fjo. TT939
Woensdag Januari.
A°. 1899
Qeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gonen feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 24 Januari.
Feuilleton.
De bloem van bet woud.
IEIDSCH
DA&BLAD.
Voor Leiden per 8
Franco per post
Afzonderlijke Nommere
PRIJS DEZKB COURAJSTI
maandea
1.10.
1.40.
0.05.
Paus DER ADVERTENTEÊHj
Vad 1-6 regels 1.06. ledore regoJ meer f 0J7J. - Groctera
letters naar plaatsruimte - Voor het Incasseereo botten de stad
wordt f 0.05 berekend
cmiclëele Konulsffevinereix.
Plaatselijke Direct© Belasting.
Burgemeester on Wethondera y.n Lolden brengén
ter algemeene keunia, dat het 2de ®upp®flq8 af.
dor iWolöko Directe Belaeting V°or 1898
echrift gedurende v ij f maand ent
dtr gemeento voor een ieder tor lezing is ne e g
dat bezwaren tegen den aanslag ^1D. w,] t OD
maanden na de nitrnikingran bet aanelfcgbüjet op
6 n g o g o 1 d papier bij den Gemeenteraad kannen
besliseiDg, bUnon dertig
d.g.o D. do mcdedceliDg d.arran. bj Q'dopu-
teerdo Staten der provincie Znid-Holland, iubero p
kxu «orden gokomeo, ersnoeno bi) ongeregeld adres.
Zh h.rian.ron Toorts do bel.nSbsbbendon o.t-
drokkslijk, dat door hst indienoo ven bsz.aron sn
hst tnslollen van berosp do Torpliohting tot botaliDg
Tan den aanslag niet wordt opgeschort.
Burgemeester en W.thondera Yoornosmd,
Leiden F. WA8' Burgemeester.
SI Jan. 1899. TAN HEÏ3T, aecrotaria.
In den namiddag van gisteren ontsliep
alhier in vrede, zacht en kalm, oen onzer
geachte stadgenooten, de heer J. P. Visser,
gedurende veel jaren lid des bestuurs van de
beide Christelijke scholen aan de Middelste- en
de Pieterskerkgracht alhier, van welk bestuur
hu de laatste jaren de ijverige secretaris was,
voor welke scholen hy veel, zeer veel ge
werkt en gebeden heeft.
Eea stille in den lande, eenvoudig in zfjn
doen en laten, maar toch een man, een
Christen in den volsten zin des woords, is
onze Jgomeente ontvallen en veel verliezen in
hem zijn betrekkingen, zfin vrienden en niet
bet minst de 6cholen, die geheel de liefj©
van zijn hart bezaten, alsook de vereeniging
„Broederliefde", die hy als bibliothecaris diendo.
Een man met bijzondere gaven, met een
rijkdom en diepte van gedachten, waar.oor
hy wel belangstelling wekken moest; een
man vol geloof en ijver, waardoor hy steunde
en sterkte, vaak dan, wanneer hu door pyn als
- verteurd werdeen man des gebeds, een
geduldig ïyder; een man met een warm hart
voor de armen en hun nooden is heengegaan,
maar zyn gedachtenis zal zeer zeker nog lang,
en by velen, in zegenend aandenken biyven.
- "Wegens het aanstaand huweiyk van
mej. Van der Wijk zal baar plaats als leerares
in solo- en koorzang aan bet muziek-instituut
in de Loge albier, met Februari vervuld worden
door mej. C. Van der Linden.
De vereeniging van gepensionneerde
onderofficieren en minderen van het Neder-
landsche leger (onderstand aan militairen,
gepen6ionneord vóór de wet van 1S77) ont
ving dezer dagen van wylen iemand te
iAmsterdam, die onbekend wenscht te blyveD,
«en schenking van 1000.
Gisteren was er diner ton Hove, waarop
waren genoorigd: de voorzitters van de beide
J Kamers der Staten Generaal, de ministers,
tlce-president van den Raad van State, pre
sident en procureur-generaal van den Hoogen
Raad, president der Rekenkamer, Commissaris
dÊ9r Koningin in Zuid-Holland, burgemeester
•der residentie en de secretaris van het Kabinet
der Koningin.
