IIOEKIHIKOOPIM te 's-Gravenhage. Concurrentie onmogelijk! aanbesteding; N°. 11994 A0. 1899 <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. g RECLAME-WOL, M LET OP DEZE ADVERTENTIE. Dus bezoekt bet magazijn van H. I. BLOm, Haarlemmerstraat 233. Let op bet nummer. Feuilleton. T>oiidei*tlao; 30 Maart. DSCÏÏ DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: "Voor Lelden per 8 maanden. Franco per post Af^onderiyke Nommers i.ia 1.40. 0.06. PRUS DER AT)vKK'VMNM'f ftwi Van 1-0 regeia f 1.06. Iedere regel meer f 0.I7J. - Grootere letters a aar plaatsruimte - Voor het IncasseereD bul too de stad wordt f 0.06 berekend OfHcIëele Kennlsgevingen. Kennisgeving. NATIONALE MILITIE. OPROEPING IN ACTIVITEIT VAN ZEEMILICIEN- VERLOFGANGERS DER LIGHTING VAN 1897. De Enrgemeoeter van Leiden, Gezien de circulaire van den heer Oommieaaria der Eonii gin in de provincie Zuid-Holland, dd. 20 Januari 11. (Provinciaal bl.d No. 2); Brengt ter kennia van de in deze gemeente geves tigde zeeruilioien-vorlofg. Dgera der lichting van 1897, ABRAHAM VERVER en "WILLEM FREDERIK LaNDESBERGEN, dat z\J, ingevolge Koninklijk besluit van 23 Decem ber 1898, No. 17, aan de herhalingaoefoniDgen in dit jaar moeten deelnemen om gedurendo den tyd van vijf wekon te wordon geoefend, en roe t hen mitsdien op om zich op Donderdag 6 April a a t., des middags te twaalf uren, bjj don Commandant van Hr. Me. „Everteon", te Willemsoord, Aan te melden, gekleed in do bij hun vertrek met groot verlof medegenomen militaire kleediDgetukken en voorzion van hun kooigoederen, zoomede van hun zakboolijea. f De bedoelde verlofgangers worden voorts vorvrit- tigd, dat ij zioh den dag véór hun vertrek naar genoemden bodem, da3 voormiddaga tueacben 10 en 12 uren, voorzien van hun zakboekjes, ter Gemeente secretarie (Afd. Nat. Militie en Schutterij, kamer No. 9) alhier belmoren te vervoegen, tot hot ontvangen van •od vervoerbowija, alsmede, deaverlangd, van het hun toekomend daggeld; en dat zij, bijaldien ziekte hen xnooht verhinderen aan deze oproei ing to voldoen, verplicht zija daarvan tijdig ter Secretarie voormeld kennis te geven, onder overlegg ng van een op ge zegeld papier gestelde verklaring van een genees kundige zullende zij zich echter na hun herstel onverwijld naar de plaats van bestemming behooren te borovtn en zich alsdan moeten vervoegen bij den Commandant van het Wachtschip aldaar. Leiden, De Burgemocster voornoemd, 23 Maart 1899. E. WAS. Gemeenteraad Tan Alfen. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig met kennisgeving de heer M. Visser. Mededeeling wordt gedaan van het rapport van de Commissie van Toezicht op de Ambachtsteeken- echool over 1898/99, waaruit blijkt, dat 39 leerlin gen onderwijs genoten in het rechtlijnig teekenen, 68 in het handteekenen en 64 in het rekenen en de wiskunde. De heeren C. Pannevis en J. Henge- veld gaven les in rechtlijnig teekenen, de heeren K. Van Hellemond en J. Wieringa in het hand teekenen, de heeren P. Maazen, Jb. Hage en W. C. M. Regt in het rekenen en de wiskunde; de heer Hage van het begin van den cursus tot 1 December 1898, de heer Regt van af dien datum tot het einde van den cursus. Benoemd wordt tot onderwijzer aan de openbare school voor m. "u. 1. onderwijs de heer Hendrik Van Slooten, onderwijzer in het bezit van boofd- akto en aanteekening Fransche taal en vrije- en orde-oefeningen, te