Beurs vau Amsterdam.
3 j twos rieuwe feiten, bjj het Hof van Cas
satie ingekomen, van do schuld van Dreyfus.
Ik ken van ce zaak Esterhazy slechts wat
Ik er van heb gelegd.
Daarop volgen do verklaringen van généraal
Eillot:
Do fjreèiiöiit: De aanvraag öm févlsie van
bet proces Dreyfua nasr aanleiding van de
nieuwe feiten, waaruit de onschuld van den
veroordeelde zou kunnen blijken, zon moeten
verworpen worden, indien naast de bewijzen,
die co^r de nieuw bekend geworden feiten
te niet zijn gedaan, Dog andere feiten be
staan, waaruit de schuld van Dreyfus blijkt,
[k bon dus verplicht u te vragen waarop
uw overtuiging is gegrond, toen gij in het
Parlement in 1896 en 1897 verklaardet, zeker
te wtten, dat Dreyfus schuldig is.
Generaal BittötDreyfus is wettig ver
boord en veroordeeld en toen de aanvraag
am revisie eenstemmig wird verworpen, heb
Ik tr de conclusie uit getrokken, dat hij recht
vaardig veroordeeld was. Ik zou mij daartoe
kunnen bepalen, doch als chef van het leger
Bn verdociger van zijn eer kon ik er aan
toevoegen op mijn eer en geweten: Dreyfu3
is schuldig.
Aan het ministerie gekomen, beb ik mi)
Dp het bureau van de militaire justitie (dat
aiet het recht had kennis te nemen van de
zaak) door do chefs van den generalen staf
en door den militairen gouverneur van Parijs,
chef van de militaire justitie, doen inlichten
en ik kwam tot de overtuiging, dat de zaak
met buitengewone zorg behandeld was. Ik
beb de gevolgtrekking gemaakt uit de in-
ichtingen, die mij wer.en gegeven en die
verscheidene mal-, n bevestigd werden door
len chef van den generalen staf, door den
mJercbef en door verschillende getuigen,dii
k heb kunnen ondervragen, dat Dreyfus
schuldig was. Ik heb opnieuw minutieuze
Dnderzoekcn gelast, ofschoon er hoegenaamd
joen directe en wettige aanvraag om gedaan
was; wat mij betreft, ik heb altijd geweigerd
Dm eenig stuk bi) te trengen en bepaalde my
tot het z:jggen: eerliedig het vonnis.
De presidentHe t u kennis genomen van
bet dossier?
Generaal Billot: Ik kon niet al mijn tijd
aan de zaak Dreyfua besteden; niettemin heb
ik vluchtig het dossier doorloopen, waarvan
3e verklaringen tot mijn groote spijt sl=chts
Dnvoldoende aanwijzingen geven. Maar de
,nli btingen, door de rechters tijdens het debat
verzameld, en de verklaringen, voor ben
ifgelegd, hebben hen van de schuld overtuigd.
Buiten bet dossier heb ik een dossier van
iet ministerie, dat geheim moest blljveD,
ngezien; het is betreurenswaardig, dat een
lienst, die zoo nauw met de veiligheid van
len Staat in verband staat, mo.t worden
lootgelegdi
Ik heb dan deze confidentiëele stukken
loorgelezen en daardoor is mijn overtuiging
versterkt.
De president: Mag ik u eenige analyse of
lanwijzing omtrent deze documenten vragen?
Generaal Billot: Dat zou aan mijn geheugen
»en eisch stellen, waaraan het niet kan
voldoen, en bovendien, ik zou mijn plicht
verzaken, indien ik op dit terrein, dat vol is
giet diplomatische kieschheden, kwam.
De president: Zyn er in dit dossier dan
;een documenten, die strikt rechterlijk zijn
»n die gy ons'kunt meedeelen?
Generaal Billot: Ik kan onmogelijk daarop
ngaan; ik moet my, wegens de bevelen van
len minister, aan groote reserve houden,
jfschoon hij mij ontheven heeft van mijn
imbtseed als soldaat. Als oud-minister en lid
van de Kamer heb ik behalve mijn plich-
;en als soldaat Staatsgeheimen te bewaren,
lie ik, zonder aan mijn geweten en mijn
ilicht te kort te doen, nist kan meedeelen.
De president: Zijn de documenten, waarvan
nu spreekt, geheel of gedeeltelijk aan den
crygsraad overgelegd?
