Bears van Amsterdam.
De zaak Dreyfus-Pieqnart c.s.
Uit de verklaringen, door den rechter van
lüstructie Bertulus afgelegd voor het Hof van
Cassatie, zy hier nog aangeteekend zyn me ie
deeling, dat op den tweeien dag van het
Zola-proces, toen by voor een andere zaak
inlichting vroeg aan generaal Gonse op diens
bureau, deze hem uit eigen beweging begon
te spreken over de Dreyfus zaak. By het heen
gaan zei je de generaal tot hem:
„Gy ziet, Ficquart, zeg hem vooral, dat van
zyn houding op de terechtzitting zijn gebeele
loopbaan afhangt; hy weet, dat ik hem in
waarde boud". Later voegde by er nog aan
toe: „Doe uw best hem te don begrijpen, dat
gy uit goede bron de verzekering hebt, dat
zyn militaire loopbaan niet verbroken zal
w or Jen, wanneer by militair weet te biyven
Da heer Bertulus liet hierop volgen:
„Wanneer ik op cit incident nadruk leg,
dan is het, omdat hot zwaar gewogen heeft
in myn gemoed. Zoolang de debatten m het
Hof van Assises duur Jen, heb ik Picquart
twee keeren per dag gezien, vóór en na de
zitting.
Telkens heb ik myn best ge laan, denkende
aan wat generaal Gonse my had gtzegd, hem
te herinneren wat een officier van zyn rang
verplicht was aan het leger, waarvan hy een
der bevoorrechten was geweest. Ik moet zeg
gen, cat dit nooit moeilyk voor my is geweest,
want Mk-ns vond ik kolonel Picquart even
k.«l-u, e7en besloten om militair te blijven al3
men inet mo^eiykheiJ kon wenscben. Hy
had i y verschillende incidenten ia het Zola-
proc:S een waar schandaal kunnen verwekken;
en toen ik hem later geluk wenschts met zyn
housing, antwoordde hy my, dat, zoolang hy
de eer zou hebben de epauletten te dragen,
hy daaraan alles zou opofferen."
Persooniyk stond Picquart ook fcy Her.ry
sn Du Paty in hooge achting. Dit b'ykt uit
de volgende mededeeling van rechter Bertulus:
„Eenigen tyd na het duel van luitenant-
kolonel Henry met luitenant-kolonel Picquart
ODtmo8tte ik den eerstgenoemde; ik vroag hem
waarom hy, voor de volle zaal, Picquart zoo
heftig had tegengesproken. Hy' antwoordde:
„Dat is gebeurd in hot vuur van de debatten;
maar ik heb nooit de bedoeling gehad Picquart
voor een leugenaar uit te maken; Picquart is
oon styfkop, maar hy is een fatsoeniyk man
Hy voegde er by: „Laatst nog, aan het depar
tement, toen sommigen twyfel opperden om-
trt-r.t de wyze, waarop Picquart het geheim
kon bewaren omtrent de namen van onze
geheime agenten, ben ik voor hem in de bres
gesprongen en heb ik verzekerd, dat by niet
in staat was zulk een slechte handeling te
begaan."
Ook Du Paty de Clam verzekerde aan Ber
tulus meermalen, dat hy Ficquart hield voor
een fatsoenlijk man.
Op de vernietigende verklaring van rechter
Bertulus 1 «at do „Figaro" in haar nummer
van jister n volgen een tegenspraak geen
wederlegging - van genera-1 Rogtt, afgelegd
vo r het öof van Cassatie op 28 Januari en
3 Februari.
Al datgene, wat in dos heeren Bertulus
getuigenis zoo zo r bezwarend is voor Henry
j. s., wordt door generaal Roget eenvoudig
pntken', maar zyn tegenspraak, zegt het
„Hbl.", verliest zeer veel van haar waarde
door zyn illoyaal karakter. In stede toch van
bloot te ronstatoerendit of dat is onwaar,
begint de getuige met den persoon van den
hoer Bertulus verdacht to maken, en dat is
oen wyze van doen, in deze treurige zaak te
dikwfils toegepast, dan dat wy dentengevolge
ni t ons geloof in de betrouwbaarheid van den
getuige zouden verliezen.
