N°. 12000 Zaterdag 8 April. A#. 1899 <£}eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. IG- F" ©uilleton. DE RENTMEESTER. igde SO LEIDSCH DAGrBLAD. PBJJS DEZJ2B COUBASTt Woor Leiden per 3 maanden. f 1.10. ■(Franco per post 1.40. 1 'SkklzonderlUke Nommers 0.06. PBUS DEB ADVKKTKW'1'I Wwi Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regej meer 0.17 J. - Gfootew letters naar plaatsruimte - Voor het Incasseer en buiten de staA wordt f 0.05 berekend 4 40 tan Leideu, 7 April. Onder presidium van den voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken, den heer P. L. C. Driessen, heeft alhier een bijeenkomst plaats gehad van een aantal industriëelen en werkgevers, t9n einde do ver schillende grieven te besprekon, die bestonden tegen het wetsontwerp op do zoogenaamde „Ongevallenwet". De heer Driessen verklaarde in een inleidend woord gevolg te hebben willen geven aan den van verschillende zyden geuiten wensch, om in een bijeenkomst de vraag te behandelen, of de reeds eldei3 tegen het wetsontwerp aangegeven grieven ook hier bestonden en zoo ja of men aan reeds ingediende adressen adhaesio zou schenken dan wel nader bij de Kamer zelfstandig zou petitionueeren. Nadat oen overzicht was gegeven van den inhoud van het wetsontwerp, waarbij met een enkel woord werd stilgestaan bij het doel en de gevolgen der wet, vorklaarden de aanwezi gen zich bijkans unaniem tegen het In de wet opgenomen beginsel, waarby den werk gever de verplichting is opgelegd zijn werk lieden by de Ryksverzekeringbank te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen der ongevallen, overtuigd als men was, dat, ofschoon het beginsel zelf der verzekering in alle opzichten de goedkeuring wegdroeg, de bovon- genoemde verplichting, om die verzekering bij de Ryksverzekeringbank te sluiten, deo werkgever tot te hooge premiebetaling zou noodzaken. Een- en ander werd nader aangetoond door statistische gegevens van de loonen en de ongevallen in Leiden. 'Ofschoon nog op meerdere bezwaren ge wezen werd, achtte men het wenscheiyk alleen op dit hoofdbezwaar te wyzen en deze grief neer te leggen in een zelfstandig adres, aan de Tweede Kamer te richten. Aan dit besluit is gevolg gegeven door toe zending van het navolgend adres: j Aan de Tweede Kamer der Staten-Oeneraal Geven eerbiedig te kennen de ondergetee- kenden De Leidsche Katoenmaatschappjj (voorheen De Eeyder Co.), fabrikante van katoenen stoffen A. J. Van Hoeken, houthandelaar; •Gebrs. Van Wyk Sc Cie., fabrikanten van dekens en sajet; y J. C. Zaalberg Sc Zoon, fabrikanten van wollen dekens; Karei Van Wensen, fabrikant van garens; A. B. W. Sanders, zeepfabrikant; J. en A. Le Poole, fabrikanten van grein en vlaggendoek; R. M. Beuth Zoon, fabrikanten in veeren Van Hartrop Zoon, fabrikanten van vlag gendoek P. Cloa Sc Leembruggen, fabrikanten van sajetten en garens; - J. Scheltema Janszn., fabrikant van wollen dekens --M. H. Van Waveren, bierbrouwer; J. J. Van Hoeken, houthandelaar; allen industriëelen en werkgevers te Leiden, dat zy alsnog van de opschorting der be handeling van het wetsontwerp betreffende „de wettelijke verzekering tegen de gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijvengebruikmaken om U hun bezwaren tegen dit ontwerp te doen kennen. Bedoeld ontwerp toch stelt zich voor te regelen een aangelegenheid, die in hun respec tive industrieën reeds lang geregeld is, daar, by voorkomende gevallen, aan de werklieden, wien een ongeval overkomt, waardoor zy niet in staat