N°. 11993
Woensdag 3d Maart.
A4. 1899
«Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§oii- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomrner bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 28 Maart.
Feuilleton.
Ecu afgeluisterd gesprek.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PHUS DEZEB COÜBABT;
^00r LeJden per 8 tnaanaeo, I.IQ,
JPranco per posti9 1.40.
Affconderlflke Nommere 0.05.
PRIJS DKR AT)V KR'PkHI'I'I ftw
Tan 1-8 regeia f 106. ledare regel meer f 0.17J. - Gfootsrt
lettere naar plaatsruimte - Voor het locasseereo bolton <le stad
wordt f 0.05 berekend
Offlelëele Keimlegéylngen*
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien het adres van G. HULST, houdende ver-
feoek om vergunning tot oprichting van een bakkerij
la hot perceel Hoo^ewoord No. 28;
Gelet op de artt. 6 en 7 dor Hinderwet;
Geven bjj deze kennis aan hot publiek, dat genoemd
terzook met do bijlagen op de Secretarie dezer
Semeente ter visie gelegd is; alamode, datopMa&n-
ag 10 April a. e., 's voormiddags to elf uren, op het
Baadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, om
bezwaren togen dat vorzoek in te breagen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
97 aart 1899. VAN HEYST, Secretaris.
De Commissie van Financiën bericht, dat
ZÜ tegen de ingediende rekening van de Plaatse
lijke Schoolcommissie over het jaar 1898 geen
bedenkiogen heeft. Zij adviseert derhalve, die
rekening goed te keuren in ontvangst en
uitgaaf 50, sluitende quitte.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoekschrift van den heer J. De Josselin
de Jong deelen B. en Ws. den gemeenteraad
mede, dat uit de door heu ingewonnen
Inlichtingen gebleken is, dat het hoofd der
school reeds van het verlaten der school door
Joséphino Frédérique Van Heemskerck, op
81 December 189S, ten Raaóhuize had kennis
gegeven. Dientengevolge is haar naam van
de lijst der leerlingen geschrapt en aan adres
sant geen aanslagbiljet over het 3de kwartaal
toegezonden.
Mitsdien geven B. en Ws. in overweging
het verzoek van adressant om hem vrijstelling
te willen verleenen van het betalen van
schoolgeld voor de twee laatste kwartalen,
voor kennisgeving aan te nemen.
Onder overlegging van een verzoekschrift
van den heer A. M. Sanders, berichten zij
verder, dat adressant zich in den loop der
maand Februari met zijn gezin in de gemeente
beeft gevestigd, en zijn kinderen eerst van den
22sten Februari het onderwijs aan de lagere
school der 2-Je klasse hebben gevolgd, zoodat
B. en Ws. voorstellen aan adressant restitutie
te verleenen van het voor zijn kinderen
betaalde schoolgeld over de maand Januari, ten
bedrage van 3.
Aangezien by onderzoek gebleken is, dat de
zoon van den heer D. Couwenhoven den 28sten
Februari jl. de Hoogere Burgerschool voor
JoDgens heeft verlaten, om zich voor het
door hem gekozen vak te bekwamen, geven
B. en Ws. in overweging aan adressant vry-
stolling te verleenen van de betaling van
schoolgeld voor zyo zoon A. C. Couwenhoven
over de laatste twee kwartalen van den
loopenden cursus.
Den Sisten Maart a. s. eindigt de garantie-
tijd, vastgesteld by de in 1895 goedgekeurde
onderhandsche opdracht van de verwarmings-
en ventilatie inrichting van het krankzinnigen
gesticht „Endegeest" aan de firma Bacon, to
Beriyo, en moet volgens de voorwaarden de
door den aannemer gestorte waarborgsom
ad 5000 worden terugbetaald met zes procent
rente van den dag der storting.
Aangezien dit bedrag van 5000 gedurende
al dien tyd by de gemeente als kasgeld in ge
bruik is geweest, zal de rente moeten worden
gekweten uit den post: „Rente der tydeiyke
geldleening ter voorziening in de behoefte aan
kasgeld". De betrekkeiyke begrootingspost van
1898 zal daarvoor met een bedrag van ƒ715
moeten worden verhoogd.
