N». 12034
Vrijdag 19 Mei.
§eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
ATJEH.
Feuilleton.
VERDACHT!
IDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 8 cnaandea
Franco per post
Alzonderhjkb Nommers
1.10.
1.40.
0.05.
PRUS DER AD VERTEN 'i'IÜN
VaD 1-0 regels f 1.05. Iedere regei meer o.l7J. - Grootarö
letters oaar plaatsruimte - Voor het In (aaseer qd bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Tweede Blad.
EERSTE RARER.
Sommiger vrees, dat de Eerste Kamer bet
voorste! haror zuster betreffende de revisie
in strafzaken, wogens strijd met do Grondwet,
zou moeten verwerpen, is niet bewaarheid.
De voorstellers of beter de gedelegeerden
van de Tweede Kamer - zyn er in geslaagd
voor de bestaande moeilijkheid een oplossing
te vinden, die door de groote meerderheid
der Eerste Kamer aannemelijk werd geacht.
Het einde van het uitvoerige debat van giste
ren is dan ook geweest, dat hét ontwerp met
algemeene stemmen op één na die van den
hoer Van den Biesen werd aangonomen.
De heer Van den Biesen stemde tegen, op
grond, dat hy het voorstel in strijd achtte
met de Grondwet.
Voornamelijk had spr. op het oog de ambts
misdrijven, bedoeld by art. 164 van de Grond
wet. Hy begrypt niet de haast, die met de
indiening van het voorstel ie gemaakt. Op
alle wyzen heolt men nu by verschillende
bepalingen moeten wringen en dit had niet
behoeven gedaan te worden, wanneer men
gewacht had tot de reeds in voorbereiding
zynde meer algeheels herziening van het
Wetboek van Strafvordering.
Dit betoog werd door den heer Van Lier
bestreden, die meent, dat de nieuwe regeling
aansluit by de bestaande. De bedoelde amtts
misdryven waren niet vatbaar voor revisie,
zyn hot nooit geweest en zullen het z. i. nu
niet worden.
De heer Van Zinnicq Bergmann zou ook
vóór-stemmen, omdat hy uitbreiding van revisie
in strafzaken goed en gewenscht acht. Echter
is de deur voor revisie z. i. te wyd opengezet.
Waar het novum komt te vervallen, moest
z. 1. ook do voortzetting van de revisie-behande
ling vervallen, omdat men anders feittlyk
krygt een nieuwe instantie.
De heer Bartogh verdedigde namens de
voorstellers het ontwerp.
Vart grondwetscbenni8 is geen sprake. Hy
erkende, dat revisie een exceptioneel middel
moet biyven.
De heer Lohman verdedigde het voorstel,
meer speciaal wat de novum-quaestie betreft,
en bestreed de bedenkingen van den heer Kist.
Nadat het ontwerp, na nog eenige discus
sie, was aangenomen, wenschte de Voorzitter
den afgevaardigden voorstellers geluk met
den uitslag.
Nu de beide Kamers de voordracht hebben
goedgekeurd, doet de Eerste Kamer, namens
de Staten Generaal, het voorstel aan de
Koningin. Deze beslist natuuriyk op advies
van den minister van justitD, doch diens
advies kan eerst gegeven worden nadat de
Raad v..n State is gehoord. Er iroet dus nog
een korte tyd vorloopen alvorens het ontwerp
als wet in het „Staatsblad" kan verschynen.
By ce behandeli g van de Indische Myn-
wet, in tegenwoordigheid van den Regeertygs-
commissaris mr. Louc'on, bestreed de heer
Van den Biesen het ontwerp, omdat z. i. de
Staat zich het recht van eigendom op den
bovengrond ten onrechte aanmatigt.
Gisteren is by de „N. R. C." het volgend9
telegram uit Indié ontvangen:
„Een compagnie uit het bivak te Asam
Kombang onder kapitein De Vlaminck nam
dos Sultans versterking Koeta Sawang. Aan
onze zyde sneuvelden een onderofficier en drie
mindere militairen en werden zestien gewond.
De vyand liet 23 dooden achter, doch ver
volgde onzen troep."