zijn te werken, öf uit het zieken fonds der fabriek, öf uit eigen middeleD, öf uit beide het gewone weekloon wordt uit betaald. Aangenomen, dat hun industrieën in de laagste gevaarklasse zullen worden ingedeeld, zoo zal, by de berekening [van een zeer lage premie zelfs, het jaariyksch totaal dezer premién bo- langryk overschreden hetgeen thans reeds by een ruimere toepassing van het beginsel, dat aan het wetsontwerp ten grondslag ligt, door hen wordt betaald. Eenerzyds noodig oordeelende, dat de aan sprakelijkheid van werkgevers, om hun werk lieden tegen de geldeiyke gevolgen van onge lukken te verzekeren, door de wet behoort to worden bepaald, achten zy het aan de andere zyde niet gewenscht hen (werkgevers) te verplichten zich daartoe te ver zekeren by de uit den aard der zaak te dure en door de administratie te kostbare Ryks verzekeringbank. Redenen waarom adressanten Uwe hooge vergadering met den meosten aandrang ver zoeken het door de Regeering ingediend wets ontwerp niet aan te nemeD, tenzy do deel neming aan de Ryksverzekeringbank niet verplichtend worde gesteld. Voor den Hoogen Raad is heden beëedigd als advocaat mr. H. C. Obreen, te Leiden. Benoemd is tot tydeiyk onderwyzeres te Zwammerdam (dorp), mej. Roeper Bosch, te Leiden. De 1ste luits. A. H. De Koning, van het 3de reg. vest.-art., en W. H. C. A. Seyn, van het corps pontonniers, worden 1 Mei ont heven van hun detacheering by de rijschool te Bergen op-Zoom en gedetacheerd by het 2de reg. veld-art. resp. te Leiden en te 's-Gravenbage. In het gebouw der Loge te 's-Gravenhage is gisteren de algemeene vergadoring van den Nederlandschen Blindenbond gehouden. Een 80 tal mannelyke en vrouwelijke blinden was opgekomen en woonde met opgewektheid by de beraadslagingen en overleggingen om trent de behartiging van het lot en de ver aangenaming van het leven van hen, die het gezichtsvermogen moeten missen. Heeren be stuurders en dames bestuurderessen woonden deze vergadering by. De Haagsche afdeoling bood aan do van elders gekomen Bondsleden WoeDsdag-avond in de bovenzaal van het Zuid Hollandsch Koffiehuis een gezellige byeenkomst aan, waar onder vriendschappelyken kout en met het maken van wat muziek een paar uron aaDgenaam werden doorgebracht. De opper-ceromoniemeester maakt be kend, dat het Hof, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, den lichten hof rouw zal aannemen voor den tyd van drie dagen, ingaande Vrydag 7 April, wegens het overlyden van Zyne Keizeriyke en Koninkiyke Hoogheid Aartshertog Ernst van Oostenryk. De Raad van Ambt-Hardenberg benoemde aan de school te Dedemsvaart den heer J. Smit, onderwyzer aan school No. 10 te Haar lemmermeer. De minister van binnenlandsche zaken wordt door een lichte ongesteldheid ten zynen huize gehouden. Woensdag zyn op de stichting voor Chr. verpleging van krankzinnigen „Bloemendaal", te Loosduinen, weder twee nieuwe paviljoenen (een voor mannen en een voor vrouwen) in gebruik genomen. Elk paviljoen biedt plaats voor 40 patiënten. Op „Bloemendaal" kunnen nu 360 patiënten verpleegd worden. In het geheel staan daar nu 12 paviljoenen. De derde geneesheer dr. Navis trad primo Maart j.l. in functie. De Regeering der Yereenigde Staten zal op de ontwapeningsconferentie te 's-Gravenhage vertegenwoordigd worden door de heeren White, gezant te Berlyn, Stanford Newell, gezant by het Nederlandsche Hof, Seth Low, rector van de hoogeschool van Columbia, kapitein Crozier van het departement van oorlog, kapitein Mahan van de