N». 11953 "Vrijdag ÏO Februari. A°. 1899 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De bloem vaa het woud. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAJTT; Voor Leiden per 8 cuaandeo. 1.10, Franco per poet t 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.06. PRIJS DER AHV KK'I'KN'I'I l-lra t Van 1-8 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. - Grooter# letters naar plaatsruimte - Voor het tncaseeeroo balten de stad wordt 0.05 berekend Tweede Blad. KOLONIËN. BATAVIA, van 4-10 Januari. Aangaande den moord op den heer Kremer, iu'og' ömployetrde van de onderneming Besowo -waarvan in ertfid een telegraphisch bericht mekiing maakte, deelt de „Loc." nog mede, dat hy, zooils by gewoonlijk deed, naar zijn administrateur was gereoen, ten einde geld te halen, om zijn werkvolk uit te betalen, en ongeveer f 250 bij zich had. Toen men het ïyk in de nabijheid van Paree vond, met afgesneden hals en een wond over het hoofd, was het geld verdwenenden ver- slagtne was als het ware de nek doorgehakt. Dr. C. Snouck Hurgronje Is, naar de „J. B." meldt, van Atjeh te Batavia terug gekeerd. Volgens de „Java-Bode" hebben tal van vriendtn en vereerders van wijlen den heer 'D. Groen-veld besloten, een eenvoudig monu ment op te richten op zijn laatste rustplaats. De „J.-B." van 10 Januari schrijft het volgende: In ertyd plaatsten wij in ons blad een be richt uit Atjeh, betreffende een nachtelijke excursi-, waarbij de marechaussees in het duist r by ongeluk een vrouw hadden neer geschoten, die een kind op den rug droeg. Dit l.iatste werd door onze soldaten mede genomen naar Segli, Marechaussina gedoopt en verder goed verzorgd. Dit voorval heeft eenige philanthropische Kamerleden verleid tot een onbillyken uitval tegen het leger; by monde van het lil Van Kol werd de minister van koloniën daarover geïnterpelleerd. „O, die eervolle oorlogsfeiten, waar men oorlog voert tegen vrouwen I Zyn die eener bo- 8chaafde natie waardig?" vroeg do hoer Van Kol. Die uitval heeft terecht ergernis gewekt by de officieren van het Indische leger. Hoe, vroegen dezen, zouden onze marechaussees dan wel hebben moeten handelen? Hadden zy de Atjth-rs alvorens te schieten in het pikdonker EOms één voor één mot-ten betasten, om uit ta maken wie man en wie vrouw was? Men ver- gete niet, dat in Atjeh ook de dames gebroekt gaan, zoodat zy zelfs over dak op eenigen af- ■tan j niet van de mannen zyn te onderscheiden. „En zijn er byv. by het z. g. palingoproer te Amsterdam op klaarlichten dag niet nog meer onschul ;igen dan schuldigen neergeschoten? Wanneer ooit te voren geruchten van noode- looze wreedheid ter ooren van het menachlio- vende Kamerlid waren gekomen, zou zyn rede meer zin hebben geba^, schryft men ons, doch nu mist zy iedere aanleiding. Het kan den heer Van Kol bovendien bekend zyn, hoe meermalen verlaten Atjehsche kinderen en hulpelooze vrouwen door onze soldaten onder dak werden gebracht, en hoe menigen keer by vergissing gewonde Atjehers een schade loosstolling in klinkende munt ontvingen." Mogen onze officieren steeds het recht heb ben en houden om zoo te spreken. Volgens de „J.