Er bestaat geen bezwaar gunstig te
beschikken op een aan den Raad overgelegd
verzoek van de heeren J. en P. Yan Ulden
om Burg. en Weths. te machtigen om zeker,
in de gemeente Leiden, gelegen perceel te
ontslaan uit het hypothecair verband, daarop
gelegd ten behoeve van de gemeente, onder
voorwaarde dat de koopprys geheel zal strek
ken tot aflossing van hypotheken op andere
bepaald aangewezen verbonden onroerende
goederen ten behoeve van anderen gevestigd.
De geboden koopprys toch van 3300
mag voor het eerstbedoelde perceel voldoende
worden geacht.
Do koopsom zal dan behooren te worden
aangewend tot aflossing van hypothecaire
schulden, gevestigd op die goederen, welke
de gemeente bevoegd is gedurende den loop
van het pachtcontract van de pachters over
te nemen.
Op grond van een en ander geven Burg.
en Weths. den Raad in overweging aan Geb.
Yan Ulden toostemming te verleenen tot
verkoop van meerbedoeld perceel, voor een
koopsom van ƒ3300 en Burg. en Weths. te
machtigen om dat perceel te ontslaan uit
het hypothecair verband, daarop ten behoeve
der gemeente gevestigd, onder bepaling dat
de koopsom moet worden aangewend tot ge
deeltelijke aflossing- van een daarop rustende
hypothecaire inschryving groot 4800.
Mej. Romunde, alhier, is benoemd tot
hoofd der algemeene bewaarschool te Alkmaar.
De majoor C. J. Yaillant, van het éde
reg. inf. te Leiden, is bestemd voor speciale
diensten by dat corps en wordt 1 April in
het bevel over het 2de bataljon vervangen
door don luit.-kol. F. H. A. Sabron.
De Amerikaan8che gezant by ons Hof
begaf zich heden naar Londen.
Mr. Wierdels, gewezen president van den
Raad van Justitie te Soorabaia en thans
benoemd tot rechter in de gemengde recht
bank te Mansourah, is heden uit Den Haag
derwaarts vertrokken.
De werkinrichting voor hulpbehoevende
blinden aan de Tollensstraat te 's-Gravenhage
mocht zich gisteren voor do tweede maal ver
heugen in een bezoek van H. M. de Koningin-
Moeder.
De Yorsteiyke bezoekster werd by Haar
geheel onverwachte komst, ontvangen door
den directeur, den heer H. Yan Straten, die
Hare Majesteit door de verschillende werk
zalen rondgeleidde.
Daar vond H. M. de 80 hulpbehoevende
blinden, die in de inrichting werk vonden,
y verig in de weer met stoelen matten, manden
maken, hot vervaardigen van vuurmakers, enz.
Belangstellend sloeg de vorstin het werk gade,
voor ieder der werklieden een harteiyk woord
hebbende en tevens by herhaling baar diep
medelyden toonend met de ongelukkigen, die
van het gezicht zyn beroofd.
Alvorens het gebouw te verlaten, over
handigde de Koningin-Moeder persooniyk aan
lederen arbeider een gift. Voor twee zieken
stelde H. M. den directeur een gift ter hand.
De gisteren gehouden algemeene ver
gadering van aandeelhouders der „Haagsche
Broodfabriek," heeft de balans en winst- en
verliesrekening over het afgeloopen jaar goed-
gekeurd.
Uit het jaarverslag bleek, dat, hoewel de
uitkomsten der exploitatie bevredigend zyn,
er In verband met de ongunstige verhouding
van de meel- en broodprijzen, geen dividend
kan worden uitgekeerd.
In een algemeene vergadering der Yereenl-
ging voor bloembollen-cultuur te Haarlem,
deeldo de secretaris mede, dat er 1675
leden zyn.
De vyfjaarlyksche tentoonstelling wordt
gehouden van 15 tot 19 Maart 1900.
De lsto lult. P. J. Yan Munnikredo, van
het 4de reg. inf. te Delft, die, zooals gemeld
is, 1 Augustus gedetacheerd wordt by de
Kon. Mil. Academie te Breda, wordt 16 Sep
tember overgeplaatst by den staf der infanterie.
Het adres aan H. M. de Koningin, waarin
verzocht wordt den heer S. M. Hugo van Gyn
tot burgemeester van Dordrecht te benoemen,
is verzonden, voorzien van 1100 handteeke-
ningen.