In de eerste week der volgende maand zal
ten Hovo een „thé dansant" gegeven worden.
Volgens het „Haagsche Dagblad" heeft
een man van gezag op koloniaal gebied Tan
zyn warme belangstelling een nieuw biyk ge
geven door een som van 25,000 toe te zeggen
voor de verfraaiing van onze koloniale af-
deeling op de a.s. Wereldtentoonstelling te
Parys. Van een onbekende werd door de Re
geering ƒ10,000 ontvangen voor deHollandsche
afdeeling.
De algemeene vergadering van de Vereeni
ging van Christelyke Onderwyzers en Onder-
wyzeressen in Nederland en de Overzoesche
Bezittingen zal dit jaar op 23 en 24 Mei a. 8.
te Amsterdam wordon gehouden.
De inzending van vraagpunten en voorstellen
moeten vóór of op 25 Maart a. s. aan den
lsten secretaris van het hoofdbestuur worden
ingezonden.
Aan de beurt van aftreding als lid van
het hoofdbestuur la de hoer R. Husen, hoofd
der Geref. school te Amsterdam, die niet
herkiesbaar is. De stemming heeft plaats vóór
1 Februari, terwyl do uitslag vóór of op 10
Febr. aan den secretaris van het hoofdbestuur
bekend moet zyn. De tweede stemming heeft,
zoo noodig, plaats vóór 15 Maart. De inge
komen biljetten moeten vóór 16 Maart opge
zonden zyn aan den secretaris. Deze tweede
stemming zal worden bekend gemaakt op de
algemeene vergadering.
Op een der dagen van deze vergadering
zullen de onderafdeelingen, de vereeniging
„Barnabas" en de vereeniging „Johannes",
hun jaarvergadering houden.
Een breede schare van hoofd- en verdere
ambtenaren van het departement van finan
ciën, met den minister PR-rson en den secre
taris-generaal van het departement, mr. graaf
Van Ranawyck, aan het hoofd, bracht gisteren
op de begraafplaats Nieuw-Eik-en-Dulnen hot
stoffeiyk hulsel van mr. Ph. A. Hols toer, in
leven administrateur der afdeeling domeinen
by het departemeQt van flnanciöD, naar de
laatste rustplaats.
Toen het stoffeiyk overschot ten grave was
gedaald, tracht uo heer Pierson in zeer tref
fende bewoordingen hulde aan den ontslapene.
In Holsboer is verloren een der steunpilaren
der administratie, wiens nagedachtenis by den
Minister persoonlijk en by het gansche depar
tement nog lang in eerbiedige herinnering
zal blyven.
Ten einde den goeden gang van zaken
by het Departement van Binnenlandsche Zaken
verzekerd te houdeD, ook ten aanzien van de
afdoening der over 1898 eventueel nog te ver
wachten declaratiën van gemeenten ter zake
van de onteigening, enz. by het voorkomen
van be8metteiyke ziekten zoowel by menschen
als by vee, heeft de minister door tusschen-
komst der Commissarissen der Koningin aan
de burgemeesters verzocht, bedoelde vorderingen
spoedig in te zenden.
Ia de residentie is aangekomen jbr. mr.
Van Citters, secretaris by het Ned. gezant
schap te Weenen.
De heer J. C. Den Hamer, te Ridderkerk,
is benoemd tot onderwyzer aan de school
met den By bel te Alfen aan don Ryn.
Den 2den Februari a. s. zal de minister
van buitenlandsche zaken een diner geven
voor leden van de Staten Generaal, den secre
taris-generaal en eenige hoofd-ambtenaren,
benevens leden van Hr. Ms. legatiën, met
verlof hier te lande.
De minister van kolonión verleent deze
week geen audiëntie.
Dr. A. Kuyper heeft het voorzitterschap
van den Ned. Journalistenkring aangenomen.
Het hoofdbestuur van de Vereeniging
voor Vrouwen-kiesrecht zal zich tot den
minister van justitie wenden, met het ver
zoek, dat ook vrouwen zitting krygen in het
bestuur van de opvoedingsgestichten.
De Vereeniging tot bestryding van
knoeieryen in den Boterhandel hield gisteren
onder presidium van den heer C. Veth te
Utrecht een algemeene vergadering.
