12040 Zatei'daa; 27 Mei A°. 1899 f jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. GETROUWD. PRIJS DEZER COURANT* "Voor LoJden per 8 cmvandecL -•%•♦»«»»*ƒ t.lOu jFranco per posl1.40. Afzonderlijke No minera 0.05. PBUa DKB. ó-DVEBTESTIIiH i Van 1-0 regorn I 06. Iedere regel meer 0.17}. - Grootera lettere naar plaatsruimte - Voor het Incaeseeroo bulteD do etad wordt f 0.05 berekend Willem C. Brouwer's Aardewerk iu de Lakeuhal. Onder de voorwerpen van Kunstnijverheid, die op de nu aanstaande tentoonstelling van de vereeniging „de Laecken Halls" zullen te zien Zijn, verwachten wij, dat het aardewerk van onzen stadgenoot W. C. Brouwer in niet geringe mate de aandacht zal trekken. Want dat verdient het ten volle. Eerst sedert betrekkelijk korten tijd heeft de heer Brouwer zich op het maken van kunstaardewerk toe gelegd; h(j heeft zich daartoe te Gouda ge vestigd, waar men weet, dat de püpen ge bakken worden, en waarbij, voor het vullen der ovens, tevenB van dat aardige ruwe vaat werk en van die zacht groengekleurdo ver gieten meegebakken worden. Daarbij heeft hy getracht zijn eenvoudige en ge:onde begrippen omtrent kunst in toepas- eing te brengen. Het is toch een feit, dat wy ook op het gebied van potterie eon tyd van groot verval achter den rug hebben: In den bloeltyd van de Griekscbe kunst was het mogelUk, dat 1 één man een vaas modeleerde, en een ander deze versierde; in dien tyd was er eenheid van gedachte en eenheid van kunstopvatting. Haar hoe zou het in den tegenwoordigen, kunstloozen tyd, waar geen twee menschen op gebied van kunst gelyk denkon, hoe zou het mogeiyk zyn, dat er op het gebied van aarde werk (faience, noemt men het tegenwoordig) iets werkelyk goeds, een voorwerp van werke- lyke kunst gemaakt werd, wanneer men nagaat de machinale manier, waarop bet vervaardigd wordt: Een teekenaar teekent een model, daarnaar worden mallen gemaakt, in die mallen wordt de vaas gegoten en daarna, als zy droog is, met schuurlmnen nageloopen. Dan gaat de vaas naar do teekenzaal, waar een reeks artisten en quaei-arlisten zitten, gereed om er de versiering op aan te brengen, een ver siering niet gedacht door den ontwerper, nog veel minder gegroeid uit den vorm, maar moestal bestaande uit bloemen en dieren in bonte kleuren, dikwyii plakplaatjesachtig en willekeurig. Brouwer breekt dan ook met die sleur. Van het machinale gieten van de voorwerpen moet hy niets hebben; hy keert terug tot de oude, eeuwenlang gebruikte draaischyf en schept den vorm. Zóó is het mogelyk aan den kunstenaar om in het voorwerp zyn gedachte neer te leggen. Op verschillende manieren brengt by zélf ook de versiering aan, naar gelang bet voor werp het vraagt, maar voorop stelt by als grondbeginsel, dat elk ding moet bezitten eenheid van enderdeelen, en dat men moet blyven zien, dat bet uit klei werd geboren („eerlykheid van geboorto"). Dit ie dan ook de reden, waarom hy geen gebruik maakt van ondoorzichtig glazuur, maar de verscheidenheid in de kleuren zoekt te verkrijgen door het gebruik van verschillende mooie aardsoorten en het voorwerp later bedekt met doorzichtig glazuur. De toepassing geschiedt op verschillende manieren. Zoo bereikt hy reeds een mooie kleurscbakeering door de kleisoorten, waarvan hy het voorwerp op de draaischyf maakt, onvolkomen te mengen, zoo ook door het gedeelte, dat versierd moet worden, te bedekken (door indompelen of overgieten) mc-t een andere kleilaag, dun opgelost (tabecren), en dan bet ornament hierin te krassen en het over vloedige weg te schrappen. Een andere manier ia het z. g. ringelooren, dat bestaat in het teekenen van het ornament met tameiyk dikke tabeeraarde, die door een