N°. 12006
Zaterdag 15 Ai»ril.
A0. 1899
geze {jouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
F" euilletorj,.
DE RENTMEESTER.
DSCH
PRIJS DEZEB COURANT;
'Voor Lol0on per 8 maanden.
Wranco per post
(Afzonderiyke Nommere
t t.ia
i.ta
0.0&.
PRIJS DEE ADV KR'1'.MM'j'l hiw»
Tan 1-6 regels f l 05. lodere regej meer f 0.17J. - Grootar^
lettere naar plaatsruimte - Voor het Incasseerqd bulteo da stad
wordt f 0.05 berekend
Ofllclëele Kennlsgevlnffeiu
DRANKWET.
i' CurReroeeeter en Wethouders van Leidon brongen
ter algemeene kennis, dat door F. J. WAKKA,
Wonende alhier, een verzoekschrift ia ingediend
i>m verganning voor don kleinhandel in sterkon
drank, in het perceel Kraaieretr&at No. 30.
Burgemeester en Wethoudorfl voornoemd,
Loiden, F. WA8, Burgemeester.
13 April 1899. VAN HEY8T, Sccretarii.
Leiden, 14 April.
In de gisteravond in „Hotel du Nord",
albier, gehouden vergadering voor de boek-
ürukkersbedrijven zfjn uit een dubbeltal ge
kozen als werklieden-candidaten voor de
Kamer van Arbeid de volgende personen:
5. A. Yan der Haas, C. F. LezwvJn, W. D.
Nicolaï, D. P. Briejer en A. Pardon; de volg
orde dezer candidates "is naar het aantal
stemmen, dat ieder verkregen heeft.
Het donkbeeld, dat van de bestuurstafel
werd aangegeven, om zooveel mogelijk alle
aanverwante vakken in de Kamer te doen
vertegenwoordigen, is niet toegepast. Indien
óe stemming as. Dinsdag ten guaste der
genoemde candidaten uitvalt, zullen er niet
minder dan vier letterzetters en één drukker
In de Arbeidskamer zitting hebben.
De Engelsche maiJ, met berichten nit
Indiê, wordt hedenavond alhier verwacht.
Van de Noord-Zuid-Hollandsche Stoom
tramweg-Maatschappij (Haarlem—Leiden) had
gisteren de jaarltiksche algemeene vergadering
van aandeelhouders plaats, waarin het verslag,
de balans en de winst- en verliesrekening
over 1898 werdtn goedgekeurd. De totale
Ontvangsten gedurende 1898 hebben 104,343
bedragen, tegen f 107,822 in 1897 en f 103,666
Kn 1896. De winst- en verliesrekening wijst
Oen bruto win6t aan van f 51,629, waarvan
Ca verschillende afschrijvingen een te ver
doelen ealdo-wiDst van 24,062 overblijft.
Hiervan wordt f 1562 gereserveerd voor be-
.flrüfsbelasting en premiën. Van het overige
^vordt een dividend van 7 pCt. aan aandeel
houders uitgekeerd.
Uitgeloot werden f 8000 aan obligation
ten laste van 1899.
Da aftredende bestuurders de heoren G-.
T. D. Slaap en C. Dyserinck werden herkozen.
—Een achttal dames, die den wensoh daartoe
te kennen hadden gegeven, gebruikten Woens
dagavond tusscben halfnegen en halftien de
thee bij HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Moeder. Onder die dames behoorden: mevr.
Vening Meinesz-Den Tex, mevr. Van Tien
hoven-Hacke, mevr. Van Harinxma thoe Sloo-
ten, mevr. Geertsema, enz.
Gistervoormiddag verleende H. M. de
Koningin audiëntie aan commissiën en parti
culieren.
Hare Majesteit was daarbij gekleed in grijs
blauw (mauve) kostuum.
