Joh. P. Van Eeuwen, van Amsterdam „Naas tenliefde"; adjudant B. Vlas, Leger des Heils: „Barnabas of Jezus"B. Duivis, van Zaandam „E=n door God vertojen vrucht, door Satan aangeprezen"; ds. C. M. W. Plet, van Wezep; „"Winst en verlies"; H. Langendonk, van Haarlem; „Slotwoord." De minister van binnenlandsche zaken verleent deze week geen audiëntie. Baron Alexis Von Siebold, vroeger ver bonden aan de Japansche Legatie te 's-Graven- bage, is aangekomen in bet „Hotel den Ouden Doelen", aldaar. Naar de „N. R. Ct." verneemt, zal ook te Rotterdam een comité voor bet Bureau voor Sociale A viezen worden samengesteld. De off. v. gez. der 1ste kl. van de zee macht R. Nurnans, uit Oosfc-Indié in Neder land teruggekeerd, is op non-activiteit. Hr. Ms. fregat „De Ruyter", onder bevel van den kapitein ter zee W. M. J. Viss:r, is 8 dezer ter reede van Tessel aangekomen en Hr. Ms. pantserdekschip „Zeeland", ouder bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis, op denzelfden dag van Paramaribo vertrokken. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 9 Mei van Rotterdam te Nieuw-York; de „Bundesrath" vertrok 8 Mei van Zanzibar naar de Zuidelijker kustplaatsen; de „Reichstag" vertrok 8 Mei van Zanzibar naar Rotterdam in Hamburg; de „Spa3rndam", van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 9 Mei Lizard. Alfen. Voor bet festival, door de Harmonio „Beethoven", alhier, tegen don 2den Pinkster dag uitgeschreven, heboeD nitt minder dan 25 muziek- of zanggezelschappen bun mede werking toegezgd. Onder deze vereenigingen zyn er met een groot aantal ledtn, óón er van lelt er 80 en in het geheel zullen er ongeveer 700 personen aan bet festival deelnemen. Reeds tweemaal beeft de Harmonie „Beet hoven" gedurende haar 10-jarig bestaan een dergelijk muziekfeest georganiseerd, dat beide keeren naar wensch is geslaagd, doch aange zien de deelneming thans nog grooter is, be looft cit festival de vorige te overtreffen, zoo dat 2ü, cij zich voorstellen tien dag uit te gaan, te Alfen in de gelegenheid zullen zijn kunstgenot te smaken en gezelligheid te vinden. De volgeDde vereenigingen hebben zich aangemeld: Afdeeling Harmonie„Beethoven", te Alfen; „Trou moet blycken", t0 Amsterdam; „Leo" Harmonie, teEnscbedee; „Kunstzin", te 's-Gra- venhage; „Harmonie", t^ Haarlem „Orpheus", id.; „Harmonie", te Hazerswoude; „Harmonie- Kap 1", te Hillegom„Euterpe", te Moordrecht; „Excelsior", te Ouderkerk a/d. IJdel; „Kunst en Vri-ndschap", te Zoetermeir. Afdeeling Fanfare: „Excelsior", (Diamant bewerkers) te Amsterdam; „Crescendo", te Baarn; „Willen is Kunnen", te Haarlem; „Fanfare", te Hoofddorp; „St.-Jeroen", te Noord wijk; gDe kleine trompetter", te Zeven hoven. Afdeeling Zang: „Qaagsch Mannenkoor", te 'e-Gravenhage; „Kunst na den Arbeid", (mannenkoor), te id.; „Onderlinge Oefening", (mannenkoor), te id.; „Proza en Poëzie", (ge mengd koor), to Haarlem; „Harpe Davids", (gemengd koor), te Hilversum; „Melodia", (aameskoor), te Nieuwe-NieJorp; „Harmonie", (gemengd koor), Nieuwerk. a/d. IJ„Orphéon", (mannenkoor), te Rotterdam. Benthuizen. De inschryviag van manljjke ingezetenen, geboren in 1874, voor de rustende schutterij dezer gemeente, zal plaats hebben van 26 tot 31 Mei a. 8. Meer bepaaldelijk zal daarvoor zitting worden gehouden ten raad- huizo op Donderdag 25 Mei, des voormiddags v-D elf tot twaalf uren. De jaarlyksche beproeving van de brand spuit dezer gemeente