N°. IÜU3Ü
Woensdag XT Mei.
A8. 1899
feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van cZon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
VERDACHT!
PBIJS DEZEB COUBAiST; 0
|Woor Leiden per 8 maandea 1.10.
^Franco per poet1.40.
"Alzonderiyke Nommers 0.06.
PaUJS DER ADVEHTEHTIÊNI
Van 1-6 regeLs 1.06. Iedere regoj meer f 0.J7J. - Grooter®
letters naar plaatsrJJmte - Voor bet Inpaaseereo bulten da stad
wordt f 0.05 berekend
Officieel© Kennisgeyiiigen.
NATIONALE MILITIE.
Önderzoek van de Verlofgangers der Militie te land.
Burgemeester en Wethouders van Leiden breugen
ter kennis van de in deze gemeente gevestigde
verlofgangers der militie te land, die vóór den
lsten April 11. in bel genot van onbepaald verlof
gesteld zyn, met uitzondering alleen van ben, die
in de maand Juni a. s. in werkelijken dienst moeten
komen, dat het in art. 138 der Militiewet bedoeld
onderzoek zal plaats hebben in het Invaliden
huis (ingang door de Koppehhinksteeg aan de
zijde der Hooglandscho Kevkgracht), en wel in na
to noemen volgorde van het jaar der lichting,
waartoe zij behooren, op den tijd, daarachter ver
meld:
lichting 1893 en vroegere jaren, op Dinsdag 6
Juni a.s., des morgens te negen uren;
lichting 1894, op Dinsdag 6 Juni a. s., des morgens
te tien uren
lichting 1895, op Dinsdag 6 Juni a. s., des morgens
te elf uren;
lichting 1896, op Woensdag 7 Juni a.s., des mor»
gens te negen uren;
lichting 1897, op Woensdag 7 Juni a. s., des mor
gens te tien uren;
lichting 1898, op Woensdag 7 Juni a.s., des mor
gens to elf uren.
De betrokken verlofgangers worden bij deze
herinnerd aan hunne verplichting om ter inspectie
te verschijnen in uniform gekleed en voorzien
van do kleeding- en uitrustingstukken, hun bij
het vertrek met verlof medegegeven, van hunne
zakboekjes en van hunne verlofpassen, terwijl
voorts hunne aandacht wordt gevestigd op de
bepaling van art. 130 der Wet, volgens welke de
verlofgangers worden geacht onder de wapenen
te zjju niet alleen gedurende den tjjd, dien het
bedoeld onderzoek duurt, maar in het algemeen
wanneer zij in uniform zijn gekleed, zoodat zij,
"die ongeregeldheden plegen of zich aan misdrijven
schuldig maken bij hot gaan naar de plaats, voor
het onderzoek bestemd, gedurende het onderzoek
en bij het naar huis keeren, te dier zake zullen
worden gestraft volgeDS het Crimineel Wetboek
cn het reglement van krijgstucht voor het krijgs
volk te lande, bij gemeld art. 130 toepasselijk
verklaard.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
13 Mei 1899. VAN 11EYST, Secretaris.
Leiden, 16 Mei.
Door den burgemeester, als hoofd der ge-
meente-politie, is tot agent van politie tweede
klasse (brigadier) bevorderd de agent van
politie derde klasse Jan Blok.
Uitslag der gehouden aanbesteding op
15 Mei jl., des avonds te acht uren, in het
Wykgetouw „Geloof, Hoop en Liefde", aan
de Or&Djegracht alhier, door de commissie
ot instandhouding van voornoemd gebouw,
.an het afbreken van twee perceelen aan de
Langestraat on hc-t ter plaatse bouwen van
®en getouw voor wijkverpleging met annexe
v/erken, onder directie van den architect D.
Veilt rief, alhier.
In massa: G. C. Schnellenberg, Den Haag,
9150; N. Kloots, f 8740, J. Boom, f 8507,
D. Kooroman, f 8454, J. Sirag, f 8254, J. De
Cler, f 7937, Zitman en Van Brakel, f 7843,
Jaca. Bink, f 7797, allen te Leiden.
In vakkenTimmerwerk, Jacs. Bink f 2732,
metselwerk, P. L. Neuteboom, ƒ2717, hard
steen werk, Soupart 8c Stravers, f 73, smids
werk, wed. Kloos 8c Zn., 167, gas- en water-
leioing, P. Jasperse, f 330, lood- en zinkwerk,
P, T. L. Beenakker, f 398, stukadoor- en
cementwerk, F. A. Wempe, f 820, glas- en
verfwerk, J. Stokhuizen, f 274, behangsel-
Averk, W. J. Geenjaar, f 40, totaal f 7651;
in vakken gegund.