Uit het verslag van den secretaris den
heer J. A. Bos bleek, dat bet ledental ver
meerderd was. Op 1 Jan. 1899 waren er
447 leden en 125 donateurs. Het kassaldo
bedroeg 703.
De aftredende bestuurders J. A. Bos, D.
Buisman en C. H. Hummelinck werden her
kozen.
De openbare middagvergadering met intro
ductie werd geleid door den beer H. F.
Bultman, 2den voorzitter der Vereeniging, die
na een inleidend woord aan den heer J.
Rinkes Borger het woord gaf, ter inleiding
van het nieuwe „Ontwerp-Boturwet".
Met genoegen had deze de indiening daar
van gezien, en wensebte, dat van de Vereeni
ging uitga een algemeen verzoek tot aan
neming, met wyziging van eenige punten,
waarvan by enkele noemde, na een uiteen
zetting van wat reeds t?gen de knoeieryen
was gedaan.
Een wet achtte spreker onvoorwaardelyk
noodig om den goeden naam der Hollandsche
boter in het buitenland te herwinnen; bezwaren
zQn, dat de Reg ering zal moeten bepalen wat
openbare vervoermiddelen zijn, die boter en mar
garine gecombineerd mogen vervoeren, en dat
zy zal moeten verbieden in annonces en circu
laires margarine als boter aan te bieden.
Voorts wensebte spr. ook wyziging in de
strafbepaling, nameiyk gevangenisstraf by reci
dive: de eerste maal Loete of gevangenisstraf,
de tweede maal onvoorwaardelyk gevange
nisstraf.
Spr. deelde mede, dat in den geest van het
gesprokene een adres aan Regeering en Kamer
zal worden gezonden, indien de vergadering
zich daarmeie kan vereenigen.
In hot debat werd door den heer Hartog
gewezen op de wenscheiykhcid, om over
tredingen alleen met vryheidsberooving te
straffen, waarmede de heer Rinkes Borger
zich niet vereenigde, terwyl de heer Van
Zwot, uit Rotterdam, bezwaren opperde tegen
de beperkende bepaling, vooral lastig voor den
reë&len kleinhandel, dat boter en margarine
niet te gelyk mogen worden vervoerd.
De inleider achtte dit bezwaar niet zoo
groot en was van meeniog, dat juist daar
door aan de ergeriyke knoeieryen der potjes-
boeren een einde kon komen, waarby de
voorzitter nog opmerkte, dat een w<.t, welke
ook, voor sommige personen altyd bezwaren
medebrengt, doch die niet te voorkomen zyn
waar men kwade praktijken wil tegengaan.
By acclamatie werd daarop besloten aan
Regeeriog en Kamer een adres te zenden in
den geest als bedoeld door den hetr Rinkes
Borger, met wien het bestuur zich voor de
rodactie daarvan zal verstaan.
Spr. wees er tevens nog op, dat de Ver
eeniging geen stryd voert tegen de margarine,
die zy beschouwt als een goed en nuttig
volk3voed8el, maar alleen tegen hen, die door
bedrieglyke praktyken aanranden de rechten
van hen, die het natuurproduct boter aan
de markt willen brengen.
Onier dankzegging aan den inleider werd
de vergadering daarop gesloten.
Het stoomschip „Etna" vertrok 21 Jan.
van Neufahrwas8er Daar Amsterdam; de
„Prins Alexander", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 22 Jan. te Southampton;
de „Prins Maurlts" arriveerde 21 Jan. van
Amsterdam te Paramaribo; de „Prins "Wil
lem II" arriveerde 23 Jan. van West Indië
te Amsterdam; de „Prins Willom IV" vertrok
21 Jan. van Paramaribo naar Amsterdam; de
„Titan", van Batavia naar Amsterdam, arri
veerde 23 Jan. te Suez; de „Werkendam" arri
veerde 22 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York;
de „Burgemeester Den Tex", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 21 Jan. te Genua
en zette den volgenden dag de reis voort;
de „Edam", van Amsterdam naar Nieuw-York,
passeerde 22 Jan. Scilly; „de „Prins Alexan
der", van Amsterdam naar Batavia, passeerde
22 Jan. Dover.
Zoeterwoude. Door HH. Ged. Staten dezer
provincie is J. Selic-r, geboren te Leiderdorp,
den 20sten Oct. 1879, wiens aangifte ter
inschryving voor de lichting der nationale
militie van het jaar 1899 in het jaar 1898
in deze gemeente was verzuimd, by het ge
neeskundig onderzoek ongeschikt bevonden
voor den dienst by de nat. militie en derhalve
daarvan vrygesteld.
