Wiiirafiiiiis Gebroeders Rodbard, A.DVEIITENTIËN. Een Burgermeisje Handel in Gouden en Zilveren Werken. LEIDEN, Donkersteeg 10* Hoogste Waarde Harde,Witte en Zuivere Stearine-Kaarsen Kykjos in en om Leiden. XIX. Handelden wy in onze beschrijving der R. K. kerk te Sassenheim reeds over het oude Roomsche kerkhof, aan den linkerkant van den weg, w\j kannen er dit nog aan t09 voegen, dat op de krocht, vóór het kerkhof gelegen, vroeger nog een gebouw heeft ge staan, dat indertjjd bewoond is geweest door Haarlems bisschop, monseigneur De Vree. Later is dit huis tot instituut ingericht ge worden. Nu evenwel is er niets meer van te zien. Trouwens het geheele landschap heeft in den loop der tijden veel veranderingen ondergaan. Een eeuw geleden was het bier als met buitens bezaaid. Toen werden links en rechts, waar nu hyacint en tulp eu narcis tn haar veelkleurigen dos prijken, tal van boerenhuizen, het een al deftiger dan bet ander, omgeven door lustwaranden, bosscheo en waterpartijen, een weinig van den weg gevondeDde hoornen, naar achttienden eeuwschen trant, stijf gesnoeid, kort als een haag, of zooals de mode het meebracht; terwyl dan des zomers, als de karossen voorbij- rolden, de koepels aan den weg de leden van het gezin of wel genoodigden door hun deuren zagen binnentreden. Toen was bijv. in deze buurt Wildrijk waarvan wij bier een afbeelding geven, niets minder dan bet buiten van den secretaris van den Hove, van Albert Fabricius, heer van Almkerk, en was Schoonewcgen evenzoo nog in aanzien. Tusschen die beide in lag het Suis Ter Wegeneen aanzienlijk goed; later, in onze eeuw, vergroot met de twee zoo pas genoemde plaatseD, strekte de bezitting tot aan Klinkenbergerbrug aan weerszijden van den straatweg zich uit, beplant met het prachtigst en krachtigst bout in zijn over plaatsen. Een liefeiyken aanblik leverde ge- ruimen tijd nog, als men van den kant van Leiden kwam, de koepel op, waarvan het verbaal ging, dat bij zonder spijkers in elkander was geslagen en een schat gelds gekost bad. In het begin onzer eeuw door de Voomberg's bezeten, kwam het goed door vererving aan den heer Renten Linsen, aan wien de Her vormde kerk haar scboone avondmaalkoffers met zilveren beslag te danken beeft. Na zijn dood gingen de hoeven, waartoe Wildrijk en Shoonewegen nu gedaald wareD, over aan jhr. Pauw van Witldrecht te 's-Gravenbage, in wiens familie zij zich heden ten dage nog bevinden. Het huis met bosch kwam ten slotte aan den beer Jan Plemp, die het tot aan zijn dood (f 18 November 1892) bewoond heeft. In handen van den heer W. Van Renswoude te Rotterdam geraakt, liet deze het huis en het hout er omheen sloopen, terwijl stalling en tuinmanswoning gespaard hieven, en wordt thans de grond als teel- en Lolienland benuttigd. Nog staat het fraaie ijzeren hek, wat ons den naam van het een maal zoo prachtige goed bewaart. Keeren wij nog één oogenblik terug Da3r den Warmonderdamschen polder, die, gelijk uit de statuten, aan die van den FJoris-Schouten- Vrouwenpolder, blijkt, den 16den Februari 1612 is bedijkt geworden, een jaar vroeger dus dan den vorig genoemdeu. Hi) was een der kleinere polders onder Sassenheim. Nog geen honderd morgen (R\)nl.) groot, stond hij ondor eigen beheer, totdat in het jaar 1826 tusschen poldermeesters van den Alkemader en den Warmonderdamschen polder een over eenkomst onder zekere voorwaarden werd aangegaaD, om de beide polders onder één bestuur te brengen en door één molen te laten bemalen. Volgens de keur van Rijnland, do. 3 Februari 1652, werd hierdoor de gecombi neerde polder, nu boven de 86 bunder, aan Rijnlands gezag en de statuten van dat Hoog heemraadschap onderworpen. Het gebaurde soms, dat de eene polder den anderen