penneschacht uit een eteenen bakje loopt. Dit wat aangaat de techniek van het ver sieren, die doodeenvoudig en zeer eeriyk is. Ook het ornament, dat Brouwer kiest, is logisch gedacht. Wanneer byv. aan een voor werp een oor bevestigd is, zooals aan een melkkan, dan zal by op de plaats van de aanzetting van het oor de versiering bet krachtigst maken; zyn er gaten in eenig voorwerp, om iets op te nemen, by v. bloemen, dan zal hy van uit die plaatsen zyn versie ringsmotieven laten beginnen, omdat van uit die gaten de bloamscbikking begint. In één woord, by zoekt, door functie in het ornament te leggen, het karakter van bet voorwerp meer te doen uitkomen. Hierdoor verkrügt by een kolossale eenheid in zyn werk, eenheid van vorm met orneering, die samen met wat by noemt oeriykbeid van geboorte, het aardewerk, dat hy maakt, stem pelen tot gedecideerde kunst. De heer Brouwer heeft ongeveer een maand geleden over zyn kunst een belangryke lezing gehouden te Amsterdam. Het bovenstaande is gedeeltelyk daaraan ontleend. Van harte wenschen wy onzen vroegeren stadgenoot succes met zyn eeriyk opgezet en goed uitgevoerd werk. Leiden, 26 Mei. Morgen, Zaterdag, Tereenigfc onze burge meester de gemeenteraadsleden, het oud-lid mr. C. Cock en den secretaris in het hotel van den heer J. A. Smulders (Du Lion d'Or) aan de Breestraafr, aan een maaltijd. Prof. dr. C. P. Tiele, alhier, is door de universiteit van Dublin benoemd tot doctor in de rechten honoris causa. In Juni zal de hoog leeraar, naar Britsch geiruik, in Dublin moeten komen om tot zjjn waardigheid bevorderd te worden. Voor de akte lager onderwijs is te 's-Qravenbage geslaagd de heer C. La Lau, van Leiden. De Engelsche mail met berichten uit Indië wordt 27 dezer dea voormiddags alhier verwacht. Tot de commissie van de geschiedkundige tentoonstelling van het Nederlandse ho zee wezen i3 nog als lid toegetreden de heer C. F. Yan Linden Tol, oud gezagvoerdor der Kon. Paketvaart-maatschappU, terwijl de heer "W. Martin, te Leiden, zich bereid verklaard heeft als correspondeerend lid der commissie aldaar werkzaam te zijn. H.H. M.M. de Koninginnen z\jn gisteren om ruim één uur, plaatselijke t(jd, op Het Loo aangekomen en werden, niettegenstaande het ongunstige weer, door een groote menigte van belangstellenden voor het Paleis op gewacht. In den gemeenteraad van Zaandam deelde de voorzitter mede, dat H.H, M.M. de Ko ninginnen de gemeente officieel zullen be zoeken. Deze meJedeeling werd met applaus begro-t. In de Grieksche kapel aan den Ouden Scheveningschen weg werd heden ter herin nering aan den kroningsdag van Czaar Nico- laas II een korte dienst gehouden, die o. a. werd bijgewoond door Ruslands zaakgelastigde, Staatsraad De Berends. De kapel was met bloemen versierd. In een te Botterdam gehouden verga dering is het plan vastgesteld voor het hulde betoon der werklieden-vereenigingen aan H. M. de Koningin, by gelegenheid van Haar bezoek aan Botterdam. Het plan omvat, dat de leden der vereeni- gingen, welke zich daartoe aanmelden, 43 vereenigingen waren reeds vertegenwoordigd met hun vaandels zullen worden opgesteld laDgs den weg, welken H. M. zal volgen, van het Maasstation af tot aan de Kaasmarkt, langs welken weg 6520 personen kunnen worden opgesteld. Des namiddags te vier uren zal op het Van- Hogendorps-plein voor H. M. met de vaandels gedefileerd worden, welke stoet geformeerd zal worden uit de besturen der vereenigingen. Door den minister van oorlog is in be ginsel besloten de witte linnen werkkielen der manschappen door die van donkerblauwe stof te vervangen. Volgens het „Haagsche Dagblad" zal de kolonel, plaatselijk commandant te Amsterdam, A. P. Klercq, den