Onder de commissiën merkte men o. a. die
^.Tan „Artis", Deutscher Verein, Israël. Gast-
-A&uis, Rundvee stamboek, Kerkeraden, Pro
-jjuventute, Synode, Gemeentelijke en Vrije
[Universiteit, alsmede „Het Nederlandsch
^Tooneel", uit naam van welks artisten de
'heer Louis Bouwmeester H. M. kwam be
danken voor de onderscheiding, hem ten deel
gevallen. Voorts „Patrimonium", wier voor
zitter, de hoer K. Kater, aan H. M. mededeelde,
dat zjjn Bond zich speciaal bezighoudt met
sociale en oeconomische aangelegenheden, en
de R.-K. Volksbond, welks voorzitter, de heer
Passtoors, aan H. M. mededeelde, dat zijn
Bond zich voornamelijk verbetering van de
maatschappelijke positie van den werkman
ten 'doel stelde. Aan beide hoeren gaf H. M.
de verzekering, dat zjj met groote belang
stelling van de bemoeiingen en de werkzaam
heden van deze groote Vereenigingen kennis
nam, en wensche hun toe, dat de pogingen
der Vereenigingen mochten slagen tot welzijn
van den werkenden stand.
Ook het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkring verscheen ter audiëDtie, nl.
dr. A. Kuyper, voorzitter Appel, vice-president,
en Deen, secretaris.
De voorzitter stelde de heeren Appel en
Deen aan Hare Majesteit voor, bood H. M.
eerbiedige hulde aan van den Kring en be
tuigde de diepgevoelde erkentelijkheid van
don Kring voor den hooggewaardeerlon steun,
door de Nederlandsche Pers in de dagen der
inhuldiging van Harer Maje6teits Regeering
ondervonden. Tevens overhandigde de voor
zitter aan H. M. een adres van dankbetuiging
namens het Bureau Central des Associations
de Pres8e te Parijs.
Hare Majesteit verklaarde met hooge belang
stelling de ontwikkeling van de Nederlandsche
Pers gade te slaan, en met name hoogeiyk
ingenomen te zijn geweest met de goede
ontvangst, door de Nederlandsche Pers aan
de buitenland scha Pers bereid by gelegenheid
van de inhuldigiogsfeesten. In geheel het
buitenland is daardoor een goede indruk
omtrent onze Nederlandsche toestanden ver
kregen. Hare Majesteit verzocht het bestuur
van den Kring aan het Bureau Central te
Parijs Harer Majesteits dank te willen over
brengen voor het aangeboden adres.
Hare Majesteit sprak uit, ten volle te ver
staan welk een teleurstelling het voor den
voorzitter moest geweest zyn, na zooveel
inspanning het land te hebben moeten ver
laten, juist toen de feesten komende waren.
De voorzitter dankto Hare Majesteit voor
de goede woorden en beval by voortduring
de Nederlandsche Pers in Harer Majesteits
genegenheid aan.
Onder de particulieren werd o. a. ook opge
merkt de heer Mengelberg.
Aan het bestuur van „Artia" werd op de
audiëntie medegedeeld, dat H. M. de Koningin
bereid is als beschermvrouwe op te treden
van het Genootschap „Nature Artis Magistra."
Te één uur werd de paradewaebt der
schuttery afgelost en vervangen door een van
het 7de regiment infanterie.
De audiëntie duurde tot ongeveer balfdrie
even daarna reden de Koninginnen uit in
een open rjjtuig, met vier paarden bespannen
en begeleid door een groot gevolg. Op dezen
rijtoer, die volgens het vastgestelde programma
plaats had, viel weinig bijzonders voor. Overal
was een dichte menigte menschen op de been.
De Koningin was gekleed in een cröme
mantel en droeg een lichtblauw hoedje, met
wit opgemaakt; Zy zag er na de lange
audiëntie weinig vermoeid uit. De Koningin-
Moeder was in het zwart.
In het Oosterpark stonden veel onderwy-
zers met schoolkinderen, die de Koninginnen
met vlaggetjes toewuifden.
In de „Joienbuurt" was de drukte onbe-
schryfiyk groot. Voorby het Kinderziekenhuis,
in de Sarphatistraat, werd stapvoets geredeD,
terwyi een paar zusters, met eenige herstel
lende kinderen, in wollen dekens gewikkeld,
zich aan de vensters vertoonden om het
voorbygaan van den koninklijken stoet te
aanschouwen.
In het Vondelspark waren, behalve tal van
Wandelaars, eenige ruiters en fraaie equipages
samengekomen.