marine en Frederick Holls als secretaris. De „Daily Mail" verneemt uit Kaapstad: In den Viystaatschen Volksraad is gesproken over de benoeming van afgevaardigden naar het Haagsch vredes-congres, maar het had geen uitkomst, omdat do president mededeelde, dat de Vrystaat niet uitgenooiigd was. Woensdag brachten vyf dames onder geleide van den heer A. C. M. Van EtteD, ingenieur te Amsterdam, een bezoek aan de onder directie van den heer Van Marken staande fabrieksinrichtiDgen, te Delft, met het doel haar theoretische opleiding vooradjunct- ïnspoctrico van den arbeid door eenige practi- sche ervaring aan te vullen. Na een bezoek aan de oliefabriek en aan de gistfabriek, waar de 8ubcommi8siën voor gezondheid en veilig heid mee rondgingen en inlichtingen gaven, namen de dames nog een kykje in het Agneta- park. NR. C.) By gelegenheid van het zevende Neder landsche Natuur- en Geneeskundig Congres te Haarlem wapperde van de St. Bavo gisteren de driekleur, zoo ook van het Raadhuis, het bureel der waterleiding en andere gemeente gebouwen, terwijl veel inwoners zich evenmin onbetuigd hadden gelaten en door de driekleur uit te steken hun ingenomenheid met het congres hadden getoond. Van do Sociëteit „Vereenigiog", waar do congresleden, ongeveer 150, gisteravond te halfacht byeenkwamon, was eveneens do vlag uitgestoken. De toegang tot deze zaal was met vlaggen en groen ge decoreerd, terwyi de ontvangzaal evenzoo een feesteiyk aaDzien had gekregen. Jhr. mr. A. J. Rethaan Macaró, als voor zitter van do regelingscommissie, hield een openingsrede, waarin hy bestuursleden, leden en gasten van het 7de congres een harteiyk welkom toeriep in Haarlems aloude veste, thans met een bloemengordel omgeven. Spre ker verheugde zich over de groote opkomst v*n dit strydbaar leger, dat, in tegenstelling met andere legers, die verderf en ellende ver spreiden, ten bate van het menschdom strijdt. Aan de wetenschap, die licht brengt in de duisternis, is dank verschuldigd. Van dit strydbaar leger vormen, zeide spr., de leden van het congres de keurbende. Na gewezen te hebben op het trotsch verleden van Nederland in de wetenschap, cinoigde spr. met de hoop uit te spreken, dat de leden van het congres de meest joviale, waardee- rende, hartelyke ontvangst te Haarlem zouden hebben gevonden. Hierna begaf men zich naar het Raadhuis, waar de koperen kronen uit eenige kerk gebouwen haar helder licht verspreidden, ter- wyi op de trappen kronen, omgeven door groen, waren aangebracht. Het geheel leverde een gezelligen, feestelyken aanblik op. Tegen woordig waren de burgemeester, de wet houders en veel raadsleden. Prof. Bosscha, voorzitter van hot congres, stelde de congresleden voor aan het gemeente bestuur. De burgemeester sprak daarop een harteiyk woord van welkom en uitte den wensch, dat het congres eenige gelukkige dagen mocht doorbrengen in Haarlem, dat veel voor de wetenschap over heeft. Prof. Bosscha sprak daarop een woord van dank en zeide, dat na de academiesteden Haarlem het eerst in aanmerking was ge komen als plaats voor het congres. Spreker sloot zyn woord van dank met een „Leve Haarlem", dat by alle aanwezigen weerklank vond. Hierna werd de eerewijn rondgediend en begaven de congresleden zich naar de sociëteit „Trou moet Blycken", welker voorzitter, de heer Fr. Libftiuck, hun het welkom toeriep, waarop dr. Menoo Huizinga antwoordde. Het congres duurt vier dagen. De eerste algsmeene vergadering werd heden geopend met een rede van dr. J. Bosscha, beginnende