N°. 11975
Woensdag 8 Maart.
A#. 1899
fsze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fan- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE NEVEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUS DEZER COURRHTJ
Voor Leidon per 8 cnaanaeo. 4 f 1.10.
Franco per posl IA0.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRUS DER AD VERTENTTÊH t
VaD 1 6 regels f l 06. Iedere regel meer f 0.171. - Grooiere
letters naar plaatsruimte - Voor het Incaaseereo bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Leiden, 7 Maart.
In een welsprekende, zeer bevattelijke,
gloedvolle rede want een „lezing" was bet
niet sprak prof. J. V. De Groot, van Am
sterdam, gisteravond in den Foyer der Staas-
zaal alhier voor een aandachtig en dankraar
gehoor over: „Het Pontificaat van Leo XIII."
Na er bywyze van inleiding even bi) stilge
staan te ho «ben, dat voor eenige dagen de
dreigende ttfuing omtrent 's P.«usen gezond
heidstoestand deel vreezen voor het verlies
van den va eriyken lei .sman, waardoor een
gevoel van verlatenheid zich van velen meester
maakte; dat thans echter d<*nkoaarheid de
plaats van dat g voel innam na htt vernemen
van de aanvankelijke beterschap van Z. H.,
bracht zijnbooggeleerde eerbiedig huloe aan
Leo XIII als plaatsbekleeoer van Qbristus,
als Vader der geloovig-n over heel de aaroe,
als opvolger v«n Petrus. Een der heerlijkste
tafereelen eer negentiende eeuw noemae hij
vervolgens het pontificaat of de pauselijke
regeering van Leo XIII, en deelde mede zijn
gehoor uen Paus voor te zullen strllen eerst
in zijn beteekenis voor de godsoi-nstige orde
en daarna in zijn beteekenis voor de maat
schappelijke orao.
Daartoe wees prof. De Groot op de voor-
treffciykaeiJ van den godsdienst, hoe daar is
eau hooger wezen, ten boogere macht, een
Koning der koningen, wien te dienen onze
plicht is. Zonder godsdienst is htt leven arm,
de hemel bewolkt, oe werelals een schip
zonder roer, de maatschappij zonder steun,
onvast. Paus Leo getuigt daarvoor door zyn
waardigheid, zijn vooröeold, zijn Pauselijk
handelen. Die Paus staat daar, trots mate
rialisme, oifFereritisme en rationalisme, trots
de zoekende mouerne wijsbegeerte, zoekende
naar de Gousidee, trots alle steleels, die
verdeolen en de waarheij niet vinaen; staat
daartegenover met zijn eneyclitken, als getuige
van negentien etuwen, verkonuigende h t
credo zijner vaaeren, het geloof in Jezus
Ohiibtus. Om hem straalt bet licht van zooveel
eeuwen. "Wie is sprekender getuige? Waar
op aarde wordt een tweede macht gevonuen
als deze, aanschouwd zulk een majesteit?
No.h de Czaar van Rusland, noch de Patriarch
van Konstantinopel vermogen ze ons te zien
te geven. En al voelen de Katholieken
sympathie voor de on-Katholiekeo, die zich
buigen voor oen Christus Gods on gelooven
in Zijn Middelaarschap, door den Paus te
missen, missen zi) dien sprekenden getuige.
HU, de Paus, draagt alleen het kenmerk der
vastheid, en oeze Paus, Leo XIII, in wien
spr. thans enkel het Pausdom wilde verheer*
iyken, en dat ook deed, is daaroDtoven een
man van groot genie en onuitbluschbare
werkzaamheid, getuigen zijn voortreffelijke
encyclieken.
Werd ons Z. H. de Paus geheel naar het
leven geteekend en de hoogbejaarde grijsaard,
die als het ware de grens to zien geeft
tusschen aarde en hemel, ons voorgesteld in
zijn dageiykscbo, eerbied afdwingende gods
dienstige verrichtingen, hU werd ons ook
afgemaald werkende, ja zwoegende voor de
monschheii, in zijn werkkamer in het Vati-
caan, arbeidendb nog als alle anderen reeds
rustenóók als weldoende allen. De beteekenis
zijner daden betreffende de sociale vraag
stukken werd vooral in een helder licht ge
steld, zijner daden, gebaseerd op en gericht
naar hot alles steunende en cragrnde „de
waarheid zal u vrijmaken" en „zonder God,
zon ler godsdienst, de grondslag der maat-
8ihapp:lijke orde, zonder liefde, welke groote
dingen schept en die de oorsprong is der
rechtvaardigheid, geen redding."