Bennokom. Op zijn verzoek wordt eervol ontslag verleend als onderwijzer aan de openbare lagere school den heer J. C. Seton, en zulks met ingang van 1 Juni a. a. of zooveel eerder als in de vacature mocht zijn voorzien. Ivomt aan de orde het voorstel van B. en Ws. tot verlaging van de Postbrug, en wordt voor lezing gedaan van een missive van den hoofd ingenieur van den Rijkswaterstaat, waarin o. m. ■wordt medegedeeld, dat de minister bereid is een subsidie ad ƒ3000 uit 's Rijks kas aan te vragen in de kosten van verlaging van de Postbrug, mits de Postbrug worde verlaagd en de Weesbrug tot eoD draaibare gemaakt en tevens een grootere doorvaartwijdte worde gegeven, of een subsidie van ƒ2300, wanneer alleen de Postbrug wordt verlaagd. Het preadvies van B. en Ws. wordt voorgelezen, waaruit blijkt, dat de meerderheid van het College (de beide wethouders) den Raad adviseert de Postbrug enkel te verlagen, do minderheid (de Burgemeester) tegen beide verlagingen is. De Voorzitter vraagt of de meerderheid van het college van B. en Ws. nog nader haar standpunt wenscht uiteen te zetten, waarop de heer Kemink antwoordt, dat hij meent, dat om de duidelijkheid van het preadvies niets meer behoeft te worden toegelicht. De Voorzitter zet hierna in een breedvoerige beschouwing zgn meening niteen, waaruit blijkt, dat deze meent, dat het belang van de verlaging van de Postbrng niet opweegt tegen de groote kosten, die de gemeente door de verlaging op zich neemt. De Raad dione wel in het oog to houden, dat door de uitvoering der verlaging en de draai- baarmakiDg der Weesbrug de gemeente het onder houd van twee bruggen op zich neemt, welk onder houd in de toekomst niet gering is te achten. De heeren Bos en Van Abshoven bestrjjdon de meening des Voorzitters, alsmede het preadvies van de meerderheid van het college van B. en Ws. voor zoover dit is tegen de verandering der Wees brug. De heer Bos meent, dat door een eenvoudige verandering de Weeaburg kan worden veranderd in een klapbrug. De heeren Van Dobben, De Jong en L03 ver klaren zich voor de meeniDg der heeren Bos en Van Abshoven, doch zien in de veraoderiDg der Weesbrug bezwaar, omdat die verandering ton goede zou komen aan slechts enkele ingezetenen en men niet spreken kan van een algemeen belang. Na nog een zeer lange discussie waarschuwt de Voorzitter nog eenmaal tegen de aanneming van het voorstel van B. en Ws., te meer, daar de uitkomsten nog niet bekond zjjn van de onlangs ingevoerde belasting naar het inkomen. Valt die belasting mede, dan zou hij er ook niet tegen zijn, doch valt die belasting tegen, dan wel. De heer Kemink acht echter voor uitstol de zaak reeds te ver gevorderd en dringt op afdoening aan, waarna weder oen breedvoerige discussie volgt, totdat de heer Kemink zegt, dat do meerderheid van B. en Ws. naar aanleiding van de gevoerde discussion het preadvies een weinig zal veranderen en wel in dien geest, dat zjj adviseert tot de ver laging van de Postbrug direct over te gaan, om later te beslissen of do Wooaburg al dan niet door een draaibare of beweegbare zal worden vervangen. De Raad neemt hierna met algemeene stemmen dit voorstel aan. Na vaststelling van het kohier van de belasting op de honden dienst 1899 wordt de vergadering gesloten. Gr©menofd. Nieuws. Voor de rechtbank te Amsterdam werd gisteren behandeld de zaak tegen den ontrouwen