Generaal Roget begint met do verklaring,
dat albs, wat de heer Bertulus had gezegd,
meer pl.it voor zyn ver eeldingskracbt dan
voor zijn waarheidsliefde, en sprak zyn ver
ontwaardiging uit over een magistraat, die
zulk^ verklaringen kon afleggen. Hy insi-
Du-ert, dat Bertulus hem on Henry wilde
lokken in een valstrik; de rechter bad den
chef van het kabinet van don minister van
oorlog will n bewegen hem in zyn kabinet
te komen bezo.ken, om later te kunnen
spreken van een inmenging der regeering in
de zaak-Esterbazy. Natuurlijk verzuimt de
generaal daarvoor oenig bewys aan to voeren,
alleen deelt hy mede, dat volgens zeggen
van magistraten, die hy niet eens om hun
oordeel had gevraagd, Bertulus een vivour,
een speler was, „die in geldnood verkeerde en
tot alles iu staat is."
Het was noodzakelijk om dit voorop te
stellen alvorens over te gaan tot de eigenlijke
tegenspraak van generaal Roget.
Volgens dezen getuige dan is niet waar het
g heelo toone-1, tusschen Bertulus en Henry
by hun onderhoud afgespeeld, want: „Henry
keerde volkomen kalm aan het ministerie
terug; hy was volstrekt niet ontroerd door
wat by had gozien of gehoor'. Hy was vol
maakt gewoon en hy scheen hoogst voldaan
ovc-r het gesprek, dat hy met Bertulus had
gehad, en de welwillendheid van dezen ma
gistraat. Hy sprak over het verlangen van
den heer Bertulus om my t) zien. Hoe kan
men volhouden, dat na zulke ernstige beken
tenissen Henry myzelf zou vtrzoeken, en
daarop aandrong om den heer Bertulus te
gaan opzoeken, die my dez9 bekentenissen
zou kunnen vertellen?"
Zooals men weet, zou volgens den heer
Bertulus Henry hem verzocht hebben niets
te doen voordat hy gen raai Roget had ge
sproken, „die niet zou aarzelen onverwyid
by my (Bertulus) te komen."
Tot bevestiging van zyn zeggen meent
gontraal Roget tj moeten opmerken, dat er
een vtrslag van bet öixsto onderhoud tus
schen Henry en Bertulus bestaat, in vragen
en antwoorden door Heory neergeschreven
onmiddellijk na zyn terugkomst. Men vraagt
zich onwillekeurig af waarom Henry wel een
verslag zou hebben geschreven van een ge
sprek met den heer Bertuiue, wanneer dit
gesprek inderdaad, zooals generaal Roget
beweert, niets btlao*ryks inhield. Wfl heb
ben hier tevens gelegenheid generaal Roget
te betrappen op een onjuistheid. Zelf gevoe
len ie, dat dit verslag van Henry welwatvtr-
dacht is, verklaart by, dat er een levende en
niet verdachte getuige vau dit onderhoud is,
nl. kapitein Junck. De generaal, wiens tegen
spraak op de verklaringen van Bertulus overi
gens beter in elkaar zit dan zyn betoog
voor de schuld van Dreyfus, vergeet daar, dat
kapitein Junck alleen tegenwoordig was by
het derde onbelangryke onderhoud van Henry
met Bertulus en niet by het eerste, waar
de bedoelde feiten zich zouden hebben voor
gedaan.
