zal gedurende de Verbouwing worden voortgezet. zoowel Botermarkt No. 22, als Breestraat No. 146. Zie Etalage Br eestr aat146. H. J. T. Matveld, Lampenkappen en -sluiers INGANG DIENSTBODE, Bekendmaking. een flink CAFÉ-BIILARD, met Vergunning, H. J. BLGMMENDAAL, voorbeen W. VAN DORP, IN DIVERSE KLEUREN. Groote Collectie. Ruime Keuze. Paardensteeg 4. Gasfitter, Gevraagd met Mei: EDAMMER KAASJES, Analytische Meetkunde, Feuilleton. De bloem van liet woud. itou l umuvyiufe, in het Notarishuis aan Den Burg, te Leiden, bh op od op Zaterdag 25 Februari, bh afslag op Zaterdag 4 Tlaart 1899, telkens des avonds te seven uren, ten overstaan van den Notaris W. F. KAISER, te Leiden, van: No. 1. Een HEERENHUIS te Leiden, aan den Ouden Singel No. 160, met een uitgang aan de Zanostraat, alsmede ERF, TUIN en SCHUUR, groot 6 aren, 55 centiaren. Dit perceel bevat beneden: witmarmeren Gang, Yoorkamtr en Suite, groote Tuinkamer met geschilderd Behang en openslaande deur aan den Tuin, Provisiekamer, Keuken, Kei ior met afgeschoten Wijnkelder, Bergplaats voor brand stoffen, Binnenplaats, benevens grooten Tuin met Prièel; boven, 1ste étage: 2 Voor kamers, Binnenkamer, 2 Achterkamers, waar van eene met Alkoof, benevens Dienstboden- kamer; 2de étage: groote Voorkamer met afgeschoten Bedsteden, 2 Achterkamers, Zol ders en Vliering. De meeste Kamers hebben Stookplaatsen, waarvan sommige met mar meren Schoorsteenmantels en Kasten. Het perceel heeft Gas- en Duinwaterleiding. In eigen gebruik geweest. Te ziea eiken Dinsdag eo Vrijdag vóór den afslag, van 2-4 aren. No. 2. Een WOONHUIS en ERF, te Lei en, &n de Oude Vest No. 229, groot 1 are, 6 centiaren, bevattende beneden: Voor huis en Gang, Voorkamer, Binnenkamer, Keuken, waarboven ZoMer, Kelder en Bin- ïenplaats, en boven: gruote Voorkamer, Achterkamer of Werkplaats, Zol Jer en VlLri< g. De meeste Kamers hebben Stookplaatsen en Kasten. Het perceel heeft Duinwater. Verhuurd voor f 5.30 per week. No. 3. Een HUIS en ERF, te Leiden, aan de Kloksteeg No. 7, groo' 1 are, 2 centiaren, bevattende beneden: Voorhuis of Winkel, Voorkamer, Binnenkamer, groote B rgplaats en Plaatsje, en boven: 2 Voorkamers en groote Acht- rkamer. Het perceel heeft vele Bedsteden en Kasten, benevens Duinwater VerhuurJ beneden voor f 2.80, boveD voor f 1.75 en achter voor f 1.20 per week. No. 4. Een HUIS en ERF te Lei jen, aan üe Langelrug, No. 95, groot 56 centiaren, bevattende beneden: Voorbuis en Gang, Voorkamtr, Binnenkamer, Keuken en Binnen plaats, en boven: Voorkamer, Achterkamer, 2 ZolJers en Vliering. De meeste Kamers hebben Stookplaatsen en Bedsteden. Het per ceel beeft Duinwater. VerhuurJ beneden voor f 2.10 en boven voor f 2.