N°. 12031
Dinsdag 1<3 Mei.
A\ 1899
(geze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 Mei.
Feuilleton.
VERDACHT!
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBJLJ3 DEJSER COUBANTs
Voor LeJden per 8 maandea f 1.10.
iFranco per po6t 1.40.
'Afzonderiyke Nommere 0.05.
PBUS DHR ADV/ HRTfi!W[Ji ffW i
Van 1 6 regels I 06. tedere regel meer f 0.17 J. - Groctera
lettere a aar plaatsruimte - Voor hel Incasseerod bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Onder veel belangstelling, met muziek
$n gezang en gevolgd door een bal, gaf
„Tbalia Melpomene" Zaterdagavond jl. weer
eens een uitvoering, thans ter gedachtenis
viering van haar driejarig bestaan.
De voorzitter van deze den 3den Mei 1896
opgerichte Leidsche tooneel- en gymnastiek
vereniging opende ook nu weder na den
daarvoor vastgestelden tijd de feestelijke
bijeenkomst met een toespraak, waarin by
allen, die daarvoor maar eenigszins in de
termen vielen, dank bracht voor al datgene,
wat zy reeds deden in hot belang dezer
Vereeniging, welker banier tusschen een groep
groen in een der hoeken van de zaal stond.
Gewone leden, medebestuurderen van den voor
zitter, donateurs, werkende leden, bet tegen
woordige, bevriende bestuur der Korporaals-
vereeniging „Olympia", deze allen zagen zich
met een vleitnle dankzegging vereerd. Als
middel om den bloei der Vereeniging te be
vorderen ried de voorzitter toetreding tot
„Tbalia Melpomene" aan van degenen, die
zich nog niet hadden geschaard onder haar
schoone banier.
Weldra vroeg een scène, aangekondigd als
komisch, aller aandacht en eischte daarbij een
scherp-luisterend oor, want de bekooriyke
dame, die mot den heer optrad, zette haar
stem niet voldoende uit, om overal in Ephraims
zaal gemakkeiyk te worden verstaan.
„Vergiffenis," tooneelspel in één bedryf door
L. Van Lier, en „'t Scheepje", tooneelspel in
één bedryf, vormden, om bet zoo oens te
noemen, de hoofdschotels van dezen avono.
Zonder ons in byzonderheden te begeven, ver
klaren we, dat het spel, zoo van de vrouweiyke
als van do maniyke dilettanten, ditmaal be
vredigend was en als steeds het publiek
dankbaar stemde.
„Naar de Chocolademeeting", een spektakel
scène voor een dozyn personeD, kwam als
achtste nummer op het tiennummerige, veel
tyd in beslag nemende programma voor.
De nummers 6, 9 en 10, gymnastiek ringen,
dito rek en standen, had de gymnastiekclub
der Vereeniging voor haar rekening genomen.
Als steeds gaf de gymnastiek reden tot roemen.
De instructeur, korporaal Wagemans, van het
vierde, heeft eer van zyn leiding! Hy werd
dan ook en dit was een der merkwaardigste
feiten van don avond, waarvan we getuige
waren benoemd tot en gedecoreerd als lid
van verdienste der Vereeniging, voor hem zeer
zekor een groote oer.
- Gisteren, 14 Mei, vierde de oudste be
woner der Raamsteeg, nl. P. G. Van Cleef,
zyn 908ten verjaardag. De jubilaris geniet het
voorrecht van gezond te zyn, is tevens in
staat dagelijks zyn kerkelijke plichten
waar te nemen en een wandeling te doen.
Ontving de oude jubilaris gisteren van tal
van familieleden een hartelyken handdruk,
eecige bewoners der Raamsteeg hadden by
deze gelegenheid de nationale driekleur van
uit hun woning gestoken, wel een bewys,
dat Van Cleef door zyn buren geacht wordt.
Tegen Dinsdag, 16 Mei a. s., des
namiddags te vgf uren, is een gedeelte der
Leidsche schuttery opgeroepen, om, onge
wapend, doch in uniform gekleed, deel te
nemen aan de voorbereidende schietoefeningen.
Als plaats van aantreden is opgegeven de
Nieuwstraat, vóór Den Burcht. Voor geval,
dat deze oefening, door ongunstig weer, wordt
afgelast, zal deze zeven dagen later plaats
hebben.
