<§eze (goarant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. N°. 1973 TMaaiidLag: 6 Maart. A0. 1899 LEIDSCH BA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leldon per 8 m&andoa 4 f 1.10. Franco per po6t 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PEUS DEB. ADV Hk'i'Kwri VaD 1-6 regels f 1.05. Iedere regej meer f 0.17J. - G-rootere letters a aar plaatsruimte - Voor het Incasseereo buiten de stad wordt f 0.05 berekend De schutfcersquaestie te Leiden. Men meldt uit Leiden aan de „Tel.": Geiyk bekend, zjjn de stukken, in zake het provoost arrest opgelegd aan 120 schutters, wegens niet-betaling van opgelegde geldboeten, thans guedgekeur i van B. en Ws. terugo tvangen by den schuttersraad, zoodat tot de executie kan worden overgegaan. Het wordt betreurd, dat het optreden ven den tegenwoordig n commandant der schutterij bet gevolg eener aanschrijving van Burg. en Weths. schijnt te zijn. Dezen wenschton de wet naar streng recht te zien toegepast, waar door de gemeente op booge kosten zal wor den gejaagd. ,Imm-rs, met uitzondering van slechts enkele verooroeelden, geldt het hier bijna uitsluitend zeer minvermogen e leaen der schutterij; van de 120 ongetwijfeld ruim 100, zoo ïat de kosten op de ten-uitvoer-legging dor vonnissen met voeding voor ieder man berekend kan worden op minstens f 3. Een akte van onvermogen toch wordt eerst verstrekt, nadat het arrest is ten uitvoer gelegd, zoojat het constateeren van bet onvermogen ni *t preventief kan inwerken op abolitie der straf. Z^er ontstemd zün de leden der Sihuttory inzonderheid over de straffen, opgelegd aan een schutter, afwezig gebleven van ue oefening op den dag van zjjn huwelijk, omdat hem daarvoor het verlof was geweigerd, en van een anderen schutter, die afwezig bleef ten ge volge van hoogst ernstige ziekte zijner ouders. Vermoedelijk zouden dergelijke redenen bij het leger wel zijn aangemerkt als gegronde motieven tot het verleenen van verlof. Onge- twjjftli zou ook de vorige commandant in dergelijke omstandigheden met de billijkheid te raae zijn gegaan en zijn onderhoorigen ni t noooeloos hebben gekweld. Dat arbitrair en kwellend optreden bij de schutterij ontstaat en allicht tot insuror inatie aanl i ing geeft, behoeft waarschijnlijk geen wij loopig b6toog. Bij de behandeling der laatste begrooting Van den vorigen commandant in den ge meenteraad werd door een lid van dat collego op bezuiniging by de schutterij aangedrongen. Dat lid zal vermoedelijk weinig gesticht zijn, indi n hij op de rekening der schutterij daaren boven nu vinot uitgetrokken een post van f 600, bezoldiging van den commandant, ter wijl dienst ambtsvoorganger de betrekking geheel belangloos vervulde, en dan nog een p06t van ruim f 300 aan kosten, betaald aan de bode van oen schuttersraad voor vervolging, in-arrost stelling en voeding van onvermogende schutters. Ned. Vereoniging tot bescherming van Dieren. m den foyer van het „Gebouw voor Kunsten ©n Wetenschappen", te 's Gravenhage, hield gisteravond de „Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van Dieren" haar jaarljjksche plgemeene vergadering onder leiding van den voorzitter jhr. mr. R. A. Klerck. Het jaarverslag werd door jhr. mr. Klerck uitgebracht. Uitvoering werden de lotgevallen dor vereeniging geschetst. Met waardeering sprak de voorzitter van den Anti-vivisectiebond, en indien hy deze vereeni ging zich daarmede niet in het byzonder wenschte te laten bezighouden, dan was het alleen omdat er in andere opzichten zooveel voor haar te doen overbleef. Voorts wees hy op den aandrang tot vogel bescherming In de Tweede Kamer, en de noodzakeiykheid om ook in Ned.