jMEeubelen, Tapijten, Gordijnstoffen. PETROLEUM HANGLAMPEN. l 1. Zwitsersche Zijde PUIKE KOFFIE, Aalmarkt 25. J, P. F. FRISON, Prijs: per Anker f36.— per Flesch f 0.86. A la Grande Corbeille, bij 0. HEYNIS Jan.,Doezastraat 6. Hit de hand te koop: 321/2 Cent de 5 Ons, De Onderlinge Boerenbrandwaarborg- Kaatscliappij te Zwolle m Technisch Bureau H. E. ÖVïNG Jr. ijzerconstructie. Rotterdam, ffeMsrsG&sfead® 31 (Plan 0.) 277316 Grootste keuze. Prachtige modellen. J. L. CSEYGHTON, LEIDEN. Niemand verzuime bij behoefte aan een HANG- LAFsIP of GANGLANTAARN een bezoek te brengen aan ons MAGAZIJN en de prijzen te vergelijken. Lsidsche Duinwater-Kaatsciiappij. (Bourgeois Supérieur da fflédoe). Deze Wijn wordt door ons uit de eerste hand te Bordeaux gekocht en bij groote partij aangevoerd. Hij onderscheidt zich door een goeden bouquet, is zacht, vol en élégant. Door grooten voorraad belegen Wijn kunnen wij hiervan gestadig afleveren. 2560 so VERSCHE GRASBOTER, ƒ1.30 per Kilo 4106 6 3761 20 EAU DE COLOGNE is de zuiverste en meest verfriss cheude. Wijnhandelaren. Hofleveranciers. "Oepot: Vischmarkt. Hurgsteeg Sa, Sb. Bij contante betaling 10 pCt. korting. SCHWEIZER Go., Lnzsrn (Zwitserland), zijdenstoffen-uitvoerhAndel. Haarlemmerstraat 217, in den Grooten Eierenkorf, EN GROS EN DÉTAIL. Groothandelaar in Binnen- en Bnitcnlaudschc Eieren. Dus Huismoeders! doet uw voordeel en haait uw Boter: Haarlemmerstraat 217, in den grooten eierenkorf. 4l:s 58 Dik vet Spek 18 ets. per 5 ons. Baukctbaminetjes 22 ets. per 5 ons. P. J. W. Belle. HAARLEMMERSTRAAT SH-Y- Feuilleton. VERDACHT! heeft tot haren Agent aangesteld den Heer A. G. VAM OSMi ABRUGGE, te Leider dorp. Uitsluitend BOERDERIJEN of hare INBOEDELS worden tot laagst mogelijke premie verzekerd. 4102 10 DE DIRECTIE. Overkappingen IJzeren gebouwen, Geconstrueerde Balken, enz., FabrlcltiSporen. Centrale Verwarming. Installaties voor Wasseherljcn. ALQEMEENE VERGADERING VAN AAN- DEELHOUDERS op Zaterdag 27 Md 1899, dos voormiddags te halfelf, op het Bureau der Maatschappij, Stationsweg 12, ingevolge Art. 14 der Statuten. 3962 7 Cuisinier-, Papengr. S3, beveelt zich aan tot het leveren van Diners en Soupers, Koude cn Warme Schotels, Pasteitjes, Croquetten, enz. Uitzending van Diners tegen over een te komen prijzen. 9169 8 2564 40 MARGAUX. Wed. J. steenhauer zonen, IHandenmakerssleeg 4, bij de Waag. 3661 24 de gunstig gelegen Buitenplaats „RHIJIV- <3 JE EST", geschikt voor zomer- en winter verblijf, bestaande uit Heercnbehiilzlng, Koetshuls cn Stalling, Tula- en Bosch- grond, opgaand hout en Welland, Bloemisterij en Boerderfl), aaneengelogen aan deh straatweg tusschen Haarlem en Den Haag. in de onmiddellijke nabijheid van tram- en spoorweg-stations, alles in de gemeente Oegstgeeet, ter gezamenlijke grootte van omstreeks 10 H.A. E n on ander is te bezichtigen van af 8 Mei iederen Maandag- en "Woensdagmiddag tusschen 2 en ft uren. Informaties geeft de Heer H. C3. REIX- ElEïlg FOL99EB, te Buiksloterham by Amsterdam, die ook dee Maandags to spreken is tusschen 12 en l uur Hotel „Kras- napolski", Amsterdam. 