Volgens de „N. R. C." zal do nieuwe
leerstoel in de psychiatrie aan de Leidsche
universiteit vermoedelijk worden bezet dpor
dr. G. Jelger8ma, geneesheer-directeur van
het sanatorium te Arnhem.
's Rfjks Ethnographisch Museum alhier
heeft ten geschenke ontvangen van dr. H. J.
Vetb, te Rotterdam, uitvoering gevende aan
de laatste wilsbeschikking van wijlen prof.
P. J. Veth, te Arnhem: een antieke bronzen
tempelklok met handvat, in den vorm van
een knielenden stierC?). Geïnventariseerd als
serie 1191.
Het voorwerp werd door den heer Van
Delden Laërne aan prof. Veth, by gelegenheid
van diens 80sten verjaardag, ten geschenke
aangeboden. Zie „Feestbundel, aangeboden
aan prof. P. J. Veth" (Leiden 1894), blz. 239
en biJtehoorende plaat.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
Gedurende de lste helft der maand Mei
z(jn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid
der geadresseerden, niet besteld konden worden:
J. of V. Smit, Amsterdam; G. Arnold,
mej. E. v. 't Hoofd, 's-Gravenhage; mej. M.
Damstra, Haarlem; Gerardus Post, Oegstgeest;
mevr. Zwanenburg, Rbenen; V. of F. Van
Gelderen, L. Seriier, Westzeedijk 16; mej. Neeb,
Rotterdam; Wed. Joppe, Zierikzee; wed. J.
Brink, Zwolle.
Briefkaarten: J. Smit, Amsterdam; J. N.
Glazer, mej. E. Rand, P. M. C. Hoek, 's-Gra-
vonhage; A. Uitteboogert, Oestgeest; benevens
drie briefkaarten zonder adres.
Uit het buitenland terug ontvangen brieven:
mej. M. Menmann, Go^esberg; EduarJ Sike
meier, Heilelberg; Carlos Maria Costa, Lis
boa; Jhr. Steengracht v. Duivenvoorde, Nice.
Briefkiart: B. Herrmann, Hamburg.
Te 'a Gravenhage is, 74 jaren oud, over
leden de oud-kolonel F. M. Collard, een kundig
artillerie officier, die by zijne pensionneeriDg
in 1886, 40 dienstjaren had.
In 1859 werd hij als eerste luitenant gede
tacheerd bij de artillerie stapel- en constructie-
m..g.izyoen; als kapitein trad hy in 1866 op
als hoofdopziener b|j de artillerie constructie
werkplaatsen.
In 1875 bevorderd tot majoor by het corps,
werJ hy in 1879 benoemd tot luit.-kolonü en
commandant van de Vde afdeeling vesting
artillerie. In dezen rang 6n daarna ook als
kolonel was de ontslapen hoofdofficier tot
1886 toen hy op zyn verzoek werd gepen-
sionneerd commandant tan het lste reg.
vesting artillerie.
De heer H. Van Aller, commies by de
Holl. IJzeren-Spoorweg-Maatschappy te Delft,
is benoemd met ingang van 15 dezer tot
stationschef te Piot Gyzenbrug.
De Pauselijke Internuntius heeft gister-
namiddag, ingevolge een depoche uit Rome,
Den Haag verlaten. Mgr. Tarnassi vertrok naar
Luxemburg, in welks hoofdstad hy mede ge
accrediteerd is.
Als zaakgelastigde ad interim is aangewezen
de auditeur by de internuntiatuur, de heer
Giovannini.
Met den Franscben trein van 6.19, cie
echter ruim een kwartier te laat binnenreed,
is gisteravond uit Parys in do residentie
gekomen Graaf Von Münster, ambassadeur
van Duitscbland by de Fransche Republiek,
lste gedelegeerde van Keizer Wilhelm ter
Vredesconferentie.
De welbekende diplomaat, die zoowel door
zyn hooge en breedgeschouderde statuur al3
door zyn krygehaftig uiteriyk meer een
militair voorkomen heeft, werd aan het Holl.
Spoorstation verwelkomd door de heeren Von
Flotow, raad van legatie, en Von Uckro,
eerste-luitenant, attachó der Duitsche legatie.
Z.Exc. stapte af ian het Hotel des Indes".