By de terugkomst even over halfvyf op
den Dam stapten Hare Majesteiten by de
Nieuwe Kerk uit om het gedenkraam in
oogenachouw te nemen.
Voor den ingang was in de kerk een bre9de
looper gelogd, welke voerde naar een tapyt,
waarop zetels voor de Koninginnen waren
geplaatst, waarvan H.H. M.M. evenwel geen.
gebruik maakten.
Toen H.H. M.M. de kerk binnentraden,
speelde het orgel Psalm 96.
In de kerk werden de Koninginnen ver
welkomd door de heeren ds. H. V. Hogerzeil,
mr. W. baron Röell en C. J. Van Nellesteyn
als kerkmeesteren, waarby eerstgenoemde
met eenige woorden Hare Majesteiten welkom
heette.
Aanwezig waren al de leden van de com
missie voor het Gedenkraam, behalve de heer
P. Van Eeghen, nl. de heeren mr. J. A.
Sillem, voorzitter, mr. W. baron Röell, vice-
voorzitter, T. H. Van Eeghen, penningmeester,
Chr. Beels, 1ste secretaris, G. H. De Marez
Oyens, 2de secretaris, Jac. Ankersmit, ds. H.
V. Hogerzeil, rur. F. Hooft Graafland, mr.
E. J. Everwyn Lange, mr. Frank, K. Van
Lennep, J. Pb. Meyerink, C. J. Van Nellesteyn
en G. "Wandelaar.
Voorts waren by de ontvangst tegenwoordig
de heeren C. B. Posthumus Meyjes, die het toe
zicht had by de uitvoering, alsmede de boeren,
die den uitvoerders als commissie van advies
hadden gediend, behalve de heer Jozef Israels,
te weten prof. Aug. Allebé, de hoofddirecteur
van 's Ryks Museum, jbr. B. W. F. Van
Riemsdyk.
Verder waren tegenwoordig de heer Otto
Mengelberg, uit Rysenburg, die het raam
ontwierp en teekendo, benevens de beer J.
L. Schouten, uit Delft, die in zyn atelier
„'t Prinsenhof", volgens die plannen do ge
brande glazen voor het raam uitvo rde.
Aan beide laatste heeren betuigde H. M.
de Koningia Haar tevredenheid met het werk.
De bovenhelft van het raam is gewyd aan
den room van het geslacht Oranje-Nassau,
voorgesteld door twee ryen figuren, te weten
Prins Willem I, Louise De Coligny, Prins
Maurits, Willem Lodewyk, Fre^erik Hendrik,
Amalia van Solms, Prins Willem II, Albertine
Agnes, Prins Willem III, diens gemalin Maria
van Engeland, Prins Willem IV, Prins Willem V,
Koning Willem I, Koning Willem II, Koning
Willem III en Koningin-Regentes Emma.
In de benedenhelft zfin twee allegorisch
ontworpen groepen aangebracht. De linker-
groep stelt voor het eerste verbond, gesloten
in tyden van angst en gevaar, tusscben Oranje
en Nederland. Willem de Zwijger en zyn
broeder Jan de Oude worden hier gehuldigd
door de zeven provinciën, voorgesteld door
bevallige vrouwenüguren.
In de rechtergroep het nieuwe verbond
door onze Koningin in rust en welvaart aan
gegaan met ons volk; het stelt Koningin
Wilhelmina voor, die, steunende opdenBybel
en begroet door den Voorspoed en den Trouw
der Natie, de hand legt op de Grondwet,
welke Haar door den genius der Gerechtig
heid wordt aangeboden.
Het gebeele tableau is omvat door een ryke
architectuur in late Gothiek.
By het bezoek van H H. M.M. gaf de voor
zitter der commissie, de heer J. A. Sillem,
inlichtingen.
Toen H.H. M.M. de kerk verlieten, speelde
het orgel het „Wilhelmus".
Een buitengewoon talryke menigte wachtte
de terugkomst van de Koningin uit do kerk
af en hief by haar verschynen luide hoezees
aan. Deze geestdriftige uitingen duurden voort
toen do Koningin zich een oogenblik later voor
het bekende raam in den linkervleugel van
het Paleis vertoonde.