zal alhier plaatB hebben op Dinsdag den 23sten Mei, des avonds te zeven uren. De openbare verpachting voor één jaar van grasgew&s op de bermen van de wegen zal plaats hebben op Dinsdag 23 Mei, des avonds te zes uren, ter gemeente secretarie. Haarlemmermeer. De huurders der dijken in den Haarlemmermeerpolder hebben van het bestuur van dien polder aanzegging gehad, bet prikkeldraad, waarmede de verschillen.e dijken worden gescheiden, op te ruimen. Kaag. Het bestuur van den Kagerpolder heeft, van enkele bewoners te Kaag, het ver zoek ontvangen om het prikkeldraad langs oen Kagerwcg te doen opruimen. Het bestuur heeft dit verzoek van de hand gewezen, daar het gebleken is, dat er geen betere co duurzamere scheiding kan gemaakt worden. Leiderdorp. Voor de inschrijving voor de rustende schutterij der manlijke ingezetenen, ge-oren in 1874 die van 15 tot 31 Mei a. s. moet plaats hebben zal bepaaldelijk zitting worden gehouden ter gemeente-secretarie op Donderdag 25 Mei a. s., van des voormiödags tien tot dos namiddags twee uren. Ter secretarie van den Munnikenpolder, onder deze gemeente, ligt ter inzage van be langhebbenden de rekening over 1S98 en de tegrooting voor 1899, Beide zullen ia de vergadering van inge landen, te houden den 23sten dezer 's morgens van tien tot twaalf uren, ten huize van den heer P. J. Ramaker, worden vastgesteld. De heer P. K. Doeff, volontair ter gemeente secretarie alhier, is als zooaanig werkzaam gesteld aan de Secretarie der gemeente Leiden. Lisse. B(j het onweer van gisteren is alhier bet hemelvuur in een boom geslagen. Nieuw veen. Op 14 dezer wordt fc9 Nieuw- veen, in verbinding met Boïegraven, een Rijkstelegraafkantoor,ingericht met trlephoon- dienst, voor het algemeen verkeer geopend. De diensturen zijn geregeld als volgt: op werkdagen, van 8.50 tot 11.50 uur 's voor van 1.50 tot 2.50 en 5.50 tot 7.50 uur 's namiddags; op Zon- en feestdagen, van 7.50 tot 8.50 uur 's voor en van 12.50 tot 1.50 uur 's namiddags. Noordwyk-aan-Zee. By Kon. besluit is niet ontvankelijk verklaard het beroep van A. Verwey en acht anderen te Noordwijk aan Zee tegen het besluit van B. en Ws. dl r gemeente, waarbij voor een proeftijd van twee jaren vergunning is verleend aan C. Admiraal tot oprichting van een bokking- en vischrookerij en aan P. H. Admiraal tot op richting van een bokkiDgrookeri). Roclof-Arendsvecn. Mej. A. H. G. Hendrix, onze dorpsgenoote, leerlinge ter Normaalschool van'de „Congregatie der Zuoters van deCbriste lijke Liefde, Dochters van het kostbaarst bloed", te Koningstosch, gemeente Echt, deed te Maastricht met goed govolg examen als onder wijzeres (L. O.). Ter-Aar. De verkiezing van een schout en een poldermeester van den Noordeind- tn Geer-Polder, onder deze gemeente en Lei- muiden, wegens gewone aftreding op 1 Juni a.s. van de heeren W. F. Visser en W. Roest Cz., is bepaald op 27 Mei a.s. te Langeraar. Voorhout. Door Gedeputeerde Staten dezer provincie is van den dienst by de nationale militie vrijgesteld E. De Winter, wegens lichaamsgebreken. Dientengevolge is tegen 12 Juni a.s. opge roepen G. Witteman, lotingsnummer 4. Woubrugge. De rekeningen over 1898 en begrootingen voor 1899 van den Veender- en den 0udendi)k8chen Polder onder deze ge- meent*?, die te voren ter inzage van belang hebbenden liggen ten huize van den secretaris dezer polders, zullen op 15 en 17 Mei a s. door stemgerechtigde ingelanden worden