden
mot de verordeningen betreffende de invordering
van bedoelde rechten en waarvan de concepten
door dco Voorzitter worden voorgelezen.
Al deze belastingverordeningen worden door den
Raad opnieuw vastgesteld, zender dat daarover
discussie werd gevoord.
Daarna wordt ter tafel gebracht: het door B.
en Ws opgemaakte kohier van den hoofdelijken
omslag voor bet dienstjaar 1899 met de mededee-
ling, dat er bij B. on Ws. geen redenen Lebben
bestaan om veranderingen in de verschillende
aanslagen te brengen, en wordt het kohier na
gehouden besprekingen door den Raad vastgesteld
tot een bedrag van ƒ2150.
Vervolgens wordt door don Raad vastgesteld
het Raadsbeslait tot wijziging en aanvulling der
algemeene Politieverordening, dewijl cenige bepa
lingen wijziging behoeven in het belang van hun
rechtsgeldigheid en het wenschelijk is in het be
lang der openbare veiligheid, de bepalingen
omtrent het verkeer op de openbare wegen ook
toepasselijk te maken op motorrijwiolen en auto
mobielen.
Ten slotte vragon B. en Ws. machtiging aan
den Raad tot uitvoering van eenige gemeente
werken en legt do Voorzitter daartoe aan den
Raad over een lijst, opgemaakt door den gemeonte-
opzichtor en vermeldende de werken, die dit jaar
tot stand moeten worden gebracht, o. a. het maken
van een nieuwe hoofddeur mot portiek voor het
Raadhuis, alsmede bet verven van genoemd go-
bouw. De Raad machtigt B. en Wa. om tot de
uitvoering over te gaan.
Een voorstel van den heer L3gerberg om den
Zuidbuurtschenweg van af de Bakkorsbrog tolde
Niouwewogsbrug van een paardenpadbestrating to
voorzien vindt bestrijding, doch wordt bij stemming
aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, dio der heeren
C. Van Leeuwen, C. v. d. Velden, P. J. v. d. Poel
en A. Rijnsburger.
Niets meer aau de orde zijnde, wordt do ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
Slol)
Wy hebben reeds gezegd, dat, in weerwil
van haar koelheid, Maria Gawrilowna ovenals
vroeger door bewondoraars omringd was.
Maar allen moesten het veld ruimen, toen
een gewonde op haar landgoed kwam: ds
kolonel dar huzaren Boermien, met bet kruie
van St. George op de 'borat en een interes
sante bleekhoid (zooals de jongedames daar
het nosmden) op bet gelaat.
IIy had den leeftyd van zes en twintig
jaren bereikt. Hy was in de streek gekomen
om het hem verleende verlof op zyn goederen
door te brengen, welke in de nabyheid van
die van Maria Gawrilowna gelegen waren.
Zy ontving hem met de grootste voorkomend
heid. In zyn tegenwoordigheid maakte haar
gewone droefgeestigheid voor opgeruimdheid
plaats. Men kon niet zeggen, dat zy tegen
over hem de coquette epeelde; maar een
dichter zou by het zien van haar gedrag en
houding gevraagd hebben: „Als het geen
liefde is, wat is het dan?"
Boermien was in alle opzichten een knap
jonkman. Hy bezat de geestigheid, waarin de
vrouwen zooveel behagen scheppen; do gees
tigheid vol kieschen smaak en snedige opmer
kingen. Zyn gedrag jegens Maria Gawrilowna
was gulhartig en ongedwongen, maar al haar
woorden en handelingen werden door zyn blik
gevolgd. Hy scheen een kalmen gemoedsaard
te hebbon, maar do faam zeide, dat hy vroeger
allesbehalve een heilige was.Dit benadeelde
hem niet in de moeniog van Maria Gawrilowna,
die (zooala in den regel met de jonge meisjes
hot geval is) hem volgaarne de dwaasheden
en buitensporigheden vergaf, welks voor zyn
vurig en stoutmoedig karakter pleitten. Maar
meer dan alles (meer dan zyn vriende-
lykheid en geestigheid, meer dan zyn belang
wekkende bleekheid, meer dan zyn gezwach
telde hand) prikkelden de ingetogenheid en
bescheidenheid van den jongen huzarenofficier
Maria's nieuwsgierigheid en verbeelding. Zy kon
niet ontkonnen, dat by haar beviel; ook hy, met
zyn begaafdheid en ondervinding, moest bomer-
keD, dat zü hem boven alle anderen voortrok;
waarom zag zy bom dan nog niet aan haar
voeten en hoorde zy zyn liefdesverklaring
niet? Wat weerhield hem? De beschroomd
heid, onafscheidelyk van de ware liefde,
trotschheid of de coquetteris eener sluwe
berekening?
Het was haar een raadsel. Ma er lang over
nagedacht te hebben, kwam zy tot het beBluit,
dat bedeesdheid de eenige oorzaak was, en
zy nam zich voor hem door nog meerdere
oplettendheid en naar gelang van omstandig
heden ook door teederheid aan te moedigen.