-Indië don vogelmoord tegen te gaan. Van den directeur- generaal van Landbouw verwacht by krach tiger steun, tot bescherming der vogels, zoo mede van do Ned. Vereen, tot bescherming van voxels, ook om bet georuik van veeren on vogels op hoeden tegen te gaan. Eindeiyk wees hy op het schandaal van den kikvorschenmoord in .Noord-Brabant en Zee land, waartegen zonder wetswyziging niets schynfc te kunnen worden gedaan. Ten slotte bracht hy hulde aan de nage dachtenis van den he^ Hendrik Muller. Tot liJ van het hoofdbestuur werd gekozen jhr. M. W. De Jongo van Ellemeet, tot eere- lelen werden benoemd barones De Smeth Dutour van Bellinchave, dr. Charles Olsen (Italië), Jules Roul (Vervi-rs). Ingevolge een motie van de afdeeling Zee land, werd besloten een commissie te be noemen tot onderzoek, van welke bepalingen in bet belang der dit-ren opname in gemeen- telyke verordeningen wenscheljk en mogf-lyk is en hoe de opname van zoodanige bepalin gen in die verordeningen zooveel mogeiyk kan bevorderd worden. Tot leden dier com missie werden benoemd de heeren Schorer Van Stolk, Struben, Van Rossem, De Jonge Van Ellomeet en De Kanter. KOL.ON1ÈN. BATAVIA, 25—31 Januari. Er is op het oogenblik zulk een groot aantal jongelieden beschikbaar, die hot examen voor leerling-machinist by de gouvernements marine met goed gevolg hebben afgelegd, dat dit examen tot n*oere aankondiging niet meer zal worden afgenomen. (Java-Bode.) De „Deli Ct." ontving het volgende tele gram uit Batavia, dd. 6 Februari: De „Java-Bode" bericht: Op den derden dezer verkende de derde compagnie van het vetr- tiende bataljon den ingang van de kloof Tamseh, waarby bleek, dat de vyand de hoogten aan weerszy len sterk had bezet. De compagnie kreeg een hevig vuur, waar door zyn gesneuveld één en gewond zes inl. fuseliers. Op den terugtocht ontving de colonne geen vuur. De „Deli Ct." schryft nog mei betrekking tot de kloof Tamseh: „Onze lezers, weten dat in het zuiden van Pedir, in de nabybeid van Tjot Moeroeng, de kloof van Tamseh een aanvang neemt. Onze troepen hebben onder kolonel Van Heutsz die kloof omtrokken, en Oemar toen genoodzaakt met zyn volgelingen af te deinzen naar de Westkust. „Wanneer het nu biykt, dat die kloof in de toekomst opnieuw een verzamelpunt wordt voor vyandig-gezinden, dan zullen meerdere verkenningen van het terrein wel moeten vo'gen en zoo lang worden volgehouden, tot we in juiste trekken een topographisch beeld hebben gekregen van de gehele omgeving. Daardoor zullen we in staat zyn een punt te kiezen, van waaruit het aan een vaste bezetting gemakkeiyk zal vallen het zich nestelen van kwalyk-gezinden aldaar op den duur onmogeiyk te maken." Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen CIVIEL DEPARTEMENT. Ontheven: Eervol van het toezicht over en de contrOle op de werk zaamheden van het kadaster: in de residenties Bagelon, Kedoe en Banjoomas, do ingenieur 3do klasse te Soerahaia G. F. Wiemane; in de res. Cheribon de ingenieur 2de klasse te Semarang J. C. Bertsck. Belast: met het toezicht over en de controle op do werkzaamheden van het kadaster: in de res. Choribon en Banjoemas de ingenieur 2de kl. te Bandoeng D. A. Berk bout; in do res. Bagelou en Kedoe de ingenieur 2de kl. J. C. Bertsch. Verplaatst: met ingang van 1 Februari 1899: naar het kadastraal bureau te Bandoeng als chef do landmeter 2de kl. G. J. La Bastide, thans chef der opmetingsectie aldaar; de adjunct-land meter 1ste kl. W C. Mul, thans werkzaam bijjdo opmetingsectie aldaar; de adjunct-landmeter 2de kl J. Von Miclialofski, thans werkzaam bij de opmeting sectie te Tjiandjoer; naar de opmotingsectie te Madjalengka (Cheribon) als chef de landmeter lste kl. H. E. Van Dijk. thans chef dor opmeting sectie te Garoet; de landmeter 3de kl. M. Reep, thans tijdelijk geplaatst in de residentie