Generaal Roget ontkent verder, dat by de
door Henry medegenomen stukken een docu
ment zou zyn met den plaatsnaam Bazel en
de letter C„ hoewel kapitein Cuignet by
zyn verboor blyken had gegeven dit stuk
en zyn herkomst, gelyk die was aangogeven
door den heer Bertulus, te kennen. Volgens
hem nam Henry uit het dossier-Esterhazy
drie volkomen onbelangryke stukken medp,
„zoo onbelangryk dat minister Cavaignac,
die de gewoonte had alles wat maar eenigs
zins van belaog was in zyn eigen kabinet te
houden*.ze my. teruggaf nadat by ze ingezien
had". Henry zóu die onbelangrflke stukken
enkel «]ediegebrach£ hsoben, wyl daarin
sprake was van een buitönlandsch agent te
Brusstl en van betrekkingen, welke Dreyfus
met dezen agent zou hebben gehad.
De gescbiedtnis van het uitleiden ver
schuift generaal Roget naar bet derde ODder-
houd met deze onaannomeljjke verklaring:
Henry, voortz ttende de scherts en den
toon, welke by het onderhoud had voorgeze
ten, zei Je by het afscheid nemen: „Als de
journalisten my in zulk gezelschap zien zul
len zy cenkeo, dat ik gearresteerd ben'
waarop de heer Bertulus hem by den arm
vattende zou hebben geantwoord: „Waarde
vriend, ik zal u tot bet eind van de g*lery
brengen".
Nogal merkwaardig is, dat generaal Roget
protesteert tegen wat by noemt de „insinuatie"
van Bertulus, dat hy Henry een hart onder
den riem had gestoken. Hy verklaarde, dat
zulks niet noodig was, wanthet gewet n
van Henry is altyd zuiver geweest!
Betreffende generaal Rogets critieken op
de getuigenverklaringen van Picquart en
kolonel CorJier zy hier nog slechts aange
stipt uit zyn verklaringen omtrent Esterhazy
de merkwaardige insinuatie, dat Esterhazy
een agent van bet Dreyfus-syndicaat zou zyn
en van dit syndicaat geld zou hebben gekregen
voor zyn leuger.8l
Esterhazy toch zeide, dat hy betaald is om
te liegen.
Het motief voor bet verraad van Dreyfus
was, dat by verbitterd was over do slechte
aanteekening, oie hy verkreeg by het verlaten
van de krygsschool, wat hy beschouwde als
een onrecht, jegens hem gepleegd omdat hy
een Jood was.
Roget bestreed verder de verklaringen van
overste Picquart, oie by „leugenachtig" noemde
en verzocht met hem geconfronteerd te
worden. Hy zelde nog, dat de verklaring van
kolonel Cor-ier vol onnauwkeurigheden is over
den informatiedienst, dien by niet kende; en
dat de minister Develle zich tot echo gemaakt
had van uitingen, die van belachelyken nay ver
biyk gaven.
De openbaarmaking van deze verklaringen
beeft al dadelijk aanleiding gegeven tot
nhuwe incidenten en tot een tegenspraak.
De heer Joseph Reinach heeft aan presi
dent Mszeau het volgende scbryven gericht:
Generaal Roget gelhft ia zyn verklaring
van 3 Februari voor bet Hof van Cassatie
myn geschiedkundige studién over de be
trekkingen tusschen Henry en Esterhazy een
lage lastering te noemen.
„Een weinig verder zegt hy, dat Esterhazy
naar het hem voorkomt een agent van het
syndicaat is.
Dus zou ik Her.ry beschuldigd hebben
medeplichtige te zyn van een agent van het
syndicaat, dus ook te zyn agent van een ver-
cenigiDg, die nooit heeft bestaan dan in de
verbeelding van generaal Roget.
„De woorden, die rechtstreeks myn ptrsoon
raken, zou ik onbeantwoord laten, wanneer
zy niet voor het Hof van Cassatie waren
gesproken.
Ik zal my op het oogenblik niet wenden
tot de getuigen van generaal Roget, daar een
duel in deze niets zou helpen tot de manifes
tatie van de waarheid.
„Ik verzoek geconfronteerd te worden met
generaal Roget."
