N°. 11993 Woensdag 3d Maart. A4. 1899 «Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§oii- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomrner bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 28 Maart. Feuilleton. Ecu afgeluisterd gesprek. LEIDSCH DA&BLAD. PHUS DEZEB COÜBABT; ^00r LeJden per 8 tnaanaeo, I.IQ, JPranco per posti9 1.40. Affconderlflke Nommere 0.05. PRIJS DKR AT)V KR'PkHI'I'I ftw Tan 1-8 regeia f 106. ledare regel meer f 0.17J. - Gfootsrt lettere naar plaatsruimte - Voor het locasseereo bolton <le stad wordt f 0.05 berekend Offlelëele Keimlegéylngen* Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien het adres van G. HULST, houdende ver- feoek om vergunning tot oprichting van een bakkerij la hot perceel Hoo^ewoord No. 28; Gelet op de artt. 6 en 7 dor Hinderwet; Geven bjj deze kennis aan hot publiek, dat genoemd terzook met do bijlagen op de Secretarie dezer Semeente ter visie gelegd is; alamode, datopMa&n- ag 10 April a. e., 's voormiddags to elf uren, op het Baadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren togen dat vorzoek in te breagen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 97 aart 1899. VAN HEYST, Secretaris. De Commissie van Financiën bericht, dat ZÜ tegen de ingediende rekening van de Plaatse lijke Schoolcommissie over het jaar 1898 geen bedenkiogen heeft. Zij adviseert derhalve, die rekening goed te keuren in ontvangst en uitgaaf 50, sluitende quitte. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoekschrift van den heer J. De Josselin de Jong deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede, dat uit de door heu ingewonnen Inlichtingen gebleken is, dat het hoofd der school reeds van het verlaten der school door Joséphino Frédérique Van Heemskerck, op 81 December 189S, ten Raaóhuize had kennis gegeven. Dientengevolge is haar naam van de lijst der leerlingen geschrapt en aan adres sant geen aanslagbiljet over het 3de kwartaal toegezonden. Mitsdien geven B. en Ws. in overweging het verzoek van adressant om hem vrijstelling te willen verleenen van het betalen van schoolgeld voor de twee laatste kwartalen, voor kennisgeving aan te nemen. Onder overlegging van een verzoekschrift van den heer A. M. Sanders, berichten zij verder, dat adressant zich in den loop der maand Februari met zijn gezin in de gemeente beeft gevestigd, en zijn kinderen eerst van den 22sten Februari het onderwijs aan de lagere school der 2-Je klasse hebben gevolgd, zoodat B. en Ws. voorstellen aan adressant restitutie te verleenen van het voor zijn kinderen betaalde schoolgeld over de maand Januari, ten bedrage van 3. Aangezien by onderzoek gebleken is, dat de zoon van den heer D. Couwenhoven den 28sten Februari jl. de Hoogere Burgerschool voor JoDgens heeft verlaten, om zich voor het door hem gekozen vak te bekwamen, geven B. en Ws. in overweging aan adressant vry- stolling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zyo zoon A. C. Couwenhoven over de laatste twee kwartalen van den loopenden cursus. Den Sisten Maart a. s. eindigt de garantie- tijd, vastgesteld by de in 1895 goedgekeurde onderhandsche opdracht van de verwarmings- en ventilatie inrichting van het krankzinnigen gesticht „Endegeest" aan de firma Bacon, to Beriyo, en moet volgens de voorwaarden de door den aannemer gestorte waarborgsom ad 5000 worden terugbetaald met zes procent rente van den dag der storting. Aangezien dit bedrag van 5000 gedurende al dien tyd by de gemeente als kasgeld in ge bruik is geweest, zal de rente moeten worden gekweten uit den post: „Rente der