N°. 11969 Woensdag 1 Maart, A0. 1899 feze (Qcurant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Feuilleton. PRIJS DEZER COURRNTs Voor Leidon per 8 maanden. 1.10. Franco per poet %e 1.40. Afzonderlijkb Nommers 0.05. l.b l i in in r i u«n LH n.iiiWBi FRUS DER .A Dv WH'i'HiN'i'i iftra Van 1 6 regels f 1.05. tedere regel meer f 0.J7J. - Groctsra letters oaar plaatsruimte - Voor het Incasseer eu buiten de a tad wordt f 0.05 berekend Pit nomrncr toestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 28 Februari. Tot directrice van het eerlang albier te openen Volkshuis aan de Haarlemmerstraat is benoemd mej. E. C. Knappert, alhier, die de betrekking heeft aangenomen. Het Damescomité heeft voor de verloting van kunstvoorwerpen ten behoeve van Volles- sanatoria nog toezeggingen ontvangen van de aameB Mesdag Van Houten, Mesdag Van Calcar, Waller van de Kasteele, Pruys van der Hoeven en Catbarina Kool; van de heeren Taco Mesdag, Paul Boaifée, ÉverJingen, Jules Brouwers, Hoynck van Papendrecht qq J. A. De Jonge. Zooals we reeds meldden, zal de wintor- byoenkomst van de leden der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkundo woruen gehouden op Donderdag 9 Maart a. s., des voormiddags om elf uren, in ce Stadazaal albier. Te vUf uren zullen de leden zich kunnen vereenigen aan een gemeensohappeiyken maal tijd in „Maison Prins." De punten van behandeling zijn: lo. Is coöperatie in het tuinbouwvak uit voerbaar en gewenscht? In te leiden door den heer Jac. Smits. 2o. Wat kan de Maatschappij doen, om, beter dan tot nu toe geschiedt, uitvoering te geven aan het bepaalde by art. 14, l6te alinea, van de statuten? (Dit artikel luidt: „Da Maatschappij vestigt in het bijzonder haar aandacht op den toestand van onder geschikten en arbeiiers. Zy tracht door al de haar ten dienste staande middelen hun toestand te verbeteren, hun bekwaamheid te ontwikkelen en bestaande misbruiken te keeren." In te leiden door den heer G. Baron De Senarclens de Graney. 3o. Welke stappen kunnen er door de Maatschappy gedaan worden tot bevor erlng van het welslagen en den bloei der Bloemen- On Plantenbeur8 te Amsterdam? In to leiden door oen heer J. Van Lummel. Gedurende de eerste helft der maand Febr. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke door onbekendheid der geadresseerden niet besteld konden worden: Mevr. C. E. Konsandie, mej. U. Petit, wed. v. Steenbergt-n, Amsterdam; Harzing, Haar lem; C Borger, Nijmegen; Hoogeveen, Noord- wijk; J. Turk, Roelof-Arendsveen; mej. R. Hubeits, Rotterdam; W. Speelman, Sneek; N. Valster, Wassenaar; Kuiten, mej. H. Wisman, niet vermeld. Brieven, besteld geweest naar het buiten land: P. v. L°euwen, Duisburg; moj. J. Vos man, Lausanne; mevr. Von Goerch, Schönberg. Voor het examen in de nuttige band- werken is geslaagd mej. M. Westciyk, van Leiden. Uit een 35 tal sollicitanten voor de open gevallen betrekking van hoofd der Chr. School te Wissekerke (N.-Beveland) is door het be stuur een tweetal opgemaakt, nl. de heeren G. W. Van Klaveren, onderwijzer aan de Chr. School aan de Middelstegracht te Leiden, en Wijnberg, van Scheveningen. De tweede luitenant J. G. F. Van Son, van het 4de regiment infanterie te Leiden, hetft overplaatsing verzocht by het O.-T. leger. De „Nederlandsche Cricket-Bond" houdt zijn algemvene vergadering op Dinsdag 14 Maart, 's avonds 8l/fc uur, in „Zomerzorg" alhier. Aan de orde zyn: 1. Verkiezing van een secretaris. 