Rechter Bertulus heeft eveneens het ver
langen te kennen gegeven om met generaal
Roget geconfronteerd te worden. In afwach
ting van deze confrontatie heeft by den
eersten president van het Hof van Cassatie
verzocht een onderzoek te doen Instellen
naar zyn particulier leven en de wyze, waarop
by zich gekweten heeft van zyn ambt als
rechter van instructie.
De tegenspraak op een bewering van ge
neraal Roget is afkomstig van den heer Ha-
damard, Dreyfus' schoonvader. De generaal
verklaarde o. m. ter verduiieiyking van de
rodenen, die den banneling tot het plegen
van verraad zouden hebben gebracht, dat
Dreyfus boven zyn inkomen leefde en zyn
schoonvader eenmaal zyn schulden had be
taald en zich daarover bad uitgelaten tegen
den beer Painlovó. De heor Hadamard ver
klaart nu, dat hy nooit schulden voor zyn
schoonzoon to betalen beeft gehad, omdat
deze ex nooit beeft gemaakt, en dat by den
heer Painleve niet kent, noch ooit gezien
hoeft.
Voorts verscheen er een verklaring van
mevrouw Dreyfus aan de „Temps", dat
haar echtgenoot steeds een zeer geregel 1
laven geltid heeft en dat verzekeringen van
het tegendeel onwaar zyn; Roget herhaalt
slechts in een anderen vorm, wat op de
zittingen van den krygsraad van '94 reeds
onjuist bevonden is.
Omtrent de oordeel vellingen der Franscbe
bladen zy hier in het kort nog het volgende
medegedeeld:
De „Gaulois" schryft: De „Figaro" heeft
ons gegeven de verklaringen van den rechter
van instructie, den heer Bertulus. Die rechter
és vry amusant; hfl herinnert aan den rechter
van de Boule; maar hy is evenals deze een
beetje te dom en by vermoeit al te spoedig
den onvoorzichtige, die bem de eer aandoet
hem te lezen
Er zou een zeer gemakkelyk middel zyn
om do zaak in het volle daglicht te stellen.
De heer Joseph Reinach had Henry beschul
digd, dat by honderd duizend franken van
Schwartzkoppen had ontvangen en de ver
rader was in plaats van Dreyfns. De weduwe
van Henry had hem voor het Hof van Assises
gedaagd, om van bem bet leveren van bet
bewys te krygen. De beer Joseph Reinach
is weggeslopen. "Wist hy door tusschenkomst
van den beer Bertulus, dat er, behalve de
erkende en authentieke vervalscbing, zich in
het dossier niets anders bevond dan praatjes
van een concierge?
Maar op deze wyze zouden wy ons te
lang bezig houden met dezen rechter „de
la Boule."
De minister van justitie zou goed doen
hem do instructie te ontnemen, waarin hy
zich zoo onbekwaam heeft getoond en waar
omtrent hy zich aan het Paleis zulk een
slechten naam heeft verschaft.
De heer Jaurès, in de „Petite République"
Men moet de verklaring van den heer
Bertulus in haar geheel lezen. De feiten, welke
daarin vermeld zyn, zyn voldoende om het
gansche stelsel van generaal Roget omver te
werpen. Het overtuigende bewys is gegeven,
dat er nauwe verbindingen hebben bestaan
tusschen Esterhazy en het bureau van den
informatiedienst.
Bygevolg kan generaal Roget niet meer
zeggen, dat Esterhazy zich niet meer de in
het borderel aangegeven inlichtingen kon
verschaffen.
Daar generaal Roget geen ander argument
beeft en daar zyn systeem daarop steunt,
moet dat systeem in elkaar vallen.
De „Intransigeant": Vóór een president van
een rechtbank bet woord geeft aan een ge
tuige, begint by met de vraag: „Zyt gy een
bloedverwant van den beklaagde? Zyt gy in
zyn dienst of is hy in uw dienst geweest?"
