MENGELWERK.
Burgerlijke Stand.
zamerhand in de spijzen of dranken over en
zal zonder den minsten twijfel tot chronische
kwikvergiftigingen aanleiding geven.
Een zeer gemakkelijke wijze om zich te
overtuigen of een poeder kwikzilververbin
dingen bevat, bestaat in het daarmede poetsen
van een blaDk koperen voorwerp. Indien kwik
aauwezig is, wordt het koper bijna oogeu-
blikkelijk met een laagje van dit metaal be
dekt en derhalve fraai verzilverd.
Wy waaracbuwen het publiek nadrukkelijk
tegen het gebruik van dit, naar ons mede
gedeeld word, uit Engeland en Amerika ge
ïmporteerd (rood uitziend) poetspoeder. In
Engeland zelf wordt bij aanbovelingen van
poet8poeder voor metalen speciaal gewezen
op de afwezigheid van kwikzilver; met den uit
voer 8ckijntmon zooals trouwens meestal 1
het zoo nauw niet te nemen.
Voor eenige jaren heeft men getracht hier
to lande langs dien weg kwikhoudende
watertjes te slijten ter verzilvering van metalen
voorwerpen, hetgeen toen van overheidswege
verboden is geworden. Nu echter groote
fabrieken dergelijke waren gaan afleveren, is
het van publiek belang te voorkomen, dat
zulke zware vergiften een plaats in onze huis
houding vinden.
Een daad van wandalisme?
Opruiming der Intercommunale Telephoon-
verlnndtng door het Bestuur van den
Haarlemmermeerpolder.
Op Dinsdag 28 Maart heeft het Polder
bestuur van Haarlemmermeer, dat ten vorigen
jare voor de rechtbank te Amsterdam proce
deerde tegen de Noderlandscbe Bell-Telephoon-
Maatschappij, om opruiming te verkrijgen van
de geloidmgen, die door de Meer loopen, en
tegen den Staat der Nederlanden, om die
opruiming te gehengen en te gedoogen,
gelijk wij reeds mededeelden het vonnis
van 27 December 1898, waarbij de vordering
tegen de Nederl. Bell-Telephoon Maatschappij
was toegewezen, maar tegen den Staat niet-
ontvankeljjk verklaard, doen ten uitvoer leggen
door dat gedeelte van de intercommunale
telephoonleiding tusschen Amsterdam en Rot
terdam, dat door de Meer loopt, en wel van
de „Lyndsn" af tot Hoofddorp toe, te doen
opruimen door de draden af te snijden en de
palen af te zagen, en een begin gemaakt met
de geleiding van Hoofddorp naar Leimuiden.
Het go val is te merkwaardig, zegt de
„Haarl. Crt.", om er niet nog eens op terug
te komen. Het hesft er toch veel van of hier
de gevreesde .sterke arm", waarvan de von
nissen als ultimum remedium gewagen tegen
over onwillige tegenpartijen, aan het werk
is geweest. De in het ongelijk gestelde party
dient zich aan de uitspraak des rechters te
onderwerpen, zoo niet goedschiks, dan kwaad
schiks. En nu lykt ons het vreemde van het
geval het schier ongelooflijk feit, dat de
Staat zelf, die in de eerste plaats het goede
voorbeeld moest geven van zich aan de souve-
reine macht der wet te onderwerpen, zou
behooren tot do onwilligen, die niet anders
dan door geweld tot hun plicht zijn te bron-
geD, die zich liever een schade getroosten,
welke wij op ƒ20,000 hoorden begrooten, dan
vrijwillig te doen wat de rechter bevolen
heeft. Te eigenaardiger is hot geval, nu wy
te doen hebben met een recbtsstrijd tusschen
3penbare machten. Is het inderdaad noodig om
)cze tot oplossing te brengen, dat meD, zooals
het Polderbestuur deed, tot gewold de toe
vlucht neme, dan komt het ons voor, dat er
aan onze rechtspleging iets hapert, dat voor
ziening eischt. De vraag blijft natuurlijk, of
het Pol Jerbestuur inderdaad verplicht was tot
dit schijnbaar wandalisme over te gaan.