Het Rotterdamsche blad teekent hierby aan:
„De uit Tamseh in het binnenland verjaagde
aanhangers van den pretendent-sultan scbynen
zich dus nu dichter by de kust genesteld te
hebben. Koeta Sawang ligt toch in de VI
Moekims Ndjong en grenst aan de moerassen,
die zich langs de zeekust uitstrekken. Het
bivak Asam Kombang ligt op den rechter
oever der Ajer-Le' oe-rivier, ten oosten van
onze hoofdvestiging te Segli en ten westen
van Ndjong.
Het onverdroten vervolgen en zoo mog-lyk
opruimen van allen, die de eenmaal verkregen
rust in gevaar brengen, kost nog steeds
droevige offers. Na het bericht van het sneu
velen van den dapperen en zoozeer gewaar-
deerden luitenant Vis, een man, die voor d n
gouverneur van Atjeh allicht evenveel waarJ
was als een half bataljon, cie de Atjehsche
taal zoo goed verstond en door acht jaren
omgang met hoofden en bevolking zoo deugde
lyk op de hoogte was van hun karakter en
onderlinge verhoudingen, ontvangen wy nu
de tyding van dit ernstig gevecht en deze
voor zulk een kleine afJeeling groote verliezen.
Toch blyft het moestal scbynbaar zoo
onvruchtbaar patrouilleoren de meest afdoende
wyze om vorming van kwaadwillige benden
te voorkomen en aan allo verzet een einde
te maken. Waar de landbouwende levolking
steeds iedere bende onruststokers, die op haar
kosten leeft, door onze patrouilles ziet ver-
dryven, moot by haar de overtuiging geves
tigd worden, dat ons bestuur te verkiezen is
tovcn het wanbestuur 6n het anarchisme van
vroegtr."
Aan het „N. v. d. D." werd geseind:
„Den 14den is Koetei Siwang door de onzen
onder kapitein B. A. A. De Vlaminck geno
men. Gesneuveld 4, gewond 16 militairen
beneden den officitrsrang. De vyand liet
23 dooden en veel wapens achter. De terug-
koerende troepen werden heftig beschoten.
Volgens berichten was de pretendent sultan
tegenwoordig."
De preek van ds. De Koe.
De preek, die ds. De Koe onlangs te Den
Helder hield by bet doopen van een kind van
een marine-officier, heeft dit gevolg gehad,
dat, naar wordt gemeld, in de marinierskazerno
en aan boord der oorlogsschepen to Willems
oord aan de manschappen verboden is de
godsdienstoefeningen te Nieuwediep by te
wonen, wanneer daar door ds. Do Koe het
woord wordt gevoerd.
Inmiddels is in de zitting van de Algemeene
Synodale Commissie der Ned. Herv Kerk
mededeeling gedaan van een schrijven van
den Minister van Marine, met kennisgeving,
dat by hem waren ingekomen een drietal
bezwaren van marine officieren tegen sommige
uitdrukkingen in de bewuste prediking op
Zondig 23 April 11.
Volgens deze bezwaarschriften, die in
afschrift ter tafel waren, zou ds. De Koe
gesproken hebben „wat in hooge mate be
leedigend voor het personeel der marine was."
Do predikant „haal Je verschillende voorbeelden
aan uit de Romeinsche en Bybelsche ge
schiedenis, van karaktervolle en karakterlooze
menschen, on ging eindeiyk over tot het
aanhalen van eenige voorbeelden uit het
dagelyksch leven. Hy koos daartoe als karakter
vol man den visschersman, om als karakter-
looze daartegenover te stellen den marineman,
die voortdurend moppert, niet de minste
ro ping gevoelt voor het beroep, dat hy zich
koos, en niets beters k-ent dan aan het eind
der maand zyn traktement opstrijken." Deze
woorden werden gesproken in de godsdienst
oefening, waar aan een kind van een marine
officier de doop werd toegediend en daardoor
veel marine-officieren en minderen tegen
woordig waren.
Van het provinciaal kerkbestuur van Noord-
Holland was bericht ingekomen, dat het class,
bestuur van Alkmaar over deze zaak was
aangeschreven.
De vergadering besloot aan den Minister
te antwoorden, dat zy met verontwaardiging
heeft kennis genomen van do medegedeelde
bezwaren, waardoor, zoo die bezwaren gegrond
bevonden worden, de pred. De Koe ten eenen-
male zyn roeping miskend heeft; dat de
klagers, voor zoover zy als lidmaten zyn
ingeschreven by de Ned.-Herv. Gemeente te
Holder, naar art. 40 I^egl. voor Opzicht en
Tucht, hun bezwaren, behooriyk gemotiveerd,
hebben in te dienen by ;den kerkeraad, die te
handelen heoft naar art. 42 en zoo noodlg
naar art. 5 van genoemd reglement.
