N°. IÜU3Ü Woensdag XT Mei. A8. 1899 feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van cZon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. VERDACHT! PBIJS DEZEB COUBAiST; 0 |Woor Leiden per 8 maandea 1.10. ^Franco per poet1.40. "Alzonderiyke Nommers 0.06. PaUJS DER ADVEHTEHTIÊNI Van 1-6 regeLs 1.06. Iedere regoj meer f 0.J7J. - Grooter® letters naar plaatsrJJmte - Voor bet Inpaaseereo bulten da stad wordt f 0.05 berekend Officieel© Kennisgeyiiigen. NATIONALE MILITIE. Önderzoek van de Verlofgangers der Militie te land. Burgemeester en Wethouders van Leiden breugen ter kennis van de in deze gemeente gevestigde verlofgangers der militie te land, die vóór den lsten April 11. in bel genot van onbepaald verlof gesteld zyn, met uitzondering alleen van ben, die in de maand Juni a. s. in werkelijken dienst moeten komen, dat het in art. 138 der Militiewet bedoeld onderzoek zal plaats hebben in het Invaliden huis (ingang door de Koppehhinksteeg aan de zijde der Hooglandscho Kevkgracht), en wel in na to noemen volgorde van het jaar der lichting, waartoe zij behooren, op den tijd, daarachter ver meld: lichting 1893 en vroegere jaren, op Dinsdag 6 Juni a.s., des morgens te negen uren; lichting 1894, op Dinsdag 6 Juni a. s., des morgens te tien uren lichting 1895, op Dinsdag 6 Juni a. s., des morgens te elf uren; lichting 1896, op Woensdag 7 Juni a.s., des mor» gens te negen uren; lichting 1897, op Woensdag 7 Juni a. s., des mor gens te tien uren; lichting 1898, op Woensdag 7 Juni a.s., des mor gens to elf uren. De betrokken verlofgangers worden bij deze herinnerd aan hunne verplichting om ter inspectie te verschijnen in uniform gekleed en voorzien van do kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het vertrek met verlof medegegeven, van hunne zakboekjes en van hunne verlofpassen, terwijl voorts hunne aandacht wordt gevestigd op de bepaling van art. 130 der Wet, volgens welke de verlofgangers worden geacht onder de wapenen te zjju niet alleen gedurende den tjjd, dien het bedoeld onderzoek duurt, maar in het algemeen wanneer zij in uniform zijn gekleed, zoodat zij, "die ongeregeldheden plegen of zich aan misdrijven schuldig maken bij hot gaan naar de plaats, voor het onderzoek bestemd, gedurende het onderzoek en bij het naar huis keeren, te dier zake zullen worden gestraft volgeDS het Crimineel Wetboek cn het reglement van krijgstucht voor het krijgs volk te lande, bij gemeld art. 130 toepasselijk verklaard. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 13 Mei 1899. VAN 11EYST, Secretaris. Leiden, 16 Mei. Door den burgemeester, als hoofd der ge- meente-politie, is tot agent van politie tweede klasse (brigadier) bevorderd de agent van politie derde klasse Jan Blok. Uitslag der gehouden aanbesteding op 15 Mei jl., des avonds te acht uren, in het Wykgetouw „Geloof, Hoop en Liefde", aan de Or&Djegracht alhier, door de commissie ot instandhouding van voornoemd gebouw, .an het afbreken van twee perceelen aan de Langestraat on hc-t ter plaatse bouwen van ®en getouw voor wijkverpleging met annexe v/erken, onder directie van den architect D. Veilt rief, alhier. In massa: G. C. Schnellenberg, Den Haag, 9150; N. Kloots, f 8740, J. Boom, f 8507, D. Kooroman, f 8454, J. Sirag, f 8254, J. De Cler, f 7937, Zitman en Van Brakel, f 7843, Jaca. Bink, f 7797, allen te Leiden. In vakkenTimmerwerk, Jacs. Bink f 2732, metselwerk, P. L. Neuteboom, ƒ2717, hard steen werk, Soupart 8c Stravers, f 73, smids werk, wed. Kloos 8c Zn., 167, gas- en water- leioing, P. Jasperse, f 330, lood- en zinkwerk, P, T. L. Beenakker, f 398, stukadoor- en cementwerk, F. A. Wempe, f 820, glas- en verfwerk, J. Stokhuizen, f 274, behangsel- Averk, W. J. Geenjaar, f 40, totaal f 7651; in vakken gegund. Volgens de „N. R. C." zal do nieuwe leerstoel in de psychiatrie aan de Leidsche universiteit vermoedelijk worden bezet dpor dr. G. Jelger8ma, geneesheer-directeur van het sanatorium te Arnhem. 