Uit hetgeen reeds is medegedeeld omtrent
den loop, en den afloop, van bet kort geding,
voor den president der rechtbank te Haarlem
gevoerd tusschen den Staat der Nederlanden
als eischer, en het Polderbestuur van den
Haarlemmermeerpolder als gedaagde, zal de
lezer begrepen hebben, dat de verwering van
den polder, waarmede de president heeft
ingestemd, deze was: bet betreft een vonnis,
door de rechtbank te Amsterdam gewezen
tusschen ons, welk vonnis de polder thans,
nu do tjjd voor hooger beroep verstreken is,
executeeren mag en moet, en daartegen kan
de Staat zich niet verzetten, althans niet by
don president te Haarlem.
Omtrent dat vonnis van de Amsterdamsche
rechtbank, gewezen 27 December 1898, nog
het volgende:
Daar was het Polderbestuur, dat vroeger,
in 1888, aan de Ned. Bell-Telephoon-My.
concessie had verleend voor het aanleggen
van een telephoonlfln langs den Ringdijk van
den polder van Halfweg naar Leimuiden, dat
als eischende partij optrad, en op grond van
geëindigde concessie reeds in 1897 de opruiming
Van do palen en geleiddraden had gevorderd.
Toen had do Bell-Telepboon-My. geweigerd
daartoe over te gaan, waarop vanwege het
Polderbestuur een aanvang was gemaakt met
het opruimen der geleiding. De Staat bad
echter onmiddellijk de leiding doen herstellen
en de palen weder geplaatst; dat waren er
,toen slechts enkele. Maar thans vroeg do
polder machtiging van de rechtbank tegen de
Ned. Bell-Telephoon-Mij., om zelf, met behulp
desnoods van den eterken arm, te mogen
opruimen wanneer de N. B.-T. in gebreke
mocht blijven om binnen 14 dagen na de
beteekeoing van het te wijzen vonnis te
voldoen aan de tegen haar uitgesproken ver-
oordeeling tot opruiming. De Staat der
Nederlanden werd mede gedagvaard om te
gebengen en te gedoogen deze opruiming, en
•n zicb daartegen niet te verzetten en er
/sch niet weder, als in 1897, in te mengen.
Tegen dezen eisch verzette zich de 1ste
gedaagde, dn N. B.-T.-Mi)-, geenszins, maar
verklaarde zich bereid aan de tegen baar uit
te spreken veroordeeling te voldoen en de
palen, enz. te verwijderen, maar verzocht
buiten de proceskosten te blijven.
De 2de gedaagde echter, de Staat der Ne
derlanden, verzette zich tegen de ingestelde
vordering, voorop stallende, dat deze tegen
den Staat niet-ontvaokelük is, daar uit een
bestoursbandeling, als de door den polder tot
wederopzegging verleende vergunning, geen
verbintenis ten civiele kan voortspruiten op
grond waarvan men een vordering als de thans
aanbangig gemaakte zou kunnen instellen.
Verder werd voor den Staat betoogd, dat de
tslegraafwet (van 7 Maart 1882) op telephonen
mede van toepassing Ib, dat bovendien deze
palen en deze leiding voor telegraaf en tele-
pboon dienst doen; dat de Staat do aan de
N. B.-T.-My. opgezegde concessie van deze
heeft overgenomen en baar voortzet, niet
krachtens een door den Staat van den polder
verkregen concessie (welke de Staat nooit
van dezen heeft willen vragen noch aanvaarden),
maar krachtens zijn eigen zelfstandig recht,
namelijk de concessie van 15 April 1888 voor
de lijn AmsterdamRotterdam, waarvan deze
lijn een deel uitmaakt, aan de N. B.-T.-Mij.
verletnd, bij welke is bepaald, dat by het eindi
gen der concessie de Staat de lijn overneemt
tegen betaling van de aanlegkosten, hetgeen
de Staat heeft gedaan; bij heeft tegen be
taling dier kosten de lijn overgenomen. Do
genoemde concessie van 15 April 1888, door
den Staat aan de N. B.-T.-Mlj. verleend voor
delyn AmsterdamRotterdam, ging dus vooraf
aan de polderconcessie.
De pleidooien werden te Amsterdam, even
als te Haarlem voor den president, gehouden
voor den polder door mr. K. J. Pnflips en voor
den Staat door den landsadvocaat mr. W.