4134 21 is de bestel Vraagt monsters van onze Nouveautés la Zwart, Wit of Gekleurd van 35 Gents tot 9 Gld. per meter. Specialiteit: Mleuwste Zijden Foulard, Rayé en Chlné voor Japonnen en Blouses, 52 cM. breed, van af 60 Gents per meter. Wy verkoopen voor Holland slechts direct aan particulieren en zenden de verlangde Zyden Stoffen vry van invoerrechten en franco thuis. 1058 30 bericht zijn begunstigers dat hij zijn JPinlsstei-eiei-en voorhanden heeft tegen den minst concurreerenden prijs. Afdeeling BOTER. Ieder die een pond Boter koopt, van weiken prjjs ook, krijgt daarbij cadeau nog een pond Boter, geen pond met een cadeau minstens van 25 Cents waarde. De prijzen zjjn 45, 50, 55, 60, 65, 70 Cents per twee pond met een cadeau van 25 Cents waarde. 8981 24 Wot) Maar de hofmaarschalk liet hun geen tyd voor nadere opheldering; hij stapte snel de stoenen trappen op en opende de deur der kerk. Von Bülow, die nu toch eindelijk merkte, dat er iets bijzonders gaande was, sloot zich nieuwsgierig by hem aan, en achtor hen traden de beide ambtenaren binnen. De dalende zon wierp haar laatste stralen door de kerkramen en vulde het kleine gods huis nog met baar schitterenden glans. Dj gulden roode zonneschyn omhulde de eerwaar dige gestalte van den ouden priester, die in vol ornaat vóór het altaar stond, en lag als verheeriykend op de hoofden van het jonge paar, dat zich juist uit zijn knielende houding had opgericht. Naast een slank gebouwden man mot blonde haren en baard en ernstige gelaatstrekken stond een jonge bruid, in een eenvoudig wit gewaad, in een doorzichtigen sluier gehuld, en met den mirtenkrans in de donkere haarlokken. Zy verborg juist op dit oogenblik haar hoofd aan de borst van haar echtgenoot, die haar met groote innigheid omvat hield. „Te laat! Het is dus toch geschied!" mom pelde de hofmaarschalk, wien een enkele blik bewezen had, dat de plechtigheid reeds ten einde was. Hij zag thans ook de beide andere personen, ter zijde van het altaar: oen lieer in styve, militaire houdiog en een oude dame, die van ontroeriag in tranen wegsmolt; zy hadden klaarblykeiyk de zooeven voltrokken huwelijksinzegening als getuigen bygewoond. Het openen der deur maakte de personen, die zich in de kerk bevonden, opmerkzaam; zy keken in die richting en zagen een groep, die totaal vernietigd scheen door den aanblik, die zich aan hun oog vertoonde. De kalmste was nog de heer Von Bülow, omdat hy de zaak eenvoudig niet begreep. Hy zagValesca Blum, syn aangebeden Valesca, met wie hy tot eiken prys trouwen wilde, aan de zyde van een ander, en die ander was zyn nieuwe opzichter! Sebald echter was doodelijk verschrikt in eengekrompen, waDt hem werd eerst thans de volle grootheid van zyn vergissing duidelijk; thans wist hij ook ineens, waar hy die stem meer gehoord had, en de ontsteltenis over zyn eigen blindheid oDtrnkte hom den half- luidon uitroep: „Prins Leopold!" Hst bruidspaar wendde zich nu ook om, on hot voorhoofd van den jongen vorst ver duisterde, toen hy de binnendringers gewaar werd; daarna echter richtte by zich hoog en fier op, en zyn gade den arm reikend, voerde hy baar juist den hofmaarschalk te gemoet. „Wel, Excellentie, zyt gy gekomen om ons met onze huwolyksvollrekking geluk te wen8chen?" vroeg hy met koelohoffeiykheid. „Gy komt juist tor rechter tijd." Hoogheid 1" mompelde de ander in de grootste