bulpe moest biên. Zoo was door HH. poldermeesters van den Flons-Schouten-Vrouwenpolder bij Rijnland, omdat hun watermolen afgebrand was, voor drie maanden de bijstand aange vraagd van den Warmonderdammer polder. Het verzoek was om een duiker te laten leggen door de Zandsloot heen Bregt aan op haar moletogi" en dien duikor te laten sluiten met een schuif aan den kant van den War monderdamschen polder met een fliuk slot er aan, waarvan de sleutel zoude berusten bij d3n molenaar van den Warmonderdamschen watermolen. Do kosten van duiker, van malen, enz. zoudon worden gedragen door den vra- g nden polder, terwijl tevens de molenaar voor zijn rao&ite een loon zou ontvangen „in alle rcedslijlcheyd en discretie Do aannemer van den Warmonderdamschen polder was niet zoo gelukkig als zijn collega Floris Schouten. Zyn naam word niet 3an het bedijkto gegeven. De plicht gebiedt ons noch tans dozen aan da vergetelheid te ontrukken. Comelis Symonszvolgens een gaerccdulle uit 3io dagen ingeland met 10 morgen 2 bont lands in den polder, was degene, welke den 16Jen Februari 1G12 het werk ondernam. Tegenover den ingang naar de boerenstee, het vroegere buitenverblijf Wildrijk, slaan wij den zandweg in, die, bij een houten hek eindi gende, ons naar de plaats brengt, alwaar vroe ger hot zoo wijd vormaardo huis der edelen van Alkemade stond. Wel bet iaden wij ons hier onder Warmonds j irisdicti-», doch dowijl het grootste deel van zijn grondbezit op Sassenheims grondgebied ligt en Oud-Alkemade ock roomscb-parochiaal tot laatstgenoemde gemeente wordt gerekend, hebben wij de geschiedenis van dit slot voor nu bewaard. De laan er heen bevond zich er oorspronkelijk Diet. Vóór dien tijd kon men het alleen van uit Warmond bereiken. Maar oen eigenaar der hofstede en afstammeling van het oud geslacht, een zekere Floris van Alkemade, kocht voor ongeveer tweobonderd Jaren in den Warmonderdamschen polder enkele stukken lands aan van de abdij v*n Rijnsburg, van Josina Karremans van Marrigem en van zijn broeder Jakob vati Alkemade en legde daarop doze laan aan, die van zijn slot hem terstond op den straatweg van Leiden Haarlem moest brengen. Met drie rijen statige boomen aan weerszijden beplant, was zi) het sieraad voor deze omgeving en prijkte nog een 50 jaren geledon in haar volle pracht. Thans met elzenhout bewassen, is zij een wij nochtans bevestigen, dat de familie al zeer vroeg reeds in Hollands geschiedenis voorkomt, en dat wel op dezelfde plek, welke thans nog Alkemade wordt geheeten. Omstreeks 1225 wordt van een heer Franco de My ge sproken, welke in Leiderdorp van Esmonds klooster een goed ter leen ontving, gelegen tusschen het land, dat Dirk van Alcemade bezat, en het leengoed van Willem van Zijl. Wij kunnen hier verder gaan en zeggen, dat Dirk een eigen goed bezat, anders ware het stellig met dezelfde benamingen als van de twee anderen betiteld. In verschillende oor- Wildrijk. zandpad, dat in den winter niet uitlokt om te bewandelen. Door de vrijgevigheid van Prof. Dr. A. H. L. Hensen werden wij in staat gesteld uit de bibliotheek van Warmonds Seminarie een handschrift te raadplegen van 1L Van Alke made en P. Yan der Schelling, dat ons uit nemende diensten bewees met betrekking tot dit oade kasteel, terwijl insgelijks mr. Tb. C. Van E(jk Byloveld, substituut-officier van justitie te Zwolle, ons met niet genoeg te loven vriendelijkheid zijn ond-archief van Alkemade voor eenigen tijd afstond. Aan beide heeren onze oprechte hoogachting en hulde. De naam Alkemade zal volgens het zooeven genoemd handschrift beteekenen: „gemene weijde of meent; zijnde een lantschap, waartoe de gezamentlijcke nabuerschap het regt van een gemeene beweijdinge en gebruQck beeft." De