Van het schryven van den Minister werd
voorts kennis gegeven, door tusschenkomst
eer besturen, aan den kerkeraad te Helder.
KOLONIËN.
BATAVIA, 5—18 April.
Uit Batavia verneemt „De Locomotief",
dat de hoogere burgerschool met driejarigen
cursus daar toch zal geopend worden in de
buurt van het gymnasium en dat de leeraren
van laatstgenoemde inrichting de lessen voor-
loopig onder elkander zullen verdoelen. Daar
mede is dus de kans op invoering van meer
uitgebreid lager onderwys vrywel verkeken,
zegt het blad.
De kolossale tabaksoogst, dit jaar op
Java gemaakt, veroorzaakt groot gebrek aan
scheepsruimte naar Nederland Voor de tweede
helft van Mei schynt er geen denken aan te
zyn om lading van Tandjong Priok weg te
krygen; niet minder dan 13,000 balen tabak
liggen daar thans opgestapeld. Kwamen de
Holtline en andere vreemde stoomvaartmaat-
8' happh'en van tyd tot tyd niet een handje
helpen, dan zouden de „Nederland" en de
„Rotterdamsche Lloyd" het vervoer m.t
alleen af kunnen.
Da „Makass. Ct." verneemt uit Timor,
dat de pokken in die residentie nog zoowat
overal voorkomen. Te Maumerip, Larantotka
en op de eilanden Adoenara, Solor, Lomblera,
Pantar en Alor zyn heelwat offers gevallen.
Op de beide laatstgenoemde eilanden treedt
die ziekte nu zoowel in de strand- als in de
bergkampongs onrustbarend op.
Te Koepang is zy vry spoedig tot staan
gebracht, dank zu den krachtigen maatregelen,
daartegen genomen.
Op de verschillende buitenposten dateert dit
ontvolkings proces reeds van Augustus a. p. af.
Men leest in de „J.-B.": „Hoe het met
de promotie van de genie-officieren ook moge
loopen, van een vyftal luitenants van dit
wapen is het althans zeker, dat zy nog dit
jaar den kapiteinsrang zullen verkrygen. Een
pas uitgekomen besluit bepaalt, dat dit jaar
eenige 1ste luitenants der genie, op den dag,
dat zy 15 jaren officier zullen zyn, tot
kapitein mogen bevorderd worden, desnoods
boven de formatie.
„Op een gelykluilend voorstel van den chef
van het wapen dor artillerie is de Regeling
niet in willen gaan, al bestond voor de
artillerieofficieren dezelfde billykheid6grond
als voor die van do genie. De voornaamste
grond voor die afwyzende beschikking lag
in de overweging, dat by de genie de beste
officieren door overgang in burgerlyktn dienst
hun positie zullen trachten te verbeteren,
terwyi dit den artillerie-officier uit den aard
zyner opleiding minder gemakkelyk is."
De gelden voor oen nieuw protestantsch
weeshuis te Semarang schynen, zegt de „J.
B.", byeen te zyn; de bouw er van zou den
lOJen Mei aldaar worden aanbesteed.
Den 12dcn April heeft de rechtbank van
omgang te Batavia een begin gemaakt met
de behandeling der moordzaak-Loth.
Prins Alexander Tsar.
Deze Prins, vroeger geheeten baron Yon
Horn van der Horck en destyds eigenaar
van Helvetia-estate te Medan, thans sedert
geruimen tyd te Singapore metterwoon ge
vestigd, werd op den 7den April aldaar voor
het gerecht geroepen wegens achterstallige
huishuur. Op II April zou in die zaak uit
spraak gedaan worden. Deli-CL
Door don Gouverneur-Goneraal van Ncd.-fndië
zijn de volgende beschikkingen gonomon:
CIVIEL DEPARTEMENT. T ij d e 1 ij k werk
zaam gesteld: Hij het departement der Burg.