Het uitvaardigen van de Pauseiyke
Encycliek „Rerum Novarum" werd gister
avond door de afdetling Leiden van den
Nederlandschen Roomsch-Katbolieken Volks
bond op feestelyke wyze gevierd door het
houden eener buitengewone vergadering in
den foyer der Stadszaal, waar de busten van
H. M. Koningin Wilhelmina en van Z. H. den
Paus prykten te midden van een fraaie planten
groep, waarby zich ook de afdeelingsbanier
verhief.
De opkomst was echter niet zoo talryk
als gewenscht bleek, want na het gebed
sprak de voorzitter zyn leedwezen er over
uit, dat de zaal niet stampvol was, waardoor
de afwezige leien toonden geen sympathie
voor den Bond te bezitten. Op Zondag-avond
immers is men vry, terwyi de kerkoiensten
op het uur van aanvang (halfnegen) waren
afgeloopen. De voorzitter urukto den aan
wezigen daarom op het gemoed de afwezige
leden, als zy hen in den loop der week
mochten tegenkomen, daarover aan te spreken.
Verder wees hy er op, dat aan len genees
kundigen »dviseur tot nog toe geen biyk van
orkonteiykheiè was aangeboden. Het bestuur
stelde voor dit cl te doen in aen vorm van
een insigne met inscriptie der waardigbeiJ,
welke dr. W. Th. M. Weebers bekleedt. On jer
toejuichingen had de uitreiking plaats.
Na nog eenige huislioudelyke mededelingen,
het zingen van het Bondslied door de zang-
afdeeling, het lez^n uoor don secretaris van
het verslag der handelingen van het centrale
bestuur, en het houden oener komische voor
dracht door een der leden, waarop telkens
applaus volgde, betrad den katheder de zeer-
eerw. pater P. J. A. De Graaf, van Delft,
die begon met de medeloeling, dat hy gaarne
de eervolle uitnoodiging had aangenomen
om in een feestverga, ering als deze een kort
woord te komen spreken op een dag, waar
op zooveel plaatsen wordt gedacht aan den
krachtigen stoot, welken Z. H. de Paus door
zyn Encycliek in het belang van het volk
heeft gegeven. Tot de onderwerpen, welke
in dezen tyd byzonder op den voorgrond treden,
is vooral van belang de wet op den arbeid,
doch die biedt zóóveel dietelen en doornen,
dat spr. zich daartusschen niet zal begeven.
Maar boven de wet op den arbeid staat
nog een hoogere wet, die van don godsdienst,
on het was daaraan, dat spreker eenige oogen-
blikken wydde, in verband waarmede hy
ook in vroegere en latere beschouwingen trad
omtrent het bestaan van God.
De rede werd met groote aandacht gevolgd
en de zeereerwi-Leer pater Van Kessel, de
goesteiyke adviseur der afdee'ing, betuigde
spr. harteiyk dank voor do gesproken leer-
ryke woorden, met den wenscb, dat, als een
volgende maal weer eens by pater De Graaf
mocht worden aangeklopt, deze dan, als er
niets tusschen komt, zal antwoorden: Ik ben
je man.
Mtt het oog op het lntusschen gevorderde
uur werd geen pauze gehouden, maar onmid-
deliyk overgegaan tot een komische voor
dracht van vier personen, waarop weer een
zanpnommtr volgde üq tot besluit nog een
voordracht.
Aan het aan den Gemeenteraad uitge
bracht verslag der Stedelyke Gasfabriek over
1898 is het volgende ontleend:
Ten gevolge van zyn benoeming tot directeur
der gemeentegasfabriek te Utrecht verzocht
de heer dr. J. J. Neurdenburg in Maart zyn
ontslag. Sedert 1 Mei 1890 was hy directeur
te Leidon; onder zyn leiding is de gasfabriek
belangryk vergroot eh in bloei toegenomen.