landstreek-zelve omvatte vanouds een groote en veruitge strekt© strook lande, welke in onzen tegen- woordigen tjjd nog zijn oude benaming behouden heeft. Het geelacbt-zelf van dien naam bomt zeer vroeg reeds voor en indien er iets voor te zeggen valt, dat de heeren van Alke made gesproten waren uit het Hol- landsch Gravenhuis, welke meening dan zou moeten bewezen worden door het wapenschild, dat zij voeren en hetwelk beladen is met een „zwarten leeuw in zilveren veld, dragende oen princolijcke kroon", dan kunnen wij bet zeer goed verstaan,* boe een nazaat de rechten van zjjn stam heeft trachten te handbaveD. Naar het schijnt aangevallen wat zijn oud-adellijke afstammiDg aanging, alsmede met betrekking tot de riddermatig- heid zijner hofstad, komt Jhr. Floris van Alkemade bier boven genoemd in een schrijven van 1 October 1678 aan den heer N. Hortogb, advocaat bfi bet Hof van Holland met ver ontwaardiging tegen deze aantijging op: „Eersteiyck" zoo schrijft hg „dat het „HuiJs ofte Heerlijckbeijt van Alkemade is „een out adelijck stambuys oaer honderdon „van jaren by ridderen ende adelijcke per- „soone altoos beseten, waer op volgens „getuygenisse van HypolitusPersfin Alckmena, „de moeder van de groote Hercules haer „residentie soude gehouden hebbeD, werd vant „voorscbrovene huys bij allo historijschrijvers „mentie gemaekt. Het heeft seer scboone „treffdljjcko en menighuuldige achterleenen „ende vasallen behalue sijn vissertje, swane- „drifte en voorts sijn de vasallen verspreijt door „Hollandt Westvrieslandt en Stigt Vytrecht „ouor welcke persoonen diepuet onder hun „vallende een vierschaer wert gespannen en „recht geëxserceert gelflck uyt deese neuens- „gaende copije: biyckt uyt de gehoude notu- „len voor heer Sybrarit van Alckemade, mijn „grootevader die sijn geschiet voor hem ende „de&srifs leenmanne met recht den titel dan „van Heer, gelyck alle de heere int landt, „8oodanige plaesse ofte huijse besiltende den „tijtel voeren en oock toekomdt. Deselue titel „wort by de State van Hollandt weegena „mijn geadmitteert, waer sg soggen: „Doen „te weeten, dat wij opt versoeck vaD Jor. Floris „van Alckemade, Heere van Out Alckemade" „en als utjt deese neuonsgaende copije nader „kan gesien werden, ende bier neuenseenige „copije van vasallen die voor leenmannen aen „mijn den eedt hebben gedaen. Deese uitgifte „i9 ouer honderden jaren van alle oudsbeer „koomende tyden door privilegije bij de graue „toegestaeD, ende tot den dagh van huijden „werden voor heer ofte leonheeron gehouden „gelyck uyt monich placaete by Haer Ed. „Moogende geëmaneert kan gesien worden. „Aengaende allodiale goederen burdens daeghs „tot leen te maecken is door placaet a°. 1619 „verboodon", etc. Zonder nu met jonker Floris zoo boog zijn geslachtsboom te laten opklimmen, kunnen konden uit de jaren 1237 en 1244 wordt van dezen Dirk gesproken. Den 22sten Maart 1277 ontvangt graaf Floris Y het land Qeere in Riederwaard von Diederik van AlcJccmade misschien wel een zoon van den vorig ge noemde, en geeft het hem weder met het schot van de dorpen Krimpen te leen, voor hem, ztyn eebtgenoote en kinderen. Gehuwd met een Aleidawier geslachtsnaam onbekend Ï9, krijgt vijf jaren daarna gemelde Dirk zoowel de groote als kleine tienden in Rieder waard van den Graaf te leen. Yan 25 November 1293 it een oorkonde bewaard gebleven, welke daarom te merk waardiger is, omdat zy het zegol van vronwe Aleida van Alckemade en van haar zoon Henric geeft. Op het eene zegel zien wfi een staande vrouw, houdende twee schildjes, beide beladen met een leeuw en dat van Hel Huis DOud-Alkcmadc" bij Sassenheim. baar zoon evenzeer. Of de leeuwen al dan niet gekroond zijn, vinden wij niet aange geven. In