dienst met pensioen verlaten on wordt do luitenant-kolonel J. Van "Wyk genoemd als aanstaand commandant van het 3de regiment infanterie te Bergen-op Zoom. Te Utrecht werd gisteren, onder presidium van dr. J. Th. De Visser, de achtste algemeene vergadering gehouden der Vereeniging Christe lijk Volksonderwijs. De aftredende leden van het hoofdbestuur, de heeren W. J. J. Koole en C. W. Van Bent veld, werden herkozen, terwijl als zoodanig werden gekozen de heeren mr. E. Van Lennep en baron Van Boetselaer. Tot voorzitter, in plaat6 van wylen ds. H. Malcomesius, werd gekozen dr. J. Th. De Visser, 2de voorzitter. Aangenomen werd een voorstel tot wijzi ging van art. 6 van het reglement der Ver eeniging, zoodat dit voortaan zal luiden: Het hoofdbestuur bestaat uit minstens negen tot hoogstens dertien leden, enz. Een onderwerp, door het H.-B. aan de orde gesteld, ingeleid door den heer J. Kuiper, hoofd eener Christelijke school te Schraerd: Is aanvraag om verhoogde subsidie voor het bijzonder onderwijs in beginsel gewenscht? En zoo ja, op dit oogenblik raadzaam? gaf aanleiding tot levendige discussion. De meeste sprekers beantwoordden vraag 1 toestemmend en vraag 2 ontkennend. Ten slotte kwam aan de orde een voorstel tot het instellen van examen voor onderwijzers en onderwijzeressen, behoorende tot.de Ned.- Herv. Kerk en werkzaam aan een Chr. school, voor Bybelsche geschiedenis, vaderlandscbe geschiedenis, kerkgeschiedenis, paedagogiek en zang. Het voorstel zelf werd niet in be handeling genomen, wel werd het al of niet wenscbelijke van een na-examen besproken en verklaarde de vergadering met meerderheid van stemmen de wenschelUkheid niet in te zien. Op ruim 63 jarigen leeftijd is overleden de heer F. L. Berghuis, directeur der Am bachtsschool te Arnhem. Het stoomschip „Cyclops" vertrok 22 Mei van Batavia naar Amsterdamde „Mossel", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Mei van Colomfce; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Mei van Genua; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 Mei Dungeness; de „Indiaan", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 26 Mei van Havre; de „Kanzier", van Hamburg en Amsterdam naar Oost- Afrika, arriveerde 25 Mei te Napels; de „Ondine" vertrok 25 Mei van Cuxhaven naar Amsterdamde „Botterdam", van Botterdam naar Nieuw-York, passeerde 26 Mei Wight. Zegwaard. Tot leden van het bestuur van den Binnenwegschen polder onder Zegwaard en Bleiswijk zfin herkozen de heeren A. J. Van Beeuwijk en C. Van Dorp Wz. Uit de „Staatscourant," Kon bosl uiten Benoemd: Tot burgemeester der gemeente Budel, G. A. Rutten; tot burge meester der gemeente Kantens, P. A. Venhuis, en tot burgemeester der gemeente Vught, A. W. J. Van Lanschot; tot ontvanger der accijnzen en van den waarborg en do belasting der gouden en zilveren worken te Rotterdam, A. Voorman Czn., ontvanger der invoerrechten en accijnzen en van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken te Groningen, tot inspecteur der directo belastingen, invoerrechten en accijnzen: te Almeloo, C. E. De Roock, thans inspecteur dier middelen te Sittard; te Helievoetsluis, M. G. Andriessen. thans inspecteur dier middelen te Aardonburg; en zijn belast met de waarneming der inspectie van de directe belastingen, invoer rechten en accijnzen: te Amersfoort, F. P. Weth- mar; te Aardenburg, C. Valkhoff; te Sittard, C. W. Bodenhausen, allen adjunct inspectour dier middelen, respectievelijk te Arnhem, Schiedam en Rotterdam; tot ontvanger dor directe belastingen en accijnzen te Tegelen, P. C. Ligtenberg, ont vanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te 's-Gravenzande c