Ongewone beweging heersebte gisteravond
weer in de buurt van het Palei3. Reeds in
den vooravond stonden veel Amsterdamsche
burgers en burgeressen, voor wie een Hoffeest
iets ongewoons is, het Paleis aan te sturen.
Achter de groote ramen zagen zy de olie
lampen en in de hoogo vergulde luchters de
honderden kaarsen vlammen, van waar de
statige kristallen kronen duizenden vonken
naar buiten spatten.
Tegen een uur of negen kwamen in een
ontelbare reeks equipages en huurrytuigen de
gasten aan. Daar waren burgeriyke autoriteiten
in ambtsgewaad of gekleed in rok, militaire
autoriteiten in hun v<m goudboiduursel glin
sterende, uniformen. Aldus saamgenomen, een
schitterend gezelschap, dat zich over de groote
zaal en cie troonzaal, welke laatste tot balzaal
was ingericht, verdeelde.
Het aantal gatten kan op een vyftienhonderd
geschat worden. Er waren ruim honderd dames,
waaronder veel jongedames. Allen waren in
groot toilfct. Dat was een schittering van zijde
en satijn en een flonkering van juweelen, zoo
als men zelden op een feest te Amsterdam
aanschouwt.
In de Troonzaal ontving de Koningin de
dames, die aan H. M. wenschten te worden
voorgesteld.
Kort na 9 uren traden Hare Majesteiten
de groote zaal tinnen en wandelden die door,
zich telkens ophoudende om velen der aan
wezigen toe te spreken, o. a. den grijzen en nog
altqd flinken generaal Van der Heijden en
zyn echtgenoote.
De Koningin droeg een zware moiré satynen
japon met een lange sleep. De rok en 6leep
waren afgezet met een breeds gestileerden
rand van goudborduurseL Om den bals was
een berthe van goudkant, en de geheels cor
sage was opgemaakt met snoeren van paarlen
en paarlen montures.
H. M. droeg om den hals de bekende snoer
groote paarlenin haar coiffure een diadeem,
en was getooid met het grootkruis der Ordo
vao den Nederlandschen Leeuw.
De Koningin Moedor droeg een licht lila
japon van zware ribzy, met applicatie bor
duursel, ryk met edelgesteente bewerkt.
H. M. droeg zeer vele prachtige kleinoodiën
eo was gekapt met een sluier van buiten
gewoon fraaie oude kant en eon diadeem.
Onder de vele prachtige toiletten blonken
vooral die van de hofdames uit; o. a. een
van lichtblauw satijn en velours miroir van
dezelfde kleur, geheel overgeborduurd met
Louis-XV-figuren van zilvereo pailletten. Ver
der een van moiré satyo, gebrocheerd met
vieil or en een tablier van oude echte kant.
Van de toiletten der dames van stedelyke
en provinciale autoriteiten trokken de aan
dacht een japon van zeegroen satyn, gebro
cheerd met veeren van gouddraad, en een
tablier van drie volants echte kant, alles
opgemaakt met struisvooren. Ook een robe
princease van bleu électrique met tablier
van wit satyn, evenals de taille bewerkt
met zilveren en gouden pailletten.
Van de toiletteo der genoodigde dames
trok onder meer do aandacht een kleed van
gris perle zijden met oen echt wit kanten
overkleed, gegarneerd met witte en grijze
struisvederen. Een rose satynen japon was
geappliqueerd met gestyleerd borduursel en
kleine echt kanten mouwen en met antieko
diamanten knoopen opgemaakt.
De meeste jonge meisjes waaronder
allen, die gepresenteerd werden waren
gekleed in wit satyn of zqde met kant of
chiffon.
Het is nu een uitgemaakte zaak, d .t de
sleep, vooral voor gala-toilet, weder geheel
in eere hersteld is.
Nog vielen in het algemeen op te merken
de zeer vele fraaie diamanten en paarlen
parures, waaronder natuuriyk veel oude
familiestukken.
Tegen 10 uren verschoen H. M. de Koningin
in de danszaal, maar nam zelve aan het bal
geen deel. De gasten verspreidden zich allengs
in de galeryen en kleinere zalen, van welke
de Mozeszaal een ryk voorzien buffet voor de
dames bevatte en de groote galery een voor
de hoeren.