's Rfjks Ethnographisch Museum alhier heeft ten geschenke ontvangen van dr. H. J. Vetb, te Rotterdam, uitvoering gevende aan de laatste wilsbeschikking van wijlen prof. P. J. Veth, te Arnhem: een antieke bronzen tempelklok met handvat, in den vorm van een knielenden stierC?). Geïnventariseerd als serie 1191. Het voorwerp werd door den heer Van Delden Laërne aan prof. Veth, by gelegenheid van diens 80sten verjaardag, ten geschenke aangeboden. Zie „Feestbundel, aangeboden aan prof. P. J. Veth" (Leiden 1894), blz. 239 en biJtehoorende plaat. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Gedurende de lste helft der maand Mei z(jn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: J. of V. Smit, Amsterdam; G. Arnold, mej. E. v. 't Hoofd, 's-Gravenhage; mej. M. Damstra, Haarlem; Gerardus Post, Oegstgeest; mevr. Zwanenburg, Rbenen; V. of F. Van Gelderen, L. Seriier, Westzeedijk 16; mej. Neeb, Rotterdam; Wed. Joppe, Zierikzee; wed. J. Brink, Zwolle. Briefkaarten: J. Smit, Amsterdam; J. N. Glazer, mej. E. Rand, P. M. C. Hoek, 's-Gra- vonhage; A. Uitteboogert, Oestgeest; benevens drie briefkaarten zonder adres. Uit het buitenland terug ontvangen brieven: mej. M. Menmann, Go^esberg; EduarJ Sike meier, Heilelberg; Carlos Maria Costa, Lis boa; Jhr. Steengracht v. Duivenvoorde, Nice. Briefkiart: B. Herrmann, Hamburg. Te 'a Gravenhage is, 74 jaren oud, over leden de oud-kolonel F. M. Collard, een kundig artillerie officier, die by zijne pensionneeriDg in 1886, 40 dienstjaren had. In 1859 werd hij als eerste luitenant gede tacheerd bij de artillerie stapel- en constructie- m..g.izyoen; als kapitein trad hy in 1866 op als hoofdopziener b|j de artillerie constructie werkplaatsen. In 1875 bevorderd tot majoor by het corps, werJ hy in 1879 benoemd tot luit.-kolonü en commandant van de Vde afdeeling vesting artillerie. In dezen rang 6n daarna ook als kolonel was de ontslapen hoofdofficier tot 1886 toen hy op zyn verzoek werd gepen- sionneerd commandant tan het lste reg. vesting artillerie. De heer H. Van Aller, commies by de Holl. IJzeren-Spoorweg-Maatschappy te Delft, is benoemd met ingang van 15 dezer tot stationschef te Piot Gyzenbrug. De Pauselijke Internuntius heeft gister- namiddag, ingevolge een depoche uit Rome, Den Haag verlaten. Mgr. Tarnassi vertrok naar Luxemburg, in welks hoofdstad hy mede ge accrediteerd is. Als zaakgelastigde ad interim is aangewezen de auditeur by de internuntiatuur, de heer Giovannini. Met den Franscben trein van 6.19, cie echter ruim een kwartier te laat binnenreed, is gisteravond uit Parys in do residentie gekomen Graaf Von Münster, ambassadeur van Duitscbland by de Fransche Republiek, lste gedelegeerde van Keizer Wilhelm ter Vredesconferentie. De welbekende diplomaat, die zoowel door zyn hooge en breedgeschouderde statuur al3 door zyn krygehaftig uiteriyk meer een militair voorkomen heeft, werd aan het Holl. Spoorstation verwelkomd door de heeren Von Flotow, raad van legatie, en Von Uckro, eerste-luitenant, attachó der Duitsche legatie. Z.Exc. stapte af ian het Hotel des Indes". Met denzelfden trein is aangekomen en begaf zich naar het „Hótel den Ouden Doe len" de beer De Mier, gezant van Mexico te Parys en gedelegeerde van dien Staat. De beer Larousse, attachó van bet Fransche gezantschap, ontving hem aan het station. Steeds komen er nog meer