-B." zal ook een gerech- teiyk onderzoek, behalve het administratieve, worden ingesteld naar de onregelmatigheden, waaraan ambtenaren verdacht worden zich te hebben schuldig gemaakt iu het Blitarsche, en die onlangs door de „Soerab. Crt." aan het licht werden gebracht. Tot het houden van dat onderzoek zal een der advocaten generaal by het hooggerechtshof zich naar de residen tie Kedirie begeven. JLTJE1I. Men seint aan de „Java-Bode" uit Oleh-leh» dd. 5 Januari: De moslemin zyn door het 14de bataljon uit de kampongs Tiro in bet achterliggend gebergte teruggedreven; een Atjeher, ge wapend met beaumontgeweer, werd daarby afgemaakt. De commandant van dat bataljon (majoor Van der Wedden) is met het peleton cavalerie te Segli terug. Een transport van den Gle Siblah werd op weg naar S9gli naby Ben Tjoeë beschoten door vier Atjehers; een 'hunner, gewapend met een beaumontgeweer, werd neergeschoten. De Gle Siblah zal bezet blyven door een compagnie van het 14de bataljon. Den 6den Januari debarkeerden teTand- jong-Priok van het stoomschip „Both" onge veer 500 man troepen van Atjeh, waaronder de laatste te Atjeh overgebleven compagnie van het 9de bataljon. {J.-B.) De regeering heeft machtiging verleend, om, in afwachting van een ter zake nader te treffen regeling, de functiën van comman dant van het corps marechaussee in Groot- Atjeh op te dragen aan den plaatselyken commandant van Kotta Radja. {J.-B.) Door den gouvomeur-generaal van Nederlandsch- Indië zijn de volgende beschikkingen geDomen. CIVIEL DEPARTEMENT. On t sla gen: Met ingang van 2 Maart 1899, op verzoek, eervol uit 'alinnda dienst, d.e president van de Yfeea- on Boedelkamer te Makasser W. H. Simon Op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol uit 's lande dienst, de klerk op het assistent- residentie-kantoor te Soemedang (Proanger-Règent- schappen) C. P. Watson. Wegens ziekte, eervol uit zijn betrekking, de contrpleur der 2de klasse bij het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoeraalasuite K. Wijbrands. Tijdelijk gesteld: Tor beschikking van den directeur der Burgerlijke Openbare Werken, ten einde dienst te doen éls adspirant-ingeniear bij den Waterstaat en 's lands Burgerlijke Open bare Werken, G. Van Beinmcl, ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal, om te worden benoemd tot adspirant-ingenieur bij den Water staat en *8 lands Burgerlijke Openbare Werken. Bij den burgerlijken geneeskundigen dienst. Ter beschikking gesteld: Tijdelijk, van den resident van Probolinggo, ter bestrijding van de pokziekte aldaar, de dokter-dwaja bij het stads verband te Soerabaia, Mas Koearnan. Bij den waterstaat en 's lands B. O- W. Benoemd: Tot opzichter 2de kl. en geplaatst in de residentie Timor, de ambtenaar op non activiteit V. E. Roemeis. Overgeplaatst Van do res. Soerabaia Daar de res. Sumatra's Oostkust de opzichter 2de kl. W. A. B. David; van do res. Semarang naar de ros. Soerabaia, de arch. 2de kl. J. P. T. lihemrov; By de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Geplaatst: Bij de Westerlijnen de opzichter- machinist 2de kl. J. L. G. Brunet de Rocnebrune. Gedetacheerd: Bij den aanleg der lijn BataviaBantam, de macninist late kl. C. Duys- hart Benoemd: Tot onderwijzer 3de klasse J. Van Loo, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Ontslagen: Eervol uit 'alands dienst, de gewezen klerk bij den controleur der afdeeling Aroe-Kei-Tinember- en Zuidwester-eilanden (Am- boina) J. A. Pelnpessy; op verzoek, eervol nit 's lands dienst, met ingang van 15 Januari 1899, de kantoorchef der 2de klasse bij den post- en telegraafdienst E. Spier; op verzoek eervol nit 's lands dienst, de klerk bij h et postkantoor te Batavia P. V. E. Warn ars, met bepaling, dat dit ontalag wordt geacht te zijn ingegaan op 28 December 1898. Bij het binn. bestuur op Java en Madoera. Verplaatst: Van de res. Semarang naar de res. Preanger Regentschappen de adspirant-contro- leur P. G. Young; van de res. Preanger Regentschappen naar de res. Semarang de adspirant-controleur E. A.G. J. Van Delden. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge plaatst bij bet garnizoen-bataljon van Sumatra's Westkust, de lste luitenants der inf. bij het 3de bat., geëvueueérd van Atjeh naar Batavia, P. G. Ramaer en A. J. Enzink. Verlengd: Met een maand het hem verleend verlof wegens ziekte naar Soekaboemi, aan den lsten luit. der genie te Batavia A. S. Ruzette. Ontslagen: Met ingang respectievelijk van 2 en 3 Februari 1Ö99, op verzoek, wegens vol brachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen uit IIr. Ma. militairen dienst, de kapitein der infanterie H. A. Stein en de kapitein der genie W. A. J. T. Zelle. Verleend: Een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte aan den majoor der artillerie J. A. Van Capelle; een jaar verlof naar Europa, wegens langdurigen dienst aan den lsten luit. der inf. O. L. Kalfsterman. Ontslagen: Op verzoek, wegens ongeschikt heid voor alle militaire diensten, eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms. mili tairen dienst, de lste luitenant der infanterie H. C. D. F. A. Brouwers. Verleend: Een maand verlof wegens ziekte naar Lawang, aan den lsten luit. der inf. bij het lste reserve-bataljon H. C. Stoelman. Overgepla atst: Bij de garnizoens-compagnie van Banka, de. lste luit. bij het subsi9tentenkader te Seruarang, gedetacheerd bij de opleidingsbrigade van den topographischen dienst te Banjoemas W. A. J. Nieuwenhuizen. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge plaatst: Van de _*Bromo" op de .Atieh" op folio van luitenant t^r zeo der 2de kl., de adel borst der lste kl. W. "Bosch; van de „Lombok" op de „Atjeh", de luitenant ter zee der 2de kl. J. Arendsen de Wolff; van de „Prins Hendrik" op de „Atjeh", de luitenant ter z6e der 2de kl. J. J. M. Boort; van de „Bromo" op de „Atjeh", de luitenant tor zee der lste kl. W. J. G. Umbgrove; van de „Atjeh" op de „Bromo", de luitenant ter zee der lste kl. P. G. J. Graaf Van Hogendorp; van de „Mataram" op de „Prins Hendrik", ae luitenant ter zee der 2de kl. R. L. Dijkhuis; van de „Nias" op de „De Ruyter", de luitenant ter zee der 2de kl. G. L. Heeris; van de „Do Ruyter" op de „Bali" op folio van luitenant ter zee der 2ae klde adelborst der lste kl. C. R. F. Tollenaar; van da „Soembawa" op de „Lombok", de luite nant te> zee der lste kl. E. M. J. Chevalier; vad d«. „Bali" op de „De Ruyter", de luitenant ter zee der 2de kl. A. W. Boeke; van de „Godeh" op de „Banda" met intrekking zijner overplaatsing op de „Sumatra", de officier van administratie der 2de kl. J. M. Grullemana; van de „Bromo" op de „Gedeh" de adjunct administrateur E. Verliaaf. Ingetrokken: De overplaatsing van den officier van administratie 2de kl. G. P. Santendam van de „Sumatra" op do „Bromo". By de Gouvernemontemaripe. Benoemd: Tot 3den stuurman W. M. Van Pommoren, daartoe door het opperbestuur ter beschikking gesteld van de Indische Regeering en geplaatst aan boord van het stoomschip „Pelikaan." Overgeplaatst: Van het stoomschip „Zeeduif" op de „Glatik" de 3do stuurman J. W. Tissot van Patot. Gemengd Nieuws. De heer A. J. S.t hoofd der school te Noordbroek, is wegens misbruik maken van sterken drank door den gemeenteraad ontslageD. {U. D.) Een heer te Ginneken schoot, terwyi hy aan het eten was, een stuk vleesch ia de keel. Ofschoon spoedig geneeskundige hulp werd ingeroepen en verleend, gelukte het niet het vleeseh te verwyderen. Binnen weinige oogenblikken was de man een ïyk. Het bestuur van den Alg. Binnen- schippersbond heeft van H. M. de Koningin f 25 ontvangen voor schipper G. Van Hon- stede, die in moeiiyke omstandigheden ver keert wegens het verlies van zyn vaartuig. Jacobus Ursem, bewoner van bet perceel aan de Wildemanstraat te Alkmaar, waarin op 29 Januari brand is ontstaan, heeft aan den commissaris van politie bekend, dat hy dien brand moedwillig heeft aangestoken door een brandenden lucifer in het op