Verborgen achter een haag van groen was
de kapel van het zevende regiment infanterie
onder leiding van den heer Zaagmans opge
steld en deed baar welluidende tonen ruischen
door de zalen, die zacht, maar helder verlicht
waren, de Groote of Van-Speyk-zaal met olie-
lampeo in acht groote en veertien kleine
kroneD, de balzaal door kaarsen, vlammende
in vqf groote kroneD.
Het bal in de troonzaal was zeer geanimeerd.
Dank zy den goeden zorgen van de ordonnance-
officieren, om niet-dansers beleefd te verzoeken
zich elders op te houden, was de ruimte zeer
voldoende.
25)
Maar toen, eensklaps, kwam er leren in
2yn oog. Gelaat en houdiog werden éénen-al
verrukking. HU greep met zyn rechterhand
Karei by den arm, er, de linker-uitstrekkend
naar den Bybel, jubelde hy
„Het „teeken," Karei I O Karei, het
'„teoken"!"
Nu kwam het er op aan, in de rol te
blüvonl Karei begreep het en spande alle
krachten in. Beurtelings spoelde btj den
hoogstverbaasde en den twUfelaar. Maar niet
- altyd even gelukkig: overdryving deed hom
- meer dan eenB in hot onnatuuriyke vervallen.
Gelukkig had Zwingelmans, buiten zichzelven
van blydschap, voor het oogenblik een alles
behalve critiechen blik; en het tooneel liep
dan ook ten einde, zoo goed als zyn auteur
het wenschen kon.
„Hoe zouden de bladen van den Bybel
eigenlyk zyn omgeslagen?" vroeg Zwingel
mans, toen de eerste vervoering in een meer
kalme blydschap was overgegaan. „Heb jy
er op gelet, Karei: stond do deur van myn
kamer open, toen we straks van buiten
kwamen?"
„'k Heb er niet op gelet, vader," zei Karei,
'„tnaar hoogstwaarschynlyk zult u, in uw
jjver om buiten te komen, er Diet aan gedacht
Jiebben ze dicht te maken."
„Dan zal de tocht het hebben gedaan: het
nachtlicht was trouwens ook uitgewaaid. Maar
andersik kan ook. zelf, by het haastig
uit bed springen, heel goed de bladen hebben
omgeslagen,"
Karei schrikte. „Zoudt u in dat geval het
niet als een „teeken" beschouwen, vader?"
„Zeker well" zei Zwingelmans beslist „Op
iets anders dan een toeval heb ik nooit ge
hoopt en ook nooit om iets anders gebeden.
En het toeval ia er, onverschillig of het door
iets buiten my dan wel door een onwille
keurige bewegiog van myzelven veroorzaakt
werd."
„Twee en een half jaar lang heeft u dus
eiken avond don Bybel zoo opengeslagen voor
uw bed gelegd?... Wat mag moeder daar
toch wel van gedacht hebben, vader?"
„Om de zaak te maequeeren heb ik inder-
tyd voorgesteld om 's avonds, vóór het naar
bed gaau, haar een hoofdstuk uit een der
evangeliën voor te lezen. Moeder vond dit
eenigszins vreemd, geloof ik, maar keurde
de zaak toch onmiddellyk goed; en sinds lang
heeft gewoonte ze haar als iets heel natuur-
ïyks doen beschouwen."
„By haar thuiskomst zal moeder nu wel
zien, dat er met u iets byzonders is voor
gevallen! U lykt tien jaar jonger, vader!"
„De „kiespyn" is over, dat zeggen we haar."
Hier volgden een paar oogeubükken stilte.
Toen vroeg Zwingelmans:
„Maak je je erg ongerust over Hanna,
Karei?"
„Weinig, vader I" was het antwoord, dat
lachend on kalm gegeven werd. Maar er is
een soort kalmte, welke oen sterk, moedig
hart by wilskracht borgen kan, en Zwingel
mans begreep, dat hy deze hier in wer
king zag.
„Als dit er nu niet was," zeide hy, en
onwillekeurig ontglipte hem een zucht ter-
wyl hy sprak, „wat zou ik me dan door-en
door gelukkig gevoelen, Karell"
Hanna.