Tborbecke. Bij haar vonnis wees de Amster
damsche rechtbank de vordering tegen de
N. B.-T.-Mij. toe, met machtiging om zelf
op te ruimen, zooals was gevraagd, maar
verklaarde den eischer tegen den 2den ge
daagde niet ontvankelijk, omdat het naar het
oordeel der rechtbank niet aangaat om zoo
terloops aan een eisch als tegen de lste
gedaagde werd ingesteld, een eisch tegen den
2den gedaagde vaBt te koppelen, en de eischer
maar moet afwachten of, indien hy het vonnis
tegen de N. B.-T.-Mij. executeert, de Staat
iets zal doen, en zoo ja, wat, en de eischer
werd veroordeeld in de kosten, aan de zjjde
van den Staat gevallen. Aan oen derde, wiens
rechten mogeiyk gekrenkt zullen worden
door de executie van een vonnis, zal het
vrijstaan op de wyze, bi) de wet bepaald (door
derde verzet), daartegen op te komen, maar
het gaat niet aan alvast bij voorbaat tegen
een derde een veroordeeling van de recht
bank te vragen.
Wat er verder is gebeurd hebben w|j hier
boven in herinneriog gebracht. De polder
heeft met man en macht op 28 Maart de
geheele leiding, niet maar een paar palen,
maar de geheele leiding van Halfweg tot
Hoofddorp doen wegruimen, en daarop is door
den Staat van den president der rechtbank
te Haarlem, op wiens rechtsgebied de hande
lingen waren gepleegd, een bevel gevraagd
om de aangevangen opruiming te doen staken.
De president verklaarde zich by het vonnis
van 1 April j. 1. onbevoegd en dienzelRen
dag werd aan den dijkgraaf io _pexsoon de
dagvaarding in hooger beroep b\j het gerechts
hof te Amsterdam beteekend.
Door den Staat der Nederlanden is appèl
aangeteekend tegen het vonnis, waarbjj de
president van de Haarlemsche rechtbank zich
onbevoegd verklaarde om in het hangende
geschil uitspraak te doen.
Donderdag werd op last van het bestuur van
den Haarlemmermeerpolder door werklieden en
in bijzin van den deurwaarder Glaztr, die in
deze exploot deed, voortgegaan met de afsnij
ding oer draden en hot afzagen der palen van
de intercommunale tolephoonleidiug Amster
dam—Rotterdam. Het giDg nu vaD het stoom
gemaal de Lijnden tot Leimuiden.
Maatschappij van Weldadigheid.
Zooals reeds vroeger is medegedeeld, zal
van 10 15 dezer maand in ons land een
collecte worden gebouden voor de Maat
schappij van Weldadigheid te Frederiksoord.
Is een aanbeveling Dog noodig?
Te midden van den strijd om het bestaan
vervolgt de Maatschappij van "Weldadigheid,
de grootste philanthropische vereeniging in
Nederland, rustig haar weg, zonder ophef,
zonder eenig vertoon, doch trouw zorgend
voor do aan haar boede toevertrouwde ge
zinnen.
Door het verschaffen van werk op ver
schillend gebied, behoedt z\j die gezinnen
voor armoede; door degelijk en verplichtend
gesteld onderwijs treedt zij streng pedago
gisch op en vormt het jongere geslacht tot
nuttige leden der samenleving; door het
verplegen van 200 weezen in het gezin ver
goedt z\j dien kinderen het gemis aan ouders
en is zij een reddingsboei voor velen, oie
anders in de maatschappij, m den strfld om
op eerlijke wtjs het dagelijfcsch brood te ver
dienen, ten ondeT zouden gaan. Zy is dien
menschen ten zegen.
Strikt neutraal op godsdienstig gebied,
doch ook weer zorgend, dat ieder naar zjjn
geloof z(jn plichten kan vervullen, is de
Maatschappij een instelling, waarmede velen
in een Lnde, van welken rang of stand, van
welke party ook; sympathiseeren.
Een philanthropise inrichting als deze
kim niet bestaan zonder geldeiyken steun
van buiten.
De boerdtryen, de fabrieken en werk
plaatsen, ci9 alle zijn even zooveel scholen
voor aankomende jongelieden. Juist omdat
alle artikelen vervaardigd worden door leer
lingen, zyo de productie-kosten hoog. De
winst is niet in geld uit te drukken; z(j
bestaat in het 60-tal jongelieden, die ieder
jaar, goei toegerust, de Maatschappij ver
laten.