vast gesteld. Door die van den Veen dei-Polder zal alsdan worden behandeld het al dan niet ver- leenen eener bijdrage in de kosten van voortzetting van den wegaanleg van af den zuidhoek van Roelofarendsveen, op het grond gebied dezer gemeente langs dezen polder. Zoctermeer-Zegwaard. De inspectie der verlofgangers in deze gemeente zal plaats hebben te Stompwijk aan den Leidschendam op Vrijdag den 9den Juni a. s., des voormiddags te 10 uren. Door burgemeester en wethouders alhier is ter openbare kennis gebracht, dat voor den herijk van maten, gewichten en weegwerk tuigen zitting zal worden gehouden ten huize van E. Ooms, te Zegwaard, op Donderdag en Vrijdag den 25sten en den 26sten Mei 1899, van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren. int de „Staatscourant." Koninklijke besluiten: Benoemd tot commies der posterijen en teJegrapbie, de surnu merairs der posterijen en telegraphie G. Wolters, C. A. Otten, F. H. Schoeraaker, J. W. Schouten, A. Donkorsloot, M. F. Schram de Jong, M. P. Buys, J. S. liussem, J. Tieks Koening, J. G. M. J. Langeraap, J. P. A. Enter, C. A. Van den Briel, A. Veenboven, H. Gorter, J. Vierhout, J. W. Van Scbagen, H. J. Leerink, B. F. Beerents, M. C. Keukenmeester, I. Emanuel, C. Gilhuys. De met verlof in Europa aanwezige 1ste lait. der infanterie van het Indisch leger, E. Van Zijd- veld, ter zake van lichaamsgebreken, het gevolg van verwonding, in den strijd bekomen, met ingang op 1 Juli 1899, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. I)e schoat-bij-nacht F. J. Stokhuyzen, adjudant in buitengewonen dienst van B. M. de Koningin, commaudant dor zeemacht en chef van bet depar tement der marine in Nederlandsch-lndië, bevoraerd tot vice-admiraal, met bepaling, dat voorloopig aan deze bevordering geen verhooging van traktement zal verbonden zijn. Middelbaar Onderwijs. Bij beschikking van den Minister van Binnen landsche Zaken is bepaald, dat de commissie, belast met het afnemen der examens B volgens artikel 60 en C volgens artt. 61—65 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad No. 50), voor bot jaar 1899 zitting zal houden te Delft en zijn benoemd: tot lid en voorzitter dier commissie J. F. W. Conrad, oud-hoofdinspecteur van 's Rijks water staat te 's-Graveohage; tot leden: dr. L. Aron9tein, dr. H. Behrens, P. v. d. Burg, J. Cardinaal, H. Cop, J. Grundel, E. Gugel, N. H. Henket, H. J. Heuvelink, dr. S. Hoogewerff, A. Huet, G. J. Morre, mr. B. II. Pekelharing, H. A. Ravenek, dr. C. A. Scbeltema, dr. J. L. C. Schroeder v. d. Kolk, J. A. Snijders C.Jzo., dr. P. Zeeman Gzn., hoogleeraren aan de Polytechnische School; dr. M. De Haas, J. A. v. d. Kloes, dr. G. Schouten, T. K. L. Sluyterman, G. J. Van Swaay, leeraren aan de Polytechnische School; W. K. Behrens, ingenieur van den waterstaat te 's-Gravenhage; J. D. Donker Duyvis, directeur der Samarang- Joana-Stoomtrammaatschappij, te 's-Gravenhage; J. C. Dijxhoorn, werktuigkundig ingenieur te Feijenoord; S. G. Evert9, hoofdcommies aan het Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid, te s-Graven- bage A. C. C. G. Van Hemert, leeraar aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda; H. Van Heumen Hzn., werktuigkundig ingehiour te Hof van Delft; B. Hoogenboom, hoofdingenieur van don water staat te 's-Hertogenbo9ch dr. N. P. Kapteyn, leeraar aan de eerste hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus te Amsterdam; C. J. v. Loon, mijn-iDgenieur 2de kl. te Am sterdam; W. C. Metzelaar, ingenieur-architect van de gevangenissen en rechtsgebouwen, te 's-Graven hage dr. I. A. C. Oudemans, lid van de Rijkscom missie voor graadmeting en waterpassing, te Utrecht; J. W Tideman, inspecteur der Nederlandscho Vereeniging van assuradeuren to Amsterdam, die zich te Delft zullen voreenigen op zoodanigen tijd, als hun nader door den voorzitter zal worden medegedeeld. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft goedgevonden: lo. te bepalen, dat het eindexamen der gymnasia met zesjarigen cursus in de hierna genoemde ge meenten zal worden afgenomen op de daarbij voor elk gymnasium aangewezen dagen; '2o. de volgende gecommitteerden aan te wjjzen, te wier overstaan bedoelde examens sollen worden afgenomen, te weten: a. bij de omdoxamens der gymnasia te Groningen (te houden op 19, 20,21 en Juni), te Leeuwarden (te houden op 23, 24, 26,27 en 28 Juoi) en te Sueek (to houden op 29/31 Juni en 1 Juli), dr. J. Verdam, dr. J. Van Leeusven Jzn., hoogleeraren aan de Rijks universiteit te Leiden en dr. J. De Vries, hooglceraar aan de Rijks universiteit te Utrecht: b. bij do eindexamens der gymnasia te Kami en (te houden op 19, 20, 21, 22 eu 23 Juni), Assen (te houden op 24, 26 en 27 Juni) en Winschoten (te houden op 28, 29 en 30 Juni), dr. U. Pb. Boisse- vain, hoogleeraar aau de Ityks universiteit te Groningen, dr. J. Te Winkel, hoogleeraar aau de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, en dr. H- G. Van de Sande Bakhuyzen, hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Leiden; c. brj do eindexamens der gymnasia te Maas tricht (te houden op 16 en 17 Juni), Doetinchem (te houden op 19, 20, 21, 22, 23 en 24 Juni), Zwolle te houden op 26, 27 en 28 Juni), en Amersfoort to houden op 29 en 30 Juni en 1 Juli), dr. C. J. Eggiok, inspecteur der gymnasia, dr F. J L. Kriimer, hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Utrecht, en dr P. Van Geer, hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Leiden dbij'de eindexamens der gymnasia te Deventer (te boudeD op 19, 20 en 21 Juni), Zutfen te (houden op 22, 23 en 24 Juni), Arnhem (te houden op 26, 27, 28 en 29 Juni) en Nijmegen (te houden op 30 Juni en 1 Juli), dr C. P. Tiele, hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Leiden, dr. J. Woltjer, hoog leeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam,en dr. W. Kapteyn, hoogleeraar aan de Rijks-Universi teit te Utrecht; c. bij de eindoxamens der gymnasia te's-Graven hage (to houden op 16, 17, 19, 20 en 21 Juni), Utrecht (te houden op 22, 28, 24 en 26 Juni),'Piel (to houden op 27, 28 en 29 Juni) en Gorkum (te houden op 30 Juoi en 1 Juli), dr 1 ML J. Valeton, hoogleeraar aan de Gemeentelijke Univer siteit to Amsterdam, dr P. J. Blok, hoogleeraar aan dej Rijks-üniversitoit te Leiden, en ar. J. C. Kapteyn, hoogleeraar aan de Rijks-Univeisiteit te GroniDgeD f. bij de eindexamens der gymnasia te Amster dam (te houden op 16, 17, 19, 20, 21, 22, 23 en 24 Juni), Schiedam (le houden op 26 en 27 Juni) en Gouda (te houden op 28, 29 en 30 Juni», dr. W. L. Van Heiten, dr. J. S. Spejjer on dr. P. H. Schoute, hoogleeraren aan de Rijks-Universiteit te Groningen <j. hij de eindexamens der gymnasia to Haarlem (te houden op 19, 20 en 21 Juni), Delft (te houden op 22, 23 en 24 Juni), Rotterdam (te houden op 26, 27, 28 en 29 Juni) en Dordrecht (te houden