het jaar 1296, vóór don lsten April, werden door heer Jan van Kuik, ridder, de bezittingen, welke hij te Leimuiden en te RiJnzaterwoude bezat, onder de navolgende bewoordingen aan Hendrik van Alkemade oroi- gedrageD: „Wi Jan van Kuke, ridder, doe cond „etc. —dat wi bekennen Heynric van Alkemade „in enen leengoide Rinsaterwoude, Leyden- „muiden ©Dde den tiende van Leydenmuden „ende den Smaltiendo van Rijnsaterwoude „ende van Leydemuden ende Scot van Ryn- „saterwoude ende van Leydemuden, ende die „mere van Rinsaterwoude ende die gbifte der „kerken van Rinsaterwoude ende van Leyde- „muden ende van Warmonde, ende alle die „eijghen lude die mine waren ende der tiende „van Katsndrechfc." Yan eenen Diederik van Alkemade is in hetzelfde jaar 1296 sprake, wanneer er uit spraak wordt gedaan door eenige edelen in een geschil, dat gerezen was tusschen Ryns- burgs abdij en dezen Diederik van AUcemade. De abdij beweerde, dat Dirk de tiende over zijn heerlijkheid haar schuldig was, torwyi deze zulks ontkende. Omdat deze oorkonde ons de juiste ligging van de ambachtsheer lijkheid geeft, willen wy haar in extenso mededeslen. Aldus luidt zy: „Wi Jan van „Ammers, Florens van den Thollen, ridderen, „Jan Aloud zoone, baliu van Rijnland, Hughe „de Hilnare ende Godevart Willem Sone van „Zouterwoude, knapen, Saluet met bekennissen „der waereid. Wi doen u te wetene, dat wi bi „ghesuo rne ede ende bi onzer zielen gevonden „hebben, bi den outsten ende bi den vroetaten „dio wie ghevinden conden, ende bi horen ede, „dat alle dat land dat tgoedshuus van Rens- „borgh hevet licgbende in dat ambocht, dat „Diedcric van Alcmade cocble jeghens d9n „heero van Kuuc ende hadde op dien dach „dat bijt kochto daar of zo gheven wi den „voorghenoemden gosdahuse van Rensborch „eweliko dim rechten tiende te besittene, „mare es dat zake dat dien voerghenoemden „goedshuse van Rensborch enich lan ane „comen es, zeder dat die voorghenoemde „Diederic van Alcmade dat voorghenoemde „ambocht cochte joghons den heoro van Kuuc „voorzeit, daar of gheven wi dien rechten „tiende Henrike Diederic zone van Alcmade jvoorzeid. Ende dit voorzeide ambocht is „gheleghen tuschen Warmonde ende Rensaler- waude ende den Zyl, ende Leydermeer." Wa rop wij hijr dienen te letten is, dat niet één enkele der hier genoemde van Alkemade's ridder wordt genoemd. Eerst later komen zy als zoodanig of als schildknaap voor. Hendrik van Alkemadedie gehuwd was met eene van Egmond, had slechts één dochter, welke tronwde met eenen Van Ling?, die heer van Busené was en aan wien zij het goed Alkemade ten huwelijk medebracht. Door deze ging het over op bun dochter Janne van Linge, vrouwe van Busené en van Alkemade, welke trouwde met heer Jan van Borselen. Toen nu hun zoon, ridder Jan, zonder kinderen overleed, kwam dö ambachts heerlijkheid aan Hertog Willem van Beieren als Graaf van Holland. Bij akte van 1406 verlyde deze dan ook het ambacht aan zyn" zuster, vrouwe Margarets van Kleef. D?n 27aten April 1416 verkocht Eogelbert van der Mark, bastaard, aan wien inmiddels de heerlijkheid was gekomen, deze aan heer Jan van den Woude, heer tot Warmond, voor 700 gouden Fransche kronen, en werd deze ridder door hertog Willem er mede verlijd. Toen heer Jacob in 1417 gestorven was, werd den 11 den Februari 1420 diens zoon Jakob door Jacoba van Beieren met „dat „ambagt van Warmond, item dat ambagt „van Woude, item dat ambagt van Alkemade" verlyd, en nogmaals den 5den Februari 1427 door Filips van Bourgondië: by gif te, gunste „en in voegel dinge van geleden schade" met „die hoge heerlijkheid van Alkemade" en van Woude met al wat er toebehoorde. By zyn dood, in 1431, schijot de ambachts heerlijkheid waarom is niet bekend 1 wederom