2. Voorstel van het bestuur tot wyziging van art. 24. Het t estuur heeft den heer J. A. H. L. Adam canuoaat gesteld voor bet ambt van secretaris. Het heelt het verzoek van een elftal uit Kent, om in het aanstaande seizoen over to komen, ingewilligd. Den secretaris van de M. C.-C. zullen inlichtingen gevraagd worden omtrent de kosten van een beroepsspeler. Op de alge- meene vergadering zal den afgevaardigden worden meegedeeld, dat een beroepsspeler slechts dan definitief zal kunnen gevraagd worden, in ien de vereenigingen haar frnan- ciêelen steun aan het bestuur toezeggen. Den heer De Goeje is verzocht zich te belasten met de redactiewyziging van art. 24 in dien zin, dat het persooniyk lidmaatschap meer op den achtergrond, dat van de clubs als zoodanig meer op don voorgrond zal traden; bierdoor meent het bestuur den financiöelen toestand van den Bond ten goede te komen, zonder de clubfinanciên zwaarder te drukken. Voorts beeft het bestuur besloten aan de U. C. en V. V. „Hercules" het recht toe te kennen, bet aanstaande seizoen in de eerste klasse competitie mede te spelen. NS). De miliciens der lichting 1898, die op 29 October 1898 met verlof voor den tyd van vier maanden zyn vertrokken, moesten hedtn, Dinsdag, wanneer zy nl. geen ver lofpas hebben ontvangen, waaruit blykt, dat hun verlof is verlengd tot 30 Juni e. k., van verlof terugkeeren. Zy, die van af 29 October jl. tot nu onder de wapenen zyn gebleven, vertrekken (met uitz. van de plaatsvervangers en van ce zonder loting ingelyfden) den 2den Maart met verlof tot 30 JudI, op welken datum alsdan het groot verlof intreedt. Deze laatste miliciens, alsmede degenen, aan wie het verlof is ver lengd, keuren dus niet meer by het corps terug. De kleine soirée dansante ten Hove werd gisteravond voornamelijk bezocht door de leden der HofhouJiog en velen uit de uit gaande kringen der Rebidentie. HH. MM. en prinses Elizabeth brachten van halfnegen tot een half uur na middernacht in de salons door. De Koninklyke Militaire kapri voerde de dansmuziek uit. Het plan tot sloopiog van de Nieuwezyds- kapel te Amsterdam werd in de gisteravond gehouden vergadering van het Kooinkiyk Oudheidkundig Genootschap besproken. Het was de heer Weissman, architect, dia ze ter sprake bracht. Het kwam hem voor, dat het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zyn plicht zou verzaken, als hot geen pogingen in het werk stelde, om dit gebouw, dat voor de geschiedenis van Amsterdam van zooveel beteekonis is, te behouden, ook al moest by uit de berichten uit de dagbladen opmaken, dat daarop weinig kans bestaat. Da vice-voorzitter, jbr. dr. Six, zeide veel te voelen voor de woorden van den heer Weissman, maar gelooft niet, dat er veel aan te doen zal wezen, waarop de heer Weissman antwoordde, dat byaldien zulk een tot oor- deelen bevoegde v-reeniging als het Koninklijk Oudheidkundig Genootsch p zich tot den kerke- raad wendde, er in elk geval nog kans zou bestaan, dat de zaak besproken werd. Ook de voorzitter, de heer P. Van Eeghen, was de meening toegedaan, dat het Genoot schap zich niet onbetuigd moest laten, on do heer Schöffer zeide, dat het Genootschap een ernstig protest moest do n hooren tegen het plan om een van de allerinteressantste ge bouwen, dat zoo nauw veroondt-n is niet de opkomst en grootbei 1 van Amsterdam, te doen verdwynen. De heer Weissman ;uitte de moening, dat de voorgestelde slooping een quaestia van geld is, een meening, die our andere lei^n ge deeld werd. Was dit het geval, d n zou en veel Amsterdammers, volgens den he r Weiss man, wel iets willen bydrageD om het merk waardige gebouw te behouden, te meer, wyi de Nieuwezydskapel ni t slechte voor een be paald gedeelte van Amsterdams burg-ry waarde heeft. Ook met deze opvatting stemoen ver scheiden der aanwezigen in. Besloten werJ, dat het estuur van het Koninkl. Oudheidkundig Genootschap in den geest van het gesprokene een schryven aan de betrokken autoriteit der Nederu.