den zolder zich bevindende stroo te werpen. Hy deed dat uit armoede en om daardoor geld uit de brandverzekeringmaatschappy te ver krijgen. In de There8i a-schacht van een in Pootech Ostrau gelegen myn bad gister morgen een hevige ontploffing plaats, waar door twee arbeiders gedood en vyf zwaar gekwetst werden. De oorzaak der ontploffing is nog onbekend. Te Marseille heeft Maandag- miidag een duel op pistolen plaats gehad tusschen de heeren Quillici, lid van den gemeenteraad, en Girard, redacteur van „l'Antyuif de Paris." Vier kogels zyn gewisseld zonder te hebben getroffen. Storm op den Oceaan. Men meldt uit Ni uw York, dd. 6 Febr.De Cunard- liner „Lucanla" arriveerde hedenmorgen met nagenoeg negen dagen reis van Liverpool, dus 23 uren langer dan de langde reis, die 7 dagen 19 uren was. Zelden, zoo ooit, was het weer op den Atl.intischen Oceaan zoo slecht. Dag aan dag stormen, met vliegende buien, vergezeld van sneeuw, donder en bliksem, hagel, mist en schrikbarende golven. Donderdag had men een orkaan, die 17 uren aanhield, met een wind-snelheid van 100 mijlen per uur. Het schip hield zich daarin uitstekend en bleef ongedeerd. Gedurende vier uren werd ruim olie gestort om de golven te kalmeeren, doch bet effect was slechts gering. Het schip maakte slechts 121 myien in het etmaal, of 54 mylen minder dan ooit te voren. Gedurendo vier dagen had men geen waarnemingen kunnen doen en moest op het gegist bestek worJen gevaren, met gebruikmaking van het lood, tot Zondag-avond, toen het Nautucket-vuurschip werd gepasseerd. De Oostenryksche politie heeft de hand gelegd op een diof, die een interna tionale reputatie had door de handigheid, waar mede hy zyn stukjes volvoerde. Zyn naam is Matbias Engel, vroeger van beroep koop man te Weenen, later, toen zyn zaken ver- liepün, zeer toegejuicht als goochelaar, en nog weer later portefeuille-dief. Want dit was een eigenaardigheid van den heer Engel, dat by alleen werk maakt9 van moeiiyk t ontfut selen portefeuilles; dat was een caprice, die hem uit zyn vroeger goochelaarsberoep waa bygebleven, dat hy alleen moeiiyke toeren uit voerde. Maar by een laatste „experiment" liep hy er in. Terwyi hy in een trein in Gruk politiek gesprek met een medereiziger verdiept zat, lichtte by dezen diens Lrieventasch uit den binnenzak, doch liet haar by ongeluk vallen. Met een beleefd lachje raapte by de porte feuille op met een„U heeft uw portefeuille laten vallen." De reisgenoot begreep echter in welk gezelschap by zich bevond en aan het eerstvolgend station verzocht hy de politie den ex-goochelaar, wiens toer mislukt was, in verzekerde bewaring te willen nemen. Een ernstig spoorwegongeluk had eergi8ternacht by den spoorwegovergang Steinstücken, niet ver van het station Drewitz, plaats. Daar werd een boerenwagen, waarop zich drie personen bevonden, door een uit Berlijn komenden trein gegrepen en geheel vernield. Twee personen werden onmiddellijk gedood, de derde zwaar verwond. Het ongeluk is toe te schryven aan het schuw worden der paarden, die de barrière hadden doorgebroken. Vyf werkliedon zyn zeer ernstig gewond door bet instorten van een stelliDg te Mechelen. In 192 0. Reiziger, die het Duivelseiland voorbyvaart: „Wie is de jonge man daar op het strand?" Scheepskapitein: „Dat is de jonge Dreyfusl Toen zyn vader een paar jaar geleden ge storven was, heeft men hem naar het eiland gezonden, om de uitspraak af te wachten, die nu in laatste instantie wordt voorbereiJ."(tT. D.) UITLOTINGEN. 