N®. 11968 Dinsdag; 28 Februari. A°. 1899 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (%on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 27 Februari. Feuilleton. Ia en uit den ballon. LEIDSCH DAGBLAD. PBJJS DEZEB COURANTT; Voor Lelden per 8 maanden. l.l(X Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PBJJS DER ADVERTENTEÉÏN VaD 1 6 regels 1.06. tedere regel meer f 0.17 - Groctero lettere aaar plaatsruimte - Voor het Incasseeraa bulten da stad wordt f 0.05 berekend OÜlciëele Eeniiïs^ovliig'eii. BnrgemeoEtor en Wothonders van Leiden; Gezien bet adree van do firma TIELEMAN en DROS, houdende verzoek om verguoning tot uit breiding van haar fabriek aan de Hooigracht No. 91/93, kadastraal bekend Bectie I No. 2347, door hot vergrooten der keuken; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven hg deze kennis aan hot publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gomeonte ter visie gelegd ia; alsmede, dat op Zater dag 11 Maart a. e., 's voormiddaga te elf uren, op het Raadhuis, golegenheid zal worden gegeven, om bezwareij togen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, LeideD, F. WAS, Burgemeester. 25 Febr. 1899. VAN HEYST, Secretarie. NATIONALE MILITIE. Biyvend gedeelte van de lichting Tan 1S98 bij de onbereden corpsen. De Burgemeester van Leiden brengt ter kennis van do in deze gemeente wonende miliciene, die tot het blgvond gedeelte van de lichting van 1898 tij de onbereden corpsen behooren en met tydelgk verlof huiewaarts werden gezondoD, dat zy, iogevol e beschikking van den heer Minister van Oorlog, by hun teiugkeer onder de wapenen ten aanzien van te verstrekken daggeld en vervoerbowijzen zullen beschouwd worden als groot-verlofgangers. Mitsdion wor-Jen do bedoelde miliciens, wier garnizoensplaatsen buiten deze gemeente zija gelegen, verwittigd, dat z\j zioh den dag vóór het vertrek naar hunne corpsen tot het outvangon van het hun toekomend daggeld, indien zij dit verlangen, en toe hot bekomen van één of meer vervoe bewijzen, voor zoover z\j naar de bestaande voorscbrif en daarop recht hebben, ter Gemeente-Seorotarie (Afdeeling Nationale Militie en Schuttery, kamer No. 9) knnnen vorvo"gen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 25 Febr. 1899. F. WAS. Ter vervulling van de door het overlyden van prof. mr. C. Asser opengevallen hoog- Leraarsplaats in de rechtsgeleerdheid aan de Leidsche universiteit zijn, naar men verneemt, door het College van Curatoren voorgedragen de heeren: mr. A. C. Visser, advocaat en pro cureur, lid der Prov. Staten van ZuiJ-Holland, te Gorkum, en jhr. mr. W. H. De Savornin Lobman, rechter in de HÏTagsche arrondisse- ments-rechtbank. Volgens de berichten uit de „Staats Crt." is by kon. besluit, by een nieuwe regeling der ontvangkantoren te 's Gravenhage, tot inspecteur der directe belastingen aldaar, be noemd de heer H. Camerlingh, te Leiden. Het juiste onderwerp van de maskerade, het volgende jaar door het Leidsch Studenten corps te houden, is als volgt: „Graaf Albrecht binnen Enkhuizen, om zich van daar in te schepen tegen de Friezen, Augustus 1396". By gelegenheid van het 60-jarig bestaan van het Leidsch Studentencorps zal het Collegium Civ. Acad. Lugd. Bat. Supremum den l8ten Maart a. s. van 3 tot 5 uren receptie houien op de Collegiumskamer. By het onlangs gehouden examen voor verschillende gradeD, zyn de navolgende adspi- ranten geslaagd Sergeant dienstdoende luit. te velde P. A. v. 't Woudt, van het 2de bat. alhier voor den graad 7an adjudant-onderofficier. Sergeant-onderwyzer W. T. H. Guykon, van den staf 4de bat. alhier voor den graad van sergt.