-Hervormde Gemeente, zal richten. De oud-hoogleeraar Tilanus te Amsterdam herdenkt den 2 jen Maart den dag, waarop hy vóór 50 jaren tot doctor in de geneeskunde promoveerde. Naar de „N. R. Ct." met zekerheii verneemt, zal Hr. Ms. scbroef6toomschip „Suriname," commandant de kapt.-luit. ter zee A. C. Van de Sande Lacoste, in bet begin van Juni a. s., den 6den of 7den uiteriyk, uit West Indië in het vaderland terugkeeren. Over de deputatie van het 15de huzaren regiment, dat den titel voert van „Königin Wilhelmina der Niederlande", bevat het Ham burger „Fremdenblatt" een feuilleton, go- schreven door zyn corresponient in Nederland. Behalve de reeds bekende byzonderheden over de ontvangst ten Hove, wordt nog medege deeld, dat Koningin Wilhelmina by de au iêntie gekleed was in een prachtig kostuum, in de kleuren van het regiment met de nestels en de olficiers-óistinctieven. Uit handen van den msjoorcommandant nam H. M. de rangiyst der officieren, het „frontrapport" en een geschiedenis van bet regiment aan. Met groote belangstelling bezichtigde de Koningin de parade uniform, met de daarover hangende bont n mantels. De Eoll. IJzeren-Spoorweg-My. heeft gisteren te Amsterdam aanbesteed het onder houd van werken op de lfinen Amsterdam Rotterdam, Schiedam—Hoek van Holland en op het station Rotterdam Maas in 7 perc. laagste inschrfivers waren: Blank-nvooit, voor 9900, R. Van Dyk, te Noordwykerhout, voor ƒ9410, W. F. Staal voor f 10,659, M.iassen, twee perceelen voor 7579, Wienhoven, te Schiedam, voor 8860, on T. Van Buuren, te Haarlem, voor ƒ5090. Volgens het „Hbd. van Antwerpen" is voor do directie van don Holl. Schouwburg te G^nt een aanvraag ingekomen van Bouw meester (Louis?) van Amsterdam. M-n scbryft uit Amsterdam aan het „Utr. D.": Velen, die het weten kunnen, ver zekeren, dat Pauwels en Orelio al gereed zyn om, als Van der Linden valt, de zaak weer op te Demen. Tot directeur van de Inrichting voor Oogiyders te Amsterdam is benoemd dr. M. Jura met ingaog van 4 Mei a.s. Zondagnamiddag liet Hr. Ms. instructie- vaartuig „Nautilus," commandant kapt. luit. ter zee A. Seret, ter reede van Hellevoetsluis het anker vallen. Het schip keerde terug van zfjn vyfmaandschen oefeDingstocht in een Noorder-Atlantischen Oceaan. Aan boord is alles wel. De -Nautilus" gaat heden naar de werf en blyft daar 6 maanden om nagezien te worden. Behalve andere voorzieningen krfigt het schip een splinternieuw dek. De diensten, die de „Nautilus" doet, zullen dezen zomer vervuld wor ien door de zeilschepen „Castor" en „Pollux;" eerst op het Haringvliet en daarna op de Zuiderzee. De by het 1ste regiment infanterie be noemde kapitein D. Klinkenberg komt te Leeuwarden in garnizoen. Naar de „N. R. C." verneemt, hebban een dertigtal beambten der voormalige Nederl. Rijnspoorweg-Maatschappy een adres aan de Regeering gericht, waarin zy verzoeken afstand van rechten te mogen dotn en alzoo te mogen overgaan tot het Staats Sp p r&on »-l, o£ d'Z lfde voorwaarden als hun in het tegin van 1897 zyn aangeboden. De