— per week. No. 5. Een HUIS en ERF te Leiden, aan de Lange'orug, No. 42, groot 63 centiaren, bevattende Gang, Voorkamer, Achterkamer, kleine üto, Kelder en Plaatsje, en boven: Achterkamer, kleine dito en Zolder. De Kamers he1 ben woest Stookplaatsen, Bedsteden en Kasten. Verhuurd beneden voor f 1.80 en boven voor f 0 80 per week. No. 6. Een HUIS, ERF en TUIN te Leiden aan den Vliet No. 14, groot 1 are, 1 centiare, bevattende beneden: Gaog, Voorkamer en Suite, Keuken, Kelder en Tuin, waarin Berg plaats voor brandstoffcD, eu boven: Voor kamer met Alkoof, Achterkamer, ZolJer met twee afgeschoten Kamertjes, en Vliering De kamers heoben Stookplaatsen en de meeste Kasten, terwfjl hot perceel voorzien is van Gasleiding en Duinwater. In eigen gebruik. No. 7. Een WINKELHUIS en ERF met PAKHUIS te Leiden aan den Vliet aan den hoek van- en met een uitgang in de Kam ptrsteeg, No. 44, groot 68 centiaren, bevat tende Voorhuis of Winkel met Winkelopstand en Toonbank, Binnenkamer, Doorloop, ruim Pakhuis voor brandstoffen met 2 groote Zolders, en boven: Voorkamer en Zolder met afge schoten kamertje. Ia eigen gebruik. Nos. 811. Vier HUIZEN te Leiden in de Bloemendaalscho poort en uitkomende aan de Oostzijde van de Uiterstegracht, Nos. 6, 7, 8 en 9, waarvan de huizen Nos. 6 en 7 on bewoonbaar z|jn verklaard, en Nos. 8 en 9 elk z|jn verhuurd voor f 1.— per week. De perceelen Nos. 2 11 zijn te bezichtigen daags voor en op de dagen van veiling en afslag van 2 4 uren. 1164 101 Alle perceelen *|jn te aanvaarden b|J de betaling der kooppenningen op 1 April 1899 of zooveel vroeger als wordt overeengekomen. Meerdere inlichtingen zijn te verkrijgen ten kantore van genoemden Notaris KAlSBR, Rembrandstraat No. 25 t9 Leiden. B|j onderhandsche acte, den Ssten Febrnari 1899 te Rotterdam geteekend en behoorlijk geregistreerd, ia door den ondergeteekende ROELF REMKO MAATHUIS, Bloemist, wonende te Lisse, ale beboerend en voor het geheel aansprakelijk vennoot, met N. N. als commanditair of geldschietend vennoot, aan gegaan eene Ven ootscbap van Koophandel, ten do;l hebbende het handeldrijven la- en het kweeken van Bloembollen, Knolgewassen en aanverwante artike len, alsmede al hetgeen daarmede in betrek king staat. De Vennootschap is gevestigd te Lisse en aangegaan voor den t|jd van vier jar n en elf maanden, ingegaan den lsten Febraari 1899 en alzoo zuiiende eindigen den 31steo December 1903. Indien een der vennooten deze Vennootschap alsdan mocht willen doen eindigen, zal b|j verplicht zyn den anderen vennoot daarvan ten minste zes maanden to voren schrift luk kennis te geven, b(| gebreke •waarvan de Vennootschap voor den ty<i van één jaar op cenzelfden voet zal worden voort gezet, en zoo vervolgens van jaar tot jaar, totdat er eene kennisgeving als boren van de eene of andere zijde zal hebben plaats gehad. De firma, waaronder de Vennootschap zal worden uitgeoefen zal z|jn: JR. R. MAATHUIS Co. welke alleen door den ondergeteekende zal worden geteekend voor alle zaken de Vennoot schap onmiddellijk betreffende, coch niet zal mogen worden gebezigd voor het doen van Termijnzaken en van Spwculatiën van welken aard ook, bet uitleenen van gelden, het aan gaan en teekenen van borgtochten, belee ningen op effecten of andere roerende zaken, en van particuliere verbintenissen in het alge meen, welk een en ander alzoo voor de Vennootschap niet verbindende zal zijn* R. R. MAATHUIS. Lisse, 10 Februari 1899. 