Welnu! Ik weet niet, of de heer Bertulus
is een bloedverwant van e n of van meer der
chefs van het komplot-Dreyfus, maar hy is
zeker bun bondgenoot. In zyn kabinet heeft
werkelyk in den loop van bet proces-Zola
de toekomstige beschuldigde Picquart, vóór
hy zyn verklaring ging afleggen, zijn burger-
lyke kleeren verwisseld tegen de militaire
uniform.
En eveneens behoort het aan den beer Ber
tulus, aan wien do gemeene Reinach, wien
wy eiken dag vragen, waarom by zes weken
lang den valschen brief van „Otto" heeft be
waard, als by niet het voornemen had zich
er van te bedienen, op te helderen, waarom
deze niet een aanklacht heeft ingediend tegen
den zoogenaamdon Lemercier Picard, cien hy
beschuldigt die document gemaakt te hebben.
Eu toen voor dezon rechter van instructie
niets gemakkelijker was dan cien geheim-
zinnigen agent te doen arresteeren, wiens
adres by de gansche politie bekend was,
toen heeft de heer Bertulus er zorgvuldig
voor opgepast, het mandaat ten uitvoer te
brengen, hetwelk hy slechts tegen dezen
recidivist te onderteekenen had.
Als by dit raadselachtige personage, dat
zich aan onze bureaux heeft aangemeld onder
den naam Durand en later onder andere
pseudoniemen, tusschen twee gendarmen had
laten opbrengen, dan zou by misschien aan
den rechter van instructie hebben kunnen
verklaren, van wien hy dat stuk had ge
kregen, waarin een zekere Otto verklaarde,
dat by geen geld zou storten dan alleen
tegen overlegging der aangegeven stukken."
In de „Siècle" schryft de heer Joseph
Reinach tien kolommen over de verklaring
van den beer Bertulus, om te eindigen met
het stuk, hetwelk de woorden bevat: „Bale
- R. C."
„R. C. was de buitenhmdsche agent; Bale
de plaats, waar öf Henry öf Lauth hem
gingen opzoeken.
Als de agent R. C. den naam van Ester
hazy niet had genoemd als te zyn de schry-
ver van het borderel, in welk opzicht
kon deze aanwyzing den „Uhlan" dan van
dienst zyn?
En, al6 het Henry niet was, wie kon dan
anders Esterhazy van raad hebben gediend?
En wie anders dan Henry had er belang
by, bem van raad te dienen?
En waarom schreef Esterhazy die aan
teekening op papier, in plaat3 van baar in
bet geheugen te bewaren, dr ze aanteekening,
welke een verschrikkelijk wapen was tegen
Henry?
Als dat geen bewys is, dan weet ik niet
meer wat dat woord moet beteekenen.
De heer De Beaurepaire in de „Echo de
Paris": Ja, het verraad van Dreyfus is zeker
na het hooren van de getuigen Cavaignac
en Roget behoeft men niets meer te doen dan
de instructie te eindigen.
De „Daily Chronicle" bevat den woordelyken
tekst van de brieven, die door Esterhazy aan
den president der Franscbe Republiek zyu
geschreven en waarvan in de „Figaro" alleen
een uittreksel voorkwam.
De Brusselsche „Soir" beweert, dat niet-
togenstaande de huiszoekingen van de politie
de regeering er zelve zorg voor zal drageD,
dat de auteur van de indiscretie van de
„Figaro" niet ontdekt wordt. De minister
president Dupuy bad nl. den hoofdredacteur
van een zeer verspreid blad (waarscbynlyk
JuJet van htt „Petit Journal") een exemplaar
van de stukken ter beschikking gesteld, onder
da voorwaarde, dat dit blad de verklaringen
der getuigen in een voor den generalen staf
gunstigen zin verminkte en afkortte. Een lid
van de regeering, die der revisie gunstig ia
g'.zind, was dit geknoei van Dupuy op het
spoor gekomen, en had onmiddeliyk, om zyn
plan te verydelen, aan de „Figaro" de stukken
geleverd. Dupuy kan daarom tegen zyn
collega niet optreden, want deze zou dan
spoedig de aanklager vaa Dupuy worden,
waar. oor het kabinet in gevaar kwam.