tydeiyke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld". De betrekkeiyke begrootingspost van 1898 zal daarvoor met een bedrag van ƒ715 moeten worden verhoogd. Er bestaat geen bezwaar gunstig te beschikken op een aan den Raad overgelegd verzoek van de heeren J. en P. Yan Ulden om Burg. en Weths. te machtigen om zeker, in de gemeente Leiden, gelegen perceel te ontslaan uit het hypothecair verband, daarop gelegd ten behoeve van de gemeente, onder voorwaarde dat de koopprys geheel zal strek ken tot aflossing van hypotheken op andere bepaald aangewezen verbonden onroerende goederen ten behoeve van anderen gevestigd. De geboden koopprys toch van 3300 mag voor het eerstbedoelde perceel voldoende worden geacht. Do koopsom zal dan behooren te worden aangewend tot aflossing van hypothecaire schulden, gevestigd op die goederen, welke de gemeente bevoegd is gedurende den loop van het pachtcontract van de pachters over te nemen. Op grond van een en ander geven Burg. en Weths. den Raad in overweging aan Geb. Yan Ulden toostemming te verleenen tot verkoop van meerbedoeld perceel, voor een koopsom van ƒ3300 en Burg. en Weths. te machtigen om dat perceel te ontslaan uit het hypothecair verband, daarop ten behoeve der gemeente gevestigd, onder bepaling dat de koopsom moet worden aangewend tot ge deeltelijke aflossing- van een daarop rustende hypothecaire inschryving groot 4800. Mej. Romunde, alhier, is benoemd tot hoofd der algemeene bewaarschool te Alkmaar. De majoor C. J. Yaillant, van het éde reg. inf. te Leiden, is bestemd voor speciale diensten by dat corps en wordt 1 April in het bevel over het 2de bataljon vervangen door don luit.-kol. F. H. A. Sabron. De Amerikaan8che gezant by ons Hof begaf zich heden naar Londen. Mr. Wierdels, gewezen president van den Raad van Justitie te Soorabaia en thans benoemd tot rechter in de gemengde recht bank te Mansourah, is heden uit Den Haag derwaarts vertrokken. De werkinrichting voor hulpbehoevende blinden aan de Tollensstraat te 's-Gravenhage mocht zich gisteren voor do tweede maal ver heugen in een bezoek van H. M. de Koningin- Moeder. De Yorsteiyke bezoekster werd by Haar geheel onverwachte komst, ontvangen door den directeur, den heer H. Yan Straten, die Hare Majesteit door de verschillende werk zalen rondgeleidde. Daar vond H. M. de 80 hulpbehoevende blinden, die in de inrichting werk vonden, y verig in de weer met stoelen matten, manden maken, hot vervaardigen van vuurmakers, enz. Belangstellend sloeg de vorstin het werk gade, voor ieder der werklieden een harteiyk woord hebbende en tevens by herhaling baar diep medelyden toonend met de ongelukkigen, die van het gezicht zyn beroofd. Alvorens het gebouw te verlaten, over handigde de Koningin-Moeder persooniyk aan lederen arbeider een gift. Voor twee zieken stelde H. M. den directeur een gift ter hand. De gisteren gehouden algemeene ver gadering van aandeelhouders der „Haagsche Broodfabriek," heeft de balans en winst- en verliesrekening over het afgeloopen jaar goed- gekeurd. Uit het jaarverslag bleek, dat, hoewel de uitkomsten der exploitatie bevredigend zyn, er In verband met de ongunstige verhouding van de meel- en broodprijzen, geen dividend kan worden uitgekeerd. In een algemeene vergadering der Yereenl- ging voor bloembollen-cultuur te Haarlem, deeldo de secretaris mede, dat er 1675 leden zyn. De vyfjaarlyksche tentoonstelling wordt gehouden van 15 tot 19 Maart 1900. De lsto lult. P. J. Yan Munnikredo, van het 4de reg. inf. te Delft, die, zooals gemeld is, 1 Augustus gedetacheerd wordt by de