aan de grafelykheid te zyn ge komen, geiyk uit de volgende 0requeste" uit de jaren 1592 en 1593 van den heer van Warmond te lezen is: „Yertoont in aider oot- „moet Jonker Jan van Duvenvoirde, Heero tot „Warmond, Ambagtheere van Alkemade, en „Woude, hoe dat hy Suppt. by de oude leen- „brieven van zijn voorouderen beviot, dat „alzoe wijlen Heer Jacob van den Woude, des „Suppts. overoudegrootvader, door d'oorloge, „ende ten dienste van den Grave van Holland, „inder tyd zeer grote schade in zyne goeden „hadde geleden, wijlen Hertoge Philips van „Bourgondië, Gravo van Holland, indenjaere „1427 de voors. Jacob van der Woude, in „vergeldinge van zyne voors. schade ende ver- „lies gegeven heeft die hoge heeriykhoyd van „Alkemade ende Woude voors. tot een onver- „sterflijk erlleen dan 't schynt dat zekere „laüge jaeren daernae door slappe toezigte „van de nakomelingen van de voors. Jacob „van den Woude, de voors. Heerlykheden „wederom gekomsn ende gebleven zyu aen de „Graefiykheid van Holland, zonder dat nogtans „in de registeren van Holland eenige oorzake „word bevondeD, waerom des Suppts. voor ouderen van de zelvo boogo heerlykheden „wederom gepriveert zyn geweest; waer „omme zoe kennelijk is en notoir, dat de „Supplt. en zyn overleden heer vader ter „defensie vant vaderland het Huys en Slot „van Warmond hebben verloren, en daeren- boven in hare goeden zeer onverwinneiyke „schade hebben geleden ende des Diottemin „des Suppts. heer vader, zoo lange hij geleeft „heeft, ende Suppt. zonder jactantie hem altyd „getrouweiyk ten dienste des Vaderlands „hebben laten gebruyken, daerinne don Suppt. „tot den lesten druppel bloeds toe verhoopt „te continueren; zoo verzoekt hy Supplt. dat „uwer Exce. gelieve hem Supplt. in vergel- „dinge van zyne gelede schade wederomme „te stellen in de geregtigheyd zyner voor ouders gecompeteert hebbende, ende over- „zulks hem te geven en te laten volgen ten „onveratorfeiyken erfleen do voors. hoge heer- „lykheyd van Alkemade en Woude, hem daer „van doende expedieren brieven in beboorlyke „forme, gelyk uwor Exce. eenige andere in „vergeldiDge van gedane diensten sommige „andere hoge heerlykheden gegont endegego- „ven heeft, 't welk doende, etc." Gei teentcraad van Leiderdorp. Zitting van gisteravond. Met den burgemeester als Voorzitter waren tegenwoordig zes leden. Afwezig was de heer L. Sillevis. Na opening met gebed werden de notulen ge lezen en onveranderd goedgekeurd. Iugekomen was een schrijven van den hoofd ingenieur van den Provincialen Waterstaat, dat de klacht van het gemeentebestuur over onvol doende verlichting der Leidcrdorpsche brug door hem ter kennis is gebracht van Gedepoteordo Staten. Dit schrijven benevens het proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente ontvanger en eenigo disposities van Gedeputeerde Staten werden voor kennisgeving aangenomen. Den Raad werd aangeboden het jaarlijksch ge meenteverslag, dat voor do Raadsleden ter visie zal wordon gelegd. Benoemd werden tot leden van het stembureau voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen de heeren v. d. Stoel en Moraal, als 3de lid de heer Yerkley. Na de vaststelling van het kohier schoolgeld lste kwartaal 1899 kwam in behandeling het voor naamste punt der agenda: Subsidie aanleg tram weg LeidenAmsterdam. Ingekomen was een verzoek van de Hollandscho Electrische Spoorwegmaatschappij te Amsterdam, om voor 20 achtereenvolgende jaren de rente ad 4% te garandeeren van een kapitaal van f 15,000. De Voorzitter deelde hierbij mede, dat in het ontwerp voor den aanleg van bovengenoemden tramweg nog een zijlijn is opgenomen en liet een schetskaartje van dit gewijzigd ontwerp circuleeren. Bij beschouwing van dit kaartje viel