B\j de verschillende encyclieken des Pausen,
o. a. bij die over het huwelijk, werd door
prof. De Groot stilgestaan, hun groote be
teekenis werd uito ngezet, hun belangrijk
heid en gevolgen voor vorsten on volkeren,
rijken en armen, en daardoor ook vooral
aangetoond oe groote beteekenis van Leo XJII
voor de maatsch..ppelyke orde.
Met een bewonderenuen blik op Rome en
met den wensch, dat Z. H. volkomen her
stellen moge en nog lang moge gespaard
tly vtD, ein .igde zijnbooggeleerde zijn heldere
vcrhanoeling.
Nog zy vermeld, dat in den Foyer ter
opluistering een plantengroep aanwezig was,
waartogen rustte het in lyst vervatte portret
van Z. H. den Paus.
Aan den Raad wordt overgelegd een
v rzoek van F. Van der Kloot, om van de
gemeente te mogen huren het uoor haar aan
gekochte huis aan de Lokborststraat No. 20,
voor de som van f 100 per jaar, onder voor
waarde, dat door de gemeente in den winkel
een steenen vloer worde gelegd.
De gebo ien huurprys schijnt vol 'oende.
Uit een door den directeur der gemeente
werken ingesteld onderzoek bleek, dat bet
leggen van een steenen vloer in een winkel
sl-rchts een uitgave van zt: ƒ15 zal vorderen.
Naar het oorueel van Burg. en Weths. kan
dus op het verzoek gunstig worden beschikt.
In verband met een Raadsbesluit van
16 Februari 11., geven Burg. en Wetns. den
Raad in overweging bedoeld besluit, waarbij
aan H. Van Ketken, geb. Roodborst, te
's Gravenhage, vergunning werd verleend tot
het plaatsen van kiosken op den openbaren
weg voor den verkoop van limonajos en
minerale wateren, nader aldus aan te vullen,
dat voor het gebruik van den grond aan de
gemeente een jaarlyksche recognitie zal moeten
worden bttaald van 50 voor iedere kiosk.
Door den pachter van het voor koffie
huis bestemde gedeelte van Den Burcht werden
klachten i .gebracht over den slechten tos-
etand van do plank in de bi) het koffiehuis
behoor^nde kegelbaan. Ten gevolge daarvan
hadden verschillende kegelgezelschappen ztyu
localiteit verlaten, zoodat hy groote schade
ondervond.
De gegrondheid der ingediende klachten ge
bleken zynde, geven Burg. en Wetbs. den
Raad in overweging ben te machtigen tot h6t
doen leggen van een nieuwe plank in bedoelde
kogelbaan, hetwelk een uitgave zal verdschen
van 225.
Gekozen zyn tot praesides van de stu
denten-faculteitsbesturen de na te noemen
heertn, t. w.voor de juridische faculteit, U,
W. F. Van Panhuys; voor de medische facul
teit, J. H. Zaafier; voor de theologische facul
teit, C. E. Hooykaas; voor de pbilosophische
faculteit, J. A. Vollgraff; voor de literarische
faculteit, A. Rutgers van der Loeff.
Een zestal der fraaie photograpbieën, ver
vaar igd door den photograaf M. C. Dingjan
alhier, welke dezer dagen zyn geëtaleerd ge
weest by den heer Matveld, door het geill.
maandschrift „Cosmos", voorstellende de beide
jongelingen-eerewacbten „Klein m*ar Dapper"
en „Jong Edam", zijn Harer Majesteit de
Koningin door de zes Leidsche jongelui aan
geboden geworden. Heuenochtend ontvingen
die jong-lui een schrijven namens Hare Majes
teit terug, waarin, behalve een woord van
lof over de fraaie photograpbieën, de volgende
zinsnede voorkomt„fl^t heeft H<*re Majesteit
behaagd, ten opzichte van deze aanbieding
af te wyken' van den regel, om dergeljjke
geschenken niet aan te nemen, en zyn voor
melde photographieën by uitzonder.ng door
Hare Majesteit aangenomen
Voor het examen in de nuttige hand
werken zijn geslaagd de dames S. Ph. C.
"Wiersma en M. P. De Sauvage, van Lei en.