minister van binnenlandsche zaken heeft beslist, dat ook meisjes to gang zullen hebben tot de Ryks-Tuinbouwschool. Op gunstig advies van den directeur der school en van den inspecteur is mej. A. Bienfait, te 's Gravenhage, als leerlinge voor onkelo vakken toegelaten. Te Hees (gemeente Nymegen) is over leden de gep. majoor der infanterie G. D. Van der Mey. De overledene, geboren in 1806, was ridder der Militaire Willemsorde en ge rechtigd tot het dragen van het M talen Kruis. De by de landmacht in West Indé ge detacheerde lsta luitenant kwartiermeester J. H. Masman keert in Juli uit Sur name terug. Het verlof naar Nederland van en olficier van gezondhoiJ 2de klasse O.-I. 1 g r dr. H. F. P. Maasland is nogmaals voor 6 maanden verlengd. Het stoomschip „Etna" arriveerde 28 Febr. van Amsterdam te Pillau; do „Java," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 27 Fe r. van PadaDg; de „Prios Alexan jer" arriveerde 28 Febv\ van Amsterdam te Batavia; de „Sumatra," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 27 Febr. van Suez; de „Anchises," van Amsterdam en Liverpool naar Java, pas seerde 27 Febr. Kaap Spartel; de „Prins van Oranje," van Batavia naar Amsterdam, arii vetrde 27 Febr. te Genua. Boskoop. Als bewys, dat tuin- en bouw grond bier nog steeds zeer hoog in prys blyft, kan gemeld worden, dat by publieke verkooping een stukje grond, ongeveer 60 vic-rk. roeden, met een bouwvallig huis or op de som van 7300 opbracht. Zooals bekend is, wordt er by de Duitscbe regeering op aangedrongen, om na 1904, wanneer de tractaten eindigen, invoerrechten te heffen op boomen, planten, groemen, bloemeo, enz., enz., wat voor den Neder- landschen tuinbouw een ware ramp zou zyn. Ten einde de middelen te beramen wat in de tegenwoordige omstandigheden daartegen door de Nederlandsche tuinbouwers kan worden gedaan, heeft een zich alhier gevormde com missie, waarvan de burgemeester de hoer E, G. C. De Groot van Embden voorzitter en de lieer C. H. Claasson, Rykstuinbouwleeraar, secretaris is, een circulaire verspreid, waarby allen, die by den tuinbouw belang hebben, worden uitgonoodigd tot het bywonen eener vergadering, die gehouden zal worden op 4 April a. s. in het Gebouw van Kunsten en Wetonsch., te Utrecht, ten einde een uit voerend Comité te benoemen en door onder ling overleg uit te maken, wat in deze voor den Nedtrlandschon tuinbouw behoort te worden gedaan. Baar roman. É>fo£) „Heel mooil Erg mooi!" zeide zy. „O jal" „Wat, o ja?" riep ik, een weinig kregel. „Wil je daarmee zeggen, dat je het er mee ééns bent?" „O, zeker, zeker 1 Ik vind het erg mooi!" „Erg mooi! Erg mooi! Het is niet de vraag of je hot mooi vindt, maar of je het begrypt, en of je het er mee eens beat. Begrypjehet karakter van myn heldin, en meen je, dat de uitingen, die ik haar in den mond leg, by haar karakter passen? Dat is de quaestie, waarover ik nu wel eens je opinie zou willen hooren." „Myn opinie? Och, wat beteekent myn opinie?" „Maar als ik er je nu naar vraag? Je hebt toch een opinie, wil ik hopen?" „Ja, dat wil zeggen," stamelde zy, terwyi een blos 2ich over haar bleeke wangen spreidde, „ik vind het erg interessant, ik vind het schitterend en geestig, Arnold, wat je die vrouw laat zeggen. Maar, maar, aan critiek durf ik my niet wagen." „Je hebt geiyk," antwoordde ik koel; „je hebt geiyk, vrouwtje l Laat ons voortaan de literatuur maar laten ruston. Praten w\1 liever over iets andere, dat meer binnen je bevatting ligtIs je nieuwe