Er werd esn nieuwe stokery gebouwd en de
vroeger bestaande uitgebreid en voor een
groot gedeelte vernieuwd. Terrein i3 aangekocht
en daarop werden een zuiverbuis, magazgnen,
kantoren, werkplaatsen en kolenloodsen in
gericht. De gaspro uctie steeg van 4,000,000
M\ in 1889 tot 6,000,000 MJ. in 1897. Op
zyn initiatief behoorde Leiden tot de eerste
gemeenten van Nederland, waar muntgas
meters werden iogevoerd. In de zitting van
den Raad van 10 Maart werd hem op de
meest eervolle wyze met ingang van 1 Mei
1898 ontslag verleend.
In de Raadszitting van 14 April werd tot
directeur benoemd de heer N. W. Van Does-
burgh, civiel-ingenieur, adj.-directeur der
gemeontegasfabriek te 's-Gravenhage. Den
16den Mei aanvaardde deze zyn nieuwe be
trekking.
Het voorstel van commissarissen om by
gel-genheiu van het 50-jarig bestaan der
gasfabri k aan alle beambten en werklieden
der fibriek een week salaris extra uit te
koeren, werd op 14 April door den Raad
goedgekeurd.
Ingevolge raadsbesluit van 14 Juli nam
by gelegenheii der kroningsfeesten de gas
fabriek de zorg voor de verlichting van het
Van-der-Werfpark op zich.
In zyn zitting van 14 April keurde de
Raad de voorwaarden goed, waarop aan de
hewonT8 van het Villapark Oegstgeest gas
kan worden verstrekt.
Sedert September werd aan het personeel
eenmaal in de vier weken één vryen dag
toegekend.
Verder is besloten om het personeel, dat
6 dagen in de week arbeidt en per uur
betaald worit, voor de Christel, feestdagen
11 uur daags uit te betalen.
De dienst der lantaarnopstekers is in
zooverre gewyzigd, dat do tusschenblussching
slechts door de helft van het personeel behoeft
te geschieden. Deze werklieden hebben dus
om de week ongestoorde nachtrust.
De algemeene 102de jaarvergadering van
het Nederlandsch Zendelinggenootschap zal
gehouden worden 11 en 12 Juli a. a. te
Rotterdam in de kapel van het Genootschap,
onder voorzitterschap van prof. J. Offerhaus
Lzn., te L iden.
De minister van binnenlandsche zaken
breDgt ter kennis van belanghebbenden, dat
de commissiën, in 1898/99 belast met het
afnemen van de practische examens van
apotheker, vermeld in art. 11 der wet van
25 December 1878 (Staatsblad No. 222),
laateteiyk gewyzigd by de wet van 12 Dec.
1892 (Staatsblad No. 261), zullen zitting
houden: te Leiden op 29 Juni e.k.; te Utrecht
op 23 Juni e.k.; te Groningen op 26 Juni
e.k.; te Amsterdam op 22 Juni e.k. en
volgende dagen.
De algemeene vergadering van de R.-K.
vereenigiDg „Gildenbond" zal te Rotterdam
gehouden worden op Woensdag 7 Juni.
Het Kamerlid dr. M. W. H. Nolens zal een
lezing hou len over de Ongevallenwet.
Do te behandelen vraagpunten zyn de vol
gende
Van het centraal-bestuur: Wanneer en onder
welke omstandigheden kan oon werkstaking
(door de werklieden), of uitsluiting (door de
patroons) gewettigd worden geacht? (iDltiJer
pastoor G. W. Konings, adviseur).
Van de afdeeling Rotterdam: Hoe moet de
verhouding zyn van den katholieken patroon
tegenover de neutrale patroonsveraenigingc-n?
(Inleider de heer A. Van Schaik, architect to
Rotterdam).
Van de afdeeling Leiden: Wat kunnen de
katholieke patroons doon voor het vervullen
der godsdienstplichten hunner onderhoorigen
(Inleider de heer A. Ruigrok, te Leiden).
Ned.-Hervormde Kerk. Bedankt is
voor het beroep naar Etten door ds. S. Ver-
hoeff, te Noordwyk-Binnen.
Voor het admissie-examen dor H. B. S.
met 5 jarigen cursus te 's-Gravenhage hebben
zi.h aangemeld in hit geheel 238 candidaten,
waarvan 174 voor de eerste, 17 voor de tweede,
26 voor de derde en 21 voor de vierde klasse.