met een welkomstgroet aan de genoodigden en erkentelykheid betuigende voor do tegenwoordigheid van den Commis saris der Koningin, van den burgemeester, van directeuren van de Holl. Maatschappy der Wetenschappen, van directeuren van Teyler's Stichting enz. enz. Opmerkende dat dit Congrss hot laatste is in "deze eeuw, vond do spreker hierin aan leiding oen terugblik te werpen op de vorde ringen van de natuurwetenschap in de laatste honderd jaren. In den loop zyner uitvoerige en belangryke rede merkte spr. op, dat het hoofdkenmerk van de vorderingen der natuurkunde in deze eeuw was de bevestiging van Huygens' stolling: dat alle werkieg in de natuur moet verklaard worden door wetten van mechanica en eigen schappen van beweging. De groote gebeurte nis, die haar beheerschte, was de ontdekking van een algemeene mechanische natuurwet, die van het behoud van arbeidsvermogen. Do spreker schetste hare beteekenis en de wyze waarop zy door onderzoekingen op het gebied van warmte, licht, scheikundige werking, electriciteit en magnetisme werd beproefd en bevestigd, zoodat zy thans de sleutel is, waar mede geen ons bekende regel uit het geheinr-! schrift der natuur meer ia tegenspraak is. Zy had de gewichtigste gevolgen voor onze natuurbeschouwing, zy verbande de warmtestof, die nog in de leer van Lavoisier zulk een gewichtige rol vervulde, tn schonk het aanzyn aan de mechanische thcorio der gassen, die de veerkracht dezer lichamen tot beweging herleidde en ons veroorloofde over de snelheid, het aantal der botsingen van de moleculen en het aantal der moleculen, dat in zekere ruimte voorhanden is, getal waarden op te maken, die de stoutste ver beelding te boven gaan. Van der Waals' stoutmoedige poging dieper door te driügen in het wezen der gasbeweging, en de bewegingsleer uit te breiden tot vloei stoffen, leidden tot uitkomsten, die door do onderzoekingen van Bakhuis Roozeboom, Schreinemakers, Kuenon en andere kweeke- lingen der Leidsche school verder werden be vestigd en de door hem ontaekto overeen stemming van de toestanden, die verschillende lichamen onder bepaalde omstandigheden vertoonen, werd door Kamerlingb Onnes betoog aangetoond oen noodzakelykheid te zyn, byaldien de toestanden enkel van be wegingen afhangen. Tevens vroeg spreker of de natuurkunde ook nog eenmaal magnetisme en electriciteit in den dienst der sterrenkunde zal stellen? Aller aandacht is thans gevestigd op het door Zeeman ontdekte verscbynsel en de daarvan door Lorentz gegeven verklaring. De gemeenteraad van Bloemendaal gaf zyn toestemming aan de Eerste Nederland sche Electrische Maatschappy tot het hebben van kabels in den Bloemendaalschen weg, en keurde goed het plan om een villapark aan te leggen aan den Kennemerweg by het buiten Valborsberg", en een rader op het vroegere buitenverbiyf „Bloemendaal". Kolonel Wheelan, militair attaché van de Amerikaansche legatie te 's-Gravenhage, is van zyn buiteDlandsche reis in het hotel „Den Ouden Doelen" aldaar teruggekeerd. Te Amorongen overleed op 72-jarigen leeftyd de heer F. Feytama Tjallingii, oud- burgemeester van Barradeel en van Oost- Stellingwerf (Fr.) Het voorstel van B. en Ws. van Arnhem, om „Sonsbeek" voor de gemeente aan to koopen, berust volgens de „Arnh. Ct." op do volgende overwegingen; Door den aankoop van „Sonsbeek" is dc quaestie der stadsuitbreiding naar dien kant toe geheel in handen der gemeente gekomen, zonder dat de gemeente de risico eener bouw onderneming draagt. Daar het gebeele