a. (standplaats Hoek- van-Holland). Belast: Met de waarneming der betrekking van commies ter directie der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Amsterdam, D. H. Schepper, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Tegelen. Overgeplaatst In hun rang bij het regiment grenadiers en jagers, de eerste luitenante L. Noest, van bet 6de, en H. C. J. Ter Beek, van bet 5de regiment infanterie. Pensioen verleend: Voor den tijd van twee jaren, van ƒ575 'sjaars, aan den tijdelijk gepensionneerden officier van gezondheid 1ste kl. van de marine P. Baarslag. Gemeenteraad van Zocterwonde. Voorzitter de Burgemeester. Tegenwoordig alle leden. Na openiDg der vorgadoring leest de secretaris do notulen der vorige zitting, welke onveranderd worden vastgesteld. Ingekomen zijn: lo. Proces verbaal van kasopneming over het afgeloopen kwartaal, waaruit blijkt, dat in kas was ƒ4478.135; 2o missive van Ged. Staten, houdende goed keuring c. q. machtiging van het Raadsbesluit tot ontbinding der overeenkomsten, in de 17de eeuw aangegaan tu98chen deze gemeente en de gemeente Leiden betreffende het onderhoud van banwerken aan den Rijndijk, enz. Beide stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Komt tor tafel: een adres van de firmaRibbink, Van Bork Co., vefzoekende to willen goed keuren, dat de aao haar verleende concessie iu 1891 voor den aanleg cn de exploitatie van voor het publiek bestemde telepbonen in deze gemeente, wordt overgedragen op de „AlgemeeneTelephoon- Maatschappy. voorheen Ribbink, Van Bork Co.", waarop gunstig wordt beschikt. Een adres van J. J. Van Koolbergen, vergunning verzoekende voor bet leggen en hebben in de graskanten langs den Zoeterwoudscben weg van een draagbaar spoor ter wydte van 70 cM. van af zijn fabriek tot do spoorlyn Leiden—Woerden, welk verzoek eveneens wordt toegestaan onder naleving der daarbij te stellen voorwaardon. De Voorzitter deelt daarna mede, dat door art. 14 der wet van 24 Mei 1897, Stsbl. 156, met lo. Januari 1900 van rechtswege vervallen alle plaat selijke verordeningen betreffende de heffing van rechten en loonen, bedoeld in art. 238 der Gemeente wet, welke voor on bepaalden tijd zijn goedgekeurd, zoodat dientengevolge opnieuw moeten worden vastgesteld de besluitena. tot heffing van rechten voor huwelijksvoltrekking op buitengewonen tijd, b. van leges ter secretarie en c. van schoolgelden mot de verordeningen betreffende de invordering van bedoelde rechten en waarvan de concepten door dco Voorzitter worden voorgelezen. Al deze belastingverordeningen worden door den Raad opnieuw vastgesteld, zender dat daarover discussie werd gevoord. Daarna wordt ter tafel gebracht: het door B. en Ws opgemaakte kohier van den hoofdelijken omslag voor bet dienstjaar 1899 met de mededee- ling, dat er bij B. on Ws. geen redenen Lebben bestaan om veranderingen in de verschillende aanslagen te brengen, en wordt het kohier na gehouden besprekingen door den Raad vastgesteld tot een bedrag van ƒ2150. Vervolgens wordt door don Raad vastgesteld het Raadsbeslait tot wijziging en aanvulling der algemeene Politieverordening, dewijl cenige bepa lingen wijziging behoeven in het belang van hun rechtsgeldigheid en het wenschelijk is in het be lang der openbare veiligheid, de bepalingen omtrent het verkeer op de openbare wegen ook toepasselijk te maken op motorrijwiolen en auto mobielen. Ten slotte vragon B. en Ws. machtiging aan den Raad tot uitvoering van eenige gemeente werken en legt do Voorzitter daartoe aan den Raad over een lijst, opgemaakt door den gemeonte- opzichtor en vermeldende de werken, die dit jaar tot stand moeten worden gebracht, o. a. het maken van een nieuwe