Riouw; do adjunct landmeter 3de kl. J. A. Elenbaas, thans werkzaam bij de opmetingsectie te Garoet. naar de opmetingsectie to Galoen (Cheribon), als chef do landmeter 2de kl. D. L. Warnsinck, thaDS chef dor opmetingsectie te Manondjaja; de adjunct-landmeter 3de kl. J. H. E. Cobet, thans werkzaam bij do opmetingsectie to Manondjaja; naar de opmetingsectio te Probolinggo, als chef de landmeter lste kl. D. Hollander, thans chef der opmetingsectie te Tjiandjoer; de adjunct-landmeter 2de kl. J. S. Mellioga; thans werkzaam bij het kadastraal-bureau te Próbolinggo naar de opmetingsectie te Pasoeroean, als chef do landmeter 2de kl. J. G. Van ADgelbeek, thans chof der opmetingsectie te Tjitjalengka; de adjunct-landmeter <.do ki. E. J- O. Andela, thans werkzaam bij het kadastraal-bnreau te Pasoeroean naar de oometiugseclie te Kedirials chef de landmeter 2de kl. J. Id. Evelein, thans chef der kadastrale metingen te Djokjakarta; de adjunct- landmotor 3de kl. A. J. Vincent, thans werkzaam bij het kadastraal-bureau te Kodiri; naar de kadastrale bewaring te Batavia de adjunct-landmeter 3de kl. J. D. Remmers, thans werkzaam bij de opmetingsectie te Tjiandjoer; naar de kadastrale bewaring te Soerabaia; de adjunct-landmeter 2de kl. F. J. A. Keuchenius, thans werkzaam hij het kadastraal-bureau te Cheribon; naar het kadastraal-bureau te Cheribon; do adjunct-landmeter 3de kl. J. E. EDgelbrecht, thans werkzaam bij de kadastrale metingen te Bondo- woso (Besoeki); naar de residentie Riouw on Onderhoorigheden; de adjunct landmeter 3do kl. A. F. VnnRheeden, thans werkzaam bjj de opmetingseclic te Bandoeng, met bepaling, dat hij aldaar tevens belast worat met de functiën van gouv.-landmetor naar de kastrale metingen in de residentie: Djokjakarta, als chof de landmeter 3de kl. L. C. F. Polderman, thans chef van het kadastraal bureau te Poeroworedjo, met bepaling, dat hij aldaar voorloopig belast wordt met alle kadastrale werkzaambedeu in de residentie Soerakarta; naar het kadastraal-bureau te Magelang (Kedoe): als chef de adjunct-landmeter 2do kl. W. A. Van Frenburg, thaDö werkzaam bij de opmetingsectio te Ijitjalongka, met bepaling, dat bj) aldaar belast wordt met het beheer van het kadastraal-bureau te Poerworedjo en met de funtiën van gouvts.- landmeter, alsmede met het toezicht over en de contröle op de bijhouding der kaarten en registers van de voormalige kadastrale statistieke opneming in de residenties Kedoe en Bagolen. SCHAAKRUBRIEK. Maandag 6 Maart 1899. Redactie: L. S.-V. „Morphy." Adres: R. Van Dam, Haarlemmerstraat 26, Leiden. Schaaknieuws. De L. S.-V. „Morphy" heeft de „Acnslerdamscbe Schaakclub" uitgedaagd tot hot houden van een massakamp hetgeen door laatstgenoemde club is aaagenomen. De match zal hoogst- waarscbyniyk plaats hebben op Zondag 12 Maart a. 8. Naar wy vernomen hebben, is de Schaak vereeniging „Heemskerk", alhier, ontbonden. Gespeeld in den Carl Scboltz. Albin. Wit. Zwart. e 4 1 c 5 P f3 2 e 6 P c 3 3 P c 6 R b 5 4 P d 4 0-0 5 a 6 Rd 3 6 D f 6 Wit wil het veld e2 voor zyn paard c 3 vryhouden. Naar a 4 kan de R niet gaan wogens b 5 en c 4. P d 47 c d 4 P e 2 8 P e 7 c 3 9 P c 6 f4 10 R c 5 f 4 is veel beter dan cd4: daar zwart hierdoor oen tem po winnen zou. e 5 11 d c 3 Kb 1 12 c b 2l Rb 2 13 D e 7 T f 3 14 b 6 R e 4 15 f5 ef 6: 16 g f 6 g f 6 is gedwongen, opent echter voor zwart een toren- l\jn. d 41 17 d 5 Er dreigt nu d 5. ed 5:1 dc5: 18 19 e d 5 Rg4l Schaakpartij No. 84. match AlbinSchultz Door R g 4 wint zwart een gewichtig tempo. T f 2 20 D c 5 Del? 21 K f 7 W9gens de eenvoudige tegenzet K f 7 zwak. Tel Rc3 Rf 6: Rg5 Pg3 Tel Tbl Td 2 Tel: h 3 T d 5 T d 2 Deze verdedigiDgszet van wit zou zyn do^l gemist hebben als zwart m-t Tc 8 in plaats van h 6 