1146 47 De ondergetekende be richt, dat hij de Zaak van den Heer J. H. TREL, Haarlemmerstraat No. 181, hoek Kerksteeg, heeft overgenomen, waarin h|j heeft ge plaatst een nieuw Biljart, geheel naar de eischen des t|jds, waar b|j hoopt, door prompte en nette bediening en goede consumptie, de gunst z|jner Stadgenooten waardig te worden. 1126 10 G. 91. VA9I LEEUWEN. Boekhouden. Iemani, bekend met Bo kbouien (dubbele methode), zag zich gaarne geplaatst als Boek houder, voor eenigo ur-. n daags, of voor geheele dagen al3 9lAgazjjnmeester of iets derglflks en tevens Kantcorw-rkzaamtae- den. Brieven Bureel van citBlad No. 1147. 8 TER OVERNAME GEVRAAGD: dat een flink bestaan oplevert. Tusschen personen komen niet in aanmerking. Adres fr. Brm. voll. opg. en overnemingssom, lett. R. ff. Boekh. H. T. HENDR1KSEN, Hoogstr. 287, Rotterdam. 1137 10 Donkersteeg 14, derde huis van den Ouden Ryn, bl|jft zich bö voortduring beleefd aanbevelen tot het maken, leveren en repareeren van Gouden, Zilveren en Diamanten Werken. Groote sorteering van Horloges, Lepels en Vorken, gemonteerd Kristal en Lederwerk. Concwxterende prijzen. Inkoop tot de hoogste waarde van Goud, Zilver, enz. Reparation Netjes, Spoedig en Goedkoop. Achtend en teleefd aanbevelend, TJEd. dw. Dienaar, KT. J. BLOIVJCiVjCEJVOAAL, 1141 20 Donkersteeg 14, derde huls van den Ouden H|ja. Door bet verbindend worden der eenige uitdeel ingelijst is bet Faillissement van J. J. FE LIK, vroeger Tapper en Sljjt r te Leiden, geëindigd. Da Curator, 1162 6 Mr. J. 0. VA» DER LIP. 1134 Er wordt gevraagd, tegen flink loon: een bekwame voor winter en zomer v*st werk; die eenige kennis hebben van ce Koperslagerij genieteji de voorkeur. Franco brieven, met bewijzen vap bekwaamheid en goed gedrag, onder lett. V. C. aan den Boekbandelaar A. J. DE JONG, te Dordrecht. 1145 10 een R.-K Boerenknecht, boven de 20 jaar, vooral goed kunnende melken en verftr met to ren werk bek nd, bij A. J. ZWETSLOOT, Hazerswoude a/d. R|jn. 1144 6 Mevrouw VAN GRUTING, to Leiderdorp, vraagt tegen 1 Mei: eene als Mcld-AIlccn. 1119 5 Degenen, die let. te Tor. deren hebben van, ver. gehuldigd z(jn aan, 0( borgtochten hebben loopen ten behoeve of ten laste van de oneer het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van den Heer UHBlIiTIAAN DUTILH, leven Koopman, handelende onder de Firma „Weduwe I AM HAAN8BERGEN e» DUTILH", te Leiden, en al iaar overle en den 17den Januari 1899, worden verzocht daarvan vóór den lsten Maart a. a. opgave of betaling te doen ten Kantore van Notarii J. F. MEINERS, Noordeinde 21, te Lolden. 1153 li PRIMA k f 1.35. 1128 KOERTS FEENSTRA. By A. W. 8IJTHOFF, te Leiden, 1, verschenen: LEERBOEK DEB DOOB Prof. Dr. P. VAN GEER, Hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Lelden EERSTE DEEL. Meetkunde in het platte vlak en van de vlakken en rechte lynen in de raimte. Prij»f 2.90. DE UITVERKOOP I- - a-,---' v.-r -a—-v--,";- .y .