De by de Kweekschool voor Zeevaart
alhier gedetacheerde matroos der 1ste klasse
R. Zorg wordt 16 Maart a. s. overgeplaatst
aan boord van Hr. Ms. pants9racbip „Korte
naer", welke boiom met itn datum te
Willemsoord in dienst wor t gesteld. Dien
tengevolge wor t zyn detacheering by ge
noemde Kweekschool met gelyken datum
ingetrokken.
Do administrateur van bet magazijn van
levensmidaolcn te Utrecht H. F. Van dtr
Stroom wordt 1 Mei overgeplaatst naar Leiden
en belast met het beheer van het magazyn
v-n levensmiddelen en ü*t van het nachtleger
alhier.
Gisteren waren ten Hovo aan het diner
genoodigd: baron Van Heeckeren van Keil,
kamerheer in buitengew^nen cienst van H. M.
de KoDingin, oud minister van buitenlanusche
zaken; jhr. Six, oud-minister van binnen-
Unascbe zaken; jhr. Gevaerts van Simons-
haven, hofmaarschalk van wijlen H. M. de
Koningin; kolonel jhr. Baud, apjudant i. b. d.
van H. M. de Koningin, commandant van de
Haagsche schutLry.
De heer Cremor, minister van koloniën,
heeft 10,000 geschonken aan het Kinder
ziekenhuis to 's Gravenbage.
H. M. de Koningin woonde Zondag in
de Willemskerk te 's Gravenhage de gods
dienstoefening by onder gehoor van ds.
Rademakc-r, terwijl de Koningin-Moeder en
prinses Elizabeth in ae Duitscho kerk waren
onder gehoor van ds. Quandt.
De heer E. L. Graaf Van Limburg Stirum,
kamerheer en jagermeoster van H. M. de
Konin in, is gisteren in welstand in de resi
dentie teruggekeerd, nadat hy wegens ernstigs
ziekte geruimen tyd in hot buitenland bad
doorgebracht.
Thans wordt bericht, dat zich te Amster
dam, voornamelijk op initiatief van den beer
J. W. R. Gerlacb, te 's-Gravenhage, heelt
gevestigd een naamlooze vennootschap tot
exploitatie eener Nederlandsche Opera, met
een kapitaal van 2 ton in 400 aandeelen ad
500. De vennootschap zal Diet in werking
kunnen treden alvorens 1 ton is gestort.
Leden van den Raad van Beheer zyn de
heeren J. W. R. Gerlach, te 'e-Gravenbage;
mr. N. A. Caliscb, mr. D. Mesritz, mr. P. W.
De Koning, mr. D. Freea, W. F. Daunen-
felser Jr., J. A. W. Van Bergen en L. C.
Koch, allen te Amsterdam; Van Leeuwen,
te Arnhem; mr. R. A Vogelsang, te Utrecbt,
en J. J. L. Ten Kate, te Epe, terwyi als
algemeen secretaris optreeot de heer G. J.
Van Deinse, te 's-Gravenhage, die te Amster
dam gaat wonen.
Lirecteuren, tevens leden van het Opera-
gezels. hap, zyn de heeren Pauwels en Orelio,
en ae he9r C Van eer Linden zal zyn mede
werking verleenen.
De Vereeniging ter beoefening van de
Krygswetenschap hou^t een buitengewone
vergadering op Vrydag den lOden Maart, des
avonds te halfaeht, te 's-Gravenhage.
De agenca vermeldt een voor racht over:
„Wtlke voor e-len zyn verbonden aan een
vereeniging van de offici rscorpsen van het
Ne trlandsche en het Ned.-In ische leger?"
In te leiden door den beer L. W. J. K. Thomson,
lsten luit. der infanterie.
Volgens het t ans verschenen Van
Alpben's „Kerkolyk Handboek," dat zooveel
mogelyk bygewerkt is, was net getal vacatures
by de Ned. Herv K<rk 292. Verder blykt, dat
op 1 Jan. 1899 vacant waren 309 plaatsrn,
nl.in Gelderland 17, Zuid Holland 50, Noord-
Holland 40, Zeeland 35, Utrecht 14, Fries
land 51, Ovorysl 18, Groningen 43, Noord-
Braoant met Limburg 29, Drente 10 en by de
Waalsche Kerken 2.