geant woord had, daar hy dan bui ten de g pion ook pion a 2 en den toren voor raadsheer en paard had kunnen krygen. Beiden hebben hier niet den sterksten zet gedaan. T d 5- d 6 zou beter geweest zyn, ook wegens f 5, enz. Rb 6: 34 T h 8 T d 6 35 L g 2-f- K h 2 36 R a 8 22 D b 4 23 D o 4 24 T h - c8 25 P b 4 26 Del: 27 T c- e 8 28 P d 3 29 Tel 30 P e 1 31 Rd 7 32 R c 6 33 b 6 37 T R 8 38 b 5 39 P f 3 40 P h 2 41 K o 8 42 Pi.'4-f 43 K n 7 44 R 4 45 K e 6 10 October 1898. K g 1 K f 2 R g 5 h 4 T f 6 -h T a 6 K e 2 P f 5 Th7 -f- Ds zwarte Koning heeft and-re zet. Pd 4 -f Ph5: P c 3 a 3 K d 2 T c 7 K< 1 P a 2 P c 4 Deze zet van zwart wordt door zijn tegenstander dada- lyk benut om de afruil te dwingen van de torens en paarden, waarmee de party Rh 5 T b 4 K o 3 K d 4 R f 3 46 K d 5 47 K c 5 48 R c 6 49 Kd 4 50 T b 8 51 T bïi-4- 52 T b 6 63 R o 8 54 P e 3 beslist is. T e 7 1 55 T e 3 56 b 4 67 b 4 68 b6 69 h 5 60 Zwart. Zwart geeft op. Probleem No. 104 van S. Loyd. Adres voor oplossingen: Bureel „Leidsch Dagblad", motto „Schaak'» probleem". Opl. probl. No. 103. Da 4. DxD Pb6=F Rc7 P x R? b 6 Dd4^= enz. a bed e f g h wit. Mat in 2 zetten. Goede oplossingen No. 102 intvan* gen van: Leiden: B. C. M. Savi, G. U. Key, R. Paulides, Een lid van „Palamedes", J. v. Beveren, B. S„ v. Kloeten. Middelburg: A. v. E^lde. DE ftSeVEBI. id „Ik verzeker u, mynheer Blank „Het is hoogst jammer voor u. Voor be krompen, kleingeestige toestanden zyt gy niet geschapen; gü zoudt onfeilbaar daarin ten gronde gaan. Geef die teruggetrokkenheid op, die toch slechts door vreemden invloed u is opgelegd. De maatschappelyke positie van een mensch hangt geenszins enkel van den inhoud zyner portemonnaie af, zooals Wemer u zou willen doen geloovon, doch zeer be slist van zyn persoonlykheid. Een ieder ver schaft ze zich naar gelang van hetgeen in hem is van zyn aard, van zyn aanleg. Voor- namoiyk een vrouw, wanneer zy jong, knap, bominlyk en begaaid is. Haar staat de ge- heele wereld open. Haar omgang maakt ge lukkig; daarin ligt haar legitimatie voor iederen kring." Een onuitsprekeiyk bitter gevoel maakte zich van Hélöne meester, terwyi Arthur zich aldus als welwillend vriend voordeed. Wat was zy voor hem, dat hy haar zyn goeden raad opdrong? Wat kon hem er aan gelegen zyn, waar zy haar leven afspeelde, hetzy in zyn nabyheid of duizeDd myien van hem ver- wyderd? De huichelaar 1 Op ditzelfde oogen blik misschien, nu hy geheel en al zorg voor Jiiar scheen te zyn, speelden zyn diepere ge dachten om het bruingelokte hoofd van Dora Guttenbergl Op stroeven toon antwoordde zy„Laten wy liever over iets anders spreken, mynheer Blank IVertel my maar eens hoe spoedig gy u weer met mejuffrouw Guttenberg ver zoend hebt." „Boezemt u dat belang in? Nu, zy heeft acht dagen lang tegen my gepruild. Precies alsof ik de overtreder geweest was. Daarna, toen ik haar geheel en ai links liet liggen, herinnerde zy zich haar eigen ongetogenheid en verontschuldigde zich. Ook met u zou zy gaarne weer op goeden voet willen komen, doch daartoe biedt gy haar in het geheel geen gelegenheid.'* „Ik haar? Nimmer," stoof Hélöne op. „Ben ik soms naar de maan verhuisd? Had zy, als zy maar wilde, niet reeds lang deD weg tot my kunnen vinden?" „Zoo, zool" sprak Arthur eenigszins ge troffen, en trommelde met de vingers op de tafel. Hélöne gevoelde, Jat zy aan dit gesprek een einde moest maken, zoo zy zich niet verraden wilde. Zy stond op. „Zou het rytuig nog niet vóór zyn, dat gy zoo goed waart voor my te bestellen?" De kellner kwam nadorby: „Het rytuig wacht reeds sinds vyf minuten." „Och, die arme koetsier, die arme paarden 1 Waarom zyt ge dat niet dadeiyk komen zeg gen? Geen oogenblik langer mag ik hier vertoeven." Arthur was