Een dezer dagen wordt te 's-Gravenhage
met verlof verwacht de heer L. Yan Riet,
coDsul-generaal van Nederland, met den per-
sooniyken titel van zaakgelastigde te Buenos-
Ayres.
De directies der Vpnendaalsche en der
Hilversum8che StoomspinnerU en Wevery
wyzen er in een adres aan de Tweede Kamer
op, dat de katoen-industrie hier te lande aan
zulke scherpe concurrentie is blootgesteld, dat
een verzekering, als in het ontwerp-Onge
vallenwet beaoeld, dier industrie niet ten
voordeele zal komen.
Bovendien wordt de voorgestelde verzekering
te boog genoemd In verhouding tot de risico.
En evenals de Vereenigde Fabrikanten van
Twente wyzen adressanten er op, dat by ver
plichte verzekeriug op den voet als wordt
voorgesteld, zy zich niet langer moreel zoudon
verplicht achten, de door ongeval getroffen
werklieden zooveel mogeiyk te ondersteunen
in het verdienen van hun brood, door hen
gemakkelykor en lichter werk te verschaffen,
hetgeen tot nu toe steeds werd gedaan.
Hr. Ms. fregat „Atjeh", onder bevel van
den kapitein ter zee L. J. K. A. Jeekel, is
27 dezer van Oleh-leh vertrokken, ter aan
vaarding van de terugreis naar Nederland
rond Kaap de Goede Hoop; Hr. Ms. pantser-
dekschip „Zeeland", onder bevel van den
kapitein ter zee A. G. Ellis, is 25 dezer van
Kingston (Jamaica) vertrokken ter voortzet
ting van de reis en is 27 dezer te Port au
Prince (Haïti) aangekomen.
Het stoomschip „Koning Willem I," van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 27 Maart
te Genua; de „Malang" vertrok 27 Maart van
Padang naar Rotterdam; de „Prinses Amalia,"
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 27
Maart Perim; de „Reichstag," van Hamburg
en Antwerpen naar Oost Afrika, arriveerde
27 Maart te Aden; de „Rotterdam" arriveerde
27 Maart van Rotterdam te Nieuw-York; de
„Edam," van Nieuw York naar Rotterdam,
passeerde 28 Maart Dover; de „Sumatra"
arriveerde 28 Maart vao Amsterdam te Batavia.
Benthuizen. Naar men verneemt, zal in den
namiddag van den 2deu Paaschdag, het fanfare
corps van Zostermeer op de bovenzaal van
het logement „De Zwaan", een openbare uit
voering geven.
De Chri8teiyke Zangvereenlging „Excel-
cior" van Benthuizen, zal aan den avond van
den 13don April een openbare uitvoering geven
in het kerkgebouw van de Ned. Hervormden.
Hillegom. Hedennacht is een aan den
bloemist C. Lommorse toebehoorende, achter
diens woning staande houten schuur aan den
Oosteindertol alhier, geheel afgebrand, waarby
een in die schuur aanwezig paard van den
landbouwer C. J. Nelis, boswel door deze
met veel moeite gered, zoodanige brand
wonden had bekomen, dat het kort daarna
moest worden afgemaakt. Aan de krachtige
hulp van de bewoners in die buurt is het
te danken, dat niet alleen de woning van
Lommerse, maar ook bovenal die van den
landbouwer Nelis zyn gespaard gebleven. De
brandweer was ook vlug ter plaatse, doch
kon spoedig daarna weder inrukken.
Een en ander was verzekerd. De oorzaak
van den brand Is onbekend.
Oudshoorn. De heer Yan der Yring, alhier,
is op de Paasch tentoonstelling te Utrecht,
welke gisteren is geopend, bekroond met den
lsten en 2den prys voor melkkoeien.
Sassenlieim. Voor de vacante betrokking
van secretaris van Sassenheim, jaarwedde
675, hebben zich 28 sollicitanten aangemeld.
De heer Yan Eek, door wiens vertrek de
vacature ontstaan is, wordt Donderdag 30
Maart a. s. als burgemeester van Mynsheeren-
land en Westmaas geïnstalleerd.
Voorschoten. Tegen een viertal knapen,
die op den openbaren weg om geld speelden,
ia door de politie, nadat herhaalde waarschu
wingen vruchteloos gebleken zyn, proces-
veroaal opgemaakt. Zy kunnen worden ver
oordeeld tot eon boete van 5.