Generaal Billot: Dat weet ik niet. Op dit
punt heb ik geen enquête kunnen instellen.
Do president: De heer Cavaignac heeft
;wee vsn deze documenten in de Kamer ge-
liteerd. Kwam het u voor, dat zij bewijs
cverden voor de scbuld van Dreyfus?
Generaal Billot: J3, doch vooral, omdat ik
reeds overtuigd was van de schuld van Dreyfus.
De president: "Wist gij, dat na de ver-
Dordeeliug van Dreyfus luitenant-kolonel Pic-
luart zich bezighield met een onderzoek om
sen anderen schulaige te ont lekken?
Generaal Billot: Gy hebt uit de verklaring
van kolonel Sandherr op 13 Dec. 1894, die
n het dossier ia, kunnen zien, dat de broeders
van Dreyfus hem hebben opgezocht, om hem
A vragen wat er met hun broeder zou ge-
Deuren en zy zeiden hem: Wij stellen aan
i of aan den Staat ons geheel fortuin in
banden om den waren schuldige te zoeken.
Kolon?l Sandherr heeft bon verontwaardigd
geantwoord: Maar de schuldige, dat is uw
broeder. Daaruit is de campagne geboren, die
oog heden voortduurt tot ongeluk van het
land.
Kolonel Picquart, een verdienstelijk officier,
Is chef van den inlichtingendienst geweest,
tk wist, dat hy zich in Augustus of Sep
tember bezighield met hetgeen Dreyfus tegen
Sandherr bad gezegd en dat hy moeite deed
om gelykenissen van het schrift te ontdekken.
Hy heeft er zich tegen zyn chefs over uit
gelaten en dezen deelden het my mee. Ik
heb hem niet tegengewerkt, hem evenwel
zeggende, dat ik het vreemd vond, dat slechts
één man de opinie had, dat Dreyfua mede
plichtigen kon hebben, maar dat, al werd in
Esterhazy of in twee anderen een schuldige
ontdekt, daardoor Dreyfus ipso fado niet
onschuldig zou zyn.
De president: lie t gU kennis genomen
van de v..lschheid door Henry begaan?
Generaal Billot: Ja.'Maar myo overtuiging
Vvas gevestigd door het vonnis, zoodat het
stuk, dat my later getoond werd, deze-el-chts
versterkte; de latere ontdekking van de
valschheid heeft my ten zeerste verrast en
bedroefd zondtr even wei aan do onschuld
van Droyfus te gelooven.
De president: Kwam de naam Dreyfus in
meerdere stukken voor en dan voluit?
Generaal Billot: Ik zou het niet durven
zeggen. Maar ik weet, dat in de geheime
stukken de aandacht van myn voorganger
op den naam Dreyfus ie gevallen en dat ik
zelf, toen ik naar de waarheid zocht, den
chef van den Generalen St >f, bygestaan door
de kunoig8to officieren, de gebtime stukken
heb laten herzien en rangschikken en dat
ton gevolge van dezen ar'ceid by schifting der
stukken, de persoon van Dreyfus schuloig
werd bevonden.
De president: Zyt gy op de hoogte van een
der incidenten, „de geslui.-r Je dames" by voor
beeld, cie zkb voordeden tydens het onder
zoek in de zaak Esterhazy?
Generaal Billot: Omtrent dit punt heb ik
slechts vage gegevens. Ik weet, dat men be-
weerdo, dat de photographic van een geheim
stuk door een gesluierde dame Esterhazy in
handen is gespeeld. Ik heb een onderzoek
gelast en getracht er achter te komen. De
gesluierde dame bestaat. Men heeft beweerd,
dat hot iemanl was, die met Picquart in
relatie hoeft gestaan en dat hy dit stuk by
baar had laten liggen. Ik heb toen naar
Tunis laten telegrafeeren of kolond Picquart
dergeiyk stuk verduisterd had, doch men
antwoordde ontkennend. Ik heb myn onder
zoek voortgezet, doch zonder resultaat.
De president: Meendet gy geen rechtszaak
te moeten maken van deze verdwyning?
Generaal Billot: Neen. Uit gebrek aan
juiste gegevens was daar geen sprake vanj
Den löden Nov. 1897 werd ik getroffen door
de aan wy zingen van Mathieu Dreyfus over
Esterhazy. Ik heb het stuk aan don gouverneur
van Parys gezonden met verzoek etn voor-
looplg onderzoek in to stellen. Toen by my
de stukken terugzond, vond ik het onvol
doende en ik verzocht hem een nieuw in te
stellen met behulp van schriftkundigen.