gedelegeerden. Met de Fransche hoofdvertegenwoordi^ing by de Conferentie zyu mede naar Den Haag gekomen vier heeren, die de Commissie zullen byst3an en intrek namen in het „Hotel de twee Steden". In hetzelfde hotel kwam reeds aan de Belgische gedelegeerde ridder Descamps, en morgen wordt daar verwacht de minister van Staat Beernaert. Geheimraad De Martens, 2de gedelegeerde van Ruslanl, kwam gisteravond in het „Hotel Paulez" aan. In het „Hotel den Ouden Doelen" is gister avond de Spaansche en heden de Bulgaarsche delegatie aangekomen; in het „Hotel do Twee Steden" de Luxemburgsche delegatie. Omtrent het verblyf van HH. MM. de Koningin en de Koningin Moeder te Schloss H.-.usbaden wordt uit Badenweiler en Muhl- hausen het volgende gemeld aan het „Haagsch Dagblad": Niettegenstaande het weer tot nu toe niet zeer gunstig was, maakten de Koninginnen toch dagelyks kortere of langere rytoeron in den omtrek. Laat het weer zulks maar eenigs- zir.s toe, dan gaat Koningin Wilbelmina met palet en penseel gewapend uit, om de schilderachtige plekjes in den omtrek op het doek te brengen. Tot dusver nam H. M. schetsen van een typisch boerenhuisje te Niederweiler, van een overoude eikengroep aan den weg van Hausbaden naar Baden Weiier en van een vierspan breedgeschofte bergossen. Op 6 Mui brachten de Koninginnen een lang durig bezoek aan de fabrieksstad Muhlhausen, ten einde zich door eigen aanschouwing met de toestanden der arbeider&werdd bekend te maken; de fabriek van de firma Dollfusz Mieg 8c Co. werd in oogeDschouw genomen, van alles namen HH. MM. tot in byzonder- heden met groote belangstelling kennis, door den directeur der favriek rondgeleid. Het slot Hausbaden ia tegen de ZuiJwoste- ïyke helling van het Schwarzwald gebouwd, en in een omgeving van eeuwenoude wouden. Van uit het slot geniet men e6n prachtig vergezicht op het Ryndal, de Vogezen- en Juragebergten als achtergrond. De heeriyke zuivere woud- en berglucht maakt, dat Haus baden als een der gezondste badplaatsen van het Schwarzwald wordt aangemerkt. Allen, die er rust en gezondheid zochten, zyn dan ook vol lof teruggekeerd, sommigen gaven zelfs in dichtmaat uiting aan hun gevoel van dankbaarheid. H. M. de Koningin heeft wolwillend aan vaard de opdracht van een „Ode aan Oranje", van den heer J. Wageman, te Amsterdam (woorden van den hoor H. J. Markus). Het calligraphisch werk was uitgevoerd door den heer B. J. Van Oosterhoudt. De heer Henri Poolman en mevr. Poolman Huysers zyn van 1 September af aan het gezelschap Le Gras en Haspels verbonden. De hoer Willem Van Zuylen is voor het volgend seizoen weer op dezelfde wyza als in het afgeloopene geëngageerd. NR. C.) Beroepen is by de Waalsche Geme?nte te Zwolle ds. Nardi, te Genève, vroeger te Leiden. By de spoorwegovereenkomsten van 1890 is bepaald, dat, zoo de Regeering te eeniger tyd mocht besluiten tot naasting der spoor wegen, deze op 31 Dec. van het jaar, vol gende op dat, waarin het voornemen der Regeeriog is kenbaar gemaakt, haar beslag moet krygen en feiteiyk in werking komt. Terwyl er nu, om tot do naasting over te gaan, zeer veel en veelomvattende rege lingen van allerlei aard, ook wetteiyko, zouden zyn te treffen, die, wanneer tot naasting wordt besloten, meer tyd zouden kunnen vorderen dan naar de bepalingen der over eenkomsten beschikbaar zou blyven, heeft, naar het „Vad." verneemt, de Minister van Waterstaat besloten zich omtrent alles, wat mtt een eventueel© naasting in verband staat, door een administratieve commissie te doen voorlichten. Dio commissie, onder pre sidium van den voorzitter van den Raad van Toezicht op de Spoorwegen, mr. Van Bosse, zal niet alleen