Van de dienstdoende predikanten zyn in
1898 overleden 14, emeritaat is aangevraagd
door 14, naar do Id dsche Kerken zyn over
gegaan 2, hun bediening neergelegd hebben 7,
van welke één hoogLeraar is geworden, zoodat
in het geheel aan ue Ned.-Herv. Kerk ont
vielen 37 predikanten.
In uienst traden 59 candi aten en 2 eervol
ontslagen Indische pre ikanten, samen alzoo 61.
Het aantal vacatures is dus in den loop van
1898 met 24 verminderd.
Blyktns by het Departement van Marine
ontvangen berichten is: de divisie, bestaande
uit Hr. Ms. pantsordekschepen „Holland" en
„Friesland" en pantserschip „Piot Hein",
onder bevel van den kapitein ter zee J. J.
De Eruyne, commandant v^n «erstgenoemden
bo tem, 5 dezer te Colombo aangekomen en
Hr. Ms. pantserdekscbip „Zeeland", onder
bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis,
6 dezer te St.-Lucia, West Indië, aangekomen.
Het stoomschip „Mtrapi" arriveerde 6
Maart van Rotterdam te Padang; de „Prins
Frederik Hendrik" vertrok 5 Maart van Para
maribo naar Amsterdam; ce „Prins Willem II"
arriveerde 3 Maart van Amsterdam to Para
maribo; de „Prins Willem V" vertrok 4 Maart
van Nieuw York naar West Inaiü; do „Smeroe",
van Batavia naar Rotterdam, passeerde 5
Maart Ouessant; de „Soemiing," van Rotter-
Qam naar Batavia, passeerde 5 Maart Giiralt «r;
de „Gedó," van Batavia naar Rotten m,
vertrok 6 Maart van Port Said; de „Tiran,"
van Amsterdam naar Java, vertrok 4 M art
van Liverpool; de „Koningin Wilbeluim,"
v-n Amsterdam naar Batavia, passeerde 6
Maart Point de Galle; de „Bromo," van Rot
terdam naar Java, vertrok 6 Maart van Perira.
Bodegraven. Het cep<=rtement Bodegraven
van da Maatschappy tot Nut van het Algerae-n
zal zyn laatste openbare vergadering in dit
seizoen houaen op Domerdag 9 Maart, des
avon s te acht uren. Mr. H. Smeenge is de
spreker voor dezen avond.
Leiderdorp. Door ingelanden van d6n
Slagh- of Grooten en Kleinen Stadspold r,
on er Lei .en en Leiderdorp, is de r ko ing
over 1898 vastgesteld: in ontvang op 545.92s,
in uitgaaf op 491.90, batig saloo 54.025.
De begrooting voor 1899 werd vastgesteld
in ontvangst en uitgaaf op 577 96s, terwyl
de omslag voor dat jaar werd bepaald op 4
per hectare.
De Cbr. zangvereeniging „Excelsior" if
voornemens op Woensdag 15 Maart a. s.
in de Cbr. school alhier een openbare repe
titie te houden.
In deze gemeente doet zich een geval
van febris typboïdea voor.
Noordwyk. By den boekhandelaar A.
Dorsman, alhier, is door het Bestuur van
den Nederlandschen Vrouwenbond ter Inter
nationale ontwapening ter ioteekening gelegd
bet beken ae acres van dankbetuiging aan den
Czaar van Rusland voor uiens stroven tot ver
mindering der krygelasten en ter handhaving
van oen wereldvrede,
Oudslioorn. Aan den heer D. Van Oordt,
albier, is door het gemeentebestuur ver
gunning verleend tot het oprichten van 6en
inrichting met pannenoven op het perceel,
kad. beken in Secti9 C No. 1452.
De uitslag van de alhier aan 's Molenaars-
brug gehouden publieke aanbtste .ing van het
bouwen van 4 werkmanswoningen is als
volgt: Schooncerwoen ƒ4103; J Van der
Wal 3242; B. Van Wingerden 3-40;
Bruggeman, Ou s' oorn, 3075;* L. Gesmun,
Ouoshoorn, 3059; A. Van Dam, Aarlan er-
veen, 3055; J. Hengevel i, Alfen, 3048;
J Roos, Oudshoorn, ƒ3000; H. De Graaf
2929; H. Van Driel 2898; W. Strookman,
Woucrugge, 2880; Gebr. C. en J. Stigter,
Woubrugge, 2869.
Het werk is nog niet toegewezen.