Ontginningen van woeste gronden voor
werkverschaffing, op groote schaal door haar
ter hand genomen, eischen aanvankelijk
groote offers.
„Wilt go u overtuigen? Komt en ziet ons
aan 't werk/' zegt de directenr. „Wy zijn
overtuigd, dat wy uw sympathie zullen
winnen. Door de kleinste gave draagt ge
by tot de instandhouding oener hoogst nut
tige instelling en oefent gy daardoor zelf de
dankbaarste philanthropie uit."
De vergeten vrouw.
L
Hst is zeer goed mogelijk, dat eon reiziger
na een verbiyf van eenige dagen in een hotel
in een kast of in de een of andere lade van
oen meubelstuk kleine voorwerpen, die door
hem weinig of niet meer gebruikt worden,
laat liggen. Deze dingen hebben meestal geen
waarde; anders zouden ze den bedienden een
aardige bijverdienste oplevereD, die oude
schoenen, versleten dassen, vuile linten, ge
broken parapluies, oude minnebrieven, por
tretten, manchetten, boorden I Maar een logeer
gast kan nog vrygeviger, dat wil zeggen nog
vergeetachtiger zyn. Dit was bijvoorbeeld het
geval met den heer Lamotbe, een suikerbakker
uit Parijs, die in het vorige jaar op zekeren
dag te Avignon kwam, met de grootste nauw
keurigheid om de drie dagen zyn rekening
betaalde en plotseling zonder iemand iets er
van te zeggen zyn handkoffer opnam, zich
naar het station ryden liet en met den snel
trein afreisde met achterlating van zijn vrouw.
Was de heer Lamothe onvergeeflijk ver
geetachtig, de dame bezat gelukkig heel veel
geduld. In plaats van te klageD, te weenen,
te vertwyfelen of zich af te geven aan het
bureau van gevonden voorwerpen, wachtte
ze rustig af, tot men op een gelukkig oogan-
blik harer gedenken en haar weder afhalen
zou. Daar dit oogenblik echter nog lang kon
uitbiyven, liet ze zich in hetzelfde hotel dage
lijks twee flioke maaltijden opdienen, nam
's morgens haar chocolade, daarna 's middags
een paar glazen madera met oen beschuitje
en in den namiddag eenige kopjes thee met
toebehooren.
Verveelde de goede vrouw zich misschien,
vermageren deed zo bepaald niet.
Na verloop van een veertien dagen echter
meende de hotelhouder met zyn rekening
voor den dag te mogen komen.
„Ik kan ze niet betalen. Zoodra mijn man
my komt balen, zal hy do zaak wel regelen,"
antwoordde de vrouw kalmpjes.
Tegen zulke overtuigende argumenten was
niets in te brengen, maar er verliepen é6nt
twee maanden, de winter was op den herfst
gevolgd er verscheen geen echtgenoot. De
rekening grooide aan, groeide aan, alle dagen
kwam er meer by, veel meer!
IL
Zoo was dan de rekening tot een bedenke-
ïyke hoogte gestegon. De hotelhouder begon
2eer bezorgd te worden, maar daar hy erg
schuchter was en mevrouw Lamothe hem door
lengte, grootte en dikte en haar acht en dertig
jaren veel ontzag inboezemde, deed hy met
duizend verontschuldigingen en in de keurigste
vormen nog een zwaren stap:
„Is u er werkelijk zeker van, mevrouw,
dat mynheer uw echtgenoot zich herinneren
zal, dat hy u hier vergeten heeft?"
Zeker 1 Maar hy is zoo verstrooid, dat
men by hem voor niets kan instaan. Ik denk
echter, dat na zoo langen tyd de wenschmy
terug te zien wel hy hem kan opkomen 1"
„K\jk eens, mevrouw; ik wilde wel graag
zeker vaD myn zaak zyn; hot geldt de ver-
offeDiDg der kleine rekening van
„Nu, er is toch een eenvoudig middel:
schryf direct aan mynheer Lamothe. Hier is
zyn adres."