Met denzelfden trein is aangekomen en
begaf zich naar het „Hótel den Ouden Doe
len" de beer De Mier, gezant van Mexico
te Parys en gedelegeerde van dien Staat.
De beer Larousse, attachó van bet Fransche
gezantschap, ontving hem aan het station.
Steeds komen er nog meer gedelegeerden.
Met de Fransche hoofdvertegenwoordi^ing
by de Conferentie zyu mede naar Den Haag
gekomen vier heeren, die de Commissie zullen
byst3an en intrek namen in het „Hotel de
twee Steden".
In hetzelfde hotel kwam reeds aan de
Belgische gedelegeerde ridder Descamps, en
morgen wordt daar verwacht de minister van
Staat Beernaert.
Geheimraad De Martens, 2de gedelegeerde
van Ruslanl, kwam gisteravond in het „Hotel
Paulez" aan.
In het „Hotel den Ouden Doelen" is gister
avond de Spaansche en heden de Bulgaarsche
delegatie aangekomen; in het „Hotel do Twee
Steden" de Luxemburgsche delegatie.
Omtrent het verblyf van HH. MM. de
Koningin en de Koningin Moeder te Schloss
H.-.usbaden wordt uit Badenweiler en Muhl-
hausen het volgende gemeld aan het „Haagsch
Dagblad":
Niettegenstaande het weer tot nu toe niet
zeer gunstig was, maakten de Koninginnen
toch dagelyks kortere of langere rytoeron in
den omtrek. Laat het weer zulks maar eenigs-
zir.s toe, dan gaat Koningin Wilbelmina met
palet en penseel gewapend uit, om de
schilderachtige plekjes in den omtrek op het
doek te brengen.
Tot dusver nam H. M. schetsen van een
typisch boerenhuisje te Niederweiler, van
een overoude eikengroep aan den weg van
Hausbaden naar Baden Weiier en van een
vierspan breedgeschofte bergossen.
Op 6 Mui brachten de Koninginnen een lang
durig bezoek aan de fabrieksstad Muhlhausen,
ten einde zich door eigen aanschouwing met
de toestanden der arbeider&werdd bekend te
maken; de fabriek van de firma Dollfusz
Mieg 8c Co. werd in oogeDschouw genomen,
van alles namen HH. MM. tot in byzonder-
heden met groote belangstelling kennis, door
den directeur der favriek rondgeleid.
Het slot Hausbaden ia tegen de ZuiJwoste-
ïyke helling van het Schwarzwald gebouwd, en
in een omgeving van eeuwenoude wouden.
Van uit het slot geniet men e6n prachtig
vergezicht op het Ryndal, de Vogezen- en
Juragebergten als achtergrond. De heeriyke
zuivere woud- en berglucht maakt, dat Haus
baden als een der gezondste badplaatsen van
het Schwarzwald wordt aangemerkt. Allen,
die er rust en gezondheid zochten, zyn dan
ook vol lof teruggekeerd, sommigen gaven
zelfs in dichtmaat uiting aan hun gevoel van
dankbaarheid.
H. M. de Koningin heeft wolwillend aan
vaard de opdracht van een „Ode aan Oranje",
van den heer J. Wageman, te Amsterdam
(woorden van den hoor H. J. Markus). Het
calligraphisch werk was uitgevoerd door den
heer B. J. Van Oosterhoudt.
De heer Henri Poolman en mevr. Poolman
Huysers zyn van 1 September af aan het
gezelschap Le Gras en Haspels verbonden.
De hoer Willem Van Zuylen is voor het
volgend seizoen weer op dezelfde wyza als in
het afgeloopene geëngageerd. NR. C.)
Beroepen is by de Waalsche Geme?nte
te Zwolle ds. Nardi, te Genève, vroeger te
Leiden.
By de spoorwegovereenkomsten van 1890
is bepaald, dat, zoo de Regeering te eeniger
tyd mocht besluiten tot naasting der spoor
wegen, deze op 31 Dec. van het jaar, vol
gende op dat, waarin het voornemen der
Regeeriog is kenbaar gemaakt, haar beslag
moet krygen en feiteiyk in werking komt.