Do gewone jaariyksche schouw over
alle schoorsteenen, stookplaatsen of andere
stookinrichtingen zal in deze gemeente ge
houden worden op Maandag 30 Januari a. s.
Vit de „Staatscourant."
Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeester;
van Sassenheim, jbr. M. Van den Brandeler; van
Haren, jhr. C. H. Quintus, secretaris dier gemeente;
van Strijen, L. J. baron Van Heilmann van Stou-
tenburg; van Oldenzaal, N. X. Th. M. Vos de
Wael; van Anna-Paulowna, Th. J. Waller; van
Tilburg, J. F. Jansen.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau, J. H. Kortz Fonneman, broeder-overste
in bet krankzinnigengesticht Padua te Boekei;
tot buitengewoon adelborst by de Kon. Ned. Marine
reserve, de heeien ii. W. Braun, T. Ten Gate en
W. J. H. Taat, allen in dienst bij de Holland-
Amorika-lijn; bij bet Departement van Financiën,
tot inspecteur der registratie en domeinen van de
eerste klasse, J. D. G. Scbuuriug, thans van do
tweede klasse bij dat Departement; tot lid van
bet college van regenten over het huis van bewa
ring te Nijmegen, F. M. A. Van Schaeck Mathon,
burgemeester dier gemeente.
Benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te
Leeuwarden, mr. I. De Greve, officier van justitie
bij de rechtbauk te Zwolle.
De minister van financiën maakt bekend, da,
op 21 dezer by de botaalmeesters in kas wa*
ƒ1,776,678.39 en dat op denzelfden dag door d$
Nederlandsche Bank, ingevolge art. 1 Ibis van baar
octrooi, aan 's lands kas een voorschot was ver
strekt ten bedrage van ƒ2.078,425J28.
Yerliooging van de accijnzen op
gedistilleerd en vrijn.
De Minister van Financiën heoft by brio»
dd. 23 Januari aan den voorzitter van de
Tweede Kamer medegedeeld, dat, ingevolg
machtiging der Koningin, het aanhangig'-
wetsontwerp, houdende verhooging van d*
accijnzen op gedistilleerd en wyn, wordt ingo
trokken.
Dit besluit, zegt de „H. R. C.", komt nie'
onverwacht, na de bezuinigingen, die d>
Tweede Kamer op de Staatsnegrooting heef
aangebracht, waardoor het tekort op do zoo
genaamde gewone uitgaven, waarin het thani
ingetrokken wetsontwerp wilde voorzien, be
langryk is verminderd.
Bali 1840. Djaga-Raga.
Een gepensionneerd luitenant kolonel, oud
strijder uit de dagen van 1849, scbryft aa
het „N. v. d. D.:"
„Den 15den en 16den April a.s. zal het 50
jaren geleden zyn, dat wy het onze mochte-
lyorengen tot het groote succes van het 7d*
bataljon infanterie en waarvoor wy de toen
nog ongekende belooning deelachtig werden
„Ons Ideaal" de „Militaire Willemsorde"
door wylen onzen geëerbiedigden Koning
Willem III aan ons vaandel te zien schenken.
„Vyftig jaren l 's Is lang geledenniet velen
zullen op het appèl het present moer
kunnen doen hooren.
„Maar zullen de overgeblevenen, hoe weini
gen dan ook, dit Jubileam onopgemerkt doen
voorbygaan?
„Wie, V3n welken rang of graad, oud-stryders
van die dagen, zich willen aansluiten die
herinneringsdagen op de oea of andere wyze
te gedenken, worden verzocht daarvan biyk
te geven door een gefrankeerd schry ven onder
het motto „Djaga raga." aan het „Nieuws
van den Dag," vóór of op 15 Feoruari a.s.
Daarna kan een gedachtenwisseling over de
wyze „waarop" volgen."
Gemengd Nieuws.