Hy deelde my bet resultaat wederoiri mede
en daar ik dit nog onvoldoende vond, ver
zocht Ik hem do zaak volledig te laten onder
zoeken.
De zaak is verder buiten my omgegaan.
Toen de gouverneur van Parys het rapport
van den regeerings-commissaris, strekkende
tot niet ontvankelyk-verklaring, ontving,
deelde hy het my mede en, na het te heb
ben ingezien, gaf ik hom de vryheid van
handelen, die de wet hem toestaat, ten einde
een loop aan de zaak te geven, dien by noodig
zou oordeelen. Hy gelastte Esterhazy in staat
van beschul iging te stellen.
De president: Zyt gy niet getroffen door
de conclusies van de experts, dat het borde
rel niet van de hand van Esterhazy was,
doch dat zyn schrift gecalqueerd was?
Generaal Billot: Ik kan niet in byzonder-
hoden afdalen, ik heb my gehouden aan het
gerecht.
De president: Ik was zeer ontroerd over
de verklaring, die gy gedaan hebt in zake
de geh.ime stukken, waarvan gy niet kondt
spreken omdat er Staatsgeheimen mee zyn
gemoeid. Gelooft gy, dat een dergeiyk geheim
de veroordeeling van een man kan rechtvaar
digen, zonder dat deze stukken aan hem zyn
voorgelegd of konden worden besproken?
Generaal Billot: Ik heb my alleen geplaatst
op het standpunt van het uitgesproken vonnis;
door de eenstemmigheid van de rechters van
den krygsraad do bevestiging daarvan door
de rechters van den raad tot revisie, door
de verklaringen van hen, die het proces
by woonden en door de verschillende getuigen,
die door my waren ondervraagd, heb ik de
overtuiging gekregen, dat Droyfus rechtvaardig
en wettig is veroordeeld.
Hiermee was het verhoor ?au generaal
Billot afgeloopen.
Nog een verklaring, die groot opzien baart,
is uit Engeland gekomen. Men zal zich her
inneren, dat voor een jaar de heer Conybearo,
hoogleeraar te Oxford en schoonzoon van den
beroemden Max Müller,in de „National Review"
een artikel heeft geschreven, waarin by, als
vriend van Frankryk, dit land waarschuwde
voor het gevaar, dat, als er oorlog mocht
komen, daarin gelegen was, als Duitschland
de honderden stukken, die het door Esterhazy
had weten machtig te worden, dan openbaar
zou maken. De heer Reinach, die dit artikel,
dat blykbaar op nauwkeurige inlichtingen
berustte, in de „Siècle" weergaf, als waar
schuwing voor zyn land, werd deswege als
reserve-officier ontslagen.
Thans schryft dezelfde prof. Conybeare
in een nieuw artikel in „National Review":
„Een jaar geleden vernam ik, dat Esterhazy
als hy een stuk van byzondere waarde aan
zyn Duitschen geldschieter bracht en hy
heeft meer dan 30 van die soort geleverd
vaak zeide: „Kyk, daar in een ding, dat ik
van De BoiBdeffre heb. Wat zou ik dien
stommelingen graag het land aanjagen 1"
Destyds kon, en wilde ik niet gelooven, dat
Boisdeffre (de vorige chef van den generalen
staf) een verrader was. Maar nu is het haast
niet mogelyk het niet te gelooven".
Het schynt inderdaad ongelooflyk, dat een
hoofdofficier, die als chef van den generalen
staf alle legergeheimen in banden heeft gobad,
de man is geweest, die Henry en Estrrhazy
slechts als werktuigen zou hebben gebruikt
en zelf de verrader is geweest van zfin land.
Alle gruwtlen, cie aan den dag zfin gekomen,
zouden dan gepleegd zyn, om Frankryk te
vry waren voor co onthulling der schande, dat
een der boogstgeplaafcsten in het leger zyn
land heeft verkocht. Liever dan dat zulk een
schandvlek waarvoor trouwens het geheele
Franscho leger niet aansprakelijk zon wezen
oponbaar werd, moest een onschuldige ver
oordeeld worsen en h t bewys van zyn on-
8.huid door alle middelen, ook de misdadigste,
tegengehouden worden. Als de verzekering
van dm Engelschtn Hoogleeraar waar is,
wordt zeker alles opgehelderd. Maar het
is een zoo vreeselyke waarheid, dat men
om haar te gelooven afdoende bewyzen noodig
heeft. Zullen Cie ooit geleverd worden?