Zeer verheugd over dezen raad schreef
mynheer Guerin nog denzelfden dag het vol
gende aan den vergeetaebtigen echtgenoot:
„Geachte HeerI
Nadat mevrouw uw echtgenoot© na nw
vertrok in myn hotel vertoefde en hier op u
wachtte, heb ik haar zelf wel met genoegen
hier gehouden, doch zóó kan het niet langer
gaan.
Ik verzoek u daarom haar zoo spoedig
mogeiyk af te halen of, daar uw aangelegen
heden my niets aangaan, my van baar tegen
woordigheid te ontslaan en bygaande rekening
voor kost en inwoning te voldoen. De pryzen
zyn zeer laag gesteld.
Aanvaard, geachte Heer, de gevoelens
my oer grootste hoogachting,
Uw dienaar
Guerin."
Den dag daarop kwam het antwoord in:
„Geachte HeerI
Aangezien myn vrouw in uw hotel is en
zich daar op haar gemak gevoelt, kan ze er
ook biyven; ik voel geon verlangen naar haar
en u kunt ze zoo lang houden als u maar
wilt. De rekening betaal ik niet. Ik heb niets
besteld en ben dus niets schuldig. "Wend u
tot myn schoonmoeder, die een Hongaarsche
is en in Pesth woont. Is u in staat ook maar
éón kreuzer van haar los te krygen, dan is
u evon handig als ik verbaasd zal zyn.
Lamotbe."
Verpletterd begaf de hotelhouder zich zia
het lezen van deze regelen naar zyn logóe.
„Mevrouw," zeide hy op huilerigen toon,
„ik heb tyding van uw echtgenoot."
„Werkeiyk, en maakt hy 't goed?"
„Dat hoop ik, doch eigeniyk spreekt hy
niet van zyn welstand; hy wil me de reke
ning niet betalen 1"
„Is het raogeiyk? Dat is net iets voor bem,
maar ik kan er niets aan doen. Hy heeft myn
heelen bruidsschat en ik heb niets I"
„Drommels, mot alle achting voor u kan
ik u toch niet voor niemendal houden 1"
„Nu, er is nog een uitweg. Myn man is
wettelijk verplicht voor me te zorgen. Klaag
hem aanl"
„Aanklagen! VoortreffelijkI Uhebtgelyk!"
III.
Aanstonds ging de heer Guerin naar zyn
advocaat, die do zaak uitstekend vond en het
beste succes voorspelde.
De aanklacht werd onmiddellijk ingediend
en, den afloop afwachtend, bleef mevrouw
Lamothe natuurlyk in het logoment. Zoo ver
liep de winter en het duurde niet lang of er
ontstond een harteiyke verhouding tusschen
hotelhouder en gast Er vertoefde geen andere
logé in het hotel. Ze gebruikten dus Bamon
de maaltijden. Er werd dan gekeuveld over
koetjes en kalfjes en tot tydvenlryf een
partijtje gespeeld. Ook vertelde hy, die een
echte praatvaar was, de nieuwtjes; biy, dat
hy zoo'n aandachtige toehoorster bad. Zy,
het mets-doen moe, begon overal mee te
helpen, raad te geven, goede voorstellen te
doen en in alles de hand te hebben. Ook in
gewichtige aangelegenheden mengde ze zich
en vond veel veranderingen ter wille van de
welvaart der zaak noodig. Met het oog op
het naderend seizoen moest men de eetzaal
vergrooten door het wegbreken van een muur.
Terstond werd met het werk aangevangen en
nu kon op aanplakbiljetten gedrukt worden:
„Diners voor bruiloften. Ruimte voor hon
derd personen."
De heer Guerin Btond verbaasd over de
geestesgaven en de eigenschappen van zyn
logée. „Wat een vrouw!" zei hy by zichzel-
ven; „ach, had ze maar niet het gebrek haar
rekening niet te kunnen betalen l"
Het procoB ging door, doch er kwam geen
eind aan. Was echter de heer Guerin eerst
vol ongeduld geweest, thans verdroeg hy het
talmen met gelatenheid.
IV.
Op zekeren dag ontving hy van zyn advo
caat een brief met verrassenden inhoud: juist
den dag vóór de uitspraak was de heer
Lamothe over den boulevard Montmartro te
Parys gegaan, uitgegleden en onder de wielen
van een omnibu9 geraakt. Da beenen moesten
hem afgezet worden en gedurende de operatie
was hy bezweken.