op 30 Juni eu 1 Juli), dr. A. H. G. P. Van den Es, buitengewoon hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, dr. J. C. Matthes, hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, en' dr. H. A. Lorentz, hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Leiden; h. bij de eindexamens der gymnasia te Leiden (te houden op 19, 20 en 21 Juni), Middelburg (te houden op 22, 23 en 24 Juni), Breda (te houden op 26 en 27 Juni) en 's-Hertogenbosch (te houden op 28, 29 en 80 Juni), dr. H. T. Karaten, hoogleeraar aan de Geice ntohjlce Universiteit te Amsterdam, dr. J. H. Gallée, hooglearaar aan de Rijks-Univer siteit te Utrecht, en dr. F. De Boer, hoogleeraar aan de Ryss-Universiteit te Groningen. Kcrkeiyire Berichten. Oude-Wetering. Ned.-Herv. Gemeente. Hemelvaartsdag, 's voorm. te tien uren, de heer Heemskerk, candidaat tot den S. Dienst. Zond3g voormiddag te tien uren, de. F. Oberman, predikant te Leiden. De zaak Dreyfas-Picqnart c.s. Het Hof van Cassatie heeft de openbare zitting, waarin beslist zal worden of de revisie van het proces-Dreyfus zal plaats hebben, bepaald op 29 Mei a. s. Men gelooft, dat de behandeling vierdagen zal duren. Alweer een slachtoffert Een reporter van de „Matin" heeft een onderhoud gehad met Valentine Ede vroe gere beminde van den geheimzinnigen Lomer- cier-Picard, die ook al zelfmoord heet te hebben gepleegd. Volgens die dame behoorde Lemer- cier tot een aanzienlijke familie onder bet keizerrijk en bekleedde zijn vader een hoog ambt. Toen de zoon zijn geld verbrast had, legde het ministerie van binnenlandsche zaken hem eenigen tijd een geheim pensioen toe, maar op zekeren dag werd hem beduid, dat dit zou ophouden, als hij daarvoor niet eenige diensten bewees. Hij kreeg toen opdrachten naar België, Holland en Rusland en maakte deel uit van de „geheime brigade" van Jul6s Gróvy en Carnot. Men gebruikte hem echter liever voor het buitenland en als zoodanig werd h(j ook in de Dreyfus-zaak gemengd. Dat was zijn verderf. Verleden Donderdag te 3 uren beeft Valentine hom voor het laatst gezien; een uur later heeft men hem in de woning zijner nieuwe beminde Léontine Lero- buecq vermoord. By hun laatste onderhoud vertelde de ongelukkige haar, dat zyn chefs hem '8 ochtends 200 franken hadden gegeven en dat hij voor een verre zending op reis moest. Op dat oogenblik werd er ruw op de deur geklopt en geroepen: „Zul je haast open doen?" Lemercier verschrikte hovig, verborg Valentine in de keuken en opende de deur. Aanvankelijk durfde zy niet luisteren, maar opeens hoorde zij een luid gesprek. Den be zoeker hoorde zij zeggen: „Ik zal je leerenl Als je over ons spreekt bij den rechter, neem ik je voor mijn rekening. Ik heb tovendien bewijzen genoeg, om je 100-maal naar de galeien te laten zenden. Ik weet niet wat me weerhoudt, bedelaar, schelm l" Daarop volgde een worsteling, waarbij Valen tine haar vriend, die kennelijk by de keel was gegrepen, hoorde rochelen. Even daarna hoorde zij hem kreunen: „Ja, ik beloof.... ik zal zeggen, dat ik het valsche stuk heb ge maakt ik zal alles zeggen wat ge wilt ja, laat me los, alsjeblieft, laat me los Waarschijnlijk deed de aanvaller dat, want kort daarop hoorde de vrouw haar vriend zeggen: „Vergeef mü; wanneer ik gesproken heb, deed ik dat op bevel mijner chefs maar ik zal hen verkeerd begrepen hebhen", waarop de ander antwoordde: „Door jouw schuld zitten we in do kleun. Ik had