-majoor. Korporaal J. Holling, van het 2de bat. alhier voor den graad van fourier. Korporaals N. J. Smorenberg, H. Stinis, H. C. Lammens, van het 2de bat. te Leiden, F. E. H. Gebhart, D. J. Verzyden, van het 4de bat. te Leiden, J. N. Warnier, Th. J. P. Latour, P. H. Tel, van het 3de bat. te Haarlem, L. C. J. Vellekoop, W. H. Van Angelbeek en T. B. Veldkamp, van het 5de bat. te Gouda, allen voor den graad van sergeant. De mil.-korporaal J. H. H. Van der Hooien, van het 3de bat. te Haarlem, voor milicL-n- sergeant. De adspiranten, die deelnamon aan het theoretisch herexamen (1 mil.-sergt. en 5 korporaals) voldeden allen. Aan het examen voldeden dus niet: 1 ad6pi- rant voor sergt.-majoor en adj-onderofficier, 1 voor sergt.-maj., 1 voor sergt.-onderwyzer, 5 voor d d. luit. te velde, 26 voor sergeant en 5 voor fourier., In hotel „Du Nora" gaf Zaterdag jl. de Leidsche tooneelvereer.iging „l'Union fait la Force" haar twaallde uitvoering rmt intro ductie, welke door velen werd bygewoond. Haar banier stond voor een groepje groen. Op den vastgesteldon aanvangstijd, half- negeo, weerklonk H. J. Van L-^euwen's marsch „Eencracht maakt Macht", gevolgd door eon ouverture en oen wals. Daarna opende de voor- zitttr de vergadering. In welg-kozen bewoor dingen wees hy er, na allen welkom geheeten te hebbeD, op, dat by ae samenstelling van het programma het „elck wat wils" in het oog was gehouden. Immers, op dat pro gramma kwamen, behalve een drama en eenige voordrachten, voor twee viool-solo's, te geven door den heer C H. Versney, waarvoor men dezen musicus ongetwyfeld dankbaar zou zyn. Hy vroeg voorts vergiffenis voor eventueel te begane kleine fouten en deelde mede, dat de voorbrachten na het arama vooral zouden gegeven worden om daardoor een overgang te verkrygen van dat drama tot het bal. DaDk bracht by aan allen, die dezen avond weer wilden medewerken, en hy spoorde hen, die reeds zoo dikwyis door hun tegenwoor igbeii iy uitvoeringen der VereeDi- ging, biyk van belangstelling in haar hadden gegeven, aan lid van „l'Union fait la Force" te worden, want de Vereeniging is niet sterk in ledental, ji, dit is eig6niyk te klein. Ter meerdere aansporing om als lid toe te treden meende de voorzitter onder de aandacht te moeten brengen, dat de toDg, als men ze goed leert gebruiken, een machtig wapen is; dat, om ze goed te leeren gebruiken, het tooneel een goede leerschool is; dat zenuwachtigheid by het spelen spoeolg overwonnen wordt; dat velen ten onrechte bang zyn voor critiek, ten onrechte, want de crJtiek is de beate leerschool. Belovende, dat, als naar gewoonte, de pauzen kort zouden zyn, en het overbodig achtende om aandacht te verzoeken, verklaarde de voorzitter de byeenkomst geopend. Applaus en fanfares volgden op deze aandachtig ge volgde toespraak. Nu waren de viool-solo's aan de beurt. Vervolgens werd opgevoerd het drama in vier bedryven voorafgegaan door „Een uur te laat," voorspel in één bodryf „Richard Moor." In het algemeen gesproken wera dit drama voor Gilettanten goed opgevoerd. Richard Moor zelf mogen wy den lof niet ontbou en, dat hy uitst kend speelde. John Houseman had boven anderen -de Verdienste, dat hy zeer rolvast was: een groot voordeel. Godfried Lester had e n gemakkelijke taak. Lord Blount zag zich ditmaal een te kleine rol tocbodeeld, om zyn gaven, wlke wy weten, dat by bezit, ten toon te spreiden; zyn geringe taak vutte hy daarby o. i. wat al te onverschillig op. Rowland Lester was niet los genoeg, Walter Lester speelde zeer goed; sir Thornton, reebttr, en de wachter hadden te ondergeschikte rollen om veel aan dacht te vragen; Jack, de tuinman, hiold