de wettelyke en andere maat regelen, by een naasting noo.:ig, hebben voor te bereiden, maar tevens de gebroken moeten nagaan, die aan de thans vigeerende spoorweg- overeenkomsten blyken te kleven. Het spreekt vanzelf, voegt het blad er by, dat c'oor de instelling dezer geheel ambtelyke commissie van voorlichting waarin overi gens ook aan do spoorwegmaatschappyen een plaats was toegedacht, die zy niet hebben willen innemen omtrent de naasting zelve hoegenaamd geen beslissing is genomen, hoe wel de maatregel van den Minister van Water staat ongetwyfeld toont, dat deze bewinds man de quaestie der Staatsexploitatie van alls spoorwegen tot een onderwerp van ernstige overweging heeft gemaakt. Door den president van de Vereenigdo Staten van Venezuela zyn de heeren Jac. Bosch, vice consul der Republiek, J. Meier, commandant van de brandweer, en H. Ph. H. Buschhammer, kunsthistoricus, allen te Am sterdam, benoemd tot officier in de Orde van het Borstbeeld van den Bevryder. Te Nymegen overleed de gepensionneerde luitenant kolonel A. Peters, die jarenlang de functie waarnam van dirigeerenJ officier van gezondheid by de Nederlandsche marine. Uit de gegeven beschryving der inwen dige inrichting van het „Huis ten Bosch" ala vergaderzaal voor de Vredesconferentie zou op te maken zyn, dat daar ook een vertrek in gereedheid is gebracht voor den directeur van het Protocol, welke betrekking ressorteert onder het ministerie van buitenlandsche zaken en sedert eenige jaren vervuil wordt door den referendaris mr. D. baron Van Hogendorp. Da bedoeling was te vermelden, dat die kamer daar is voor den oud-minister resident jbr. Van Eys, die bestemd is om op te treden als chef van het secretariaat by de Conferentie. Door de rechtbank te Utrecht is, ter ver vulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabe- ti8che lyst van aanbeveling: jhr. mr. J. Schuurbeque Boeye, jhr. mr. J. H. J. C. Martens van Bovenhoven en mr. G. Rlbbius, rechters in de rechtbanken te Middelburg, Zutfen en Dordrecht. Door de rechtbank te Zieriksee is, ter ver vulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabe- tische lyst van aanbeveling: mr. E. J. Dor- hout Mees, mr. W. Ridder van Rappard en mr. E. L. Unabgrove, substituut grilfiers by de rechtbanken te Leeuwarden, Amsterdam en Middelburg. Het stoomschip „Kaiser", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, passeerde 14 Mei Gibraltar; de „Laertes", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 14 Mei Gibraltar de „Madura", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 15 Mei van Padang; de Orion" arri veerde 13 Mei van Amsterdam te Neufahr- wasser; de „Prins Willem V" vertrok 15 Mei van Amsterdam naar Suriname; de „Stella", van Smirna naar Amsterdam, passeerde 15 Mei Dunden 68de „Prins Willem II", van Paramaribo naar Amster.am, passeerde 13 Mei St.-Michaela; de „Reichstag", van Oost- Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde 15 Mei te Aden; do „Gedó" arriveerde 15 Mei van botterdam te Batavia; de „Oengaran," van Rotterdam naar Batavia, vertrok 15 Mei van Perim; de „Rotterdam," van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 15 Mei Lizard. Noordwyk-nnn-Zco. Zaterdag kwamen alle schuiten hier aan, wegens de minder gunstige gelegenheid voor het visachen maakten ze slechts een besomming van f 40 tot f 12. Uit de „Staatscourant." Kon. besluiten: Aan A. J. Borghatijn, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend ala barge- mcester van Zuidzandc, aan den baas der schilders bij 's Rijks werf te Amsterdam J. F. De Leeuw, op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. Do eerste luitenant der,infanterie H. L. M. Van Ghert, op zijn verzoek, van den verderen duur zijnor detacbeoring bij de landmacht in West-Indiö ontheven. De paardenarts lsto kl. E. A. L. Quadekker, van het personeel van don geneeskundigen dienst der landmacht, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 826 'sjaars. Do gewono auuiöntiën van do ministers van justitie, financiën en oorlog zullen deze week niet plaats hebben. 