jg reeds vroeger moeten dooien, schurk, idiootI Pas opje zult doen wat ik zeg o 1 wee je gebeentel" „Niet zoo luid," smeekte Lemerci.r, „ik zal alios maken en alles zeggen wat ge wilt." Men begon toen in een vreemde taal te spreken, maar opeens hoorde Valentine haar vri.nd weer zeggen: „Ja, ik zal het 6tuk schryvendadeiyk.... de rechter heeft my laten spreken; ik wist nietik ga het eerste stuk schrijven; het andere zal binnen twee uren klaar zyn." De onbekende bezoeker liep nog eenigen tyd met zwaren tred door de kamer en ging eerst na een uur hoen. Lemercier opende toen de deur der keuken en verzocht Valentine, die hem wilde troosten, heen te gaan. Een uur later vond men hem geworgd aan de espagno- lette van zyn venster. Zooals men zich wellicht herinneren zal, is reeds onmiddellijk by het vinden van het ïyk sprake geweest van dien onbekende, dien men met Leraercier-Picard in een criftig ge sprek had gezien, en is met de lykschouwing opzetteiyk zoolang gewacht, dat niet meer was na te gaan of al dan niet gewold gepleegd waa. Een brief van kolonel Picquart. De „Figaro" pulliceert onder het opschrift „Het dossier van het Hof van Cassatie" een brief van kolonel Picquart, gericht aan den heer Mazeau, eersten president van het Hof van Cassatie, gedateerd 13 April 1899, in antwoord op de verklaring van generaal Gonse. Deze brief luidt in zijn geheel: Mynheer de eerste president! Myn verdediger heeft my de verklaringen van generaal Gonse doen kennen, doordtzen voor de Strafkamer van het Hof van Cassatie afgelegd, zooals zy weergegeven zyn in de „Figaro" van 12 April 1.1. Deze verklaringen bevatten zulke groot6 en zoo talryko onjuistheden, dat het my noodzakelyk toeschynt op dit punt de aan dacht van bet Hof te vestigen. Ik zal mij op het oogenblik er toe bepalen, de onnauw keurigheden, die my het ernstigst toeschynen, aan te geven, maar ik ben volkomen bereid nadere inlichtingen te geven, wanneer die my govraagd worden. lo. Generaal Gonse zegt, dat Henry in 1894 Dreyfus niet kende. Deze verklaring is zeker onjuist. Toen kolonel Sandherr aan den onder chef van den generalen staf vroeg of men aan het inlichtingen-bureel een stagiaire zou willen verbinden om eenige vertalingen uit het Duitsch te verrichten, stelde men Dreyfus voor, oie, als ik het my goed herinner, zich toen aan het 2de bureau bevond. Sandherr was zeer verontwaardigd, dat men hem, zooals hy zeide, dien jood had aangeboden. Hy vertelde my het feit, hoewel Ik op dat tydstip niet aan zyn dienst ver bonden was en ik hem zelden ontmoette. Des te meer reden dus om aan te nemen, dat het feit bet onderwerp van gesprekken tusschen Sandherr en Henry moet geweest zyn, daar het werk om zoo te zeggen door bei-Jon gemeenschappelijk aan het inlichtin gen-bureel werd verricht. 2o. Generaal Gonse herhaalt tweemaal, dat, gedurende een afwezigheid mynerzyds, Henry hem 2 November 1896 het stuk heeft onder de oogen gebracht, bekend onder den naam van de „vervalscbiDg van Henry". Hy voegt er aan toe, dat men het niet nuttig geoor deeld heeft my dit stuk by myn terugkomst te toonen, wegens myn aanstaand vertrek voor myn zending". Ik ben niet afwezig geweest, noch gedu rende de maand October, noch gedurende de maand November 1896, tot aan myn vertrek door myn zending, dat 16 November plaats had. Ik heb tot het laatste oogenblik myn functies als chef van den inlichtingendienst waargenomen en generaal Gonse bevestigde my, dat ik by myn terugkomst van de zen ding myn functies zou hernemen, zooals zyn brief van 21 Nov. 1896, aan het dossier-Fabre toegevoegd, bewysfc. Gedurende dien tyd, einde October of begin van November, zag ik generaal Gonse dageiyks en dikwyis eenige keeren 's daags. 