Kon. Mil. Academie te Breda, wordt 16 Sep tember overgeplaatst by den staf der infanterie. Het adres aan H. M. de Koningin, waarin verzocht wordt den heer S. M. Hugo van Gyn tot burgemeester van Dordrecht te benoemen, is verzonden, voorzien van 1100 handteeke- ningen. Een dezer dagen wordt te 's-Gravenhage met verlof verwacht de heer L. Yan Riet, coDsul-generaal van Nederland, met den per- sooniyken titel van zaakgelastigde te Buenos- Ayres. De directies der Vpnendaalsche en der Hilversum8che StoomspinnerU en Wevery wyzen er in een adres aan de Tweede Kamer op, dat de katoen-industrie hier te lande aan zulke scherpe concurrentie is blootgesteld, dat een verzekering, als in het ontwerp-Onge vallenwet beaoeld, dier industrie niet ten voordeele zal komen. Bovendien wordt de voorgestelde verzekering te boog genoemd In verhouding tot de risico. En evenals de Vereenigde Fabrikanten van Twente wyzen adressanten er op, dat by ver plichte verzekeriug op den voet als wordt voorgesteld, zy zich niet langer moreel zoudon verplicht achten, de door ongeval getroffen werklieden zooveel mogeiyk te ondersteunen in het verdienen van hun brood, door hen gemakkelykor en lichter werk te verschaffen, hetgeen tot nu toe steeds werd gedaan. Hr. Ms. fregat „Atjeh", onder bevel van den kapitein ter zee L. J. K. A. Jeekel, is 27 dezer van Oleh-leh vertrokken, ter aan vaarding van de terugreis naar Nederland rond Kaap de Goede Hoop; Hr. Ms. pantser- dekschip „Zeeland", onder bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis, is 25 dezer van Kingston (Jamaica) vertrokken ter voortzet ting van de reis en is 27 dezer te Port au Prince (Haïti) aangekomen. Het stoomschip „Koning Willem I," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 27 Maart te Genua; de „Malang" vertrok 27 Maart van Padang naar Rotterdam; de „Prinses Amalia," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 27 Maart Perim; de „Reichstag," van Hamburg en Antwerpen naar Oost Afrika, arriveerde 27 Maart te Aden; de „Rotterdam" arriveerde 27 Maart van Rotterdam te Nieuw-York; de „Edam," van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 28 Maart Dover; de „Sumatra" arriveerde 28 Maart vao Amsterdam te Batavia. Benthuizen. Naar men verneemt, zal in den namiddag van den 2deu Paaschdag, het fanfare corps van Zostermeer op de bovenzaal van het logement „De Zwaan", een openbare uit voering geven. De Chri8teiyke Zangvereenlging „Excel- cior" van Benthuizen, zal aan den avond van den 13don April een openbare uitvoering geven in het kerkgebouw van de Ned. Hervormden. Hillegom. Hedennacht is een aan den bloemist C. Lommorse toebehoorende, achter diens woning staande houten schuur aan den Oosteindertol alhier, geheel afgebrand, waarby een in die schuur aanwezig paard van den landbouwer C. J. Nelis, boswel door deze met veel moeite gered, zoodanige brand wonden had bekomen, dat het kort daarna moest worden afgemaakt. Aan de krachtige hulp van de bewoners in die buurt is het te danken, dat niet alleen de woning van Lommerse, maar ook bovenal die van den landbouwer Nelis zyn gespaard gebleven. De brandweer was ook vlug ter plaatse, doch kon spoedig daarna weder inrukken. Een en ander was verzekerd. De oorzaak van den brand Is onbekend. Oudshoorn. De heer Yan der Yring, alhier, is op de Paasch tentoonstelling te Utrecht, welke gisteren is geopend, bekroond met den lsten en 2den prys voor melkkoeien. Sassenlieim. Voor de vacante betrokking van secretaris van Sassenheim, jaarwedde 675, hebben zich 28 sollicitanten aangemeld. De heer Yan Eek, door wiens vertrek de vacature ontstaan is, wordt Donderdag 30 Maart a. s. als burgemeester van Mynsheeren- land en Westmaas geïnstalleerd. Voorschoten. Tegen een viertal knapen, die op den openbaren weg om geld speelden, ia door de politie, nadat herhaalde waarschu wingen vruchteloos gebleken zyn, proces- veroaal opgemaakt. Zy kunnen worden ver oordeeld tot eon boete van 5. Uit de „Staatscourant.