kostuum al ?an de naaister gekomen?" Dit was h6t wreedste, wat ik haar kon hebben toegevoegd, en ik zag dan ook hoe haar oogeu zich met tranen vulden; doch de gal liep my over, en daarom zeide ik maar wat my voor den mond kwam. Ik had werkeiyk myn best gedaan om haar tot myzeiven 0p te heffen, om op een intiemen en intellectueelen voet met haar te verkeeren. i En dan deze teleurstellingen 1 Ik begon spyt te krijgen, dat ik haar ooit had getrouwd. Ja. En die spyt werd er in de eerstvolgende twee of drie jaren niet minder op. Dikwyls genoeg verweet ik myzelven myn dwaasheid. Een mensch gewent aan niets spoediger dan aan weelde, en zoo waren die dingen, die my aanvankelyk pleisters op de wond waren geweest, sl spoedig als palliatieven geheel machteloos geworden. Ik zocht myn gezellig heid buitenshuis en over myn werk, myn beroep datgene, wat my het naast lag wisselde ik met Caroline nooit meer een enkel woord. Was ikzelf dus in mJJn buweiyk een ver van gelukkig echtgenoot, Caroline was ik weet het thans een rampzalige gade. Haar belangstelling in myn werk was onver- woestoiyk, alles overheerechend, een ware passie in haar. Onze verwydering aan my te wyten, dit viel haar niet in; zy wierp alle schuld slechts op haarzelve. Zy voelde, de Hemel vorgeve het myt zy voelde, dat zy de eer niet waard was, die haar huweiyk met my haar had bezorgd; en haar eenig verlangen kwam hierop neer, zichzelve het vertrouwen, dat ik tiaar onthield, waardiger te maken my het bewys te leveren, dat zy toch niet zoo onbeduidend, zoo stumperig was, als waarvoor ik in myn hoogheid haar versleet Hoewel nu het spreken haar zoo moeilyk afging, bezat zy een zekere vlugheid en vaardigheid in het opstellen van brieven; en doze gave, gepaard aan haar innigen, schier hart8tochteiyken wensch, om my te behageD, moet haar gedreven hebben tot een onder neming, van welke ik destyds niet het flauwste vermoeden had. De Hemel weet, wanneer het plan in haar brein ontkiemde. Hoo dan ook, zy kwam op den inval, een roman te schryven. Dit denkbeeld was, zooals men zegt, eten en drinken voor haar. Zy wilde een roman schryven, die gedrukt, gelezen en geprezen zou worden. Anoniem wilde zy haar boek aan een uitgever zenden, en wanneer dan de titel in ieders mond, heel het lezende Engeland er vol van was, dan wilde zy tot my komen en zeggen: „Arnold, lieveling, de schryfster van dit boek is je vrouw 1" Arme Carolinol Toen ik gisteren by uw graf stond, stelde ik my voor hoe ge al die maanden lang uw brein hadt zitten martelen en uw pen zitten spitsen, gedreven door die één stille hoop, die óóne heimelyke eerzucht! Het was myn gewoonte my na het ontbyt in myn kamer op te sluiten en daar tot laat in den namiddag te biyven zitten. Een glas sherry en oen paar sandwiches werden my, op den lunchtyd, daar gebracht. BUgovolg had Caroline den ganschen dag tot haar beschik king. Ik stoorde of overrompelde haar nooit. Ik liet dus ook myn oog niet gaan over de dingen, waarmede zy zich bezig hield. Van het begin der lente tot in Januari, tien maanden lang, van 's morgens tot 's avonds, werkte en zwoegde myn vrouw aan deze haar door haarzelve opgelegde taak. Bladzyde na bladzyde, hoofdstuk na hoofdstuk groeide er langzaam, langzaam aan onder haar moede, volhardende hand. Het was een arbeid der liefde; en hoe zwaar het baar ook gevallen moge zyn, zy gaf het niet op, maar hield vol, met yzeren wilskracht en inspanning van al haar krachten. Ik heb brieven van haar aan haar