3-pOts. Turkeohe Loten van 1670 a fr. 400. Trekkiug van 1 Februari 1890. Premiën; 1204684 fr. 300,000; 55605 fr. 25'üOO; 220341 en 841450 olk fr. 10.000; 55604 85636 197636 731496 1819363 en 1964985 c-'.i. fr. 2000; 85639 346161 553128 776676 776677 954504 1378332 1380651 1568268 1568939 18326C9 en 18S6600 elk fr. 1250; 159661 220342 233950 291127 302667 390753 403032 531284 684785 658607 658509 830563 9545^3 963171 1049171 1100871 118G677 1364370 1370128 1380055 1383954 1436015 1693106 1739005 1770982 1889307 1869309 »n 1870728 elk fr. 1000 LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. WEEK van 26 Jan. tot en met 1 Febr. Datum. Har. Aantal. Gem. Eng. Standk. 26 Jan. 5.15 7.— 7 16.2 27 6.15 7.15 8 16 v») 28 6.15 7.15 7 16 29 6.15 7.- 8 15.8 30 5.15 7.15 7 16.8 31 6.15 7.15 8 16 1 Fobr. 5.15 7.16 8 16.2 Dit bateekontWanneer men 6 cubio fcet =141.% liters per nar ran zulk gas verbrandt in een Sogg's London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjos, verkrijgt men een liolit, dat in etorkte gelijk staat met 16.2, 16 enz. Btaodaard aarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per aar verbrandt. SO) Hoe gaarne ook had het jonge meisje Alban gedankt voor haar redding, ruaar ook hiervoor had zy tyd noch gelegenheid ge vonden. Zou hy haar niet voor verbazend ondankbaar houden? Wanneer zou zy terug- keeren? Daarvan had men haar niets gezegd. „Zend my niet van u weg, mevrouw," bad zy ouder tranen; „wat beb ik dien menschen toch gedaan, dat zy mg zoo haten Straf my, waDnoor ik het verdieD, maar verstoot ray niet." De oogen van de dame werden vochtig by het hooren van die smeokende woorden. Lief- koozend streek zy met de band over het blondgelokte hoofd van het meisje. „&rm kind," zeiae zy medelydond, „wy zenden u van ons weg, omdat wy van u houden; het geschiedt om uwentwil. Zoodra het weer met zekerheid kan geschieden, zien wy u weder, en mgn liefde jegens u zal en veranderd blyven. Laat ons het afscheid- nemen niet zwaarder maken; vaarwel!" Het was een groots troost voor de arme Irmi, dat Berk haar weg zou brengen. Deze was door graaf Alban van het geheele gevaar, dat de reis kon opleveren, in kennis gesteld. Gedurende de reis was Irmi zeer terneer geslagen; zy meende, dat de gravin haar wilde •utslaan. Om haar van dien waan te genezen, deelde Berk haar voorzichtig mede, welk gruweiyk lot haar had kunnen treffen, en waarom zy uit München verwydord word. Nu weende Irmi bitter. „Wat heb ik toch gedaan, dat ik den haat heb verdiend van menschen, die ik geheel niet ken?" „Gy hebt niets gedaan, maar door den baat van den boef, dien gg in het boschhuis eon kogel hebt bezorgd, loopt go gevaar maanden, misschien jaren in den kerkor te zuchten, totdat uw onschuld blykt. Ziedaar waarom wy zoo spoedig in het geheim vertrokken. Gy hebt een zeer verbitterden vyand." „Heb ik een vyand? En wie is dat?" „De secretaris Erbe. Ja, zie my maar niet zoo verwonderd aan; in de stad hebben de muren oogen en ooren, en ik weet wellicht meer daarvan dan gy. Toen Brigitta die jongelieden tegen hem te hulp riep, hebben zy hem een weinig to hard aangepakt. H(j meent, dat dit op uw bevel is geschied, en hy haat u nu vreeselyk." „Ontzettend! Maar toch zou ik den vuurdood verkiezen boven de marteling, om steeds aan Erbe8 zyde te leven." „Gy zyt moedig, kleintje, maar ik houd van zulk vuur niet; ik kan den rook ook niet verdragen. Het beste ie, dat wy den heeren geen gelegenheid geven u gevat te krygen. Jonker Alban wilde eerst met ons ryden, maar de graaf vond dit te opvallend. Ik heb den jonkheer echter moeten bezweren, goed voor uw veiligheid te waken alsof ik buiten- dien dat Diet voor Stoffers pleegkind gedaan badl Het zal my echter zeer verwonderen, waDneer de jonker niet spoedig gewichtige zakon met Schurzer te bespreken heeft." Hy lachte zachtjes. Irmi had veel tyd om na te denken. Het was dus voor haar eigen