Terwyl er nu, om tot do naasting over
te gaan, zeer veel en veelomvattende rege
lingen van allerlei aard, ook wetteiyko, zouden
zyn te treffen, die, wanneer tot naasting
wordt besloten, meer tyd zouden kunnen
vorderen dan naar de bepalingen der over
eenkomsten beschikbaar zou blyven, heeft,
naar het „Vad." verneemt, de Minister van
Waterstaat besloten zich omtrent alles, wat
mtt een eventueel© naasting in verband
staat, door een administratieve commissie te
doen voorlichten. Dio commissie, onder pre
sidium van den voorzitter van den Raad van
Toezicht op de Spoorwegen, mr. Van Bosse,
zal niet alleen de wettelyke en andere maat
regelen, by een naasting noo.:ig, hebben voor
te bereiden, maar tevens de gebroken moeten
nagaan, die aan de thans vigeerende spoorweg-
overeenkomsten blyken te kleven.
Het spreekt vanzelf, voegt het blad er by,
dat c'oor de instelling dezer geheel ambtelyke
commissie van voorlichting waarin overi
gens ook aan do spoorwegmaatschappyen een
plaats was toegedacht, die zy niet hebben
willen innemen omtrent de naasting zelve
hoegenaamd geen beslissing is genomen, hoe
wel de maatregel van den Minister van Water
staat ongetwyfeld toont, dat deze bewinds
man de quaestie der Staatsexploitatie van alls
spoorwegen tot een onderwerp van ernstige
overweging heeft gemaakt.
Door den president van de Vereenigdo
Staten van Venezuela zyn de heeren Jac.
Bosch, vice consul der Republiek, J. Meier,
commandant van de brandweer, en H. Ph. H.
Buschhammer, kunsthistoricus, allen te Am
sterdam, benoemd tot officier in de Orde van
het Borstbeeld van den Bevryder.
Te Nymegen overleed de gepensionneerde
luitenant kolonel A. Peters, die jarenlang de
functie waarnam van dirigeerenJ officier van
gezondheid by de Nederlandsche marine.
Uit de gegeven beschryving der inwen
dige inrichting van het „Huis ten Bosch" ala
vergaderzaal voor de Vredesconferentie zou
op te maken zyn, dat daar ook een vertrek
in gereedheid is gebracht voor den directeur
van het Protocol, welke betrekking ressorteert
onder het ministerie van buitenlandsche zaken
en sedert eenige jaren vervuil wordt door den
referendaris mr. D. baron Van Hogendorp. Da
bedoeling was te vermelden, dat die kamer
daar is voor den oud-minister resident jbr.
Van Eys, die bestemd is om op te treden als
chef van het secretariaat by de Conferentie.
Door de rechtbank te Utrecht is, ter ver
vulling eener vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabe-
ti8che lyst van aanbeveling: jhr. mr. J.
Schuurbeque Boeye, jhr. mr. J. H. J. C.
Martens van Bovenhoven en mr. G. Rlbbius,
rechters in de rechtbanken te Middelburg,
Zutfen en Dordrecht.
Door de rechtbank te Zieriksee is, ter ver
vulling eener vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabe-
tische lyst van aanbeveling: mr. E. J. Dor-
hout Mees, mr. W. Ridder van Rappard en
mr. E. L. Unabgrove, substituut grilfiers by
de rechtbanken te Leeuwarden, Amsterdam
en Middelburg.
Het stoomschip „Kaiser", van Oost-Afrika
naar Rotterdam en Hamburg, passeerde 14
Mei Gibraltar; de „Laertes", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 14 Mei Gibraltar
de „Madura", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 15 Mei van Padang; de Orion" arri
veerde 13 Mei van Amsterdam te Neufahr-
wasser; de „Prins Willem V" vertrok 15 Mei
van Amsterdam naar Suriname; de „Stella",
van Smirna naar Amsterdam, passeerde 15
Mei Dunden 68de „Prins Willem II", van
Paramaribo naar Amster.am, passeerde 13
Mei St.-Michaela; de „Reichstag", van Oost-
Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde
15 Mei te Aden; do „Gedó" arriveerde 15 Mei
van botterdam te Batavia; de „Oengaran,"
van Rotterdam naar Batavia, vertrok 15 Mei
van Perim; de „Rotterdam," van Nieuw-York
naar Rotterdam, passeerde 15 Mei Lizard.
Noordwyk-nnn-Zco. Zaterdag kwamen
alle schuiten hier aan, wegens de minder
gunstige gelegenheid voor het visachen
maakten ze slechts een besomming van
f 40 tot f 12.
Uit de „Staatscourant."
Kon. besluiten: Aan A. J. Borghatijn, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend ala barge-
mcester van Zuidzandc, aan den baas der schilders
bij 's Rijks werf te Amsterdam J. F. De Leeuw,
op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Rijks dienst
verleend.