3o. Generaal Gonse zegt, dat hy het ge heim dossier-Dreyfus na 1 November 1896, omstreeks den 14den, van my heeft terug genomen, omdat Henry hem had gezegd, dat wegens de bezoeken van Leblois onbe scheidenheden waren te vreezen. Het geheim dossier is vóór het eind van October van my teruggenomen, zonder dat ik den dag precies kan aangeven. Henry had het noodig om de vervalsching te vervaardigen, die hy aan generaal Gonse 2 November beeft overgelegd. Ik acht, dat het hem onmogeiyk zou geweest zyn deze vervalsching te vervaardigen ofte doen vervaardigen, zonder de stukken van het dossier te zyner beschikking to hebben. Leblois, 7 November naar Farys terugge keerd, is my voor myn vertrek slechts één maal komen bezoeken. Het was, geloof ik, 10 November. "Wat generaal Gonse zegt over gesprekken van Henry, is in tegenspraak met de ver klaring, door dezen generaal tydens het proces-Zola gedaan. In deze verklaring be weert de generaal, dat Henry hem geen enkelen naam had verschaft. (Proces Zola, deel I, pag. 377). 4o. Generaal Gonse beweert, dat ik hem nooit gezegd heb, dat do vervalscbiDg van Henry een vervalsching was, daar er nooit sprake tusschen ons van geweest zou zyn". Tk logenstraf deze verklaring formeel. Toen ik dtn minister verliet, die my by benadering den tekst van bet stuk had genoemd, zooals de reproductie bewyst, die ik by de instructie door Bertulus heb ge maakt, heeft generaal Gonse my gevraagd, wat generaal Billot my had gezegd, en ik heb hem myn gevoelen niet verborgen. He is tydens dit gesprek, dat hy my geaij^ woord heeft, dat wanneer een minister hem iets zeide, hy hot altyd geloofde. 5o. Generaal Gonse beweert, dat hy niet do officieren met elkaar heeft hooren spreken over documenten of geheime stukken, by de instructie niet gezien en bewyzen ten laste van Dreyfus inhoudende. Hy zegt ook, dat by niet in staat is inlichtingen te geven over een mededoeling van geheime stukken, die aan do rechters van den krygsraad van 1894 zouden gedaan zyn. Dit is volkomen onjuist. Generaal Gonse heeft zich met m(j en met andere officieren over dezo quae&ties onderhouden. Niemand is beter dan hy in staat om ten deze inlichtingen te verstrekken 6o. Generaal Gonse verwyt my het onder zoek, door my ingesteld tegen kapitein Le Rond en secretaris Malot, nop?ns Ester* hazy; by beweert, dat ik deze onderzoeken voor hem heb verborgen gehouden en dat by ze eerst te laat heeft gekend; het onder zoek Malot, tydens het proces Zola, het onder zoek Le Rond in 1898, gelooft hy." Deze onderzoeken hebben plaats gehad Ingevolge de instructies, vervat in den brie! van generaal Gonse van 7 September 1896, paragraaf 2 cn 8 (instructie Fabre, bladz. 