„Sapperloot, dat is een mooie geschiedeniB 1"
liep de heer Guerin.
Tot zyn eer moeten we zeggen, dat zyn
geld hem minder ter harte ging dan de vraag
hoe mevrouw Lamothe het bericht zou opne
men. Doch ze was bewonderenswaardig m
haar moreels kracht en haar tact; ze vond
de juiste maat van droefenis, houding en ont
roering tevens. Nadat ze den heer Guerin om
een onderhoud verzocht had, zei ze:
„Hebt u genoeg vertrouwen in me, om me
nn met myn bagage te laten vertxekkeD,
zonder dat ik terstond betalen kan?"
„Wat, u wilt vertrekken?" vro9g de ver
raste hotelhouder.
„Het is noodig l"
„Waarom? Bevalt het u hier niet?"
„Integendeel. Ik gevoel me hi9r byna thuis.
Maar nu is myn toestand veranderd. J3y hot
leven van myn man achtte ik my verplicht
te blyven waar hy my gelaten had; maar nu
ben ik weduwe en vrij 1 kan niet altyd in
een hotelkamer leven; ik hunker naar eigen
huia en haard. De eenzaamheid begint me
ook zwaar te vallen. Ik zal eerst gelukkig
zyn met iemand, die my liefheeft en dien ik
gelukkig kan maken I"
Verbluft en verrast ging de heer Guerin
naar zyn kamer en ontdekte plotseling, dat
zyn leven zonder haar hem ondraaglyk leek.
Hy verborg zyn hoofd in zijn handen en begon
na te -denken. Na korten tyd sprong hy op,
deed zyn mooiste jas aau, wipte de trap op,
klopte aan nommer 4, trad binnen en zei,
zoo snel hy spreken kon, om den moed niet
te verliezen:
„Mevrouw, ik geloof, dat ik de beste oplos
sing gevonden heb. Do rekening, nw weduw
staat, uw vertrek, uw verlangen naar liefde,
mijn geluk, alles kan ik met één woord oplos
sen: Trouwl"
„Hoe zoo, hoe zoo?"
„Trouw met my! Laten wy trouwenAnt
woord ja, maar gauw, gauwl"
Nu zal men begrypen en billyk vinden, dat
mevrouw Lamothe niet geheel zonder tegen
stribbelen dit ja kon zeggen, doch ze had ook
tact genoeg, niet te lang te talmen en zoo
werd de vergeten vrouw spoedig meeBteres
in huis, waar ze het zoo lang als gast uit
gehouden had.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De rochter van instructie Fabre heeft zyn
beschikking genomen in de zaak van den
„Bond voor de rechten van den mansch en
van den burger".
De heeren Duclaux en Grimaux, viee-presi-
öenten; Matthias Morhardt, secretaris, tn Fon
taine, lid van het comité, zyn gedaagd voor
de corro.tioneele rechtbank.
De instructie tegen de liga's is hiermede
afgeloopen.
De Fransche procureur-generaal heeft den
rechter van instructie Fabre opgedragen
ook tegen de „Jeunesse Royaliste" een ge
rechtelijk onderzoek in te stellen. In het
bureau van dit comité is alvast een huis
zoeking. gedaan, waarby eenige papieren
werden in beslag genomen.
De president is te Montélimar, zyn ge
boorteplaats, Donderdagmorgen te 10 uren
aangekomen. Een ontzaglyke menigte ont
ving hem aan bet station.
Duiteohland.
Dinsdagavond heeft de Senaat van Ham
burg aan een offici&elen feestmaaltijd in de
keizer zaal ten stadhuize do vertegenwoordigers
van den keizer, admiraal Köster, graaf Wolff-
Metternicb, benevens de eigenlijke helden van
het feest, kapitein Schmidt en de officieren
en machinisten van do „Bulgaria", vereenigd.
By het diner, dat te Baden-Baden plaats
had op den SOsten geboortedag van vorst
Hohenlohe, heeft deze verklaard, dat hy op
zyn post zal blyven zoolang het den keizer
zal behagen hem er te behouden.