Do eerste luitenant der,infanterie H. L. M.
Van Ghert, op zijn verzoek, van den verderen
duur zijnor detacbeoring bij de landmacht in
West-Indiö ontheven.
De paardenarts lsto kl. E. A. L. Quadekker,
van het personeel van don geneeskundigen dienst
der landmacht, op pensioen gesteld en het bedrag
van het pensioen bepaald op f 826 'sjaars.
Do gewono auuiöntiën van do ministers van
justitie, financiën en oorlog zullen deze week
niet plaats hebben.
7)
„Maar daarvoor wil hy eerst toilet maken,
;On dat is toch niet noodzakelyk by een
samenzwering 1 Mynheer Sebald, die jonge
'man is niet gevaarlyk; hy babbelt immers
^onophoudeiyk, van een beschadigden wagen
een nieuwen opzichter en een vervloekte
.woud-romantiek alles door elkaar, zoodat
men er niet wys uit kan worden, maar
.onheil richt die zeker niet aan; daar is hy
Teel to dom voor."
Sebald haalde de schouders op, geiyk hy
.altyd deed, wanneer zyn dienaar zich ver
stoutte, met hem van meening te verschillen.
„Helmer, ik doe nu reeds zoo lang alle
moeite, u voor den hoogoren dienst op te
ieidoD, maar gy blyft altyd nog in de begin
selen steken; gy hebt volstrekt geen talent
jvoor het combineeren. Ziet gy dan niet, dat
4ie zoo met opzet ten-toon-gespreide onnoozel-
'heid slechts een masker is, om onverdacht
[te schynon? Ik zeg u, dit jongmensch met
zyn voorwaar meesteriyk uitgevoerde kunst
Tan misleiden is zeer gevaarlyk, veel gevaar-
(lyker dan die andere, die ons met zyn burger
klasse waant te bedriegen en toch in elk
.^roord, iedere bowsgirg den militair verraadt.
3e govaarlykste van allen is echter die Valesca
■iJlum, die zy beiden willen opzoeken en die
inds in de pastorie een geheel coDgrea van
verdachten om zich heen schynt te ver
zamelen."
„Maar een damel" wierp Helmer tegen.
„Een jong meisje!"
„Dat zyn de ergsten; denk aan Rusland!
Welke rol spelen daar de vrouwen by de
samenzweringen; hoe ligt alles in heur handen!
Doch gonoeg hiervan; wy moeten thans op
alle gevaar af een verkenning van do pastorie
ondernemen. Ik moet oogenblikkelyk aan Zyn
Excellentie verslag uitbrengen en zou toch
gaarne het een of ander tastbaar resultaat
willen melden. Wy maken een wandeling naar
gindschen kant, gy draagt my het boek en
den veldstoel achterna; misschien gelukt het
ons, nog ergens een kykje te nemen."
Het plan werd ten uitvoer gelegd; vyf
minuten later schreed de heer Sebald, met
een groote parasol en dén verrekyker aan een
leeren riem over den schouder, zoo kalm en
waardig naar den oever van het Meer, alsof
het werkeiyk slechts zyn bedoeling was het
landschap te bewonderen. Helmer volgde met
boek en veldstoel, en beiden schenen slechts
naar een geschikte plek te zoeken, waar zy
zich konden nederzetten.
De kleine pastorie naast de kerk lag daar
met haar groene luiken en blanke vensters
zoo landeiyk en vreedzaam, als ware ze
allerminst in staat iets zoo sombers, bloedigs
als een samenzwering in haar binnenste te
verbergen. Aan de voorzyde was het huis niet
aan te vallen, omdat daar de vyandeiyke ver
kenning terstond opgemerkt zou zyn geworden,
maar de achterzyde grensde aan den muur
van het kerkhof, dat men, zonder eenigen
argwaan te verwekken, betreden kon.
Dit geschiedde dan ook. Sebald en zyn
bediende bezichtigden met groote belangstel
ling de afzonderlyke grafstedeD, lazen de
opschriften en rukten daarby hoe langer hoe
dichter naar den muur toe, die juist tegen de
pastorie door een dichten vlierboom bescha
duwd werd. Onmiddeliyk boven den muur
bevond zich een venster, dat open stond en
een blik vergunde in een klein, zeer een
voudig ingericht vertrek, hetwelk op het
oogenblik als logeerkamer scheen dienst te
doen, want er stond een zeer élégante hand
koffer op het kleine tafeltje.