56), Ik heb er generaal Gonse woordeiyk verslag van gedaan en het resultaat er van bevindt zich op het oogenblik, in den vorm van aan* teekeningen, in het dossier Esterhazy, daf ik aan het eind van October of het begiq van November 1896 aan generaal Gonse bel overhandigd. Ik heb het bestaan van deze aanteekening<q nog geverifieerd in het dossier van de instructii Tavernier in November IJ. Buitendien heeft de generaal zeker ovei het onderzoek Mulot hooren spreken door den agent Desvernines, die my genoemde? Mulot heeft aangebracht. Deze agent K werkeiyk door generaal Gonse in November 1896 aan een waar verboor onderworpen, nopens zyn rol in het onderzoek, dat ik tegen Esterhazy had ingesteld. Eindelyk is Mulot als getuige gedagvaard in het proces-Esterhazy en het is niet aan te nemen, dat generaal Gonse, die levendig deel. aan dit proces beeft genomen, en die zelf ook als getuige is opgetreden, b# deze gelegenheid niets nopens Mulot heeft geweten. 7o. Generaal Gonse zegt, dat hy eerst iu Mei 1897 heeft vernomen, dat ik pbotogra- phieën van het petit-bleu had doen maken zonder sporen van scheuren. Hy insinueer aldus, dat ik voor hem het wegwisschej dezer sporen zou hebben verborgen gehon den om aan deze handelwyze een frauduleus karakter te geven. Einde October 1896 heb ik a3n generaal Gonse definitief myn memorie van 1 Septem ber over Esterhazy gegeven met een photo graph van het p e t i t-b 1 e u tot bewys er by. Terzelfdertyd of kort daarna heb ik bcm de rest van het dossier-Esterhazy gegeven, de overige prosven van de photographjeön van het petit bleu inbegrepen. Geen van deze photographieën droeg sporen van scheuren, wegens de beschikkingen, die Ik bad doen nemen, oplat de pbotographieën leesbaar zouden zyn, en niet op het eerste gezicht den oorsprong van bet stuk zouden verraden, dat zy voorstelden. Dit stuk overi gens had ik te voren in bet oorspronkelyke aan de generaals Gonse en De BoisdetTre overhandigd en ik had hun zyn oorsprong doen kennen. Aanvaard, mynheer de president, enz. G. PicquaiiT. Een andere tegenspraak betreft het d é- m e n t i der Franscha Regeering van d( onderhandelingen met Esterhazy, door be middeling van den advocaat Laguerre. Ester hazy houdt tegenover den Londenschen cor respondent van de „Matin" zyn bewering vol. De heer Laguerre biyft by zyn tegen spraak, maar nu komt er een derde in hef spel in den persoon van Esterbazy's advocaat, mr. Cabanes, die verklaarde, ondanks d$ reserve, waartoe zjjn beroep bem verplicht, „dat by niet onophoudelijk tegenspraken kan lateQ passeeren van feiten, die streng waar zyn, die majoor Esterhazy juist heeft verteld en waarvan ik in persoon getuigt ben geweest." By deze verklaring komt, geiyk reeds gis teren gemeld, nog een brief van mr. Cabanea aan den minister van justitie Lebret, waarin hy zich beklaagt over het niet-bezorgen van een telegram, door zyn cliënt uit Londen aa£ hem gezonden, waarin Esterhazy den steut. en het getuigenis van zyn verdediger inriep. De schryver constateert, dat de onderschep ping van het telegram ten doel had: „te be letten, dat het officieuze démenti van het agentschap „Havas" wellicht zou worden verzwakt en dat op het oogenblik, waarop by roy opnieuw stappen werden gedaan om myn stilzwygen te verkrygeD." By dezen brief teekent de „Figaro" aan, dat de onderschepping van het bedoelde telegram de besprekingen van een heer Laguerre met Esterhazy in het ware dag licht plaatst, als daaromtrent nog twyfel zou kunnen bestaan, waarop een hernieuwde tegenspraak van „Havas": dat de ministers Dnpuy en Lebret nooit aan iemand hebben opgedragen over wat dan ook met Esterhazy te onderhandelen. Elodie Wattior, die beweert een kistje met de (valsche) brieven van keizer "Wilhelm aaq Dreyfus en het bewys, dat deze laatste 2500Q

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2