* Kon. besluiten. Benoemd tot officier van gezondheid der 2de klasse bij de zeemacht, B. Roest, arts; met ingang van 1 September 1899, tot leeraar in de wiskunde en het lijuteekenen aan de Konink lijke Militaire Academie, de gepensionnoerde kapi tein der genie van het Oost-Indische leger J. W. C. Beclenkamp, thans tijdelijk leeraar in voormelde vakken bij die inrichting; tot adjunct-commies by den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten mr. W. H. M. Werker, advocaat en procureur te Utrecht. Op diens verzoek met 1 April a. s. eervol ontslagen mr. J. It. Boerlage, kantonrochter-plaats- vervanger van hot 2de kanton te Amsterdam. Op zijn verzoek eervol ontslagen dr. P. Groene- boom, te Amersfoort, als lid van den geneeskun digen raad van Gelderland en Utrecht, terwijl als zoodanig ia benoemd dr. C. H. H. Spronk, hoog leeraar te Utrecht, thans plaatsvervangend lid, en tot plaatsvervangend lid dr. C. Eykman, hoog leeraar te Utrecht. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau de heer F. S. Op ten Noort, burgemeester van Ede. Aan H. Meouwis, gewezen meesterknecht by den arbeid in de bijzonder# strafgevangenis te Leeuwarden, verleend eon pensioen ten laste van den Staat van ƒ383 'sjaars. Benoemd tot opzichter bij het onderzoek der gebouwen van onderwijs, ter standplaats Delft, J. A. Schlieker, thans buitengewoon opzichter bn de werken tot uitbreiding der Polytechnische School te Delft. De gewone audiëntiSn van de ministers van oorlog en van koloniën zullen deze week niet plaats hebben. Ontwapeningsconferentie. Schier eiken dag vindt men tegenwoordig in de buitenlandsche pers berichten over de aanstaan ce conferentie, die kant noch wal raken. Wy achten het onnoooig ze telkens tegen te spreken. Maar enkele van die berichten doen door de gansche pers van Europa de ronde en daarom kan het zyn nut hebben de onjuist heid er van te constateeren. Zoo byv. wordt er gesproken van een verzoek der Russische Regeering om de uit* noodigingen nog niet te verzenden en de conferentie voor eenigen tyd uit te stellen. Naar wy goede recenen hebben te onder stellen, is van zulk een verzoek of van zoodanig uitstel hoegenaamd niets b\j onze Regeering bekend. Men kan in den loop van de volgende week de verzending der uitnoodigingen te gemoet zien do vertraging daarin is eenvoudig 't gevolg van het overleg over den juisten vorm en de dag der byeeDkomst van de conferentie biyft op 18 Mei a. 8. bepaald. Yooral ook deelneming van Z. H. den Paus aan het vredes-congres blyft een bron voor allerhande verhalen in sommige bladen. Italiö'a wenschen in Cbina zyn er mede in verband gebracht; en de „Köln. Ztg." vertelt heden, dat Oostenryk en Frankrijk er op hebben aangedrongen den H. Stoel uit te noodigen en dat dit nu ook zal geschieden met dien verstande, dat de vertegenwoordiger van don Paus alleen in do sectie voor de arbitrage zitting zou nemen. Yoor degenen, die een oogonblik over de zaak nadenken, springt het onwaarschynlyke van deze oplossing reeds in 't oog. Want de Paus zou zich tot een zoodanige voorwaarde- ïyke en „gedeeltelijke" toelating zeker niet laten vinden. Maar er is van de uitoooaiging des Pausen geen sprake