haar zwygend behulpzaam den mantel weer om te doen. Toen snelde zy de deur uit, alsof zy zich zoo haastig mogeiyk van hem wenschte af te maken. Maar toen zy de buitendeur opende en de storm haar weer hevig in het gezicht sneed, baar met zyn sneeuw overdekkend en haar oogen ver blindend, toen keerde zy zich toch onwille keurig naar Arthur om, zyn bystand ver wachtend. Hy beschutte haar met de opengespanüen parapluis en voerde haar naar het rytuig. „Als u wenscht, dat ik u vergozellen zal ik sta geheel en al ten dienste." „Neen, neen," riep Hélöne verschrokken. En snel zich weer herstellend, ging zy voort: „Gy hebt reeds zooveel voor my gedaan, ik mag het u Diet verder lastig maken.Ook ben ik immers nu volkomen veilig. Toen zy in het rytuig plaats had genomen, sprak Arthur nog door het geopende portier: „Welk gezicht zou Worner wel zetten, als ik met zyn leerling kwam aanryden en stoornis in zyn gemeente bracht!" „Mynheer Blank 1 Nu verzoek ik om uw gezelschap." „Verschoon me nu niet meer. Vaarwel, juffrouw Marbachl" Hy sloot het rytuig en gaf den koetsier het adres op. En, toen het langzaam wegreed, bleef hy nog op de stoep staaD, het nakykend, tot het om den naasten hoek der straat uit zyn oogen verdween, zich niet om de wind vlagen bekommerende, die hem met sneeuw overdekten. IX. Eensklaps werd hy aangesproken. „Wie hebt gy daar zooevon afgezonden?" „Ha, zyt gij het, Geyer? Een jongedame, zooals go waarachyniyk gezien hebt Brr, wat een weer! Gaat ge mee naar binnen?" Arthur haastto zich weer in het café terug. Geyer volgde. Nauwelyks hadden zy zich nedergezet, of Arthur begon van zyn avontuur te vertellen. „Een ODgelooflyke ontmoeting 1" riep hy uit. „Verbeeld u, daar heb ik me de kleine Marbach by het gedenkteeken op hot Augustus-plein half verstyfd vinden liggen en opgenomen. Hier is zy toen in onmacht gevallen; vraag hot maar aan de buffetjuffrouw I Later werd zy wel weer levend genoeg. Alle drommels l Wat kan dio kort-aangebonden zyn!" Hy lachte. „Maar een flink meisje is ze toch, Geyer; zy is my vandaag nog beter bevallen dan laatst in dat oud-Frankisch kostuum, dat Wemer haar waarschynlyk slechts daarom heeft aangeraden, omdat het haar niet stond." Geyer had een sigarette aangestoken. „Van Werner gesprokeD," zeide hy. „Wat ik zoo even gehoord heb: het contract tusscben de stad en de Maatschappy voor Electriciteit is vandaag gesloten. Werner leidt de uitvoering en wordt directeur van het werk. Het is alles kant en klaar. Nu zal hy wel niet langer draleD, om zich van de kleine Marbach te verzekeren." Arthur fronste hot voorhoofd. „Hy zal toch, hoop ik, afgewezen worden?" „Waarom zou hy De party is zeer passend." „Passend? Die party passendriep Arthur verontwaardigd. „Precies het tegendeel is ze., Denk u die twee maar eens naast elkander l Ieder verstandig ambtenaar van den burger- lyken stand moest weigeren, daar een paar van te maken 1" Geyer schudde het hoofd. „Uw haat togen den onschuldigen Worner is my volkomen onbegrijp9iyk," meende hy. „My ook. Maar hy bestaat; hy behoort by my, evenals het bloed, dat door myn aderen vloeit. Ook twyfel ik er niet aaD, of de afkeer is wederkeerig. Ik zou er wat voor willen geven, als ik hot zeker wist.Die kniesoor zou hot knapste meisje der stad het zyno noemen? Ik zeg u, Geyer: Hélöne Marbach zal zich niet opofferen." „En als zy het dan toch doen wil, hoe wilt ge dat dan beletten?" Arthur dacht eon wülo na. Toen hernam hy: „Gy hebt gelijk.... Genoeg daarvanI Ik wil my den avond niet bederven." Mlddelerwyi reed Hélöne huiswaarts, rade loos, buiten zichzelve. Hoe moe3t dat afloopen? Met deze hopelooze liefde in hot hart? Wat moest er van haar worden? {Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 11