Aldus beweert de „Soir."
In verband hiermede is interessant het
r^eds gisteren medegedeelde, te Parys loopende
gerucht, dat degene, die het dossier der
enquête van de Strafkamer aan de „Figaro"
geleverd heeft, niemand anders zou zyn dan
de minister van buitenlandsche zaken Delcassé.
Naar verluidt, heeft de ministerraad zich
bezig gehouden met mogelijke maatregelen,
die ten gevolge van de publicatie van de
„Figaro" tegen bepaalde leden van den gene
ralen staf genomen zouden moeten worden. De
ministerraad hield zich ook met de mogelykheid
bezig, dat het Hof van Cassatie een aanvullend
onderzoek zou instellen en dan kapitein
Freystaetter en andere leden van den krygs
raad van 1894 zou hooren. Bepaalde besluiten
werden niet genomen; betreffende de maat
regelen tegen leden van den generalen staf
was men van meening, dat men eerst de
beslissing in de-Dreyfuszaak moest afwachten.
De „Siècle" merkt op, dat de ministerraad
zich tot 15 April heeft verdaagd en de
minister van oorlog wegens gezondheids
redenen voor tien dagen op reis had willen
gaan. Daar echtor Dupuy met president Loubet
Parys verlaten heeft, v.rzocht hy den minister
van oorlog tot zyn terugkeer op 12 April
aan zyn departement te blijven. Op dezB wyze
is, volgens de „Siècle", er voor gezorgd, dat,
voor het geval de ontwikkeling van de Dreyfus-
zaak onmiddellijke maatregelen vordert, de
regeering op haar poet is.
De vervolging tegen de „Figaro".
Heden komt de vervolging tegen de „Figaro"
wegens het openbaar maken van het dossier
der enquête van de Strafkamer voor de lOJe
Kamer van de correctioneelo rechtbank. In
strijd met da gewoonte in dergelgke zaken
wordt ditmaal niat alleen de gérant van bet
blad, maar ook de directeur, de heer De
Rodays, vervolgd.
Het openbaar ministerie wordt waargeno
men door mr. Rambaud, substituut officier
van justitie. Als verdediger voor de „Figaro"
treedt op mr. Charles Lachau.
Telegraplieereu zonder draad.
Reeds kort is medegedeeld, dat men met
succes tusschen Frankrijk en Engeland heeft
gotelegrapheerd zonder draad, volgens de
vinding van den Italiaan Marconi.
Het station op de Engelsche kust was de
vuurtoren te South Foreland naby Dover en
dat op de Fransche zyde te Wimereux naby
Poulogne. De instrumenten waren reeds een
week te voren naar Engeland gezonden en
daar met byzondere zorg opgesteld.
"Woensdagmorgen te vyf uren werd de eerste
telegrapbische gemeenschap tusschen de twee
punten verkregen. In tegenwoordigheid van
een commisaie, bonoemd door de Fransche
regeering, bestaande uit kolonel graaf Du
Pontavie de Heussey, kapitein Ferré en den
heer Yoisenet, werd de eerste tyding per
lynlooze telegraaf, door den uitvinder Mar
conie zelf van Frankryk naar Engeland ge
zonden en het antwoord werd prompt terug
gezonden door zyn assistent te Dover. Er was
niet het minste beletsel en tydingen werden
over en weer geseind met het grootste gemak
en de grootste snelheid, niettegenstaande het
feit, dat 82 Eng. myien zee de tweo stations
scheidden.
De wotenschappalyke wereld, die de ont
wikkeling van Marconi's vinding heeft ge
volgd, zal coor deze tyoing van de nieuwste
overwinning van het mensch-jiyk vernuft niet
zoo verwonderd zyn, als het groote publiek,
dat, nu men tusschen de kusten van Kent
en Picardié een onderhoud heeft kunnen voeren
over de zee, moet gelooven aan een wonder,
waarby phonograaf en telephoon nog maar
speelgoed zyn.