7) „Maar daarvoor wil hy eerst toilet maken, ;On dat is toch niet noodzakelyk by een samenzwering 1 Mynheer Sebald, die jonge 'man is niet gevaarlyk; hy babbelt immers ^onophoudeiyk, van een beschadigden wagen een nieuwen opzichter en een vervloekte .woud-romantiek alles door elkaar, zoodat men er niet wys uit kan worden, maar .onheil richt die zeker niet aan; daar is hy Teel to dom voor." Sebald haalde de schouders op, geiyk hy .altyd deed, wanneer zyn dienaar zich ver stoutte, met hem van meening te verschillen. „Helmer, ik doe nu reeds zoo lang alle moeite, u voor den hoogoren dienst op te ieidoD, maar gy blyft altyd nog in de begin selen steken; gy hebt volstrekt geen talent jvoor het combineeren. Ziet gy dan niet, dat 4ie zoo met opzet ten-toon-gespreide onnoozel- 'heid slechts een masker is, om onverdacht [te schynon? Ik zeg u, dit jongmensch met zyn voorwaar meesteriyk uitgevoerde kunst Tan misleiden is zeer gevaarlyk, veel gevaar- (lyker dan die andere, die ons met zyn burger klasse waant te bedriegen en toch in elk .^roord, iedere bowsgirg den militair verraadt. 3e govaarlykste van allen is echter die Valesca ■iJlum, die zy beiden willen opzoeken en die inds in de pastorie een geheel coDgrea van verdachten om zich heen schynt te ver zamelen." „Maar een damel" wierp Helmer tegen. „Een jong meisje!" „Dat zyn de ergsten; denk aan Rusland! Welke rol spelen daar de vrouwen by de samenzweringen; hoe ligt alles in heur handen! Doch gonoeg hiervan; wy moeten thans op alle gevaar af een verkenning van do pastorie ondernemen. Ik moet oogenblikkelyk aan Zyn Excellentie verslag uitbrengen en zou toch gaarne het een of ander tastbaar resultaat willen melden. Wy maken een wandeling naar gindschen kant, gy draagt my het boek en den veldstoel achterna; misschien gelukt het ons, nog ergens een kykje te nemen." Het plan werd ten uitvoer gelegd; vyf minuten later schreed de heer Sebald, met een groote parasol en dén verrekyker aan een leeren riem over den schouder, zoo kalm en waardig naar den oever van het Meer, alsof het werkeiyk slechts zyn bedoeling was het landschap te bewonderen. Helmer volgde met boek en veldstoel, en beiden schenen slechts naar een geschikte plek te zoeken, waar zy zich konden nederzetten. De kleine pastorie naast de kerk lag daar met haar groene luiken en blanke vensters zoo landeiyk en vreedzaam, als ware ze allerminst in staat iets zoo sombers, bloedigs als een samenzwering in haar binnenste te verbergen. Aan de voorzyde was het huis niet aan te vallen, omdat daar de vyandeiyke ver kenning terstond opgemerkt zou zyn geworden, maar de achterzyde grensde aan den muur van het kerkhof, dat men, zonder eenigen argwaan te verwekken, betreden kon. Dit geschiedde dan ook. Sebald en zyn bediende bezichtigden met groote belangstel ling de afzonderlyke grafstedeD, lazen de opschriften en rukten daarby hoe langer hoe dichter naar den muur toe, die juist tegen de pastorie door een dichten vlierboom bescha duwd werd. Onmiddeliyk boven den muur bevond zich een venster, dat open stond en een blik vergunde in een klein, zeer een voudig ingericht vertrek, hetwelk op het oogenblik als logeerkamer scheen dienst te doen, want er stond een zeer élégante hand koffer op het