De derde zoon van den Duitschen keizer^
de byna vijftienjarige prins Adalbert, vertrekt
tegen het eind van Juni op een reis om do
wereld, di9 ongeveer tien maanden zal duren.
De reis gaat naar Zuid-Europa, Egypte, Oost-
Afrika, Zuidwest Afrika, Zuid-Amerika en
West-Indië.
Ten gevolge van nieuwe politieke by een
komsten beginnen de uitzettingen in Noord-
Sleeswyk weder met moer strengheid. De
eigenaars van koffiehuizen, die hun loka
len hebben verhuurd aan de menschen, die
deze bijeenkomsten hebben georganiseerd, zijn
het voorwerp van hevige politiemaatregelen.
De heer Adolf Vogler, de oprichter van
bet bekende advertentiebureau Haasenstein
en Vogler, is op 1 April te Hamburg overleden.
Men heeft opgeteld het aantal-ridderorden,
welke in het afgeloopen jaar door den
Duit3chen keizer zyn uitgedeeld. Men heeft
d.<arby een cyfer van 9185 nieuwe adders
gekregen in de orden van Zwarten Arend,
Rooden Arend en Bohenzollern. In vorige
jaren was bet gemiddelde cyfer 6000 tot 7000.
Spanje.
De hertog van Yisiahermosa is tot Spaanscb
gezant in St.-Petersburg benoemd.
De Herald o" beweert te weten, dat
eenige ministers aan de financieplannen van
den minister van financiën passieven tegen
stand zullen bieden. De minieters van oorlog
en van marine zouden met een vermindering
van hun budget niet tevreden zyn, integendeel
een vtrbooging der uitgaven voorsteilen.
Het blad „Economista" verzekert, dat do
minister van financiën van plan is een rente-
belasting in te voeren en de schulddelging te
staken. Het blad merkt dan op, dat spoedig
waarschyniyk hot verdrag met de hypotheken-
bank over het waarborgen van een leaning van
3D millioen peseta's ondertekend wordL D®
„Heraldo" zegt, dat de minister van financiën
het stilzwygen bewaart over de toenemende
belastiQg, die op de renten van de staats
schuld is gelegd. Maar het gerucht ging, dat
de belasting tusschen 20 en 25 procent zou
bedragen.
Do Spaansche vlottende schuld bedraagt
572 millioen. In Maart is zy met 13 millioen
verminderd. De belastinginkomsten bedroegen
in die maand icy3 millioen. De vermeerdering
van 2'Js millioen is te danken aan douane
rechten.
De Koningin-Regentes onderteekentie een
decreet, waardoor do vroegere wet over den
verkoop van Spaansch9 wynen weder van
kracht werd.
De Koningin Regentes heeft aan zeven
ter-dood-veroordeelden gratie verleend.
Omtrent de Spaanscbe gevangenen op de
PhilippyDen is nog geen officiéél bericht ont
vangen; slechts wordt medegedeeld, dat 22
gevangenen uit do stad San-F6rnando zyn
ontkomen.
Uit Madrid wordt gemeld, dat do Koningin-
Regentes de regeering moade is, te meer,
omdat zy niet populair is. Zy moet voornemens
zyn wederom in het huwelyk te treden en
wel mot een Oo6tfimrykschen aartshertog en
het regentschap over te dragen aan de tante
van den jongen "koning, prinses Isabella, die
by alle partyen geliefd iB.
Wat van deze geruchten waar is, zal de
toekomst moeten keren, zegt een telegram
aan de „Berliner Lokal-Anzeiger."
WARMOND. Geboren; Joannes Coraelis, Z.
van J. C. Van Winsen en M. Balkenende.
Leonardus, Z. van A. Van Leeuwen en H. Van
Leeuwen. Hiltje, D. van J. Brainsma en H.
Tuinstra.
Ondertrouwd; C. Van Ryn 39 j., wedr, van
A. M. Onderwater, en A. M. Onderwater jd. 28 j.
ZOKTERWOUDE. Geboren: Petras Angns-
iinus, Z. van P. v. Rijn en H. Warmerdam.
Overleden; LevenL Z. van P. J. Karremans
en J. v. d. Akker. C. v. Leouwon 53 j., eebtg.
van M. Ammerlaan. W. De Klerk, 50 j-, wea.
van M. Vermeulen.