Toen Karei zich don volgenden morgen
naar de woning zyner verloofde spoedde, was
het nog maar even acht uren, en dus lang
nog niet de geschikte tyd om by vriend of
buur „eens even aan te wippen". Maar onrust
en smartvolle onzekerheid hebben een tyd-
rekening op eigen hand; en terwyi Karei
half dravend voortschreed op het meerendeels
door weilanden slingerend pad, was het vol
strekt niet met dit verschynen op een te
vroeg uur van den dag, dat zyn gedachten
zich bezig hielden. Builen de hoofdzaak om
was er maar één punt, dat min of meer zyn
bekommering gaande hield: „Als by Hanna
nu maar alléén kon spreken!"
Hy trof het in dit opzicht boven verwach
ting. Hanna's oom was naar de markt; de
dienstboden waren op den akker, of ten minste
diar, waar zij niet tot lastige getuigen konden
worden: Hanna was alleen thuis.
Karei vertelde; HaDna luisterde; beiden
werden bleek als dooden.
„En nu, Hanna....?" vroeg Karei, toen
alles gezegd was, en terwyl zyn bevende hand
die van het meisje greep.
,'t Is een zware bezoekingl" stamelde
Hanna.
„Neem je je woord terug?"
„Hanna maakte een bewoging van schrik.
„Mijn Hemel, Karei, daar denk ik niet aan!"
„Maar je moet er aan denken, Hanna. Ik
bon niet die ik was, toen ik aanzoek deed
om je hand."
„Wat je vader gedaan heeft, kun jy niet
helpen."
„Dus zie je schande in wat vader heeft
gedaan
„„Schande"....? Ik kan me boei goed
voorstellen, hoe ontzettend groot do verzoe
king is geweest."
Karei zuchtte. Hoewel flauwtjes, by had op
iets anders gehoopt. Hanna zag misdaad in
wat er gebeurd was: zyn vrouw (als Hanna
het ooit werd!) zou zyn vader verachten 1
Karei hield zich overtuigd, dat goedhartigheid
de zaak verbloemen zou; dat niemand buiten
hem, en allerminst zyn vader zelf, van Hanna's
minachting ooit iets bespeuren zou; maar/iij
zou toch weten, dat ze bestond 1
Er viel evenwel niets aan te veranderen.
Misschien zou het hem op den duur gelukken,
Hanna zyn zienswyze in dezen te doen deelen;
maar in allen gevalle was het iets, waarin,
zoo op stel en sprong, geen wyziging was
aan te brengen. Karei stapte over op het
andere punt.
„Do geld-quaestie, Hanna....?"'
Nu werd Hanna half boos, half verdrietig.
„Denk jo," vroeg ze, „dat ik aan je geld myn
trouwbelofte gegeven heb?"
„Volstrekt niet!" zei Karei. „Maar die
Brummelkamp zal biyven eiscben, wie zal
zeggen tot hoelang? Zul je den moed hebben
om desnoods bekrompen omstandigheden, in
het ergste geval zelfs armoe, met mo to
deelen?"
„Daar zal bet niet toe komen!"
„Niet waarschydyk, dit vertrouw ik ook.
Maar het kan er toe komen."
„Ik breng een aardig sommetje mee. Aia
we met huwelyksvoorwaarden trouwen, kan
dit op myn naam vastgezet worden."
„Wat zou dat baten, Hanna? Als myn
bezittingen uitgeput raakten, en Brummelkamp
bleef eischen: je begrypt toch, dat ik me
liever diep in schulden stak dan dat ik woord-
breukig werd tegenover vader, en moeder
naamloos ellendig maakte te geiyk?"
Hanna zuchtte, lang en diep.
„Wil Je vry zyn?" vroeg Karei, onwille
keurig Hanna's hand wat vaster omklem
mende, en met bevende stem.
Hanna begon te schreien. „Dat nimmer 1"
snikte ze. ,'t Zal me hard vallen arm te zyn
maar myn woord terugnemen doe ik niotl"
„Omdat je meent het niet te mogen doen T'
„Omdat ik het niet oil doenl Omdat ik
van twee overgroote rampen de allergrootste
mydoa •will"
(Wordt vtrvobjii