zich vry goed. Dit wat de mannelijke dilet tanten betreft. Nu de vrouweiyk©4 Doet zich anders veelal het geval voor, dat by vereenigingen als deze de dames btter spelen dan de heererr, thans was dit beslist niet het geval. Speelde Kelly in het voorspel bevrecigend, iu het eigeniyke drafna als Madeline was er o. i. te weinig kleur in haar spel; zy was al te kalm. LeoDore stond nog verre beneoen haar; waarschynlyk betrad zy te voren nog ni-.t veel de planken. Is dit zoo, dan zy cit een afdoende veront schuldiging voor baar koud, onnatuuriyk spel. De voordrachten „Een joppe jongen" en „Am8terdamsche straattypen," nog een voor dracht door den heer H. J. v. L. en „Nieuw A. B. C. of Hyn oom Janus" moeten veel genoe- gen veroorzaakt hebben, evenals het daarop gevolgde bal Wy vernamen nog, dat den beiden dames voor haar medewerking, die in alle geval waardeering verdiende, bouquetten wer den vereerd. Deze tooneelvereenigiog is het waard, haar streven en gezonde opvattingen zoo ten minste haar voorzitter de tolk harer leden is, en dat moet aangenomen worden in aanmerking genomen, dat haar ledental stygt. Door wyien den heer J. P. Visser, alhier, is een legaat vermaakt van f 1000 aan ee Chr. school aan de Middelstegracht en een van f 500 aan de Chr. school aan de Pieters kerkgracht. Merkwaardig verscbynsel! Het nieuwe oorspronkeiyke tooneelwerk van Herman Heyermans Jr., zyn burgerlijk treurspel in drie bedryven: „Ghetto", dat o. a. te Arnhem, Rotterdam en Haarlem twee opvoeringen be leefde, had hier Saterdag-avond slechts een matig bezetten schouwburg getrokken. Hetzy men zich al of niet kan vereenigen met de volgens sommigen misschien te realisti sche richting van het stuk, waardoor woor den of uitdrukkingen op de planken worden gebezigd, die er naar dezen en genen niet thuis hooren en by meer dan één herhalen nog grooter weerzin wekken, omdat het tooneel niet voor alles een schouwtooneel is, daar er ook grenzen zyn, - van de opvoering zelve kan intusschen niet dan met den meesten lof worden gewag gemaakt. De leden van de „Noderlandsche Tooneel- vereeniging" vormden, van de hoofd- tot de mindere rollen, een zóó scbooD, zóó artistiek geheel, als slechts by mogeiykhtid te wenschen was. Aan warme betuigingen van waardeering mangelde het dan ook niet. Het doek moest meermalen onder daverende toejuichingen wor den gehaald. De pauzen werden niet door muziek aan gevuld. Volgens het „Haagsche Dagblad" heeft de minister van Linn-rnlundsche zaken, over eenkomstig het verlangen van dtn minister van oorlog, ter kennis van de burgemeesters doen brengen, dat zy voortaan nimmer zul len mogen beschikken over militaire macht, zonder voorafgaande onderhandeling met de betrokken militaire autoriteiten, behoudens enkele uitzonderingen tyv. tot bet onder ruk ken van plotseling opgekomen oproerige be wegingen. Ter aanbeveling van een te Rotterdam op to richten vereeniging „Pro Juventute", sprak Zaterdag avond prof. G. A. Van Hamel uit Amsterdam aldaar in een openbare vergade ring, die vry druk bezocht was coor dames en heeren. De hooggeleerde spreker zette in een warme rede de beweegredenen uiteen, die hem bob ben geleid een dergelyke vereeniging te Am sterdam te stichten, en vervolgens de wyze waarop deze ingericht is en aanvankeiyk werkt. Het resultaat was van dien aard, dat spr. meende met overtuiging ook ti Rotter dam het oprichten van een dergolyke ver eeniging te mogen aanbevelen en daartoe de me ie werking van allen in te roepen. Verschillende vragen werden na het ge sprokene alsnog gedaan, getuigende van veel belangstelling. De vergadering werd voor gezeten door