Openbare Werken, ton einde gedurende do afwezig
heid wegens ziekte van den inspecteur lste kl.
bij den post en telegraafdienst J. D. Pasteur,
belast te worden met hem door den chef Yan
genoemd Departement op te dragon werkzaam
heden, de ambtenaar op non-activiteit J. W. Voigt,
laatstelijk inspecteur 2de kl. bij den post- en
telegraafdienst.
Toegelaten: Tot uitoefening der artsenij-
bereidkunst als apothekersbediende, mejuffrouw
D. C H. Stibbe.
Verleend: Wegens langdurigen dienst, een
jaar verlof naar Europa, aan bet lid der algemeene
rekenkamer L. A. Martens en aan den opzichter
van do werkplaatsen 1ste klasse bij de exploitatie
der Staatsspoorwegen op Java, Th. Boon van
Ostade.
Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands
dienst, de bulponderwijzeres bij hot openbaar lager
onderwijs voor Europeanen, mejuffrouw S. A Van
Essen.
Bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen
Met ingang van 18 April 1899:
Benoemd: Tot onderwijzer 3de klasse, A.
Bloemsma, daartoe gesteld ter beschikking van
deo gouverneur-generaal.
Geplaatst: Aan de school to Koetoardjo
(Bagolen), de benoemde onderwijzer 3de klasso
Bloemsma.
Bij het Bmnenl Bestuur op de bez. buiten
Java en Madoera.
Verplaatst: Van de res. Oostkust van
Sumatra Daar de rea. Benkoelen, do cont. 2de kl.
E. F. Janssen van Raay.
Bepaald: Dat geplaatst blijven in de res.
Oostkust van Sumatra, de benoemde controleur
2de kl. J. Breukink en do benoemde adspirant-
controleur C. J. Van Kempen.
Bij do Staatsspoorwegen op Java.
Ontslagen: Wegens overcompleet eervol ait
zijn betrekking, de 3 e commies G. E. Brouwer.
Benoemd: Tot opzichter 3de kL en geplaatst
by de exploitatie der Oosterlijnen, de ambtenaar
op wachtgeld Ch E. E. Durand.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Ontsla
gen: Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, do
burgerlijke schrijver der 2de klasso bij de militaire
administratie A. Matray.
Overgeplaatst: Bjj den gewe9telijken staf
in de 3de militaire afdeeling op Java, de kapitein
van den generalen staf te Atjeh A. E. Piera,
van het 3de depot-bataljon te Malang naar
Soorabaia, als kwartiermeester van hot 13de bat.
do 2de luit.-kwartiermeester H. J. N. Scbotborgh
van Soerabaia naar Bandjermassin, do officier
van g\zondheid der lsto kl S. J. Jada.
Ingedeeld: Te Malang als kwartiermeester
van het 3de depot bataljon, de 1ste lnit.-kwartier-
meester te Batavia, geëvacueerd van Atjeh, F.
W. J Von Hombracht.
Geplaatst: Bij aankomst in Indiö te Soera-
baia, de off. van gez. lste kl. H K. J. Van den
Bussche, van verlof uit Nedorland terugverwacht.
Verlengd- Met een maand het verleend
verlof wegens ziekte naar Soekaboomi, aan den
militairen apotheker der lsto klasse, geëvacueerd
van Pontianak naar Bataria, A. Groothoff.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge
plaatst; Van Hr. Ms. .Lombok" naar Hr. Me.
.Makasser", de off. van gez. 2de kl L. A. C.
Van Wely;
van Hr. Ms. .Makasser" naar Hr. Ms. .Lombok",
de off. van gez 2de kl. A. Spanjaard
van Hr. Ms. wachtschip .Gedeh" naar Hr. Me.
pantserdekkorvot .Sumatra", do luit. ter zee 2de
kl. G. A. F. Raland;
van Hr. Ms. wachtschip .Gedeh" naar Hr. Ms.
pantserdekkorvet .Holland", do luit. ter zee 2de
kl A F. Gooszcn.
Bij do Gouvornements-Marine.
Benoemd: Tot lsten machinist de ambtenaar
op non-activiteit S. II. Meijer en goplaatst aan
boord van liet recherchevaartuig .Dog."
Overgeplaatst: Van het stoomschip „Zee
duif" op ae „Condor" de lste stuurman L. J. Itesner
van net stoomschip .Condor" op do .Albatros"
de lste stuurman P. Engelkes;
van hot stoomschip .Condor" op de .Reiger"
de 2de stuurman G. E. Smits;
van het stoomschip „Reiger" op de .Condor"
de 2de stuurman J. J. Van Doesburg.