Zy bereidde zich reeds voor op de meest
onverwachte ontknooping en wachtte met
ongeduld het oogenblik zyner liefdesverklaring
af. Een geheim, van welken aard het ook
zy, heeft voor een vrouwenhart steeds iets
kwellend».
Op zekeren dag werd Boermin zóó afge
trokken en vestigden zyn zwarte oogen zich
met zulk een vurigen blik op Maria Gawri
lowna, dat het beslissende oogenblik naby
scheen. De buren spraken over het aanstaande
huwelyk als over een beklonken zaak, en de
goedhartige Praskowja Petrowna verheugde
zich, dat haar dochter eindelyk een harer
waardigon bruidegom gevonden had.
De bejaarde dame bevond zich op een
namiddag alleen in het salon, zich onledig
houdend met een ingewikkeld patientie-spel,
toen Boermien binnentrad en naar Maria
vroeg.
„Ze ie in den tuin," antwoordde da oude
dame; „ga haar daar maar opzoeken, ik zal
u hier blyven wachteD."
Boermien vorwyderde zich en de oude dame,
het teeken des kruises makend, dacht hy
zicbzelve
„Ik hoop, dat de zaak vandaag haar beslag
zal krygen."
Boermien vond Maria Gawrilowna by den
vyver onder een wilgeboom, met een boek
in de hand en in het wit gekleed, ais een
werkeiyke romanheldin. Nadat de eerste
woorden gewisseld waren, brak Maria met
voordacht het onderhoud af, om zoodoendo
de wederzydsche verlegenheid te vermeer
deren, waaraan alleen een onverwyida en
stellige verklaring een einde kon maken. En
zoo gebeurde het ook.
De moeilykheid van zyn toestand beseffend,
deelde Boermien haar mede, dat hy reeds lang
een gelegenheid zocht om zyn hart voor haar
open to leggon, en verzocht hy haar, hem
een oogenblik haar aandacht te schenken.
Maria Gawrilowna eloot haar boek en sloeg
als teeken van toestemming de oogen neder.
„Ik heb u lief," begon Boermien, „ik heb
u hartstocbteiyk lief."
Maria Gawrilowna bloosde en boog het hoofd
nog meor op do borat.
„Ik heb onvoorzichtig gehandeld met my
over te gevon aan de hefiyke gewoonte u
dagelyke to zien en te hooren. Thans ie bet
reeds te laat om my tegen myn noodlot to
verzettende herinnering aan u, uw dierbaar,
onvergelykeiyk beeld zal voortaan de kwelling
en de troost myna levens zyn; maar ik heb
nog een amartolykon plicht te vervullen: ik
moet u een vreeslyko geheim mededeelen,
dat een onoverkomelyken hinderpaal op onzen
weg legt."
„Die hinderpaal bestond reeds vroeger...."
viel Maria Gawrilowna hem met levendigheid
in de rode; ik zou nimmer uw echtgenoote
kunnen worden."
„Ik weet het," antwoordde hy met zachte
stem, ,ik weet, dat ge een ander bemind
hebt, maar de dood en drie jaren van rouw!
Goede, dierbare Maria Gawrilowna! Spaar u
de moeite my te berooven van myn laatsten
troost; de gedachte, dat go zoudt kunnen
toestemmen my gelukkig te maken.
„Zwyg, zwygt Ge martelt my."
„Ja, ik weet het, ik gevoel hot, ge zoudt
de myne willen zyn, maar ik ben de onge
lukkigste man der wereld, ik beb myn naam
reeds aan een andere vrouw gegeven.''
Maria Gawrilowna verbleekte en zag hem
met de grootste verbazing aan.
„Ik bon gehuwd," vervolgde Boermin;
„sedert vior jaren; en ik weet niet wie myn
vrouw is, noch waar zy is, noch of ik haar
ooit zal wederzien I"
„Wat zegt gy?" riep Maria Gawrilowna
uit. „Dat is zeer wondorlyklGa voort,
ga voort.... smeek ik u."
„In het begin van 1812," hervatte Boirmin,
„was ik op reis on haastte ik my zooveil
ik kon om Wilna te bereiken, waar zich myn
regimont bevond. Op zokeren dag laat in den
avond aan een post komend, gaf ik bevel
onverwyld postpaarden in te spannen, toen
zich eensklaps een geweldige sneeuwstorm
verbiet en de koetsiers my den raad gaven
te wachten tot do atorm bedaard was. Ik
gaf daaraan gehoor, maar een onverklaarbare
onrust maakte zich van my meester; het
was also! ik door iemand werd voortgodrevon.
De storm bedaarde evenwel niet; het was
my onmogelyk langer te wachten; ik gaf
bevel om in te spannen en te midden dor
woeste windvlagen begaf ik my op weg. Da
koeteier kwam op het denkbeeld om de dicht
gevroren rivier te volgen, hetwelk den weg
drie wersten zou verkorten. De oevers waren
met sneeuw bodekt; do koetsier reed voorby
het kruispunt, waar wy opDieuw op den
grooten weg moesten komen, en zoodoende
geraakten wy in eon oDbekeode strook. Da
sneeuwstorm bleef met hetzelfde geweld voort
woeden; ik ontdekte in de verto eon licht
en beval den koetsier daarheen te ryden. Wy