Uit de „Staatscourant.*
Kon. besluiten. Benoemd tot officier van
gezondheid der 2de klasse bij de zeemacht, B. Roest,
arts; met ingang van 1 September 1899, tot leeraar
in de wiskunde en het lijuteekenen aan de Konink
lijke Militaire Academie, de gepensionnoerde kapi
tein der genie van het Oost-Indische leger J. W.
C. Beclenkamp, thans tijdelijk leeraar in voormelde
vakken bij die inrichting; tot adjunct-commies
by den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten
mr. W. H. M. Werker, advocaat en procureur te
Utrecht.
Op diens verzoek met 1 April a. s. eervol
ontslagen mr. J. It. Boerlage, kantonrochter-plaats-
vervanger van hot 2de kanton te Amsterdam.
Op zijn verzoek eervol ontslagen dr. P. Groene-
boom, te Amersfoort, als lid van den geneeskun
digen raad van Gelderland en Utrecht, terwijl als
zoodanig ia benoemd dr. C. H. H. Spronk, hoog
leeraar te Utrecht, thans plaatsvervangend lid,
en tot plaatsvervangend lid dr. C. Eykman, hoog
leeraar te Utrecht.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau de heer F. S. Op ten Noort, burgemeester
van Ede.
Aan H. Meouwis, gewezen meesterknecht by
den arbeid in de bijzonder# strafgevangenis te
Leeuwarden, verleend eon pensioen ten laste van
den Staat van ƒ383 'sjaars.
Benoemd tot opzichter bij het onderzoek der
gebouwen van onderwijs, ter standplaats Delft,
J. A. Schlieker, thans buitengewoon opzichter bn
de werken tot uitbreiding der Polytechnische School
te Delft.
De gewone audiëntiSn van de ministers van
oorlog en van koloniën zullen deze week niet
plaats hebben.
Ontwapeningsconferentie.
Schier eiken dag vindt men tegenwoordig
in de buitenlandsche pers berichten over de
aanstaan ce conferentie, die kant noch wal
raken. Wy achten het onnoooig ze telkens
tegen te spreken.
Maar enkele van die berichten doen door
de gansche pers van Europa de ronde en
daarom kan het zyn nut hebben de onjuist
heid er van te constateeren.
Zoo byv. wordt er gesproken van een
verzoek der Russische Regeering om de uit*
noodigingen nog niet te verzenden en de
conferentie voor eenigen tyd uit te stellen.
Naar wy goede recenen hebben te onder
stellen, is van zulk een verzoek of van
zoodanig uitstel hoegenaamd niets b\j onze
Regeering bekend.
Men kan in den loop van de volgende week
de verzending der uitnoodigingen te gemoet
zien do vertraging daarin is eenvoudig
't gevolg van het overleg over den juisten
vorm en de dag der byeeDkomst van de
conferentie biyft op 18 Mei a. 8. bepaald.
Yooral ook deelneming van Z. H. den Paus
aan het vredes-congres blyft een bron voor
allerhande verhalen in sommige bladen. Italiö'a
wenschen in Cbina zyn er mede in verband
gebracht; en de „Köln. Ztg." vertelt heden,
dat Oostenryk en Frankrijk er op hebben
aangedrongen den H. Stoel uit te noodigen
en dat dit nu ook zal geschieden met dien
verstande, dat de vertegenwoordiger van don
Paus alleen in do sectie voor de arbitrage
zitting zou nemen.
Yoor degenen, die een oogonblik over de
zaak nadenken, springt het onwaarschynlyke
van deze oplossing reeds in 't oog. Want de
Paus zou zich tot een zoodanige voorwaarde-
ïyke en „gedeeltelijke" toelating zeker niet
laten vinden. Maar er is van de uitoooaiging
des Pausen geen sprake gowoest van het
oogenblik dat besloten was alle n die mogend
heden byeen te roepen, die een staand leger
onderhouden. En zelfs afgescheiden daarvan
herinneren wy er aan, dat de Paus aan geen
enkele der groote diplomatieke congressen,
na 1870 gehouden, heeft deelgenomen; Doch
aan die voor de anti-slaverDyconferentle, noch
aan die voor de regeliDg van internationaal
privaatrecht, om er 6lechts enkele te noemen.