hoofddeur mot portiek voor het Raadhuis, alsmede bet verven van genoemd go- bouw. De Raad machtigt B. en Wa. om tot de uitvoering over te gaan. Een voorstel van den heer L3gerberg om den Zuidbuurtschenweg van af de Bakkorsbrog tolde Niouwewogsbrug van een paardenpadbestrating to voorzien vindt bestrijding, doch wordt bij stemming aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, dio der heeren C. Van Leeuwen, C. v. d. Velden, P. J. v. d. Poel en A. Rijnsburger. Niets meer aau de orde zijnde, wordt do ver gadering door den Voorzitter gesloten. Slol) Wy hebben reeds gezegd, dat, in weerwil van haar koelheid, Maria Gawrilowna ovenals vroeger door bewondoraars omringd was. Maar allen moesten het veld ruimen, toen een gewonde op haar landgoed kwam: ds kolonel dar huzaren Boermien, met bet kruie van St. George op de 'borat en een interes sante bleekhoid (zooals de jongedames daar het nosmden) op bet gelaat. IIy had den leeftyd van zes en twintig jaren bereikt. Hy was in de streek gekomen om het hem verleende verlof op zyn goederen door te brengen, welke in de nabyheid van die van Maria Gawrilowna gelegen waren. Zy ontving hem met de grootste voorkomend heid. In zyn tegenwoordigheid maakte haar gewone droefgeestigheid voor opgeruimdheid plaats. Men kon niet zeggen, dat zy tegen over hem de coquette epeelde; maar een dichter zou by het zien van haar gedrag en houding gevraagd hebben: „Als het geen liefde is, wat is het dan?" Boermien was in alle opzichten een knap jonkman. Hy bezat de geestigheid, waarin de vrouwen zooveel behagen scheppen; do gees tigheid vol kieschen smaak en snedige opmer kingen. Zyn gedrag jegens Maria Gawrilowna was gulhartig en ongedwongen, maar al haar woorden en handelingen werden door zyn blik gevolgd. Hy scheen een kalmen gemoedsaard te hebbon, maar do faam zeide, dat hy vroeger allesbehalve een heilige was.Dit benadeelde hem niet in de moeniog van Maria Gawrilowna, die (zooala in den regel met de jonge meisjes hot geval is) hem volgaarne de dwaasheden en buitensporigheden vergaf, welks voor zyn vurig en stoutmoedig karakter pleitten. Maar meer dan alles (meer dan zyn vriende- lykheid en geestigheid, meer dan zyn belang wekkende bleekheid, meer dan zyn gezwach telde hand) prikkelden de ingetogenheid en bescheidenheid van den jongen huzarenofficier Maria's nieuwsgierigheid en verbeelding. Zy kon niet ontkonnen, dat by haar beviel; ook hy, met zyn begaafdheid en ondervinding, moest bomer- keD, dat zü hem boven alle anderen voortrok; waarom zag zy bom dan nog niet aan haar voeten en hoorde zy zyn liefdesverklaring niet? Wat weerhield hem? De beschroomd heid, onafscheidelyk van de ware liefde, trotschheid of de coquetteris eener sluwe berekening? Het was haar een raadsel. Ma er lang over nagedacht te hebben, kwam zy tot het beBluit, dat bedeesdheid de eenige oorzaak was, en zy nam zich voor hem door nog meerdere oplettendheid en naar gelang van omstandig heden ook door teederheid aan te moedigen. Zy bereidde zich reeds voor op de meest onverwachte ontknooping en wachtte met ongeduld het oogenblik zyner liefdesverklaring af. Een geheim, van welken aard het ook zy, heeft voor een vrouwenhart steeds iets kwellend». Op zekeren dag werd Boermin zóó afge trokken en vestigden zyn zwarte oogen zich met zulk een vurigen blik op Maria Gawri lowna, dat het beslissende oogenblik naby scheen. De buren spraken over het aanstaande huwelyk als over een beklonken zaak, en de goedhartige Praskowja Petrowna verheugde zich, dat haar dochter eindelyk een harer waardigon bruidegom gevonden had. De bejaarde dame bevond zich op een namiddag alleen in het salon, zich onledig houdend met