verlegenheid. „Ik kwam op last van uw heitogelijken broeder en zal niet kunnen nalaten hem te melden „Dat is niet noodig, want dat heb ik reeds zelf gedaan," viel Leopold hem droog in de rede. „Da brief, waarin ik den hertog het gebeurde meedeel, is reeds geschreven en zou over een uur verzonden wordeD. Nu gy toch hier zyt, Excellentie, mag ik u zeker wel verzoeken de bezorging op n te nemen en hem myn broeder te overhandigen." De hofmaarschalk boog zwflgend; hy zag, dat elk verzet hier te laat kwam, maar zyn buiging gold slechts den prins alleen; hy zag opzetteiyk de jonge vroaw aan diens zydo voorby. „Ik ben op het punt met myn gemalin op reis te gaan; ik sta u evenwel toe, heer hofmaarschalk, haar te voren nog te begroeten," sprak prins Leopold met scherpen nadruk. Do hofmaarschalk draalde nog een oogen blik, maar de oogen van den jongen vorst fonkelden zóó toornig, dat by er toe overging, met een tweede, wel ia waar zeer gedwongen buiging van Valesca notitie te nemen, hetgeen deze met een nauweiyks merkbare hoofd- nyging beantwoordde. De jonggehuwden verlieten de kerk, gevolgd door den priester en de beide getuigen, doch de oude dame kon niet nalaten nog een medeiydenden blik op haar voormaligen be schermeling te werpen, die als wezenloos bleef staan. Het sprak immers als vanzelf, dat hy voor een prins wyken moest, maar het deed haar toch oneindig leed. Kuno Von Bülow echter was nog lang zoo ver niet, dat by smart gevoelde voor zyn versmade liefde: voorloopig werd hy nog slechts beheer8Cht door sprakeloozo ont steltenis voor deze ontknooping. Hy ging op den hofmaarschalk toe en vroeg aarzelend: „Excellentie, is dat alles waar? Is dat werkeiyk en zeker prins Leopold?" „Zeker is hij het! Kent gy hem dan niet? 't Is waar, by ligt in een buitenlandsch garnizoen, en gy komt zelden aan het Hof." „Daar kom ik nimmer weer. Daar mag ik my nimmer meer laten zien!" barstte de majoraatsheer wanhopig uit. „Wie kon dat toch vermoeden!" De hofmaarschalk werd opmerkzaam. „Wat is er dan voorgevallen? Hebt gy den prins soms beleedigd?" „Als opzichter heb ik hem geëngageerd, met vyfhonderd gulden salaris en vryen kost en inwoning „Maar, beer Von Bülow om 's Hemels wil „En een gratificatie met Nieuwjaar!" vol tooide Kuno, gobeol vernietigd. „Eu myn reisdeken wilde ik hem laten dragen maar dat heeft hy niet gedaan." De hofmaarschalk begon inderdaad te gelooven, dat er by den straks vermelden val met het rytuig iets aan het hoofd van den majoraatsheer beschadigd was; hy schudde slechts het hoofd en maakte zich gereed om te vertrekken, maar Von Bülow bleef naast hem, by moest absoluut iemand hebben, met wien by over de ongehoorde geschiedenis spreken kon, en hy begon dus nog eens van voren af aan en vertelde de geheele ontmoeting met den prins. Sebald en ziJo bpdiexide waren alleen achter gebleven zy spraken geen woord, doch zagen elkaar slechts droefgeestig aan en keken toen in do ledige kerk rond. Daar ontwaarde Helmer in een der kerkstoolen de kist, welker inhoud hem zoo verdacht was voorgekomen, en hy kon de nieuwsgierigheid Diet weder- staan, ze te onderzoeken. De kist was leeg, maar enkele mirteblaadjes, die er in waren achtergebleven, verrieden haar bestemming: ze had den