kantoorbediende der Associatie- Cassa J. H. Van Jaarsveld, beschuldigd van wederrechtelijke toeüigening van een bedrag van 24,000 ten nadeele der Cassa. Van deze geruchtmakende zaak hebben wy indertijd meerinaltn melding gemaakt, als mede hoe in den namiddag van 23 Februari het. grootste deel van deze som, nl. 16,000, gevonden werd in het logement van mej. Faas, Warmoesstraat 43, achter bet behangsel en in een terra-coita-vaas op een kastje ver borgen. Gelijk men weet, wa6 beklaagde door eene zekere N. N. (mej. M.) door de booge premie van 1000 op zijne ontdekking gesteld aan do politie aangewezen, en werd hy, na een week vergeefs zoeken, gemakkelijk geknipt. By zijn eerste verhoor voor den commissaris van politie der 1ste sectio, den heer Versteegh, waaronder de Associatie Cassa ressorteert, was bekl. dadelijk in confesso, en verklaarde hy op den dag, dat hem de twee cheques, elk van f 12,000, ter incasseering waren toever trouwd, door overmatig gebruik van sterken drank aan den „rol" en van Bacchus in Venus' armen geraakt te zyn. By zyn arrestatie werd een bedrag van 5500 op hem gevonden, aan zyn vrouw had hy f 800 doen toekomeD, welk bedrag ge weigerd werd, zoodat van de verduisterde gelden in het geheel f 22,300 terecht kwam en Jaarsveld dus in het geheel een f 1700 in één week zoek bracht. Van de 35 gedagvaarde getuigen waren 31 aanwezig. Verdediger was mr. Philips. De eerste getuige was de commissaris van politie de heer Versteegh, die een uitvoerig verhaal deed van de omstandigheden, waar onder beklaagde gearresteerd werd, alsmede van de verklaringen, in de eersto verhooren door hem afgelegd. Beklaagde zeide op deze verklaringen geen aanmerkingen hoegenaamd te hebben. Verder ondervraagd, zeide hy op den dag van zyn verdwynen (14 Febr. jl.) ongeveer 8 jaren in dienst der Associatie Cassa te zyn geweest; laatsteiyk op een salaris van 800 Hy had op den genoemden dag een vryen avond en van de ongeveer f 78,000, door hem geïncasseerd, had by f 54,000 afgedragen. Hy gaf nu verder een verhaal van zyn zwerf tochten in de buurt YY en van de grove verteringen, welke hy met kellnerinnen, enz. maakte en de wyze, waarop hy de 16,000 by mej. Faas in de Warmoesstraat verstopte. Dat hy nogal vrygevig was, bleek o. a. hieruit, dat hy aan een koetsier, die hem naar Weesp bracht, f 60 voor vracht en fooi gaf; eeu volgenden dag gaf by denzelfoen koetsier nog een f 20 of 30 voor een reisje naar Haarlem. Van daar deed hy een voetreisje door Kenne- merland en landde eindeiyk weder in Buurt YY aan, waar hy ook nog les ia het fietsen nam. Op de vraag van den president, of hy die grove verteringen maakte van het geld van de Cassa, antwoordde beklaagde bevestigend, doch dathy het geld onbewust bad uitgegeven, in de moening wel alles wat hy had geïncas seerd te hebben afgodragen. De voorzitter vond deze verklaring zon :erling, aangezien by toch ƒ800 aan zyn vrouw zond, waaruit bleek, dat by wel bewust was eenigen tyd onzichtbaar te zullen blyven. Nader over het verbergen van de ƒ16,000 ondervraagd, zeide hy, dat de bewoonsters van dat verstoppen geen kennis droegen. En voorts, dat hy, van de Asaodatie-Cassa komende, met zyn collega Van Zutphen een borrel had gedronken van geld, dat by als salaris (ongeveer 40) had ontvangen. Het getuigenverhoor leverde niets byzon- ders op. Het Openbaar Ministerie achtte de