De aantyging tegen generaal De Boisdeffre
is echter zóó op den man af en komt van zóó
onverdachte zyJe, dat zy niet onweersproken
en ongemoeid mag biyren. Als de Fransche
regeering en de generaal zelf blijven zwygen
tegenover do woorden, niet van otn onbe
kend of verdacht persoon, maar van een ge
acht Britsch hoogleeraar, g9ven zy maar al
te zeer vat op zich. Welk een Augias-stal,
zegt btt „A. H.", moet hier dan gereinigd
worJen en wacht op den Hercules, die dat
werk aandurft 1
Volgens de „Temps" heeft Du Paty de
Clam aan minister De Fraycinet machtiging
gevraagd om zyn aanvallers te vervolgen.
De „Gaulois" bevat de lezing van generaal
De Pellieux over het voorgevallene met de
dame, bevriend met Picquart, die deze gene
raal en zyn vriend Gonse beproefd hebben
voor de „gesluierd*»" te laten doorgaan. De
generaal zegt, dat hy van haar bezoek niets
begreep, natuurlyk haar echtgenoot waar
schuwde, die een zeer achtenswaardig man
is en nog steeds met hem bevriend, en dat
de dame een vordering tot scheiding van tafel
en bed tegen zich heeft zien toewijzen.
Zaterdagmorgen is voor de 10de correctio
neel© kamer het proces behandeld tegen de
„Figaro", in den persoon van zyn hoofdredac
teur en van zyn gérant, naar aanleiding van
de publicatie van het-dossier van de enquête.
Da bladen hadden aangekondigd dat de
oirecteur De Rodays en de gérant Borel niet
verscbynen zouden omdat er weinig belang
stelling was. Yóór de zitting had mr. Charles
Lachaud, advocaat voor den heer Borel, aan
den president Fabre aangekondigd, dat de
twee beschuldigden geen tyd hadden gehad
om een dossier to vormen en te overleggen
met mr. Barfoux, advocaat van den heer De
Rodays, en daarom verstek Heten gaan.
Do subsistuut Rambaud nam daarom onmid-
delyk het woord. Hy verklaarde dat men ook
De Rodays vervolgd had, omdat men ia deze
zag den hoofddader, en ter zelfder tyd den
waren auteur van de publicatie, die de
autenticiteit van de documenten heeft be
toogd en die de publicatie er van bestuurt.
Do wet veroorloofde slechts hem als mede
plichtige te vervolgen.
Daarop veroordeelde de rechtbank Borel en
De Rodays beiien tot een boete van 600 fr.
en in do kosten van het geding.
Telegrammen»
PARIJS, 10 April. De „Figaro" bevat heden
de getuigenverklaringen van de generaals
Zurllnden en Chanolne.
Generaal Zurlinden zegt, dat hy geschokt
was door de valschheid van Henry, maar het
onderzook van het dossier heeft hem doen
blyken, dat de veroordeeling op wettige wtfze
heeft plaatsgehad. Hy verwerpt de legende van
den vervolgden en geplaagden jood, en acht het
borderel een bewysstuk van den eersten rang»
De daarin vervatte mededeelingen konden niet
worden geleverd door Henry of Esterhazy.
Als de zaak voor een nieuwen krygsraad
komt, is de veroordeeling van Dreyfus zeker,
zegt generaal Zurlinden, en daarom smeekt by
het Hof van Cassatio de revisie te verwerpen.
Generaal Chanoine deelt mede, hoe en waarom
hy de portefeuille van oorlog aannam, en
2egt overtuigd te zyn van Dreyfua' schuld.
Marktbericb ten*
Alfen, 10 A pril. Aangevoerd 13 vragene kaae.
partijen, te zatnea 624 etuke. Prjja: Gondsche
kaas 1ste qual. f 20.— a ƒ22.60, 2do qual. 17.—
a f 19.—, de 160 kilo. Handel matig.
Rotterdam, 10 April. Op de veemarkt waren
aangevoerd: paard, veulens, ezels,
magere runderen, 289 vette runderen, 371 vette en
g-aekalveren. nuchtere kalveren, 259 echapen of
lammeren, 672 varkens, biggen, 2 bokken.