De uitvinding is hoofdzakeiyk gebaseerd
op het feit van de golvingen van electrische
stroomen in de atmosfeer; Hoe ver deze gol
vingen zich waarneembaar voort kunnen
zetten is nog niet bekend, doch het is zeker,
dat de afstand van Dover naar Boulogne
nog lang niet de verste is, en reeds nu is
waarschyniyk het dubbele van dien afstand
met de toestellen van Marconi over en weef
te bereiken.
Zal de draadlooze telegraaf een omwen
teling in de telegraphic brengen? Voor de ge
wone gevallen sullen de draden bun dienst
blyven doen, doch de nieuw ontdekts eigen
schap van den ether maakt thans telegra-
phische gemeenschap mogelijk, waar tot nu
toe geen draden konden woraen aangebracht.
Marconi's uitvin.log is reeds in het Italiaan-
sche leger met groot succes toegepast en het
is gemakkelyk te voorzien voor hoeveel andere
doeleinden de draadlooze telegraaf kan dienen.
In tyd van oorlog zal zy groote diensten
bewyzen, doch ook in vredestijd zal men er
groot nut van kunnen trekken, ah men
bedenkt, dat byv. Tan oen in volle vaart
zynden trein thans zal kunnen gotelegrapheerd
worden.
De uitvinder der telegraaf zonder draad heeft
thans verlof gekregen proaven te nemen tus
schen Foreland op de Britscbe kust en den
Eiffeltoren te Parys, een afstand van ongeveer
850 kilometers.
7 April 1899.
pOA
WrfL, Cert. Nat W. Schold 2%
dito Obl. dito.3
dito Cert dito3
Ooatenr., OW. Pap. Mei-Noy. 6
dito- Zilv, Juni/Juli. t
Portugal, Obl. 1858/1884 met
tickat l 100
Rneland, Binnenl. 1891. 4
ditolSS3bij Rothschild Rb. «325 4
dito Hopofc Co. 183990 Rb. 625 4
Spanje, Perp. Schnld ËuitonL 4
Turkije, Gep. Couv. 1. 1890 4
dito Douane ObL 1833. IS
dito Geconv. Leening Som D
dito dito Q
Mexico, Binnenlandsch. .9
Brmrilic, Obl. 18894
Ind. en Fin. Ondernemingen
Kolonialo Bank A and.
N.-I. Tlandbk. Aand.
Ned. Tlandolm. Aand.
Soor. Bank k H. l«a.A.Obl.
Tabakaondernomlngen.
Amst. Duli-Comp. Aand.
dito Certificaten
Arendsburg Certificaten.
Dcli Batavia-Mpjj. Aand.
dito Certificaten
dito Cultuur-Mpij. Aand.
Deli-ifaatschappjj Aand.
dito Certificaten
d° Lanek. C.y_A.Nom. gar. kap,
Mednn Tabak-Mpij. Aand..
Roltcrd. Dclï-Mpij. Aand.
Scncmbali Mpij. Aandeel en.
dito Cort. yan Aand.
Fabrieken.
Dcl/t. Dist, Gist-ou S.-Fabr. A,
Elcctra Aandeden.
dito Obligation
N. Venn. Glarf. onKolcnm. A.
K. N. Bi icracb Bierbr. Obl. 4
Kon. Mpij. do Scheldo Obl.
Ned. Gist- k Spiritusfabr. A.
dito dito ObHg. 4J4
Stoombbr. 't Haantje Aand.
We*ter Suikerraffinad. Aand.
Z.-ÏI. Bierbr. Hyp. Oblig. 6
Scheepvaart-Haatsch.
Kon. Ned. St b.-Mpg. A&ud.
dito dito Obligati?n 4
Kon. Pakcttaart-Mpg. Aand.
dito dito Oblig. 4
Kon. Wcst-Ind. Maild. Aand.
dito dito Oblig. 4
Ned. Auicr. Stoomv.-Mpg. A.
dito dito Obl. 4
Botterd. Lloyd Aandeden
dito dito Obligation 4
Stoomv.-Mpy. Noderl. Aand.
dito dito Oblig, 5
dito dito dito 4
Stoomy. Zednnd Aand
dito dito dito pref. dito
Stoomv. Zeeland Oblig..