mr. J. W. Alting Mees, griffier der rechtbank te Rotterdam. Velen maakten van de gelegenheid gebruik zich als lid aan te sluiten. Naar wy vernemen, wordt de laatste hand gelegd aan de in de Troonrede aange- kondigne herziening van het tarief van in voerrechten, zoodat te verwachten is, dat het daarloe strekken e wetsontwerp in den loop van het aanstaande byeenzyn der Tweede Kamer zal kunnen iogediend worden. De veranderingen zullen vaü zuiver fiscalen aard zyn en strekken om gebreken weg te nemen, die zich voor de administratie ty de toepas sing van bet tarief hebben voorgedaan, en andere raoeiiykheden, die in de practyk zyn voorgekomen, op te heffen. Enkele artikelen, die tot dusver vry kon den ingevoerd worden en geen grondstof! n zynde, waarvan de vrystelling gehandhaafd biyft, zullen belast wordeD. Wegens het technische karakter dezer tariefswyziging ligt verhoogiDg van het 5 percents-invoerrecht buiten het kader van het aanstaande ontwerp. (Rbl.) HH. MM. de Koningin en de Koningin- Moeder, vergezeld van prinses Elizabeth, woonden gisteren de voormiddag-godsdienst oefening by in de Waalsche kerk te 'a-Gra- venhage, onder gehoor van ds. Bourlier. Te Grave is vry plotseling overleden de heer Adr. Walter, sedert meerdere jaren lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant voor het district Grave. Ds. J. Moulfln, te Nymegen, hoopt Zondag 12 Maart ia de avondbeurt voor het eerst na zyn gevaariyke operatie weder voor zyn go- meente op te tredeo. To Haarlem is overleden de heer C. M. De Jong van Rodenburgb, kolonel der infan terie, ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Te Utrecht is in den ouderdom van byna 83 jaren overleden mr. A. C. Van Heusde. ridder in de ordo van den Neaerlandscben Leeuw, oud-Raad-adviseur by bet ministerie van binnenlandsche zaken. Door B. en Ws. van Amsterdam is de volgende voordracht opgemaakt ter benoeming S'ot.) Wagenaar werd dol. „Waarom doet u dat?" „Waarom?" gaf de ander ten antwoord. „Wel, die lamp verbrandt spiritus, nietwaar en daardoor vermindert alweer ons gewicht. Als u over boord gelieft te kyken, dan zult u zien, dat we nu al aardig hoog zyn, on er is geen menscheiyke mogelykheid om te dalen." Wagenaar en ik keken over boord, en wy merkten, dat wy miDstens al zes kerktorens hoog waren.... Opeens schoot de ballon opnieuw naar boven. „Wat is dat nu?" vroeg hy. „Dood-oenvoudig," antwoordde Wagenaar. „Ik heb myn valsche tanden verloreD." „Alweer zooveel gewicht minder 1" riep Montgomery. „Nu zullen we ryzen totdat de ballon barst! Als ik geweten had, dat u valsche tanden droeg, dan zou ik my nooit in dit ding van u hebben gewaagdMaar dat heb je van di9 mannen van de weten schap l Je kunt er nooit op aanl Altyd zit by hen iets losl" „Gelooft u werkelyk," zeide ik, „dat deze ballon nu moet biyven sty gen?" „Er is maar één uitkomst," antwoordde Montgomery, „en dat is een zware nachtdauw. Als het flink wil dauweo, dan kan daardoor het evenwicht voor do verloren tanden van den professor en voor den verbranden spiritus worden hersteld. Andera zie ik er geen gat in." Daar zaten wy dan nu met lange gezichten in het schuitje te wachten op den dauw. Gelukkig bleef die niet uit. Montgomery liot ons onze jassen uittrekken en uitspreiden, om zoo veel mogeiyk nattigheid op te vangeD, en tegen acht uren bemerkten wy, dat we inderdaad aan het dalen waren. Dit duurde zoo voort, boewei heel langzaam. Toen de morgen aan brak, zweefden wy ongeveer zeshonderd voet boven do aarde. Maar New Borlinopohsville was spoorloos uit het gezicht verdwenen. Wagenaar begon zyn jas al uit te wringen en weer aan te trekken. Daar