feiten overtuigend bewezen, wees op het weinige berouw, dat bekl. ter terechtzitting heeft be toond en ei8che tegen bekl. wegens verduiste ring een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maanden. Mr. Aug. Philips, de raadsman van bekl., vond dat verschillende getuigen byv. de directeur der „Associatie-Cassa" een beetje te veel hadden getuigd in het nadeel van bekl. PI. voerde verschillende bedenkingen aan tegen de bewering, dat het misdryf vooraf door bekl. beraamd was, dat hy dus om halfvier het kantoor der Ass.-Cassa heeft verlaten, wetende dat hy een verduistering pleegde. "Waarom, vroeg pl., zou de man, die alles bekend heeft, dit détail blyven ontkennen? En dit geeft het O. M. aanleiding te zoggen, dat bekl. geen berouw heeft. Dat bekl. het geld verborg achter het be hangsel en in het beeld, meende pl. te moeten toeschryven aan bekl.'s walgiDg voor zyn misdaad, waarom hy van het gestolene wilde bevryd wezen. Bekl. moet het misdryf in een oogenblik van dwaasheid hebben gedaan. Pl. eindigde met een lichtere straf te vragen. De uitspraak is bepaald op over 14 dagen. Solide kooplui. Te Rotterdam stonden gisteren terecht C. Sterrenberg, 32 jaar, reiziger, en J. G. Smits, 37 jaar, café houder, beiden wonende te Amsterdam. Uit de behandeling der zaak bleek, dat beiJe te- klaagden op 20 December 1898 een bezoek hebben gebracht by don sigarenfabrikant N. J. Montagne te Gouda, om met dezen te onder handelen over tien verkoop en de levering van sigaren aan den eerste hunner. By do bespre kingen daarover had de tweede beklaagde gezegd, doelende daarmede op zyn mede-be klaagde: „Je kunt hem gerust vertrouwen, want hy heeft pas een café van my overge nomen in de Govert-Flinck-straat 206, 208. Hy is er goed voor, ik spreek er borg voor!" By een bezoek den dag daarna door M. ge bracht aan het opgegeven adres, vond hy daar, in plaats van den eersten beklaagde, zyn medebeklaagde, waarop deze zei Je, dat hy na het overnemen van het café door Sterrenberg dezen nog eonigo assistentie verleende, en dat deze nu uit was. Vier dagen later waren de bestelde sigaren aan het opgegeven adres afgezonden. Na de ontvangst daarvan waren nog herhaaldelyk brieven en briefkaarten aan Mootagne ver- zooden, iohoudende de bestelling en levering van partyen sigaren tegen contante betaling. Brieven en briefkaarten waren gestempeld „C. Sterrenberg, café het Badhuis, Govert Flinckstraat 206 208." Aan dat adres woonde Sterrenberg echter niet, daar deze geen vaste woonplaats had, verkeeronde hy io staat van faillisement. Verschillende partyen sigaren waren toen afgezonden, doch de getrokken wissels waren niet betaald. Ook aan de toe zegging dat het gold per postwissel zou wor den toegezonden, was niet voldaan. Montagne, aan de opgaven der beklaagden geloof hechtende, dat Sterrenberg van Smits het bewuste café 205—208 had overgenomen, waarvoor deze sigaren noodig had, was hier door tot de afzending bewogen. Verder blo^k, dat het café 't Badhuis, Govert Flinckstraat 208, behoorde aan een ander dan aan hen, be klaagden, en zy geen recht hadden dit a.res op brieven enz. te stempelen. Na hun arresta tie was de schuld ad 62 aan M. door be middeling van de pleegmoeder van den twee den beklaagde betaald. Het openbaar ministerie wees er op, dat de namen van beide beklaagden voorkomen op een lyst van kooplieden te Amsterdam, waarop