veiligheid, dat men haar uit Müuchen verwydord had! Hoe kon zy het grafelyke paar genoeg voor zyn goed heid en zorgen danken 1 Eo Albantorwyi ze geloofde door hem vergeten te zyn, had hy haar zelf willen vergezellen en was ernstig over haar bezorgd. Als zy daaraan dacht, vergat zy den schrik van den laatsten dag, zelfs het verschrik- keiyke lot, dat haar door den haat van Erbe bedreigd bad. Zonder ongeval werd Würzburg bereikt. Uit voorzorg had Berk het zóó iogericht, dat het reeds avond was, eer zy de poorten binnen kwameD, en door niemand opgemerkt, be reikten zy het huis. Aan den huismeester en zyn vrouw word de grootste voorzichtig heid op bevel des graven opgedragen. Irmi zou in geen geval hot huis mogen verlatOD, terwyi de beide mannen in de herbergen zouden vertoeron, om al het nieuws, dat in omloop was, zoo sposdig mogelgk te vernemen. Dagen verliepen. Op zekeren avond liep Gregoor langzaam door de straten; daar doemde een bekende gestalte op, welke voorzichtig zich langs de huizen bewoog. In woinige stappen had Gregoor hem ingehaaldHet was Erbe. „Gegroet, heer secretarie 1" riep Gregoor. „Gy bier in Würzburg? Dat is een ver- raesingl" „Die is wederkeerig; sedert wanneer zyt gy hier?" antwoordde de verraste secretaris. „Ik ben hier op bovel van myn moester. De gravin wenacht, dat de herstellingen in het huis bier spoedig ten einde loopen, opdat zy naar Würzburg komen kan." „Zoo, de gravin wil hiorheen komen? Dan zal zy ook wel haar vrouwen medebrengen?" „Natuuriyk, maar wat dreef u op reis, mynheer? Gy zeidet my voor korten tyd, dat gy slechts ongaarne to paard stijgtt" „Gy kunt goed onthouden, maar men moet zich naar omstandigheden schikkeD. De Münchensche lucht is niet goed voor myn gezondheid. Denkoiyk zal ik hier een aan stelling krijgen; men heeft my reeds aanbieding gedaan. Vraag eens aan Schurzer, of ik hem eens op mag komen zoeken; dan vind ik u ook." „Denk dat niet, mynheer, want myn zaken zyn hier goëindigd, en heden reeds of morgen keer ik terug. Hebt gy iets iu München te bestellen „Dank u; de groeten aan de gravin." Gaarne had Gregoor don secretaris met het leukste gezicht het een en ander voor gelogen, maar dit had hem niets verder geholpen, want Erbe betaalde hem met gelyke munt. Berk wist wel waarom Erbe München den rug keerde en wat hem naar Würzburg had gevoerd. Zyn onvrijwillig bad was alom bekend geworden en onzen beid vlei overal hoon en spot ten deel. Zyn aanklacht tegen Irmi was zonder gevolg gebleven, on nu bleef hy zyu woord getrouw, en wilde hy haar hier aanklagen. Bracht de gravin Irmi mede naar Würzburg, dan viel zy hier In handen van Erbe. Nadenkend kwam Gregoor thuis. Wat hom te doen etoDd, wist hy nog niet. Wanueer Erbe wiet, dat Irmi in Würzburg was, dan was de gevangenis en een eindeloos proces haar lot. Het eenigste, wat hen reddon kon, was onmiddeliyk af te reizen naar het boscbhuis. Daar werd zacht aan de deur geklopt. Wie kon daar zoo laat zyn Berk verbleekte. „Wie klopt daar nog zoo laat?" vroeg Schurzer met bevende stem. „Goed volk, Schurzer," luidde het antwoord. „Alban Rottnach, open, spoedig." „Zyt gy het, jonkheer I De Hemelen zenden ui" riep Berk. „Wat ie er dan voorgevallen? SpoedigI" „Nog niets, maar ik wilde morgen een dor knechten naar u met een boodschap zenden. Erbe is in Würzburg!" „Zoo, dan heeft mgn vader toch geiyk gehad. Dan zal hy bier trachten te volvoeren, wat hem in München is mislukt. Het arme kind moet onmiddeliyk de stad verlaten. Binnen het uur ryden wg af." „Onmogelyk, jonker; de paarden hebben rust Doodig. Wacht tot morgen, dan hebben wy nog tyd om het een en ander te bespreken.'^ {Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5