moeder gezien, waarin er sprake van was, kleine, aandoenlyke toespelingen, en vermaningen tot geheimhouding„Wat zal Arnold staan te kykent Wat zal hy ver rast zyn, Diet waar? Maar geen woord erover, moedertje I Hy moet het van my het eerst hooren! Wat zal hy een paar groote oogen opzetten! My dunkt, ik zie zyn gezicht al!" Arme vrouw l Ik zie het uwe nu, door de aardkluiten en het deksel heen. Het was Januari, toen zy het woord „Emde" neerschreef; en hot handschrift verdwaalde naar verscheiden firma's, vóór het aangenomen werd. De schryfster stond er op, dat haar werk voor zichzelve zou pleiten, en daarom wildo zy niets te doen hebben met een uit gave voor eigen rekening. Deze ryke vrouw dus, met haar rytuigeD, haar bedienden, haar prachtig huis, doorstond volmaakt dezelfde wederwaardigheden als de eerste de beste pennelikkende beginneling, die ooit in de Fleet- straat van uitgever naar uitgever liep. Hun kerend, hongerend om haar W6rk in druk te zien, bartstochtelyk begeerig naar het oogen- blik, waarop het oordeel er over zou worden uitgesproken, bood zy niettemin onverzetteiyk weerstand aan de verzoeking om dit oogen- blik door middel van een geldeiyk offer te verhaasten. „Echt en eerlykl" schreef zy telkens aan haar moeder, „echt en oeriyk, of anders niet l" Nu dan, het boek zag eindeiyk het licht. Het honorarium was zoo goed als niets; dooh dat kon haar niet schelen. Het boek werd gedrukt. Een jong uitgever waagde het er mee. Het verscheen en op zekeren zomer morgen ontving ik een exemplaar er van ter beoordeeling, te geiyk met nog een stapeltje andere boeken. Ik herinner my, dat Caroline in myn kamer was, terwyi ik het pak openmaakte. Ik lette niet terstond op den inhoud; doch zygafmy het boek in da handen, met een kleur op haar gelaat en een schuwen, vragenden blik in haar oogenHoe zou ik met mogelykheid iets van de waarheid hebben kunnen ver moeden? Ik ben, geiyk ik reeds aanstipte, au criticus niet gemakkeiyk; en dit verhaal scheen my 1 nu juist mank te gaan aan al de gebreken, die my bet meest hinderen. Bovendien had dezen morgen eon brief my een onaangename tyding gebracht, zoodat ik slecht geluimd was. In kregele stemming las ik het boek door, van tyd tot t(jd op het punt om het ter zyde te werpen en er niets van te zeggOD. Hadde ik dit maar gedaan 1 Doch myn vrouw zelve had my dit voorwerp inde haDd gegeven, om er myn kwaad humeur aan te kool9n. Ik greep dus de pen on schreef. W&t ik neerschreef, met myn initialen ge- teekend, behoef ik hier niet aan te halen. Het was een der vinnigsto recensies, die ik ooit op papier heb gezet. Schamper stak ik den draak met de domme ydelheïd van lite rarische dilettanten. Ik deed do lappen er afvliegen. En toen het klaar was, voelde ik my over mijzelven voldaan. Den volgenden Donderdag werd het blad bezorgd. Ik merkte op hoe Caroline het ter stond opnam en opensneed. Straks legde zy het neer. Zy was zoo wit als oen laken, en ik zag, dat zy beefde. „Scheelt je wat?" vroeg ik. „Neen, niets," antwoordde zy zacht. En verder werd er niet over gesproken. Dit nummer van het blad was het, dat ik na haar begrafenis onder haar papieren vond, drie jaren later. Myn recensie was er in omhaald, met inkt, als in een rouwrand. Ik begreep niet waarom zy ze bewaard had, en wat die zwarte raüd beteekende Nieuwsgierigheid prikkelde my. Ik stolde een onderzoek in en nü weet ik het. Wat zal ik bier nog by voegen? Zy is dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1