de aandacht wordt gevestigd. Ook stonden zy vermeld op de lyst, uitgegeven door do Handelsvereeniging „Unitas". Mot het oog hierop werd ieders veroordeeling ge vraagd tot twee jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. E. M. Driebeek, refereerde zich aan 's rechters oordeel, hoewel er wel omstandigheden aanwezig waren, die aanleiding kondon geven om een mindere straf op te leggen dan gevraagd ia. Zondagavond iainhetThéitre Francais te Parys een begin van brand ontstaan. Een hoop papiir ontvlamde in de keloers, vermoedeiyk ten gevolge van een brandenden lucifer, die uit onachtzaamheid door de tralies was geworpen. "Weldra ging door de zaal het bericht, dat er brand was, maar nog vóór de meeste toeschouwers haar hadden verlaten, had men met een paar emmers water het vuur gebluscht. De voorstelling kon toen worden voortgezet. Zondag werd naby Bordeaux een stoombarkas, waarin vier jongelui een pleizier- tochtjö op de Garonne maakten, oor een sleep- stoomboot overvaren en zonk; alle inzittendon verdronken. Zondagmorgen brak te Kranich- feld in Thüringen brand uit, die in korten tyd 41 huizen in de asch legde. Een brand weerman verongelukte en stierf, 'b Avonds te 10 uren woedde de brand nog. De rechtbank te Tours veroor deelde den landlooper Lehman, die den 5Jen October van het vorig jaar den 80 jarigen pastoor van het dorp Saint-Patrice, abbé Fleurat, en diens dienstbode op een gruwzame wyze vermoordde, ter dood. Het liefje van Lehman, Marie Petit, werd tot levenslango gevangenisstraf veroordeeld. Op Jamaica worden ongeregeld- heden gevreesd. De zware belastingen en een trust te Boston hebben de bewoners zooveel afbreuk gedaan en zoo ootevreden gemaakt, dat men voor een oproer freest. In den circus Cort yA11 k o ff, te Chemnitz, is de duik kunstenaar Baume by een sprong in het circus-bassin zoo ongelukkig terecht gekomen, dat hy onmiddeliyk overleed. Zaak Haas—Van HalL Nader verneemt het „N. v. d. D.", dat de beklaagde Haas nog geen afstand geddan heeft van de hem by de Wet verleende be voegdheid om binnen acht dagen een memorie van verzet ter Griffio van de Rechtbank in te leveren, maar zich over het al of niet indienen van zulk een momorio nog wenscht te beraden. Vervolg der Advertentiën. 53 «oedboop cn Sterk. 34 Cents per knot. IS Uitsluitend verkrijgbaar b|j S. H. C. SMITS, ijofl 2539 10 hoek Paardensteeg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oegstgeest brengen ter algemeene kennis, dat door ben op Dinsdag 11 April 1899, des voormiddags te ll'/i uren, ten Gemeente huize aldaar, publiek, by inschryving, zal Worden AANBESTEED* Het Baggeren en Uitdiepen van de Zandsloot. Bestek en Voorwaarden liggen ter visie ter Secretarie, terwijl inlichtingen dagelyks des voormiddags van 9 tot ÏO uren te ver krijgen zijn b« den Heer J. VAN DER VOET, Gemeente-Opzichter, Morschweg. De BurgemeeBter, J. M. DE KEMPENAER. De Secretaris, VAN GRIETHUIJSEN. Oeostoeest, 28 Maart 1899. 2537 21 MARTINUB NIJUOFF, te 's-G raven It age, zal VERKOOPEN op Dinsdag 18 April en volgende dagen: eene belangrijke verzameling BOEKEN op het gebied der Taal- en Letterkunde (voomameiyk Klassieke Talen, Fransch, Italiaansch, Spaanscb, Engelsch, Duitsch en Nederlanosch), grootendeels uitmakende de Bibliotheken van de Heeren Dr. J. RUTGERS, Rector aan het Gym nasium te 's Gravenhage; Dr. A. F. "VAN DER LAAR, Hoofd eener Byzondere School te Amsterdam; Dr. W. F. A. VAN DAM, Leeraar aan het Gymnasium te Kampen, en anderen. 