landgoed ongeveer oen uitgestrektheid van 500 H.A. bezit, waaronder zich veel woeste gronden bevinden, is door den aankoop tevens de mogelykheid tot productieve werkverschaffing geopend. Woeste gronden zullen ontgonnen worden en zoo zal het landgoed mettertyd productiever worden. Een ander deel van den woesten grond zou bestemd kunnen worden om do onver- 10) Maar hU moest handelen I In de eerste plaats moest ds weggeworpen hals worden gezocht. Op banden en voeten kroop Zwingelmans rond, angstvallig daarbij de eigenlijke plaats" mUdende zooveel doeDl(jk was. Meer dan tien minuten zocht h(j, maar tevergeefs, V£as het gerecht reeds tot een voorloopig onderzoek ter plaatse geweest of Je huls door een ander gevonden? Zwin- Ifeelmans begon het te vreezon. Maar hi) bleef Roeken; kringsgewijze en in steeds wjjdoren gating; en eindelijk, wel tien pas verdar van ""ïde plaats" verwijderd dan volgens aan duiding van den jonker te vermoeden viel, vond hij de huls. Nu moest hij zien, of's jonkers voetstappen te Bpeureu vielen. In het kreupelhout, waar de grond met een dikke laag afgevallen bladeren bedekt was, bestond hiervoor geen gevaar, en in het weiland zelf ook niet. Of ja, hier toch wel. Er kon een molshoop zijn, die den afdruk bewaard had. Zwingelmans keek dus zorgvuldig rond op de plek, waar hjj veronder stellen kon, dat dé jonker heen en weer had geloopen; en vond werkelijk een molshoop, - waarin de halve zool van een laars stond afgedrukt. Zwingelmans trapte er op en deed zoo het oude epoor verdwijnen. H Aan den slootkant, waar, vooral tegen den hoogen, leemachtigen wal, menige voetstap van den jonker zichtbaar was, deed hu hetzelfde. Zoo ver klaar met zUn werk, haalde Zwingel mans de hazestrikken voor den dag en lei die, zooveel mogelUk alsof ze iemand onwille keurig ontvallen waren, op een plaats, waar de politie ze schier bU den eersten oogopslag vinden moest. BU nader overleg evenwel raapte hU er twee van de vUf weer op en „stelde" die aan den kant der sloot. Nu kon er niets meer gedaan worden, en was het dus best om maar terstond naar buis te keeren. Nog eenmaal zag Zwingelmans om naar „de plaats"; en, als door ean onzicht bare macht er toe gedreven, bleef hU er naar zientot hu duidelUk een zacht gekreun meende te hooren, dat van het weiland tot hom overkwam, 't Was de werking van zUn overspannen zenuwen en ontstelde verbeel ding, en Zwingelmans wist, dat het dit was, maar toch waa bet akelig. Op het pad in het bosch teruggokomen, onderzocht Zwingelmans of het zichtbaar was, dat de jonker, zUwaarta af, het kreupelhout in de richting van dat weiland was ingegaan; en toen hU een paar voetstappen gevonden had, die dit werkelUk schenen aan teduideD, maakte hu ze op de vorige wUze onzichtbaar. Toen sloop hU naar huis, snel en voorzichtig geluk hU gekomen wasop bewuste plaats het oneffen klompenpaar tegen zUa eigen schoeisel weer verwisselend. Toen Zwingelmans bU zUn woning terug was gekomen, was de maan aan het onder gaan, en een hand over hand zich verdiepende duisternis omringde hem. Zwingelmans was daar blU om: de kans, dat hU gezien werd, was er te minder door. HU was het tuinhek reeds binnengetreden en wenschte zicbzelven met zUn thuiskomst hartclUk geluk, toen hom opeens zUn belofte te binnen schoot met be trekking tot dat stroo windseltje om een der boomen van de laan. Een honderd pas zes, zeven terug dus nog weel'! Etn paar atroohalmen waren spoedig ge vonden, en in de nachtelUke kou en stilte sloop Zwingelmans