- 35) „Juffrouw Rotburg zeide my, dat de jonk vrouw nog bleek en zwak van schrik was. Maar ik denk, dat uw aankomst haar meer zal helpen dan de drankjea van vrouw Rot burg," merkte Berk ondeugend op. „Vraag dan of ik de jonkvrouw kan spreken," beval Alban. „Gy, slotvoogd, zorg goed voor graaf Felseck en zfjn lieden. De graaf kwam uitdrukkelijk hierheen om met u ieta gewichtigs te bespreken." Al was Alban in ruwo trekken het voor gevallene reeds medegedeeld, zoo wenschte hi) het toch nog zelf van Irmi te vernemen, maar eerat moest hij zijn verplichtingen ale gastheer nakomen. Nauwelijks kon hij zijn ongeduld verbergen, toen hij met Felseck aan de otenstafel zat, welke vrouw Rotburg schielijk had klaargezet. Zoo spoedig doenlijk stond hy op en vroeg ver8chooniog aan graaf Felseck, daar hu hem voor oen oogenbhk moest verlaten. „Stoffer, de slotvoogd, zat u op iedere vraag, welke gij tot hem richt, antwoorden." „Zyt gij al lang in het boschhuls?" aldus begon de graaf het onderhoud met Stoffer. „Zeker, mijnheer," luidde het antwoord, „ik was reeds hier voordat graaf Alban was geboren." „Dan zult g(j mijn vragen wel kunnen boantwoorden. Weet gij ook iets omtrent den rooversaanval te zeggen, hier in da nabijheid, waarbij mijn broeder en mijn schoonzuster vermoord werden?" „Ik hoorde daarvan sprekeD, maar verder weet ik van nieta. In die jaren gebeurde er zoo dikwijls ietsen de dadors zijn niet ontdekt." „Dat zou mil weinig geholpen hebben. De dood van mjjn bloedverwanten is bewezen. Ik zoek echter hun kind, dat spoorloos ver dwenen le." „Zoekt gij een kind, mijnheer de graaf? Toen verloren duizenden kinderen hun ouders, duizenden ouders hun kinderen, zonder hoop elkander ooit weder te zien. Het waren toen vreeselyke tijden." „Zeker, en enkele familièn werden bijzonder zwaar bezocht. Voor m|jn geslacht was de 20ste Mei 1635 een ware ongeluksdag." „De 20ete Mei 1635?" herhaalde Stoffer haastig. „Ja, op dien dag werd mijn broeder ver moord. Maar waarom verschrikt gy by dien datum Gebeurde er toen voor u ook iets buiten gewoons?" „O, dien dag herinner ik my nog goed. Ik ging op dien dag met Maarten het woud door, om te onderzoeken of hier of daar eenig lichtschuw gespuis zfjn kamp had opgeslagen. Daar hoorden wy by den straatweg eenige schoten vallen. Maarten wilde er heengaan, maar ik niet, omdat het schieten ophield. 1)3 afstand was ook trouwens te groot, om htÉp to kunnen verleenen." „Zeer goed mogelyk, dat dit de aanval was, waarby myn broeder als offer viel. Maar hoe komt het, dat gy u dien dag nog zoo goed herinnert?" „Dat zal ik u verder mededeelen. Een nor later ontdekte Wolf, myn bond, in het kreupel hout een bewustelooze, met bloed bedekte vrouw, die oen slapend kind in baar armen hield. Wy brachten beiden hierheen, maar de moeder stierf zonder tot bewustzyn te zyn gekomen. Zulke dingeD, die niet dagelyke voorkomen, vergeet men niet licht." Opmerkzaam had de graaf toegeluisterd. „En het kind, stierf dat ook?" „O neen, bet leeft nog; met vergunning van myn heer voedde ik bet kind als myn pleegdochter op." „Een meisje dusMaar ik zoek een meisje Vondt gy aan de kleederen van de vrouw of het kind geen teekene, waaruit haar herkomst bleek?" „Niet het geringste, heer graaf." „Dan sta ik wederom voor een ondoor- grondeiyk raadsel, zaoale my