By den gemeenteraad van Rotterdam zal
Donderdag inkomen het aanbod van een
commissie uit de burgerij, die f 12.0C0 tyeen-
bracht ter bekostiging van het plaatsen van
candelabers op de monumentale Regentesse-
trug over de Wynhaven. Het bedrag was
op f 3- k 4000 na by een. lntusschen had een
milde gever zich berei^rerklaard het tekort
aan te vullen.
Zooals men weet, had de gemeenteraad
met 20 tegen 17 stemmen verworpen het
voorstel van B. en Ws. om een crediet van
f 12,000 uit de gemeentekas voor dat doel
to3 te staan.
De heer D. H. Brondgeest is tegon het
nieuwe seizoen verbonden aan het gezelschap
van den Tivoli schouwburg. {N. R. C)
Men meldt aan het „H. Dagblad" uit Apel
doorn: Naar wjj vernemen, zullen H.H. M.M.
de Koninginnen den 23sten dezer uit bet
buitenland op Het Loo terugkeeren.
Het Departement van Oorlog verloor door
den dood een zyner verdlenstelyksteamttenaren
in den beer H. Van Dam, hoofdcommies, cie
aan het hoofd stood van het bureau secretarie,
iadices en archieven, een omvangrijke be
trekking, die de overledene met yver en tot
tevredenheid van het bestuur vervulde.
Op de aanbevelingslijst voor de tenoe
ming van een leeraar in de Engelscho taal
aan het gymnasium te Groningen zyn geplaatst
de heeren: lo. R. De Boer, leeraar in het
Engelsch aan bet gymnasium en de hoogere
burgerschool te Schiedam; 2o. R. R. De Jong,
leeraar aan de Nederlandsche school voor
nyverheid en handel te Enschedee; 3o. W.
A. Van der Ent, tydelyk leeraar in het
Engelsch aan het gymnasium te Assen. Dezelfde
heeren komen voor op de aanbevelingslijst
voor leeraar in de Engelsche taal aan de
hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus.
Te Alkmaar is tot direct ur der Burger
avondschool benoemd de heer H. v. d. Hei,
te Leeuwarden.
Mr. K. M. G. De Meyier, te Arnhem, hoeft
tegen 1 September a. s. eervol ontslag aan
gevraagd als leeraar in de Staatsinrichting
en Staathuishoudkunde aan de H. B.-S. en
de Middelbare School voor meisjes aldaar.
Do luit.-kol. der inf. B. R. F. Van
Vlymen, op non-activiteit als lid van de
Tweede Kamer der Stiten Generaal, wordt
eerstdaags bevorderd tot kolonel.
De non-activiteit van den lsten luit. der
genie W. Sturms is op zyn verzoek met 6
maanden verlengd.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
13 Mei van Nieuw-York naar Rotterdam; do
„Burgemeester Den Tex", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 14 Mei van Genua; do
„Java," van Amsterdam naar Batavia, veitrok
13 Mei van Suez; de „Prins Alexander," van
Amst rdam naar Batavia, arriveerde 14 Mei
te Southampton; de „Solingen", van Australié
naar Amsterdam on Hamburg, arriveerde 13
Mei te Batavia; de „Statendam" arriveerde
14 Mei van Rotterdam te Nieuw-York, do
„Bogor" vertrok 13 Mei van Batavia naar
Rotterdam; de „Solo" arriveerde 13 Mei van
Rotterdam te Batavia.
ALfen. By de aanstaande periodieke aftre
ding van leden van den Gemeentoraad zijn
aan de beurt van aftreding de heeren H. Overes,
G. Van Dobben en N. D. Kemink.
Bodegraven. Aan de beurt van aftreding
in dit jaar, als leden van den gemeenteraad,
komen de heeren W. P. Brunt, W. Yan d9r
Glesen, A. Moons en W. Turkenburg. Naar
men zegt, zullen de heeren dr. W. H. Kapteyn
en D. Van Donk, beiden wegens hoegen leef-
tyd, spoedig als leden van den Raad hun ont
slag nemen.
Voor de met 1 Juni a. s. vacant komende
betrekking van ondcrwyzeres aan de open
bare school A, albier, is de volgende voor
dracht opgemaakt: G. W. Blok, te Geoda, J
E. Wesselink, te Hillegom, en L. Smitshuysen,
te Rynzaterwoude.