Men noteert: Yette Runderen lste qual. 60 a
2do qual. 64 a 3de qual. 44 a cents,
Kalveren late qual. 86, 2de qualiteit 66 a 70
cents, Stieren lste qual. £0, 2do qual. 40, 3ds
qual. oants, Osaen lste qual. 60, 2de qual. 64
8de qual. 44 cents. Handel als vorige week.
Schapen lste qual. 66 a 2do qual. 62 a cente.
Varkens lste qual. 84, 2de qual. 83, 3de qual.
32 cent*. Licht soort 34 a 35 cents. Handel traag.
Schiedam, 8 April. Noteering van do Make
laars. Moutwijn ƒ9.75, Jenever f 18.75, idem Amst.
proef 15.25 per Ned. vat en zonder fust, zonder
de belasting. Spoeling-eommieeia per ketel ƒ0.90.
Noteering van de Beurecommiesie. Moutwijn 9.76
a por heet. ot., zonder fust en zonder belasting.
Geveilde perceelen.
Gehouden verkooping in het Notarishuis
aan Den Burg, alhier, op Zaterdag 8 April
1899, ten overstaan van:
lo. Mr. L. M. J. H. Kerstens, notaris te
Leiden: Het huis, Vliet 21, in bod f 2400,
kooper de heer F. A. M. Schamper qq.; het
huis, Nieuwstraat 23, is onverkocht gebleven;
2o. Mr. C. H. P. Klaverwy len, aotaris te
LeidenHet heerenhuls, Papestraat 4, in bod
f 5500, is gemijnd op f 500, doch niet gegund.
LEIDEN, lO April*
Thermoraeterstand: gisteravond om 8uren
6' C. =r 41 Fahrenheit; hedenmorgen 8
uren 8.5° C. 47.3 F., 'a middags om 12
uren 11.6' C. 52.7° F., 's namiddags 4 uren
12° C. 53.6* F.
Bij de beden alhier gehouden verkooping
van cokes, in partijen van 10 en 5 heet,
waren de pryzen: f 4.80 en f 2.40.
Eerstdaags zal van de hand van den
boogleeraar G. J. P. J. Bolland het licht zien:
„Oude gegevens, uit het verre verfoden der
Kerk."
De mail van West-Indië, aangebracht te
Havre por stoomschip „Prins Maurfts", wordt
hedenavond alhier verwacht.
Door Portugal zyn tot gedelegeerden ter
Ontwapeningsconferentie te 's-Gravonhago
aangewezen de heeren d'Ornelhas, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister van
dat ryk te St.-Petersburg; graaf Macodo,
gezant van Portugal te Madrid, met graaf
De Sólir, buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister van Portugal, te 's-Gravenhago.
De beslissing over de al of niet openbaarheid
der byeenkomsttn zal door de vergadering
der gedelegeerden zelf moeten genomen worden
en daaromtrent is dus niets beslist.
De lste étage van het hotel „Den Oudon
Doelen" is gereserveerd voor den vertegen
woordiger van Rusland ter conferentie, den
heer De Staal.
De Fransche gezant by ons Hof, do heer
Blhourd, bevindt zich thans te Parys ter
bespreking met zyn medegedelegeerdo voor
de vradesbyeenkomst van eenige daarop be
trekking hebbende zaken,
Het stoomschip „Indiaan" vertrok 10
April van Batavia naar Amsterdam; de
„Koningin Wilhelmina", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 7 April van Padang;de
„Prins Maurits" arriveerde 9 April van West-
Indië te Havre; de „Prinses Sophie", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 8 April
Gibraltar.
Benthuizen. De uitvoering van de zaue^-
vereeniging „Excelsior", van Benthuizen, zal
door een bijkomende omstandigheid niet den
13Jen, maar aan den avond van den 20sten
dezer plaats hebben.
De beide ziektegevallen van diphtheritis
en van fetris typholdea zyn met gelukkigen
afloop geëindigd. Ni uwe gevallen hebben zich
niet voorgedaan.
10 April 1899.
Vor.
Koere
koers.
hadea
VA pCt Ned. Werk. Schold.
86*
8 pCt. Oblig. dito
86%
96*
8 pCt. Cert. dito
96«
S6*
5 pCt. Oosfenx. Mei/Nov.
63X
83*
Jan.'Juli a
88%
83*
8 pCt. Portugal.
26
25*
4 pCt. Spanje.