dit zoo vaak geschied iel" riep de graaf smartvol uit „Haar kan ik ook nw pleegkind zien?" „Waarom niet, ik zal haar uw wenaoh mededeelen." Daar werd de deur geopend en trad graaf Alban binnen met Irmi aan zjjn zyde. „Veroorloof my, heer graaf...." aldus begon Alban; maar de graaf viel hem in de rede: „Hildegarde, dierbare Hlldogardet Zie Ik weder, zyt gy dan niet gestorven?" „Vergeef my, mynheer, ik heet Irmi en niet Hildegarde," fluisterde het meisje. „Myn pleegdochter, hoer graaf," zeide Stoffer, acbynt door een gelykenie bedrogen." „Uw pleegdochter," mompelde graaf Feleeck, ,zu gelykt op myn schoonzuster als de eene waterdroppel op den anderen. Dezelfde ge stalte, hetzelfde blonde haar, die blauwe oogenEn gy vondt het kiDd op denzelfden dag, dat myn broeder in het woud vermoord werd? Wist ik slechts, of by zyn dochtertje toenmaals by zich hadl Die vraag kan slechts één beantwoorden: Rutger, zyn huismeester." „Wie noemt my met een naam, dien ik Bedert lange jaren niet meer heb gehoord?" vroeg Gregoor Berk, die juist binnentrad. „Ik ben Bntger en was huismeester by den jaren geleden vermoorden graaf Feleeck. Zie mij niet zoo verwonderd san, slotvoogd. Den dag, dat ik voor bet eerst ontmoette, zeide ik u reeds, dat Berk myn ware naam niet was. Ik wilde met het verleden breken en ver anderde myn naam. Wat verlangt gy van Rutger te hooren, heer graaf?" vroeg by, zich tot Felseck wendende. De graal bad Grogoora woorden nauwelyks gehoord, zoozeer werd by door het gezicht van Irmi geboeid. Ais uit een droom ont wakende, vroeg hy: „Zyt gy werkelijk Gregoor Rntger, de vroegere hniemeester van myn broeder?" „Zeker. Ik kan het bewyzen. Ik heb den doode aityd trouw gediend. Nog dnidelyk herinner ik my de reis, dien vreeeeiyken dag. Zoodar gevolg smeekte de gravin, bad ik don graaf eerst op de bedekkiDg te wachten..., hy wilde niet hooren. Op die ongelukkige plaats steeg ik van het paard, om een hindernis uit den weg te ruimen. Weerloos werd Ik neergeschoten. Later heb ik die plok nogmaals betreden, en toen ik ze voor den eersten keor wederzag, gevoelde ik my bang te moedo, eu nog heden denk ik steeds met smart aan dat ongelukkige uur." „Dappere man. Beantwoord my nog één vraag: Had myn broeder zyn dochtertje by zich?" „Ja, myn heer scheidde zich nooit van zyn kind. De bewaarster van de freule zat in deb wagen." Toen Gregoor van de „freule" sprak, kwam plotseling een gedachte by Stoffer op. Had de kleine zichzelve zoo niet genoemd? Reeds wilde hy spreken, toen graaf Felseck weder sprak. „Alles getuigt, dat dit meisje degene li, die ik reeds lang zoek. Maar ik mis een bewUl, een voor anderen overtuigend bewys. Waar dat te vinden?" Daar viel een etraal van de ondergaande zon op het kruie, dat Irmi om den bals droeg. Het schitterde fel. „Wat ia dat?" riep Felseck, op het kleinood wyzende. „Een gonden kruis, dat mfjn pleegkind droeg, toen wy het vonden," berichtte Stoffen „Er staan geen teekene op." „Wilt gy het my een oogenblik laten zien, jonkvrouw F* vroeg Feleeck. (Stol tolgH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 14