gowoest van het oogenblik dat besloten was alle n die mogend heden byeen te roepen, die een staand leger onderhouden. En zelfs afgescheiden daarvan herinneren wy er aan, dat de Paus aan geen enkele der groote diplomatieke congressen, na 1870 gehouden, heeft deelgenomen; Doch aan die voor de anti-slaverDyconferentle, noch aan die voor de regeliDg van internationaal privaatrecht, om er 6lechts enkele te noemen. Yan een uitsluiting Is hier dan ook geen sprake. Vad 2) De trein reed weer voort. HU bad een brief uit zyn portefeuille ge nomen. „Waar ie het nou? Lieveling, weeB vooral voorzichtig, en ga niet zonder jas uit. De Parysche lucht moet zoo gevaarlijk zUnl" „Ie de ParUsche lucht gevaarlek, Marie?" „Ik weet het niet." „Misschien heeft ze gelUk en ia ze werke- lUk gevaarlijk. Maar ik kan haar in dezen toch gerustetellen, ik heb geen kou gevat. Daar staat bet: „pas vooral goed op Marie op reis; ik verheug er mU zód op om haar te zien; als ze maar niet al te geleerd is ge worden en mU te dom vindt. Ik verbeeld me, dat ze jou aan je werk kan helpen en dat ze het graag zal doen. Wat zUn jullie veel in musea en schouwburgen, naar concerten en lezingen geweest I Ik ben zoo blU, dat jullie zoo goed met elkaar kunt opschieten en dat jU het zoo goed met haar kunt vinden. Hoe gelukkig, dat jy in betzelfde buis logies kondet vinden als zU; daardoor kon jullie veel b(J en met elkaar zUn. Je zoudt zeker geen betere cicerone hebben kunnen vinden dan Marie; ze is zoo thuis in Parys. Hoe jammer, dat ik niet weg kon van Kareltje; dan had ik mee kunnen gaan." ,Ja, dat was jammer," zei Marie zachtjes. „Tot op zekere hoogte, ja, maar weet je, ik geloof niet, dat ik de helft zou hebben gezien van wat ik nu gezien heb als Anna er by geweest was. Zy stelt in zoo heel andere dingen belang dan wy. Yan heel Parys zou de „Bon Marche" en de „Louvre" haar het meest geïnteresseerd hebben begrypt me goed, het museum bedoel ik niet en dat neemt zooveel tyd in beslag, dat herinnor ik me nog van ons uitstapje naar Kopenhagen." „Maar het is jouw schuld; jy hadt or voor moeten zorgen, dat ze zichzelven voor andere dingen interesseerde. Ik kan er natuuriyk niet over oordeelen hoe ze is; toen ik van huis ging, was ze nog zoo onontwikkeld. „Dat is ze nog. Hoe ze is Een lief moedertje voor de kleintjes I" „En een uitstekende vrouw voor jou. Ze denkt aan niete dan aan jou en de kinderen 1" „Neen, ze denkt aan niets anders. Zy be moedert ons, ze maakt nu myn lievelings kostjes klaar, ze is bang, dat ik kou zal vatten, ze ie erg zorgzaam en altyd dezelfde. Je verbaast je nooit over haar, ze is altyd dezelfde, vandaag dezelfde ale gisteren, en als ze nog vyftig jaar leeft, zal ze over vyftig jaar nog dezelfde zyn." „Maar is het dan niet een geluk, als een getrouwde vrouw gelykmatig van humeur is?" „Ik ben ook erg gelukkig, dat weet je immers. Maar wat hebt jullie toch weinig van elkaarl" „Ik geloof, dat ik levendiger ben dan Anna, al ben ik drie jaar ouder. Het verschil zit hem daarin, dat zy zoo vroeg getrouwd ie en daardoor allerlei plichten op zich heeft genomen, terwyi ik nog zoo vry ben als een vogeltje in de lucht." „Ja, je bent net een vogeltje. Maar men zou je niet in een kooitje kunnen zetten; je zoudt tegen de tralies opvliegen en met je vleugels als „Ja, en daarom pae ik ook niet in een kooitje. Ik ben al zoo lang van huie weg en ben al dien tyd op mezelve moeten staan „Ja, je hebt jezelve en je talenten kunnen ontwikkelen en je hadt heel andere talenten om te ontwikkelen' dan Anna." Arme Anna, dacht ik in stilte. „Dat weet