Yan een uitsluiting Is hier dan ook geen
sprake. Vad
2)
De trein reed weer voort.
HU bad een brief uit zyn portefeuille ge
nomen.
„Waar ie het nou? Lieveling, weeB vooral
voorzichtig, en ga niet zonder jas uit. De
Parysche lucht moet zoo gevaarlijk zUnl"
„Ie de ParUsche lucht gevaarlek, Marie?"
„Ik weet het niet."
„Misschien heeft ze gelUk en ia ze werke-
lUk gevaarlijk. Maar ik kan haar in dezen
toch gerustetellen, ik heb geen kou gevat.
Daar staat bet: „pas vooral goed op Marie
op reis; ik verheug er mU zód op om haar te
zien; als ze maar niet al te geleerd is ge
worden en mU te dom vindt. Ik verbeeld me,
dat ze jou aan je werk kan helpen en dat ze
het graag zal doen. Wat zUn jullie veel in
musea en schouwburgen, naar concerten en
lezingen geweest I Ik ben zoo blU, dat jullie
zoo goed met elkaar kunt opschieten en dat
jU het zoo goed met haar kunt vinden. Hoe
gelukkig, dat jy in betzelfde buis logies kondet
vinden als zU; daardoor kon jullie veel b(J en
met elkaar zUn. Je zoudt zeker geen betere
cicerone hebben kunnen vinden dan Marie;
ze is zoo thuis in Parys. Hoe jammer, dat ik
niet weg kon van Kareltje; dan had ik mee
kunnen gaan."
,Ja, dat was jammer," zei Marie zachtjes.
„Tot op zekere hoogte, ja, maar weet je,
ik geloof niet, dat ik de helft zou hebben
gezien van wat ik nu gezien heb als Anna er
by geweest was. Zy stelt in zoo heel andere
dingen belang dan wy. Yan heel Parys zou
de „Bon Marche" en de „Louvre" haar het
meest geïnteresseerd hebben begrypt me
goed, het museum bedoel ik niet en dat
neemt zooveel tyd in beslag, dat herinnor ik
me nog van ons uitstapje naar Kopenhagen."
„Maar het is jouw schuld; jy hadt or voor
moeten zorgen, dat ze zichzelven voor andere
dingen interesseerde. Ik kan er natuuriyk niet
over oordeelen hoe ze is; toen ik van huis
ging, was ze nog zoo onontwikkeld.
„Dat is ze nog. Hoe ze is Een lief moedertje
voor de kleintjes I"
„En een uitstekende vrouw voor jou. Ze
denkt aan niete dan aan jou en de kinderen 1"
„Neen, ze denkt aan niets anders. Zy be
moedert ons, ze maakt nu myn lievelings
kostjes klaar, ze is bang, dat ik kou zal
vatten, ze ie erg zorgzaam en altyd dezelfde.
Je verbaast je nooit over haar, ze is altyd
dezelfde, vandaag dezelfde ale gisteren, en als ze
nog vyftig jaar leeft, zal ze over vyftig jaar
nog dezelfde zyn."
„Maar is het dan niet een geluk, als een
getrouwde vrouw gelykmatig van humeur is?"
„Ik ben ook erg gelukkig, dat weet je
immers. Maar wat hebt jullie toch weinig
van elkaarl"
„Ik geloof, dat ik levendiger ben dan Anna,
al ben ik drie jaar ouder. Het verschil zit
hem daarin, dat zy zoo vroeg getrouwd ie
en daardoor allerlei plichten op zich heeft
genomen, terwyi ik nog zoo vry ben als een
vogeltje in de lucht."
„Ja, je bent net een vogeltje. Maar men
zou je niet in een kooitje kunnen zetten; je
zoudt tegen de tralies opvliegen en met je
vleugels als
„Ja, en daarom pae ik ook niet in een
kooitje. Ik ben al zoo lang van huie weg en
ben al dien tyd op mezelve moeten staan
„Ja, je hebt jezelve en je talenten kunnen
ontwikkelen en je hadt heel andere talenten
om te ontwikkelen' dan Anna."
Arme Anna, dacht ik in stilte.
„Dat weet je nietl"
„Ik weet het wel. Jy hebt alles, wat haar
ontbreekt."
„En zy heeft allee, wat my ontbreekt; het
is dns eeriyk verdeeld." Het was alsof baar
woorden een diepere beteekenis hadden, waar
van zy achrikte; zy voegde er ten minste snel
by: „Wat wou je my ook weer voorlezen?"