Roelof-Arendsveon. Ons corp verheugt
zich in een stee.'a toenemende verfraaiing,
wel een bewys, dat hot in bloei vooruitgaat.
De nieuwe ryweg, van het Noorden naar de
R.-K. kerk loopend, xal nog worden doorge
trokken naar het Zuiden en nadert reeds zyn
voltooiing.
Een tweede veranleriog is, dat bet armhuis
is afgebroken, en op dat terrein een keurige
dokterswoning wordt gebouwd.
Inderdaad, onze gemeente biedteenschooaon
aanblik.
Vooral wordt de bewondering gewekt door
het R.-K. kerkgebouw, dat te danken is aan
u>
„Deze dingen staan niet op onze agenda,"
Bprak hy met goed gespeelde kalmte. „Ik stel
voor, tot onze lovende beelden terug te keeren.
De heer Zöllner zal wel zoo vriendeiyk willen
E\jn, ons verder te onderrichten over hetgeen
wy te doen hebben."
Het tooneel tusschen Dora en Arthur had
do stemming der aanwezigen merkeiyk neer
geslagen. Vlug en glad ging de rolverdeeling
'van de hand, en ook de eerste repetitie in
liet plaatsen verliep zonder onnoodige tyd-
^orspilling. Da schilder kreeg weer frisschen
Tnoed voor zyn mositevollen arbeid.
Met spanning sloeg men Blank en Dora
gade. Zal zy rouwmoedig op hem toetreden,
zooals zy steeds placht te doen, wanneer zy
hem erg geprikkeld had? En hoe zal hy het
opnemen?
Dat waren de vragen, die allen onledig
hielden, terwyl zü zich door den schilder ge
duldig heen en weer liet schuiven.
Maar die twee letten in 't geheel niet op
elkander. Met geen blik. Zy bewogen zich
oaast elkaar alsof zy volkomen vreemd voor
elkander waren.
Zöllners mededeeling, dat de repetitie was
afgeloopen, werd algemeen met een gevoel
van verlossing uit een alleronaangenaamsteD
toestand ontvangen. Niemand maakte een
beweging om nog te blyvea: men drong
elkaar formeel naar buiten.
In de kleedkamer wendde Arthur zich tot
Geyer: „Ik zal aan die beelden geen deel
nemen. Gy zult wel zoo good zyn, mejuffrouw
Guttenberg daarvan in kennis te stellen."
Geyer zette een verwonderd gezicht. „Om
die reden?" vroeg hy.
„Ja, om die reden. Dat gy u daarover
verwondert, is juist iets van u."
„Het spyt me zeer, dat ik in zekeren zin
de aanleiding
Arthur viel hem in de rede. „Spaar u elke
verontschuldiging l Wat geschied is, heeft zoo
moeton zyn. Gy moest babbelen on ik ben
daarover niet boos op u. Integendeel. Ik ge
loof, dat go my een grooten dienst bewezen
hebt."
Met een onbegrypeiyk gezicht staarde Geyer
hem aan. Opeens hoorde men Dora's stem,
die van do gang naar binnen riep: „Mynheer
Geyer, heeft u nog tyd voor een paar woordjes
De geroepene vloog.
Met een bitteren glimlach zag Arthur hem
na. „Waarom ook niet?" mompelde hy by het
heengaan. „Dat is juist iets van haarl"
XI.
De oppervlakkige waarnemer zou by de
Marbachs niets veranderd gevonden hebben.
Evenals tot dusverre gaf Hélène haar lessen,
als altyd kwam Gustaaf, wanneer hy tyd
had, 's avonds binnen en hield den arbeidenden
dames gezelschap.
Op den morgen na zyn verloving had hy
in de vreugde zyns harten de groote gebeur
tenis aan eenige kennissen medegedeeld. Later
echter zag hy er tegon op, de zaak terstond
publiek te maken. Pas had hy zyn aanstelling
gekregen en was hy by iedereen in den mond,
en zou hy nu reeds weer zyn persoon op
den voorgrond dringen? Dat zou er uitgezien
hebben als pochery. Ea die stond hem tegen
als de dood. EeDige weken moesten er in
elk geval verloopen, meende hy, vóór hy zyn
geluk aan de wereld verkondigde.