Bij den dienst der bebakening en knstver-
lichting in Nederlandsch-Indiö.
Gedetacheerd: Aan boord van het stoom
schip .Lucifer" de 2do stuurman bij de gouver-
nement8-marine D. Croll.
Onderwijzers en nieuwsbladen.
Door den minister van linnenlan jsche zaken
is aan de God. Staten der onderscheidene
provinciön oen brief gezonden, mot verzoek
te vernemen, of, naar hun meeniog, het
bekleeden der functiön van redacteur, corres
pondent, agent of uitgever eener courant, al
dan niet valt onder het verbod van art. 36,
alinea 2, der wet op het lager onderwys.
10)
Sebald keek hoogst verbaasd op by deze
terechtwyzing. Het kwam hem zonderling
voor, dat voor samenzweerders eerbied ver
langd werd, en dat nog wel van den kant
van een hofmaarschalkmaar by liet de
vreemde uitdrukking voor hetgeen zy was,
en informeerde nu op zyn beurt, of de noodige
hulptroepen onderweg waren, en wanneer zy
konden verwacht worden. Thans was het
do beurt van Zyn Excellentie, om verbaasd
te zyn.
„Hulptroepen? Waarom dan? En waarvoor?"
„Om de bende in handen te krygen. Het
zyn drie misdadigers. Dan nog de beido
vrouwen en ik vrees, dat ook de pastoor
tegenstand zal bieden. Tegen die allen zyn
Helmor en ik alleen niet opgewassen."
De hofmaarschalk zag den spreker aan,
mot oen blik, alsof hy hem niet wèl by zinnen
waande.
„Bende in handen krygen waarover
spreekt gy dan eigeniyk?"
„Van de hoogverraders, die ik ontdekt heb."
„Hier in Seefeld?"
Zeker l Uw Excellentie gaf my zelf de
noodige aanwyzingen; ik ben immers enkel
en alleen daarom hierheen gezonden ge
worden."
Op het gezicht van den hofmaarschalk ver
toonde zich do hoogste verwondering, maar
tevens oen levendige wrevel.
„Dat schynt een heillooze vergissing te
zyn! Daarop dus had uw telegram betrekking?
Gy hebt waarscbyniyk een valsch spoor ge
volgd en al uw waakzaamheid aan een klei
nigheid verspild, terwyi ik my in een aan
gelegenheid van hot hoogste gewicht op u
verliet l"
„Het i3 geen kleinigheid," verdedigde Sebald
zich met diep gekrenkt zelfbewustzyn. „Een
dynamiet komplotl"
„Wat?" riep de hofmaarschalk, met ont
zetting opstuivend. „Dynamiet?"
„Men wil een uitbarsting in het hertogoiyk
paleis veroorzaken, de geheele hoog door
luchtige familie wil men in de lucht laten
vliegen, ook het verwante koninklyk hof
schynt bedreigd te worden, want daarvan
was ook sprake."
Zyn Excellentie waa xoo wit als kryt ge
worden en moest zich op een tuinstoel laten
neervallen.
„Ssbald, maar dat zyn vreeseiyke onthul
lingen! Hebt gy er bewyzen voor?"
„De meest overtuigende. Met myn eigen
ooren heb ik gehoord, dat do misdadigers over
hun bloedige plannen spraken."
„Dan hadt gy voorzeker geiyk al het andere
op den achtergrond te plaatsen, wanneer het
bet leven der vorstelyke familie geldt I Waar
zyn dan de misdadigers?"
„Daar boven!" verklaarde Sebald, naar den
heuvel wyzend. De hofmaarschalk sprong van
zyn stoel ophem scheon plotseling een licht
op te gaan.
„Wat? In de kerk?"
„Ja, maar vrees niets, Excellentie, zy wor
den bowaakt. Helmer staat daar boven op
post en zorgt er voor, dat zy ongestoord
biy ven tot
„Monscb, dat moest immers juist voorkomen
worden!" riep Zyn Excellentie wanhopig.
„Zyt ge dan van uw zinnen beroofd, dat gy
er ook nog schildwachten by uitzet?"