2532 36 De Catalogus C2002 Nrs.) is op franco aanvrage gratis te bekomen. Daar ik gekocht heb van een buitenlandsche Firma een groote partij CONFECTIE, waaronder zijn Fijne Haaagnrea Hostaua.., Satijn Hangaren Koslnnms, Cheviots, Diagonaals en Fanlalsle-Koslunm*, een groote party Jongens-Hoslnans, Cheviot Brnln en andere DesBins en een groote party Broeken, alle van do nieuwste Dessins, zullen al deze goederen tegen concnrreerende prijzen worden verkocht. Dus gaat eerst zien, voordat g;j hy een ander Uw inkoopen gaat doen. CiJ zult ver baasd zijn van de prijzen en de goede stof. 2548 30 Een wraakneming. Slot) Toen gebeurde er iets grappigs. Het nood lot schonk my een gelegenheid, waar Ik al zoo lang naar verlangd had en die ik dadoiyk met beide handen aannam. Den dag vóór mjjn vertrek van de kookschool kwam de directrice, juffrouw Jones, naar ray toe mot een opgewonden gezicht en oen brief ia de hand. „Myn lieve juffrouw Grant," zeide zy, „maak u de eeuwige dankbaarheid der school waardig en ga vanmiddag het diner klaar maken by deze ongelukkige dame. Haar keukenmeid is weggeloopen of dood of iets dergelyks. Van avond komen er een twaalftal personen by haar dineeren en ze smeekt my iemand te zenden. Gy zyt de eenige, die er geschikt voor is, wilt ge het doen?" Ik aarzelde. Het was myn laatste dag en ik had een massa te doen. Evenwel, juffrouw Jonas was zoo'n lief, goed„Ik zal er heen gaaD," zeide ik vast besloten. „Van wie is die brief?" „Van Lady Granderley. Zy „Lady Granderley I" viel ik in, „ol daar kan ik niet heengaan, ikIk zweeg plot seling, een gedachte vloog my door het hoofd en„ik zal gaan," riep ik uit. „Heeft zy een menu gezonden?" „Een menu, kiodl Lieve hemel, neen; by zoo'n haastige boodschap moet zy maar tevre den zyn met wat wy haar geven." „Goed," antwoordde ik. „Mag ik u om een gunst verzoeken? Laat my dan dit menu eens geheel alleen samenstellen. Ik zal voor alles zorgen en noem de verantwoordeiykheid geheel op my, als het niet goed gaat." Juffrouw Jones vond hot goed en liet my alleen. Ik dacht een poosje na, en, als myn gezicht myn gevoelens goed weer heeft ge geven, moet er gedurende dien tyd een demo nische lach om myn mond zyn geweest. Myn eerste werk was, myn koffers te pak ken en ze naar Bobby's getrouwde zuster in Queens Gate te sturen, want ik had uitgemaakt, dat het verstandiger was niet naar de kcok« school terug te keeren na myn vertrek, 's avonds, uit het buis van Lady Granderley. Toen begon ik met de toebereidselen voor het diner en zond een lading benoodigdheden naar de plaats der handeling. Daarna verdween ik in myn kamer, waar ik een half uur later uit te voorschijn kwam, herschapen met behulp van een pruik (een overbiyfsel van vroegere comedie-avondjes) en het noodige vulsel, in een grysharige vrouw met een blauwen bril en eeu gezet, oud figuur. De schoolstaf zat aan tafel, toen ik heen ging; dus zag Diemand my vertrekken. In de keukens van Lady Granderley heerechte een verschrikkelijke wanorde. Een jonge werk meid staarde hopeloos op den voorraad geleien, vleesch en gevogelte, fruit en emmers ys, die ik had gestuurd. Met een blik zag ik, dat ze een uilskuiken was, dat zy my met den diep3ten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 9