je nietl" „Ik weet het wel. Jy hebt alles, wat haar ontbreekt." „En zy heeft allee, wat my ontbreekt; het is dns eeriyk verdeeld." Het was alsof baar woorden een diepere beteekenis hadden, waar van zy achrikte; zy voegde er ten minste snel by: „Wat wou je my ook weer voorlezen?" Een lange stilte. Ik tuurde In myn courant en las en herlas den laataten zin: Quani on n'est pas content, on n'a pas le nécessaire. Hadden mgn reisgenooten dat gezegd of stond het in de courant? Ja, het stond in de couranti En ik trachtte een oogenblik niet te luisteren naar het gesprek myner vis-k-vis. Het was toch werkeiyk niet netjes van my, dat ik luisterde, terwyi zy dachten, dat ik hen niet verstond. Ik ging achterover zitten en pro beerde te slapen, maar het was mU onmogelyk; Ik verstond elk woord. Hy las nu den brief van zyn vrouw voor. „Zorg op reis voor Marie alsof ik het wae. Ik echryf je dat, omdat je dikwyis zód ver strooid bent, dat je heelemaal vergeet, dat je iemand by je hebt, op wie je moet paseen. Maak jezelf dus maar wye, dat je met mi) op reis bent." „Ja, wat zou ik dan nu eigeniyk moeten doen? Ale je myn vrouwtje was, dan zou ik tegen je zeggen: Lieve Marie, noem er je gemak van, zit niet zoo styf uit bet raampje te kyken, we moeten nog een heel eind sporen. Leg je voeten op die bank, ik zal naast je gaan zitten en over je waken. Je behoeft je niet te geneeren, onze kleine reisgenoote heeft zich in haar boekje ook schilderachtig neer- gevlyd. Als je myn vrouw was „Ja, maar dat ben ik niet en je vervult je achoonbroederiyke plichten al heel gehoor zaam. Dat kun je tegen Anna zeggeD, als je thuis komt. Ik ben trouwens niet moe en daar ik toch niet zoo ver reis ais jy denkt, behoef ik geen voorbereidselen te maken." „Niet? Je bent bepaald niet erg lekker. Willen we van nacht in Koulen blyven en mor gen verder reizen? Wat heb je aanjeoogen? Mag ik er eens naar kyken? Je hebt gehuild." „Neen, neen, Ericb, kUk me niet zoo aan. Ik heb van nacbt byna niet geslapen; daardoor staan myn oogen zoo flauw. Ik ga niet eens mee naar Keulen. Ik ben van plan te St. Quentin uit te etappen en daar te blyven." „Ben je van plan in St.-Quentin te blyven! Wat meen je daarmee? In St.-Quentin blyven? En we zUn op reis naar Zweden; we gaan naar huis.", „Ja jij, maar ik niet. Ik ben van plan ver anderd. Ik biyf in St.-QueDtin. Ik heb de be trekking, die myn vriendin M. in Bertrand my beeft aangeboden, aangenomen; ik word onderwUzeres." „Ik begUp je niet. Het Is zoo'n wirwar in myn hooid. Hoe kom je op zoo iets bespottelyks, onmogelyks? Die betrekking in St.-Quentin; je meent het niet." „Ik meen het wel degelyk. Ik weet heel goed wat ik zeg en wat ik doe." „Je bent niet goed by je vorstand. Het is onmogelyk 1 Ik kan toch niet thuis komen zonder jou? Wat moet ik dan tegen Anna zeggen?" i „Ik heb aan Anna geschreven en baai verteld, dat ik van plan veranderd ben, dat ik nog een poosje in Frankryk blyf." i „Maar wat moet ik dan zeggen, als ze me vraagt, waarom je hier blyft?" „Houd je een beetje kalm, Erich, en praat niet zoo hard; je maakt dat jong* vrouwtjo over ons wakker." „Maar boe moet ik het dan thuis voorstel len, als een gril, een inval, een overdreven idee?", „Geef het den naam, die je goeddunkt, Wat komt het.er op aan?" „Wanneer heb je naar St.-Quentin en naar Stokholm geechreven? dat ie hoofdzaak". „Misschien voor Jou, maar voor my niet. Ik wil weten, waarom jo niet meer naar huls gaat, waarom je van plan veranderd bent, waarom je het my nu eerst zegt." (Siof volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1