Tot groot genoegen van enkele hande
laren en neringdoenden, kwam hier Zaterdag
avond telegraphisch bericht, dat het Ryk,
wegens de werkzaamheden aan de brug en
sluis alhier, tegenover de Brugstraat een
hulpbrug over den Ryn zal laten leggen, die
door voetgangers en onaangespannen wagens
gebruikt zal kunnen worden. Voor de drukte
op de wekelyksche kaasmarkt is dit zer'
gewenscht, wyi do andere hulpbrug, die me 1
8)
„Ga liever den rywegt" verzocht de majo
raatsheer, wien het vervelend toescheen het
overige van den weg alleen af to leggen, en
die gaarne nog een poosje met den ander
gekout had. „Gy wilt immers ook naar
Seefeld, en dan kondet gy meteen myn reis
deken wel dragen: zy wordt my in dien
zonnegloed te lastig."
Daarby nam hy zyn plaid van den schouder
en wilde haar zonder meer den nieuwen
opzichter overhandigen. Daar trad deze opeens
een schrede achteruit, en zich in zyn volle
lengto oprichtend, mat hy den jongen vryheer
met een hoogsten eigenaardigen blik.
„Het spyt me, mynheer Von Bülow, ik
heb haast en ga liever den kortsten weg. Tot
weerziens in Seefeld 1"
Hy nam even den hoed af, en met een
handbeweging, die wel is waar vriendelyk,
maar zoo oneindig voornaam was, alsof hij
den majoraatsheer van „Waltersberg" een
wenk gaf te vertrekken, keerde hy in het
bosch terug en verdween tusschen de boomeD.
Kuno Von Bülow stond midden op den zon-
fiigen ryweg, met zyn plaid in de hand en
een zeer verbluft gezicht. Het duurde eenige
minuten vóór hy de zaak goed begreep; toen
schudde hg het hoofd en zei halfluid: „Ik wou,
dat ik hem niet als opzichter had aangenomen;
dien man ontbreekt het aan eerbied 1"
Met deze woorden zette hy onder herhaald
hoofdschudden zyn weg voort en kwam ein-
deiyk, na meDigen droppel zweets vergoten
te hebben, gelukkig in Seefeld aan.
Sebald en zyn ondergeschikte bevonden zich
nog altyd in het tuintje, dat het voordeel
had naar alle zyden oen vry uitzicht te ver
schaffen. Zy hadden er hun middagmaal laten
opdragen, om op onverdachte wyze hun wacht
post te kunnen blyven innemen, want de
bewyzen van verdenking namen zionderoogen
toe. De vreemdeling, die een uur na de dames
was aangekomen, had zich eveneens naar
de pastorie begeven en was nog niet weer te
voorechyn gekomen; dewyl men echter ge-
voegiyk daar niet kon binnendringen, bleef er
voorloopig niets anders over dan „met alle
macht te observeeren."
Juist midden in dit observeeren kwam Kuno
Von Bülow binnenvallen, die verhit, afgemat
en zeer slecht geluimd vóór de herberg aau-
kwam en terstond een nieuw voorwerp van
waarneming voor de beide ambtenaren werd.
Ditmaal nam Sebald zelf op zich den nieuwen
reiziger uit te vorschenhy liep hem als toe
vallig in de tuindeur tegen het lyf en ver
ontschuldigde zich toen met alle mogeiyke
beleefdheid. Het deed hem, sprak by, oneindig
leed den vreemden heer gestooten te hebben
het was volstrekt zyn bedoeling niot ge
weest en hy verzocht duizendmaal om ver
schooning.
Von Bülow, wien na bet gebrek aan eerbied,
dat hy zooeven had ondervonden, deze beleefd-
neid goad deed, nam de verontschuldiging aan,
en dat was de aanleiding tot een gesprek, dat
met een opmerking over de schoonheid van
het meer en zyn omgeving begon, daarna
allengs op de vragen naar het waar vandaan
en waarbeen overging en in het geheel niets
anders dan een voorzichtig uitvorschen was.