De kamer was ledig, maar juist op dit
oogenblik hoorde men, hoe een sleutel omge
draaid en de deur geopend werd. Sebald gaf
zyn ondergeschikte een wenk, en beiden slo
pen snel en zonder .gedruisch te maken onder
den vlierboom, die hen volkomen verborg,
terwyl zy zich tegen den muur drukten. Zien
konden zy bier wel is waar niets, maar als
het venster niet gesloten werd, moesten zy
hooren, wat men daar boven sprak.
Het geluk begunstigde hen inderdaad. De
binnentredenden hadden waarschynlyk een
blik op het kerkhof geworpen en dit verlaten
bevonden, want het venster bleef open, en
de sprekende personen schenen zelfs in de
onmiddeliyke nabyheid daarvan plaats te
nemen, zoodat ieder woord luid en duideiyk
den toehoorders beneden in de ooren klonk.
„Het is vruchteloos, Barnstadt," sprak een
stem, een heldere, klankryke stem. „Alles,
wat ge my daar voorhoudt en in overweging
geeft, heb ik myzelven reeds lang gezegd.
Ondanks dat alles, bon ik besloten niet JaDger
te talmen; alle middelen, om de zaak inder-
minne te schikken, zyn uitgeput; ons blyft
niets over dan eön daad van geweld te vol
voeren, zoo wy nog het doel bereiken willen."
„Maar zou er dan geen andere oplossing
mogeiyk zyn?" deed zich een tweede stem
vernemen, waarin de twee luisteraars terstond
de korte, militaire spreekwyze van den vreem
deling herkenden, die ia het logement was
afgestapt; het eenige verschil was, dat zyn
taal thans zeer gedempt, schier ondanig klonk.
„Ik moet openhartig bekennen, dat ik ver
schrok, toen ik den brief ontving, die my
hierheen riep, en vernam, welke zaak het
betrof. Ik had altyd nog gehoopt, dat een
voorloopig, al was het dan slechts een schyn-
baar toegeven, een rustig afwachten...."
„Afwachten?" viöl de eerste spreker hem
met opwellende heftigheid in de rede. „My
dunkt, dat wy lang genoeg gewacht hebben,
zóó lang, dat er ook niet één dag meer te
verliezen is. De hertog verhaast de onder
handelingen met het koninkiyk Hof op een
wyze, dat ons over 't geheel geen keus meer
overbiyft; wy moeten hun tot eiken prys
vóór zyn. Men legt bet er bepaald op aan,
my tot het uiterste te dry ven welnu, men
zal dit uiterste hebben 1"
„Maar zulk een gewelddadig optreden kan
onafzienbare gevolgen na zich sleepen," bracht
de ander in het midden. „Ik bid u nog
éénmaal, bedenkt Uw Ho...."
„Stil, geen namen en geen titels l" viel de
ander in, terwyl hy zyn stom eenigszius
inhield; „vergeet niet, dat wy allemaal
incognito bier zyn! Ik misleid myzelven
volstrekt niet omtrent de gevolgen, maar ik
ban vast besloten, ze op my te nemen. Dat
zal een uitbarsting aan het Hof worden, en
daarby zal veel mee in de lucht vliegeD, wat
zoo vast als een rots scheen te staan,
maar dat doet er niet toe! Hot geldt hier het
heiligste recht des meoschen, en dat zal ik
opeDiyk voor de geheele wereld verdedigen,
al moet ik het my eerst in geheim met
hevigen stryd verwerven. Zult gy me uw
by stand onthouden, Barnstadt?"
„Neen, zeker nietl" klonk het antwoord/
zonder dralen en mot volle beslistheid. „Ik hel
het voor rayn plicht gehouden, te waarschuwet
en tnyn bedenkingen niet te verzwygen. Wan
neer gy echter uw besluit onveranderiyk ge
nomen hebt, dan ben ik tot eiken dienst bereid.'
„Ook op gevaar af, dat de gevolgen u med*
treffen? Mogeiyk is dat in iedei gevalt"
„Op allo gevaar afl"
„Ik dank u, Barnstadt. Ik wist het immers^
dat ik op u rekenen kon, en gy zyt de eooigste
dien ik onvoorwaardelyk vertrouw. Ik vree*
dat er iets van myn voornemen is uitgelekt
want ik voel my gadegeslagen, bewaakt ob
kan my zelfs niet meer op myo naaste om
ge ving verlaten.
{Wordt vervolgd.)