weer rillend voort. „Hier ben ik er," dacht Zwiogelmans, toen een flauwe lichtstreep, tusschen twee breeders, zich schier zwart vertoonendo streepen in, den ingang der allee verried. „Hier ben ik ermaarwat heb ik met den jonker eigenluk afgesproken: den tweeden of den derden boom 1Zwingelmans wist het zich niet met zekerheid te herinneren, maar meende toch, dat het de derde was. In elk geval zou ds jonker het teeken wei zien en begrUpen. Maar.... wat was dat?! Zwingelmans had reden om ts ontstollen. HU was den hoek der allee nu omgeslagen, en daarin, geen honderd pas vóór hem, kwamen in gezwinden pas vier mannen op hem toe, waarvan de twee voorste elk een lantaarn droegen. Zwingelmans trok zich) snel terug en verborg zich achter struikgewas, dat den weg hier omzoomde. Welhaast was het viertal hem genaderd. Het waren de burgemeester van Iependam, met den politie-commissaris uit Gliezetveen, voorafgegaan door twee agenten. Zwingelmans twUfelde geen oogonblik, of dat ging naar „de plaats". Ten overvloede boorde bU den com missaris tot den burgemeester zeggen: „Den jonker sparen, zegt u, ter wille van zUn ouders Het recht kent goon „sparen" en mag het niet kennen, mUnheer Van Kesteren, en u, ais hoofd der politie, be hoorde dit te weten 1" Dat strenge woord, met het oog op de agenten waarschUnlUk, was den burgemeester toegevoegd in het Fransch; maar Zwingel mans verstond die taal. Niet, dat ze hem in zUn jeugd opzettelUk onderfrezen was. In dien tUd zag men dit bU burgerluitjes zelden of nooit gebeuren, althans op een dorp niot. Maar in den zoogenaamd „Franschen tUd" waren maanden lang een paar oficienn op het kasteel gehuisvest geweest; eu Zwingel mans, toen een aankomende jongen, had, als rsntmeesterszoon, dezen op hun tochten vergezeld: eerst als gids, later zoo half-en-half als tolk meteen. „Goddank I" dacht Zwingelmans, toen het viertal goed en wel gepasseerd was, en hU van achter zUn struiken te voorschün kon treden, - „Goddank, dat ik hun vóór ben geweest 1" En bü stapte nu op den boom toe, om de atroohalmen daaromheen te winden. Maar hU kon niet. ZUn handen beefden te sterk: hst was hem onmogelUk den knoop te leggen. Om tot bedaren te komen, liep bU een paar minuten op en neer. Toen beproefde hU bet opnieuw; en ja, hoewel nog altüd met groote moeite, nu kreeg bU de stroohalmen om den boom gestrikt. EindeiUk kon hU dus naar huis en naar bed gaan, om gedurende het overige gedeelte van den nacht geen oog te sluiten I Des anderen daags, „Mien Hemel, baas I" riep het boorendionst- meisje den volgenden morgen, toen Zwingel mans uit zUn slaapkamer trad. „Mien Hemel, baas, wat zeê'j d'r uutl Bu'j noêt goed?" Zwingelmans was op iets dergelUk3 bedacht en had een voorwendsel klaar. „Zware kieB- pUn gehad!" was zUn antwoord. „Dan hó'k gisteroavend wel goed 'ezeên!" meende Geertje. „Toó doch mien al, asda'j zoo vremd uut de ocgen keken. Maar is 't dan noe weer heolegants óver?" „Neen, Geertje, lang niet! Weet jU dien zwartzUden halsdoek van me liggen? Dan knoop ik dien om mUn hoofd tegen de kou." „Dóe zwart-zieden dook bewaart de vrouw in 't kammenet. As de baas dat dan efkes lós wil Bluten?" Het kabinet word ontsloten en een flinke dot watten door de trouwhartige Geertje ia, den doek gewikkeld. „A-kul" kwam Zwingelmans, en greep naar zUn wang, toen Geertje, met gedienstige hand, hem den dosk om bet hoofd stond te knoopen. „Is 't zóó arg, baas?l" vroeg het meisje meewarig. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1