een ingewikkeld patientie-spel, toen Boermien binnentrad en naar Maria vroeg. „Ze ie in den tuin," antwoordde da oude dame; „ga haar daar maar opzoeken, ik zal u hier blyven wachteD." Boermien vorwyderde zich en de oude dame, het teeken des kruises makend, dacht hy zicbzelve „Ik hoop, dat de zaak vandaag haar beslag zal krygen." Boermien vond Maria Gawrilowna by den vyver onder een wilgeboom, met een boek in de hand en in het wit gekleed, ais een werkeiyke romanheldin. Nadat de eerste woorden gewisseld waren, brak Maria met voordacht het onderhoud af, om zoodoendo de wederzydsche verlegenheid te vermeer deren, waaraan alleen een onverwyida en stellige verklaring een einde kon maken. En zoo gebeurde het ook. De moeilykheid van zyn toestand beseffend, deelde Boermien haar mede, dat hy reeds lang een gelegenheid zocht om zyn hart voor haar open to leggon, en verzocht hy haar, hem een oogenblik haar aandacht te schenken. Maria Gawrilowna eloot haar boek en sloeg als teeken van toestemming de oogen neder. „Ik heb u lief," begon Boermien, „ik heb u hartstocbteiyk lief." Maria Gawrilowna bloosde en boog het hoofd nog meor op do borat. „Ik heb onvoorzichtig gehandeld met my over te gevon aan de hefiyke gewoonte u dagelyke to zien en te hooren. Thans ie bet reeds te laat om my tegen myn noodlot to verzettende herinnering aan u, uw dierbaar, onvergelykeiyk beeld zal voortaan de kwelling en de troost myna levens zyn; maar ik heb nog een amartolykon plicht te vervullen: ik moet u een vreeslyko geheim mededeelen, dat een onoverkomelyken hinderpaal op onzen weg legt." „Die hinderpaal bestond reeds vroeger...." viel Maria Gawrilowna hem met levendigheid in de rode; ik zou nimmer uw echtgenoote kunnen worden." „Ik weet het," antwoordde hy met zachte stem, ,ik weet, dat ge een ander bemind hebt, maar de dood en drie jaren van rouw! Goede, dierbare Maria Gawrilowna! Spaar u de moeite my te berooven van myn laatsten troost; de gedachte, dat go zoudt kunnen toestemmen my gelukkig te maken. „Zwyg, zwygt Ge martelt my." „Ja, ik weet het, ik gevoel hot, ge zoudt de myne willen zyn, maar ik ben de onge lukkigste man der wereld, ik beb myn naam reeds aan een andere vrouw gegeven.'' Maria Gawrilowna verbleekte en zag hem met de grootste verbazing aan. „Ik bon gehuwd," vervolgde Boermin; „sedert vior jaren; en ik weet niet wie myn vrouw is, noch waar zy is, noch of ik haar ooit zal wederzien I" „Wat zegt gy?" riep Maria Gawrilowna uit. „Dat is zeer wondorlyklGa voort, ga voort.... smeek ik u." „In het begin van 1812," hervatte Boirmin, „was ik op reis on haastte ik my zooveil ik kon om Wilna te bereiken, waar zich myn regimont bevond. Op zokeren dag laat in den avond aan een post komend, gaf ik bevel onverwyld postpaarden in te spannen, toen zich eensklaps een geweldige sneeuwstorm verbiet en de koetsiers my den raad gaven te wachten tot do atorm bedaard was. Ik gaf daaraan gehoor, maar een onverklaarbare onrust maakte zich van my meester; het was also! ik door iemand werd voortgodrevon. De storm bedaarde evenwel niet; het was my onmogelyk langer te wachten; ik gaf bevel om in te spannen en te midden dor woeste windvlagen begaf ik my op weg. Da koeteier kwam op het denkbeeld om de dicht gevroren rivier te volgen, hetwelk den weg drie wersten zou verkorten. De oevers waren met sneeuw bodekt; do koetsier reed voorby het kruispunt, waar wy opDieuw op den grooten weg moesten komen, en zoodoende geraakten wy in eon oDbekeode strook. Da sneeuwstorm bleef met hetzelfde geweld voort woeden; ik ontdekte in de verto eon licht en beval den koetsier daarheen te ryden. Wy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1