deed hy opeens een geluid hooren, dat machtig veel weg had van een vloek, en meteen ging de ballon weer aan het ryzen. „Wat heeft die wetenschappelyke idioot nu weer over boord laten vallen?" schreeuwde Montgomery. „Ik heb ongelukkig myn portemonnaie uit myn jaszak laten glippoD," zeide Wagenaar; „maar dat is voor u nog geen reden tot het bezigen van zulke onparlementaire uit drukkingen." „Nu zyn we naar de maan 1" zuchtte Mont gomery. „Zoo aanstonds komt de zon en dan gaat het gas uitzettenKolonel, het spyt me, dat u in dit 6cbuitje zit. Gelukkig, dat u geen vrouw met zeven kinderen achterlaat." Het zag er inderdaad heel leeiyk uit. De zon verwarmde den metalen bol en wy rezen met zulk een vaart, dat het geen twy fel leed of wy zouden tegen den middag een hoogte van tu8schen de twintig en dertig duizend voet hebben bereikt. Het óónige middel tot dalen zou het uitlaten van gas zyn geweest. Dit kon echter by gebrek aan een klep niet worden toegepast en bygevolg leek onze toestand kort weg reddeloos. Ter eere van den professor en van Montgomery moet ik intusschen ver klaren, dat zy beiden zich dapper hielden. Wagenaar zat doodbedaard zyn barometer standen op te teekenen en de ballonist van professie maakte kalm zyn nagels scIiood, hoewel zy wisten, dat wy naar alle waar- echynlykheid zoo straks een tuimeling zouden doen van om en by de veertig duizend voet. Wat myzelf betrof, ik wilde natuuriyk in kordaatheid voor myn reisgeoooten niet onder doen. Maar pleizierig voelde ik my allesbehalve. Wy rezen en rezen l Het door do zon ver warmde gas zwol aan en vulde de elastieken blaas en hierdoor verdubbelde zich nog onze vaart. Om negen uren al hadden we de aarde uit het gezicht verloren, en om elf uren werd de atmosfeer zóó dun, dat wy nog slechts met moeite konden ademen, Professor Wage naar, wiens longen niet van de sterkste wareD, leed er het meest onder; doch niettemin kladde hy met den grootsten y ver zyn weten schappelyke aanteekeniDgen neer. Montgomery zat als wezenloos in de diepte te staren, en ikzelf woelde als een wanhopige in al myn zakken, alsof daar mogelyk nog redding te vinden zou zyn. Het betasten van myn revolver bracht my eensklaps op een inval. „K\jk eens hier, meneer Montgomery I Ik kan uit dien verwenschten ballon wel gas laten ontsnappen, maar op gevaar af, dat wy aan bet dalen zullen gaan met heelwat meer vaart dan waarmee we nu ryzen. Wat dunkt u er van?" „Ik zou het er omar op wagen," antwoordde Montgomery. „Het is onze éénige kans, al is het dan geen aangename. Zóó is er ten minste nog een mogelykheid, dat we er het leven afbrengen. Maar doen we het niet, en komt zoo 8trak3 deze heele machine te barsten, dan zyn we alle drie zoo dood als Julius Caesar." „Wat is uw opinie, professor?" vroeg ik; want ik wilde niet overyid handelen. „Best! Probeer het maar," zeide Wagenaar; „schiet maar toe, kolonel l hoewel ik liever zou wachten tot we een hoogte hadden bereikt van veertig duizend voet. Want dan zouden we hooger zyn dan nog ooit iemand geweest is." „Komaan, we zyn al hoog genoeg," zeide Montgomery. „Ik zie niet in, dat we een bezoek behoeven te gaan bréngeo aan de engeltjes. Geef maar vuur, kolonel 1" „Daar gaat-ie dan!" riep ik en loste een schot op den bol van aluminium. Natuuriyk ging de kogel er doorheen als door papier, aan den eenen kant er in en aan den anderen kant er uit. Dit liet aan het gas do keus tusschen twee gaten, en het koos ze allebei. In het eerst daalden wy zachtjes, zoodat ik er het boste van begon to hopen. Doch Montgomery wist wel beter. Da vaart werd al sneller en sneller, naarmate er meer gas ontsnapte, en