66*
65*
89*
S9*
I pCt. Brazilië 18S9 j
60*
60*
6 pCt, dito 1898 funding I*
89
89*
4 pCt Venozuel*
35%
Koloniale Bonk Aandeden
47
48
dito pref.
64*
Ncderl. Bundel-Mij. op rosoontr*
161*
161*
Noderl. Indische Q&ndolsb&nk
86*
85
114
166
Koninkl. Petrol.-Mjj.
183*
186
Moeara Enim
126
NedarL PetroL-Mjj.
19
93*
92
Aand. Soomalata
199
200
06*
Portugal, Beira Boixa. i
66*
66*
▲tehiaon Topoka i
20%
dito pref. i i J t
61
60*
Central. Pacific Shares J
Denver Bio C. v. A. i i
saji
Florida Contr. Aand.
16
16
dito 2o pref. i
64*
64
St-Louis San Frano.
11»
13
89%
39*
83
8»
8
63
68*
Missouri C. A. 1 *4
14
71%
71*
Union Pocifio J 4
46*
46*
dito pref. 4
80*
Dopot Cort Contr. Pacific 1
61*
M*
Prolong»tla 3 pCt
Western 16ji flauw. - Incomebood» Ï3l—
Southern S3.
Burgerlijke Stand van Leiden.
Eerste huwelijksafkondiging van 9 AjnriL
A. M. Var Ier Most van Spijk jm 25 icnLK.
Van der Moat van Spijk ja. 24 j. J. Wütrdi
Beekman jm. 30 j. on S. Kuenen id. 28 LH.
Briër jm. 30 j. en J. G' >en jd. 23 j. N.Mark
jd. 29 j. en P. M. Chnspijn jd. 39 j. W. F.
De Wolf jm. 20 j. en Th. Dagelet jd. 22 j. G.
B. J. Simonie jm. 44 j. en J. W. Broek veld jd.
44 j. N. Webbers jm. 22 j. en C. Verhoeven
jd. 22 j. J. De Wit jm. 24 j. en 8. 8. Sjardin
ld. 28 j. J. N. J. Visser Jm. 34 j. en J. L
Reijken jd. 24 jd. J. Van Tongeren jm. 24 j.
en J. W. Van Duuren jd. 23 j. G. Witkoweki
jm. 35 j. en P. Pleyte jd. 28 j. H. C. Briëtjm.
23 j. en F. W. Kaabe jd. 23 j. A. A. Coster
jm. 22 j. en S. Vos jd. 29 j. W. Fontein jm.
34 j. en A. E. Morks jd. 22 j. W. Van Kregten
jm. 26 j. en J. Van Dijk jm. 32 j. H. J. Welling
im. 35 j. en A. M. H. Poell jd. 30J. P. Van
Driel jm. 33 j. en M. M. Van der Havo jd. 26 j.
Z.-A. Republiek.
Het antwoord van den staatssecretaris «p
de hervormingsvoorstellen van d« vertegen
woordigers der myninduetrie is officiéél bekend
gemaakt. Onder verwijzing naar president
Krugers jongste staatkundige verklaring,
spreekt de staatssecretaris de hoop uit, dat
de hand, die der mijnindustrie In goed ver
trouwen wordt toegestoken, niet willens ver
smaad zal worden.
UITLOTINGEN. 2-pCls. Loton Brnssel 2c«-
boven. Trekking van 8 April. Betaalbaar 1 Jaii
1899. Scrio 10883 no» 6 fr. 10,000; s. 622 n. 26 fr.
10C0, s. IC342 n. 12 fr. 600; 8. C92 v. 15 en e.
l'SIS n. 16 elk fr. De volgende nomaier* elk
13» fr. e. 662 n. 1 ea 23; 8. 3161 1, 6. 10 en
31, e. 10' 33 5, 10, 11, 18, 22 en 34, e. 12354 n.
14 ea fi, r. US79 d. 6, 17, 18 en 22, e. 1(3:2 n.
16 en 21. Alle overige nnrrmer», in onderstaando
•erieën vervat, zjjn loebaar met 0: C62 3161 6273
10888 12254 14879 ea 18342.
ADVERTENTIES.
GERARD BBONSGEEST
KM
ELIZABETH CORNELIA VAN DIJK
hopen op den 24aten April a. 8. hunne
45-jarlge EclitvereeaiglDg te herdenken.
Hunne dankbare Kinderen
Behuwd- en Kleinkinderen.
Luden, 10 April 1899.