„Maar wy moesten ze toch eerst in de val
lokken? De kerk heeft slechts een enkelen
uitgang; wanneer die te rechter tyd gesloten
en bezet wordt, dan zyn ze gevangen, want
door de hooggelogen vensters kunnen zy zoo
maar niet uitbreken. Da boeren verleenen ons
in elk geval de noodige hulp, ik zal het dorp
alarmeeren
„Houd op! Gy martelt my met uw dwaas
heden!" viel de hofmaarschalk hem woedend
in de rede. „Ik moet er op sprong naar toe.
Ik teeken verzet aan in naam des hertogs:
Zyn Doorluchtigheid heeft my onvoorwaarde-
ïyko volmacht gegeven."
Mot deze woorden snelde hy den tuin uit
en den verrasten waard voorby, die verschenen
was om voor de extra-postkoets een buiging
te makeD, en thans eerst den maD, die er
in gezeten bad, gewaar werd. Sebald volgde
in de grootste ontsteltenis, want Excellentie
was hem volkomen onbegrypelyk. Wat toch
zou verzet in den naam des hertogs uitwerken
by menschen, die met moordplannen tegen
het geheele vorsteiyk buis rondliepen?
Aan den voet van den heuvel ontmoetten
zy Von Bülow, die daar zeer mismoedig
rondsloop. In do pastorie had hy niemand
aangetroffen, maar vernomen, dat de dames
nog daar waren; hy zocht haar nu op de
gewaande wandeling, maar bleef plotseling
staan en riep in de hoogste verrassing: „Excel
lentie u hier?"
„Mynheer Von Bülow - hoe komt gy hier
in Seefeld?" vroeg de hofmaarschalk evenzeer
verrast.
Sebald onthutste; zoo iets als oen schemer
van vermoeden begon by hem op te komen,
dat de zaak niet geheel in orde was. Zou
hy zich in dezen jongen man dan toch ver
gist hebben?
„Ik ben op reis," verklaarde de majoraats
heer, „maar waar wilt gy toch zoo haastig
naar toe, Excellentie?"
„Ik ik wil den ondergang der zon niet
verzuimen," antwoordde de gevraagde, terwyi
hy de hoogte begon te beklimmen, zoo vlug
zyn krachten het veroorloofden.
„O, dan ga ik meel" riep Von Bülow, di9
biy was weer iemand te hebben, met wien
hy praten kon. „Het ondergaan der zon is
zoo romantischl 't Is waar, my is de roman
tiek slecht bekomen, want verbeeld u, Excel
lentie, myn rytuig" en daarby begon by
de geschiedenis voor de derde maal to ver
tellen, nog uitvoeriger dan de beide eerste
keeren, en hield niet eerder op vóór men
boven op den heuvel was.
De hofmaarschalk luisterde er in het geheel
niet naar; hy was zoo snel naar boven
geklommen, dat hy moest blyven staan, om
adem te schoppoD, en toen dook opeens
Helmer uit het struikgewas op en maakte
zyn onderdanigste buiging.
„Zy zyn er werkeiyk in, Excellentie. En
een kist hebben zy met zich in do kerk
gesleept, bepaald vol dynamiet. Alleen do
derde samenzweerder ontbreekt nog, u weet
wel, mynheer Sebald, die zich zoo dom
aanstelde en al maar om zyn koffer riep
Hy verstomde, want eensklaps dook de
vermiste, die eenige schreden achtergeble
ven was, vóór hem op, en wel onmid
dellijk achter den rug van Zyn Excellentie.
Deze nabyhoid kwam den braven Helmer zoo
bedenkelyk voor, dat by alle voorzichtigheid
vergat en een beweging maakte, om den
misdadiger by den kraag te nemen; maar de
hofmaarschalk bemerkte het en snauwde hem
toe: „Wat komt u in 't hoofd? Houdt gy
soms den vryheer Von Bülow, majoraats-
heor van „Waltersberg," ook al voor een
samenzweerder?"
„Ik oen samenzweerder? Myn Horael, dat
is my nu nog nooit overkomen, daarvoor bon
ik nog nooit gehouden," riep Kuno Von
Bülow uit met een gezicht, dat deze ver
zekering bepaald geloofwaardig maakte. Hel
mer was ontsteld teruggedeinsd en staarde
met open mond eerst den majoraatsheor en
toen zyn superieur aan, wien thans ook zyn
noodlottige misgreep duideiyk werd.
Vervolg ommezijde.)