Die voorzichtigheid was by den jongen man
nu juist niet noodig, want deze vertelde ter
stond, op de eerste vraag af, zyn gansche
iydensge8cbiedenis, in alle mogeiyke bijzonder
heden, schold op den koetsier, die beloofd had
met de paarden en den koffer dadelyk naar
Seefeld op te breken, en er nog altyd niet
was, en informeerde eindeiyk, of er niet twee
dames, in een open landauer, met veel bagage,
bier voorgereden en afgestapt waren.
Sebald hoorde op. Ook deze persoon was
verdacht, ook hy zocht iemand op deze afge
legen plaats, maar de ambtenaar was te goed
geschoold, om zgn zegepraal over deze nieuwe
ontdekking ook maar mot één woord te ver
raden; by gaf integendeel met groote voor
komendheid de gewen8chte inlichting.
„Twee dames? Een oude en een jonge
jui8tl Zy zyn vóór eon uur hier voorby-
geredeD, maar ik zag zo ginds aan de pastorie
uitstappen, waar zy zich in elk geval nog
bevinden. Vermoedelyk kennissen van de reis,
die gg daar wilt opzoeken?"
„Natuurlgk zal ik haar opzoeken I" riep de
heer Von Bülow. „Ik moet echter eerst toilet
maken; myn Hemel, nu komt het my eerst
in de gedachte, dat ik myn koffer niet by my
heb. Ik kan my niet verkleeden, en in dit
gewaad kan ik toch onmogeiyk myn opwach
ting maken."
Inderdaad, de woudromantiek had het sier-
ïyke to9ri8tengewaad erge parten gespeeld.
De lichte broek droeg de wankleurige sporen
van den vochtigen en hier en daar moeras-
sigen bo8cbgrond, waarmee de majoraatsheer
by het struikelen eenige malen in aanraking
was gekomen; de boscbjes en de doornstruiken,
waar hy doorheen was gekropen, hadden zgn
jas ook niet ODtzien, en aan de rechtermouw
gaapte een groote winkelhaak, dien een boos
aardige tak er in gescheurd had. Hy zag eerst
thans de volle grootte van het onheil in en
keek met ontzetting er op neer.
„Myn koffer! Waar is myn koffer?" her
haalde hy wanhopig. „Die verwenschte koet
sier zal er niet op gelet hebben; by kan
verloren, gestolen zyn," - de ongelukkige
jonge man bedoelde natuuriyk den koffer
„en ik sta hier met een bedorven broek en
een gat in de mouwl Waar is de waard?
Ik zal er een bode heen sturen, ik moet myn
koffer hebben."
Sebald beproefde hem gerust te Btellen en
hem duideiyk te maken, dat de koetsier, die
voor den beschadigden wagen eerst hulp moest
halen, zich daarby verlaat kon hebben, maar
Von Bülow luisterde er niet naar. Het denk
beeld, dat zyn reis-garderobe verloren was en
bg geen toilet kon maken, bracht hem geheel
buiten zichzelven. Hy riep om den waard en
verlangde in allerijl oen bode en een kamer,
ora zijn kleedy ten minste eenigermate in
orde te brengen.
Golukkigerwyze waren beide te krygon;
de waard, ten hoogste verbiyd over dit onge
woon drukke bezoek, liep yiings de trap op,
om de laatste van zyn logeerkamers ter be
schikking te stellen; de majoraataheor liep
hom even yiings na, zonder zich door Sebald,
die het gesprek trachtte voort te zettec, to
laten weerhouden; hot vernietigende bewust-
zyn, met een gat in de mouw te moeten
loopen, deed hem voorloopig de nabyheid der
menschen ontvluchten, maar men kon nog
hooren, hoe hg den waard precies dezelfde
geschiedenis van het ongeval, met eenige
variaties, begon te vertollen.
Sebald keerde intusschen naar den tuin
terug, waar zyn ondergeschikte schynbaar
met het afruimen van den disch bozig was,
en sprak zacht, maar triomfeerend„Helmor,
nu heb ik heml"
„Alweer een verdachte?" vroeg Helmer,
die zich op een bescheiden afstand gehouden,
maar toch de geheele onderhandeling mede
aangehoord had.
„Veeleer den voornaamsten verdachtel Het
is ongetwyfeld die handlanger, die verwacht
wordt, en naar wiens aankomst men zoo
yverig informeerde. Gy hoort het immers: hy
wil eveneens naar de pastorie."
(Wordt vervolgd.)