Een lange stilte. Ik tuurde In myn courant
en las en herlas den laataten zin: Quani on
n'est pas content, on n'a pas le nécessaire.
Hadden mgn reisgenooten dat gezegd of stond
het in de courant? Ja, het stond in de couranti
En ik trachtte een oogenblik niet te luisteren
naar het gesprek myner vis-k-vis. Het was
toch werkeiyk niet netjes van my, dat ik
luisterde, terwyi zy dachten, dat ik hen niet
verstond. Ik ging achterover zitten en pro
beerde te slapen, maar het was mU onmogelyk;
Ik verstond elk woord.
Hy las nu den brief van zyn vrouw voor.
„Zorg op reis voor Marie alsof ik het wae.
Ik echryf je dat, omdat je dikwyis zód ver
strooid bent, dat je heelemaal vergeet, dat je
iemand by je hebt, op wie je moet paseen.
Maak jezelf dus maar wye, dat je met mi)
op reis bent."
„Ja, wat zou ik dan nu eigeniyk moeten
doen? Ale je myn vrouwtje was, dan zou ik
tegen je zeggen: Lieve Marie, noem er je
gemak van, zit niet zoo styf uit bet raampje
te kyken, we moeten nog een heel eind sporen.
Leg je voeten op die bank, ik zal naast je
gaan zitten en over je waken. Je behoeft je
niet te geneeren, onze kleine reisgenoote heeft
zich in haar boekje ook schilderachtig neer-
gevlyd. Als je myn vrouw was
„Ja, maar dat ben ik niet en je vervult je
achoonbroederiyke plichten al heel gehoor
zaam. Dat kun je tegen Anna zeggeD, als je
thuis komt. Ik ben trouwens niet moe en
daar ik toch niet zoo ver reis ais jy denkt,
behoef ik geen voorbereidselen te maken."
„Niet? Je bent bepaald niet erg lekker.
Willen we van nacht in Koulen blyven en mor
gen verder reizen? Wat heb je aanjeoogen?
Mag ik er eens naar kyken? Je hebt gehuild."
„Neen, neen, Ericb, kUk me niet zoo aan.
Ik heb van nacbt byna niet geslapen; daardoor
staan myn oogen zoo flauw. Ik ga niet eens
mee naar Keulen. Ik ben van plan te St. Quentin
uit te etappen en daar te blyven."
„Ben je van plan in St.-Quentin te blyven!
Wat meen je daarmee? In St.-Quentin blyven?
En we zUn op reis naar Zweden; we gaan
naar huis.",
„Ja jij, maar ik niet. Ik ben van plan ver
anderd. Ik biyf in St.-QueDtin. Ik heb de be
trekking, die myn vriendin M. in Bertrand
my beeft aangeboden, aangenomen; ik word
onderwUzeres."
„Ik begUp je niet. Het Is zoo'n wirwar in
myn hooid. Hoe kom je op zoo iets bespottelyks,
onmogelyks? Die betrekking in St.-Quentin;
je meent het niet."
„Ik meen het wel degelyk. Ik weet heel
goed wat ik zeg en wat ik doe."
„Je bent niet goed by je vorstand. Het is
onmogelyk 1 Ik kan toch niet thuis komen
zonder jou? Wat moet ik dan tegen Anna
zeggen?" i
„Ik heb aan Anna geschreven en baai
verteld, dat ik van plan veranderd ben, dat
ik nog een poosje in Frankryk blyf." i
„Maar wat moet ik dan zeggen, als ze me
vraagt, waarom je hier blyft?"
„Houd je een beetje kalm, Erich, en praat
niet zoo hard; je maakt dat jong* vrouwtjo
over ons wakker."
„Maar boe moet ik het dan thuis voorstel
len, als een gril, een inval, een overdreven idee?",
„Geef het den naam, die je goeddunkt,
Wat komt het.er op aan?"
„Wanneer heb je naar St.-Quentin en naar
Stokholm geechreven? dat ie hoofdzaak".
„Misschien voor Jou, maar voor my niet.
Ik wil weten, waarom jo niet meer naar huls
gaat, waarom je van plan veranderd bent,
waarom je het my nu eerst zegt."
(Siof volgt.)