krans en den sluier, welke de bruid eerst in de kerk zelve aandeed, tot bewaarplaats gediend. „Dat was geen dynamiet," zei Helmer weemoedig, terwyl hy zyn chef de blaadjes toonde. „En ik had er my reeds zoo op ver heugd, de geheele bende bij den kraag te nemen! Gelukkig, dat het zoo ver niet geko men is, anders hadden wy ten slotte Zyn Hoogheid Prins Leopold in de gevangenis ge bracht 1" Vóór de pastorie stond het rytuig, dat de jonggehuwden naar het station van den spoor weg brengen zouValesca had zich met haar tante teruggetrokken, om zich voor de reis te kleeden, en prins Leopold bevond zich met den overste Von Barnstedt, zijn voormaligen adjudant, en den gryzen priester in de studeer kamer van den pastoor. „Ik dank u van ganscher harte," sprak de prins, zijn ouden leermeester harteiyk de hand drukkend. „Ik weet het beste ho9 groot de dienst is, welken gy my en myn Valesca bewezen hebt. De verantwoordeiykheid daar voor neem ik geheel en al op my. Ik zal niet in gebreke biyven uw voorspraak te zyn, wanneer men het wagen zou u ter ver antwoording te roepen." De oude priester maakte een zacht afwe rende beweging. „Wat kan men my doen in myn eenzaam dorpje? Men zal het by een berisping laten, en die draag ik gaarne om uwentwille, Hoogheid. Gemakkeiyk is bet my voorzeker niet gevalleD, u by dezen stap bystand te verleenen moge hy u en uw gemalin tot zegen strekken!" jDat zal byr zei Leopold ernstig. ,Het zyn immers slechts tradities, die ik overtreed, geen plichten. Ik ben de jongste prins van ons huis en heb nooit vooruitzicht gehad tob de regeering te geraken; de belangen, waar voor een erfgenaam van den troon zich buigen moet, bestaan niet voor my, Myn broeder zal misschien een tydlang tegen my toornen en vergramd zyn, en dan zal hy zich met het gebeurde verzoenen ik ken hom! Hy zal het ten slotte begrypeD, dat ik den moed had, gelukkig te worden, en de energie, my myn geluk te veroveren." Hy wendde zich nu tot den overste eii e ikte ook hem de hand. „Vaarwel, Barnstedt; gy weet, dat ik het leger verlaat, ik heb don hertog om myn ontslag uit den dienst ver zocht en zal met Valesca voortaan op myn landgoederen leveD, doch waar en hoe wj elkaar ook wederzien, wy blijven de oude vrienden." Juist trad Valesca binnen, in reisgewaad; haar tante vergezelde baar en de prins wenkte deze vriendeiyk toe, terwyl hy den arm zyner vrouw nam. „Over zo3 weken denken wy van de reis terug te zyn; tot weerziens, lieve tante!" De oude dame maakte slechts een buigiog voor haar doorluchtigen neef: do verrukking beroofde haar van de spraak. Zy bad zich in haar stoutste droomen wel als de tante van een majoraatsheer gezien, maar dat een prins haar thans dien titel gaf, dat was te veel geluk. Weinige minuten later zaten de jongge huwden in het rytuig en reden weg in den schemerenden zomeravond; zy kwamen juist de dorpsherberg voorbyrydeD, toen Sebald en Helmer daar binnentraden. „Daar ryden zy heen!" zei de eerste, terwyl hy het rytuig naoogde, „'t Is ongehoordWan neer Zyn Excellentie de hofmaarschalk met dat bericht thuiskomt „Dan komt er werkeiyk een uitbarsting in do residentie," viel Helmer met nadruk in „maar zonder dynamiet 1"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 6