het den heer Boot en anderen leden op, dat de richting der tramlijn door deze gemeente een andere is dan die, welke is aangegeven op een vroeger overgelegde grootere kaart. Deze afwijking was aanleiding tot een vrjj lange discussie en deed den heer Moraal den Raad in overweging geven, dat, om tot meer duidelijkheid en zekerheid botreffehde do zaak te komen, nan bovengenoemde maatschappij eorsè inlichtingen zouden wordon gevraagd, aleer een besluit werd gonomen. B. en Ws. stelden ccht^Jj voor, on» voor 15 jaren de reuto te garandeeien van (en kapitaal van ƒ18,500, onder voorwaarde, dat do richting der tramlijn door deze gemeente worde onderworpen aan de goedkeuring van den Rand. Door deze voorwaarde, meenden B. en Ws., werd aan het bezwaar van den heer Moraal togpj^ft gekomen. De meerderheid der r&adslcden ve..»'-*»de zich voor dit voorstel. De heer Moraal bleef echtor bjj zijn voorstel, om de zaak aan te houden tot een volgende vergadering, wanneer ae Raad beter is ingelicht. Hot voorstel vriïi B. en Ws. werd in stemming gebracht en aange nomen met 4 tegen 2 at., die der heeren Moraal en v. d. Stoel. Deze laatste verklaarde bij het uitbrengen zjjner stem, wel te zijn voor de rente- garantie van een kapitaal van f 12,000, waartoe in een vorige vergadering in beginsel was besloten. Nadat nog oen beschikking wa9 genomen met betrekking tot ondersteaningsgeld aan zekere vrouw Z., werd op voorstel des Voorzitters over- gegaan tot een zitting met gesloten deuren. Deze heropend zijnde, deed de Voorzitter de gebruike lijke rondvraag. Daar niemand echter het woord verlangde, werd de openbare vergadering gesloteq. tot oprichting eener Vereeniging op Donderdag 11 Mei, des namiddags te 2 uren, in het Café „De Winter tuin", Oude Vest No. 31. In hun eigen belang noodigen wij alle tuindersknechts tot bijwoning dier vergadering uit. 3824 12 biedt zich aan zoor een of ander Heb rl)l- vverk, liefst van des morgens negen tot des avonds vjjf of zes uren, te Leidtn of Haarlem. 3823 9 Brieven franco onder letter W No. 321 aan KOOYKER's Centraal-Advertentie-Bureaa te Leidon. JUWELIERS. Atelier voor Reparaliën. 3828 14 Opgericht Anno 1822. 's-Gravenhage, Dordrecht, Spuistraat 69. Voorstraat 415. i»no>or van Goud,Zilver, enï TEGEN DE nu 3729 l.| IE1. W ESSEL, Haarlemmerstraat 119» recht over do Donkersteeg. I-,-2* f.ffi-' van de Stearino-Kaaraenfabriek „APOLLO", te SCHIEDAM. BMROOND: x te Wemen in 1873 met de Ver dienst-Medaille, te Parijs in 1878 met de Oouden Medaille, te Amsterdam in 1883 met de Oouden Medaille, te Antwerpen in 1885 met het Eerc-Diploma. (Hoogste onderscheiding.) Deze kaarsen venken niet na en ;eveti zeer weinig r«ok b(J het uitblazen. Zijn verkrijgbaar bi) alle voorname Winkeliers-' 7883 13 Als de Meimaani is gekomen, 't Jeugdig groen alom verschijnt, En het dorre Wintertooisel Door de Lentezon verdwijnt, Is 't een ware pracht daarbuiten; illea prijkt in frissche kleur, Allee loeft, herleeft en schittert, OveraLis lloesemg ur. En de raenech blijft dan niet achter, Volgt het voorbeeld der natuur I En vernieuwt z(jn huis en woning; Reinigt alles flink, secuur. Vroeger ging dat niet gemakk'HJk 't Kostte moeite, geld en tijd, W.nt aan Zeep eQ toebehooren Was m' oen aaruig duitje kwjjt. Maar dio tijd-.n zfln vervlogen; g Niauwe tijd traebt nieuwen raad, Bracht tot vreugd van ied're buievrouw Een uitstekend fabrikaat. 8TCIVER8ZEEP is'tj'k zeg niets Iverder, Want 't wordt overal vermeld, Dat DIE Zeep de WIDE ZEEP is: Goede waar voor weinig gfld. Naamlooze Vennootschap i Vcreenigde Zeepfabrieken, Rotterdam. Zendt Uwe strookjes voor de Vierde Premieverdeellng uiterlijk 31 Mei a. s. 3820 36

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 10