weldra was het geen dalen meer, maar kort en goed vallen. De aarde kwam al heel gauw weer in hot gezicht, boomen en velden schenen ons te gemoet te vliegen. Er woei op deze hoogte een stevige bries, die ons westeiyk heendreef naar eentamelyk groote watervlakte. „Als we het maar houden kunnen totdat we boven dat water zyn, dan kan het nog goed afioopen," zeide Montgomery. „Kolonel, wees zoo goed my een handje te helpen. Alles, wat niet nagelvast is, moot overboord." Meteen pakte hy alles, wat maar onder zyn vingers kwam; ik deed hetzelfde en eon minuut lang regende het over de landstreek onder onze voeten barometers, thermometers en allerlei andere wetenschappelyke instru menten. „Jassen uit, vesten uit, laarzen uitl" commandeerde Montgomery. „Nu de hoeden! Weg er meel Professor, als u Dog méér losse tanden in uw mond hebt, overboord dan! Alle vrachtjes lichtanl" Wel, wy reduceerden onze kloedy tot oen minimum, en Wagenaar, die helaas geen gebit meer te lossen had, ontdeed zich ten slotte zelfs van zyn glazen oog. Daarna gingen wy weer zitten en wachtten met gelatenheid den verderen loop der zaken af. Wy waren misschien nog maar 6en drie honderd voet hoog, toen wy over het meer begonnen te zweven. Eensklaps greep Mont gomery den professor onder de armen en smeet hem over boord, zonder hem naar z\jn goedvinden te vragen. Tegeiykertyd schreeuwde hy: „Spriügen, kolonell" en aldus geschiedde het, dat wy alle drie op hetzelfde oogenblik in het water ploften. Ik schoot tot op den bodem, die my wel vyftig duizend vaam van de oppervlakte leek te zyn, hoewel ik later hoorde, dat het meer nergens dieper dan een veertig vost was. Toen ik boven kwam, zwommen Montgomery en de professor al naar don wal, en ik ver zuimde niet hun goed voorbeeld te volgQD. De heele bevolking van de buurt had den ballon zien naderen, zoodat er hoopen mannen, vrouwen en kinderen aan den oever op on stonden te wachten. „Dat is nu toch onaangenaam," zeide de professor. „Ik kan toch voor al dio menschon niet verschynen in myn hemd, en met maar één oog en zonder tandenKolonel, daar ginds dryft de ballon. Ik geloof, dat wy beter doen met terug te zwemmen en tot het donker is te wachten om aan wal te gaaD." „Ik niet! Ik ga op het droge," zside Montgomery, „al zouden ook al de meisjes kostscholen van heel Illinois daar op den kant staan. Da professor zag er in zyn ont takelden toestand zóó ontoonbaar uit, dat do meeste vrouwen en kinderen al van verre aan den haal giogeD. Wy bereikten dus heelhuids den vasten wal, en een boer stak ons in droge kleeren, die ons ongeveer net zoo goed pasten al3 een Fransch soldaat zyn uniform. Vervolgons huurden wy oen tentwagentje en lieten ons terugryden naar New Berlinopolisville. De professor was onderweg zoo opgewonden als een schooljongen op den eersten dag van de vacantie. Hy deed niets dan bluffen op het „kolossale succes" van zyn uitvinding en verklaarde, dat hy binnen veertien dager eeD middel zou verzonnen hebben om zyn ballon even gomakkelyk te doen dalen als ryzeD. Doch Montgomery trok heelemaal niet by. Hy deed geen mond open tot In de stau en toen wendde hy zich naar den professor en beet hem toe, dat hy, veel liever dan ooit nog weer een luchtreisje te ondernemen in een door een wotenschappeiyk man uit gevonden ballon, zyn zakken opvulde roet dynamiet en zich dan als een stokvisch liet beuken. Hierop wensebte by my gooden avond en liep de straat in, by zicbzelven vloekende op een manier, die zich werkoiyk niet leent tot publicatie. Ik heb van den man nooit meer iet9 gehoord of gezien.''

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1