Hélène kon zich daarmee zeer goed
vereenigeD. Zy kreeg tyd om er aan te ge
wennen, dat zy verloofd was; zy kon leeren
een gelukkige bruid te scbynen. Dan, ja dan
zou zy sterk genoog zyn, om aan den storm
loop van gelukwen8chenden met goed gezicht
het hoofd te bieden sterk genoeg, om ook
Arthurs felicitatie met bedaardheid te gemoet te
zien. O, wat was zy bevreesd voor datoogenblik!
Terwyl de tyd verstroek, leerde Hélène
dan ook de voortreffeiyke eigenschappen van
haar verloofde hoe langer hoe moer gerech
tigheid te laten wedervaren; aan don anderen
kant echter ontdekte zy in zyn uitwendige
persoonlykheid hoe langer hoe meer wat haar
mishaagde. Hoe weinig uitdrukking er in zyn
gelaatstrekken lag, zelfs by een levendig
gesprek, dat was haar vroeger nooit zoo in
hot oog gevallen. Zyn houding was nalatig,
zyn bewegingen waren hoekig. Daarbjj lieten
zyn maatschappeiyke vormen veel te wen-
schen over. Gustaaf beging allerlei misgrepen
tegen de in goede kringen gobruikeiyke wyze
van optredeu. Eenmaal op deze dingen op
merkzaam gewordeD, vond Hélène steeds iets
nieuws, dat 'haar oen pynlyke onbohaagiyk-
heid veroorzaakte. In plaats van zich, gtlyk
zy gehoopt bad, allengs tot hem aangetrokken
to voelen, verwyderde zy zich innerlyk nog
slechts te meer van hem en moest zich be
kennen, dat zy door haar wanhopigen stap
van Scylla in Charybdis vervallen was.
Volop in dezen toestand ontving zy een
brief van Arthur, dien de postbode baar op
zekeren morgen, toen zy uitging, vóór de
huisdeur overhandigde. Zy kende het schrift
niet, maar zy bespeurde aan het kloppen
van heur hart, wie de afzender was. Den
gan8Chon voormiddag droeg zy den brief
ongeopend met zich rond; zulk slecht onder
richt, als op dien morgeo, had zy nog nooit
gegeven. Eerst toen zy tegen den middag
thuisgekomen was, en zich in haar slaapkamer
had opgesloten, verbrak, zy mot sidderende
handen het couvert. Zy las:
„Hooggeachte Mejuffrouw l
Daags na onze laatste ontmoeting gewerd
my de tyding, dat gy met myn neef Werner
verloofd waart. Ongeloovig nam ik ze op;
my moest ze in de hoogste mate onwaar-
schyniyk voorkomen. En inderdaad, tot op
dit oogonblik is voor my de bevestiging daar
van uitgebleven. Toch word ik sinds dien
tyd door een kwellende onrust gefolterd.
Telkens houdt myn verbeelding my de moge
lijkheid voor oogen, dat gy, in een noodlottige
dwaling bevangoD, aan valsche verhoudingen
een verkeerden uitleg gevend, een stap kondot
gedaan bobben, die u voor my onbereikbaar
maakt. Ik verzoek u dringend, lieve juffrouw,
my gerust te stellen. Zeg my slechts, aai
gy nog meester over uw lot zyt verder
niets! Dan zou ik verlicht opademen en met
vurig verlangen het oogenblik verboideD,
waarin het my vergund zal zyn, my tegen
over u uit te spreken.
Uw eeuwig toegenegen
Arthur Blank."
Hélène wierp zich over haar bed en drukto
het gezicht in de kussens, om hot niet uit
te schreeuwen van smart.
„Noodlottige dwaling verkeordo uitleg van
valsche verhoudingen I"
Deze woorden hadden haar getroffen als
een zwaard. Zy had slechts behoeven te wach
ten en alles waro anders geworden.
Lang lag Hélène zoo, niet by machte zich
op te heffen. Daar bewoog zich de knop dof
deur, er werd geklopt, en zy hoorde de stom
harer moedor: Hélène 1"
Doch eerst na een tweevoudige herhaling
van haar naam kon zy er toe komen open
te doen. Van te voreD echter verborg zy Arthurs
brief in haar zak.
Mevrouw Marbach zag terstond, dat haar
kind nieuw leed was overkomen. Zy breidde
haar armen uit. „Dat arme hartje, laat mon
dat nog altyd niet tot rust geraken
Na een korte aarzeling wierp Hélène zich
aan do borst harer moeder. „Ik kan het niet
meer alleen dragen", steunde zy.
{Wordt vervolgd