kleine tafeltje. De kamer was ledig, maar juist op dit oogenblik hoorde men, hoe een sleutel omge draaid en de deur geopend werd. Sebald gaf zyn ondergeschikte een wenk, en beiden slo pen snel en zonder .gedruisch te maken onder den vlierboom, die hen volkomen verborg, terwyl zy zich tegen den muur drukten. Zien konden zy bier wel is waar niets, maar als het venster niet gesloten werd, moesten zy hooren, wat men daar boven sprak. Het geluk begunstigde hen inderdaad. De binnentredenden hadden waarschynlyk een blik op het kerkhof geworpen en dit verlaten bevonden, want het venster bleef open, en de sprekende personen schenen zelfs in de onmiddeliyke nabyheid daarvan plaats te nemen, zoodat ieder woord luid en duideiyk den toehoorders beneden in de ooren klonk. „Het is vruchteloos, Barnstadt," sprak een stem, een heldere, klankryke stem. „Alles, wat ge my daar voorhoudt en in overweging geeft, heb ik myzelven reeds lang gezegd. Ondanks dat alles, bon ik besloten niet JaDger te talmen; alle middelen, om de zaak inder- minne te schikken, zyn uitgeput; ons blyft niets over dan eön daad van geweld te vol voeren, zoo wy nog het doel bereiken willen." „Maar zou er dan geen andere oplossing mogeiyk zyn?" deed zich een tweede stem vernemen, waarin de twee luisteraars terstond de korte, militaire spreekwyze van den vreem deling herkenden, die ia het logement was afgestapt; het eenige verschil was, dat zyn taal thans zeer gedempt, schier ondanig klonk. „Ik moet openhartig bekennen, dat ik ver schrok, toen ik den brief ontving, die my hierheen riep, en vernam, welke zaak het betrof. Ik had altyd nog gehoopt, dat een voorloopig, al was het dan slechts een schyn- baar toegeven, een rustig afwachten...." „Afwachten?" viöl de eerste spreker hem met opwellende heftigheid in de rede. „My dunkt, dat wy lang genoeg gewacht hebben, zóó lang, dat er ook niet één dag meer te verliezen is. De hertog verhaast de onder handelingen met het koninkiyk Hof op een wyze, dat ons over 't geheel geen keus meer overbiyft; wy moeten hun tot eiken prys vóór zyn. Men legt bet er bepaald op aan, my tot het uiterste te dry ven welnu, men zal dit uiterste hebben 1" „Maar zulk een gewelddadig optreden kan onafzienbare gevolgen na zich sleepen," bracht de ander in het midden. „Ik bid u nog éénmaal, bedenkt Uw Ho...." „Stil, geen namen en geen titels l" viel de ander in, terwyl hy zyn stom eenigszius inhield; „vergeet niet, dat wy allemaal incognito bier zyn! Ik misleid myzelven volstrekt niet omtrent de gevolgen, maar ik ban vast besloten, ze op my te nemen. Dat zal een uitbarsting aan het Hof worden, en daarby zal veel mee in de lucht vliegeD, wat zoo vast als een rots scheen te staan, maar dat doet er niet toe! Hot geldt hier het heiligste recht des meoschen, en dat zal ik opeDiyk voor de geheele wereld verdedigen, al moet ik het my eerst in geheim met hevigen stryd verwerven. Zult gy me uw by stand onthouden, Barnstadt?" „Neen, zeker nietl" klonk het antwoord/ zonder dralen en mot volle beslistheid. „Ik hel het voor rayn plicht gehouden, te waarschuwet en tnyn bedenkingen niet te verzwygen. Wan neer gy echter uw besluit onveranderiyk ge nomen hebt, dan ben ik tot eiken dienst bereid.' „Ook op gevaar af, dat de gevolgen u med* treffen? Mogeiyk is dat in iedei gevalt" „Op allo gevaar afl" „Ik dank u, Barnstadt. Ik wist het immers^ dat ik op u rekenen kon, en gy zyt de eooigste dien ik onvoorwaardelyk vertrouw. Ik vree* dat er iets van myn voornemen is uitgelekt want ik voel my gadegeslagen, bewaakt ob kan my zelfs niet meer op myo naaste om ge ving verlaten. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1