Petroleum.
Dordtscho Pctr. Mij. Prof. A.
dito dito Oblig. 4$£
Maateclinp „Panolan" Cert. f
Elzaoscr Potrolcom-Mpi). A.
Petroleum Mij. „Galicië" A.
Holl. Rnm. Pctrolcum-MiJ. A.
Kon. Ncd. Mij. t Ex. Potr, br. A.
dito dito Cert. van dito
dito dito Obligation
dito „Moexra Enim" Aand.
M.t. Ex. Oliobr.iu Hannover, A.
Ncdcrl. Pctrolcnm-Mpij. A.
dito Rnm. PctroL-Mij. A.
dito Sumatra Palerob. A.
Mijnbouw.
Kwandang Soemalata
Lobeann Aaphalt i
Ned.-lnd. Expl.
Mijnbouw
Noord CoïcbcB
Mijnb. Mij. „Soomalata" A. i
Tjonako St.-Mij
Diversen.
Mpij. Kraanapolsky Aand..
dito dito Oblig. 4
Wink.-Mg. „Eigon Hulp" A.
Spoorwegleeningcn.
Holl. IJzeron-Spw.-Mij. Aand.
ObL dito3)4
M. t. Expl- y. St. Spw. Aand.
Italic, Z -ItaL Spw. Obl. A-H 3
Polon, WarB.-Woonen Rb. 625 4
Bnsl.. Balt. Spw.-Aand., 3
Fast. Spw.-Mg. Aand. 5
Weichfiul ZiL Aand5
Wladikawkas Obl. Rb. 125 4
Amerika, Atchison Top.C.vJL
Pref. Aand. dito
dito Alg. nyp. ObL 4
Adjustm. Oblig4
Central Pacific Aand. .4
Donyar Rio Grande C. A.
Erie-Sp.-Mfj. Aand.
Chic Erie le Hyp. ObL
Kano. City Belt-abarca
LouIbv. Nashy. Cert y. Aand,
Miss. Kan». Texas C. A.
TJnion Fac. C. A,
Oregon Short Line oblig. 9
Canadian Pacific C. y. A.
Premieleenlngen.
NederL, Stad Amstunl. 100. S
Turkgu, Leaning 1870
Spanje, Madrid 1868, 3 pet.
112)4
32
65)4
14
108*
89)4
110&
28)4
3634
Tor.
Koers
koen
hedeo
86*
86%
96*
96*
*3)4
97*
83*
83%
83*
83%
26)4
26*
97%
97%
66
66%
92X
96)4
23
22*
26 34
3954
39%
61
60%
47
47
85)4
154
154
635
646
660
645
761
435
430
445
460
156
167
486
436
490
496
278
280
180)4
488
489%
483
493
«r-
-•
aa
163
•4»
219
220
-
161
103
102%
186
118
mm
102)4
103%
101
133)4
138%
103
183
183%
102%
20
20
30
30%
112%
90%
m
380
120
38
116
110)4
186
189%
190%
97
126%
127
•mm
19
39
mm
92
94%
60
60
79%
113
69
68
200
85
107%
162%
ll&Vi
119%
100%
101%
112%
09%
69%
99
99%
97%
21%
21%
61
62%
99%
100%
83%
51%
2.*
22*
14
Cwponnotccrlng tolgent opgate tan de Coupon- HfaAelaa
Ooatonr jk, Papier f 21.0314 dito Zilver f 21.06
Fransche f 47.76 Dlrerae IUJkrrmark /6S93 Ruisen
Goud Roebel» f 2.93)4 dito m Zflvoren Boebei* ^1-25)4
Amerikaan echt Goud Dollar»/ 2.47)4
Stloening 2 pOfe,