(Janvossen8te#g Ho. 44.) 2920 9
Geboren
CATHEMÏA ALIDA,
Dochter van
B. VAN BORSTEN en
A. M. VAN DORSTEN—Steeneveld.
Leiden, 9 April 1899.
(Hooge Ryndfik 60c.) 2913 7
Geboren:
9SARIA WELDELniM,
Dochter van
W. O. VAN DER WILK en
M. W. VAN DER WILK-Gans.
Leiden, 10 April Ï899.
(Leegewerf6teeg 16). 2924 7
Heden werden verbiyd door Gods goed
heid met een Hinken Zoon.
N. VERBOOG.
C. M. VERBOOG - Taverne.
Leiden, 10 April 1899. 2932 5
Heden overleed, in den leeftyd van 86 jaar,
onze innig geliefde Vader Dr. PETRUS
LEONARDUS RIJKE, Staatsraad i. b. d.,
Oud-Hoogleeraar aaa de Ryks-Univtrsiteit to
Leiden.
T. A. S. RIJKE, Leiden.
F. W. H. RIJKE, Amsterdam.
Mr. M. RIJKE, Leiden.
Mr. E. RIJKE, Pamekasan (Maöoera).
C. J. RIJKE, Leiden.
J. S. RIJKE, Leiden.
J. P. W. RUKE, Leiden.
S. M. RIJKE, Leiden.
Leiden, 7 April 1899. 2904 14
Heden overleed, tot onze ciepe croef-
heid, onze geliefde Zoon, Broader en
Behuwdbroeder Jbr. Mr. UNICO
HENDRIK STRÏCK VAN LINSCHOTüN,
In den ouderdom van 40 j ren, to Zeist.
Douairière Jhr. H. STRICK VAN
LINSCHOTEN VAN RHIJNAUWEN,
geb. Van Notten.
Jbr. C. J. STRICK VAN LINSCHOTEN.
I. H. A. STRiCK VAN LINSCHOTEN,
geb. Geertsema.
Jonkvrouwe A J. E. STRICK VAN
LINSCHOTEN.
Utrecht, 7 Aprü 1899. 2910 17
Eenigealgtmeenc kennisgeving.
Heden overleed, aa eeno langdurige ziekte,
onze geliefde Oom de Heer SIMON VAN DEN
BERG, in den ouderdom van 84 jaren.
Namens de Fan-^lia:
J. VAN DEN BERG.
Leiden, 9 April 1839.
(Bouwelouwensteeg 9.) 2927 7
Heden overleed, na een langdurig, doch
geduldig lyden, onze geliefde Echtgenoot©,
Moeder, Behuwd- ca Grootmoeder MARIA
JOHANNA ROSDORPF geb. Smit, eerdel
Wed. van CORNELIS VAN DER SLUIJS, in
den ouderdom van 78 jaren.
Mede namens de Familie:
ih. ROSDORFF.
E. KOET-v. d. Smire.
J. KOET.
Den Haag, Wed. P. ROSDORFF.
Leiden, 9 April 1899.
(Hof Barend v. Namen 12 (Hoefstraat).
Bezoeken kunnen met worden afgewacht.
Op verzoek van de overledene zullen geen
uiterlijke teekenen van rouw worden aange
nomen2921 17
Hed9n vervullen wij den treurigen plicht,
kennis te geven van lut ov.rlyden van onzen
innig geliefden Echtgenoot, Vader, Zoon, Be
huwdzoon, Broeder en Behuwdbroeder den
Weleerw. Zeergel. Heer Ds. JOHAN HENDRIK
WILLEBRANDS, ia den ouderdom van 37
jaren. Zyn loven wat Christus, zjjn sterven
gewin.
m aller naam,
M«rr. de Wed. A. M. WILLEBRANDS-
TA* Dörhbebg Hïiden.
Aaelasdektebh, 9 April 1899. 2914 12
Heden overleed, ia baren Heere en Heiland, na
oen langdurig ltjden,»cht en kalm, mflue dier
bare Echtgenoote CATHAIUNA VERHAAR,
in den ouderdom ruim 54 jaren. 2922 6
Runbstjeo, Uit allor naam,
9 April 1899. L. DE MOOY.
Aan hen, die bikken Tan belangstelling
gaten bj) de geboorte onset Dochter, betuigen
wij onzen beleefden dank.
TB. a. DEN HOUTER.
it. a DEN HOOTER-Levh,
Liides, 10 April 1899. 2930 8