Wö vestigen er de aandacht op,
dat de Opera-voorstelling albier heienavond
niet begint om acht uren, maar om halfacht.
In verband m et de kennisgeving
van Burgemeester en Wethouders van Leiden,
dat iedere houder van éón of meer honden,
die aan de belasting onderhevig zyn, verplicht
is, jaarlyks vóór of op den 31sten Januari
daarvan t»y den gemeente ontvanger aangifte
te doen, is het niet ondienstig te vernemen,
dat in het afgeloopen jaar wegens ontduiking
dier belasting door do arrondissements recht
bank te 's-Hage 28 personen veroordeeld zyn
tot geldboete of gevangenisstraf.
Natuurlijk werd de schans spoedig bestormd
en het leger trok do stad binnen. Het kwam
echter niet tot een plundering, die naar krijgs-
recht gerechtigd was, want de stad stODd
plotseling aan allo hoeken in brand, straten
zelfs, waarin zich nog geen soldaat ver
toond had.
Toen mün tijd om wa^ verliet ik Tilly
en nam dienst b\j de Friodlanders, waar, niet-
tegSDBtaando de dienst strenger was, de
-soldaat hot nog beter had.
Io Augustus 1632 was ik in Niirnberg.
WO h adden ons op de hoogten sterk ver
schanst, in het byzonder in do zoogenaamde
„Oude Best," het overschot van een oud
slot. De Zweden liepen storm. Natuuriyk
zonden ze eerst de hulptroepen van de
Duit8che bondgenooten in het vuur, maar
het vuur der Friedlanders maaide geheele
regimenten neder. Nu trokken de Zweden op.
Driemaal bestormden zy ons en steeds wierp
Altringer ze weder terug.
Twee dagen duurden die schermutselingen.
Hg Zweden schuimbekten van woede. Hun
höste regimenten, de blauwe Gotlanders eu
grauwe Finlanders, lagen op het slagveld.
HH| Friedlanders lagen rustig achter hun
schansen en de Kroaten vingen al de voor
Zweden bestemde proviandmiddelen op.
■In het met vluchtehogen gevulde Nürnberg
dreigden pest en hongersnood; in den aan
vang van September trok de Zweed af.
In Niirnberg had hy den roep van zyn
onoverwinnelykheid gelaten en op den 16den
November van datzelfde jaar verloor hy by
Lützen het leven.
Ikzelf, meermalen gewond, had van de
gruwelen genoeg gezien. Ik verlangde naar
een ander leven, en zoo keerde ik naar myn
huis terug. Maar daar vond ik slechts bouw
vallen en verwoeste velden; myn moedor was
reeds lang gestorven en niemand kende my
meer. Toen trad ik by een voornaam heer
in dienst, die, nadat hy van myn trouw
overtuigd was, my aan het hoofd van zyn
bedienden stelde.
Ik verloor myn heer op een vreeseiyko
wjjze, werd daarby levensgevaarlyk gewond
en moest, wederom hersteld, andermaal in
krygsdienst treden. Ik moest toch leven?
Met Johann Von "Werth voerde ik een lustig
ruiterleven. Ik kampte tegen Zweden en
Franschen en maakte den dollen tocht naar
Frankryk mede, waarvan wy eer6t terug
keerden, nadat wy de torens van St.-Denis
gezien hadden.
Later overviel de koene aanvoerder by
Tuttlingen het Fransch-Zweedsche leger en
vernietigde het. Daar ontving ik de wond,
welko nog niet geheeld is, en waarvoor ik by
u opgenomen werd."
„Arme vriend, gy hebt veel medegemaakt,"
zeide Stoffer deelnemend. „Geve God, dat uw
levensavond kalm zyi In bet boschhuis is
deze kalmte wel te vinden, maar gü zyt aan de
drukte der wereld gewend; wie weet, of dit
eentonige leven u op den duur wel bevalt en
of het u geen drukkende last wordt."
„Ik wensch mets beters en taal niet meer
naar het woreldgedruisch; uit vryen wil
verlaat ik u niet; wie weet echter, wat God
voor ons bestemd heeft l"
Het vroeger reeds genoemde, tot het bosch
huis behoorende dorpje was niet de eenige
nederzetting van dien aard. In de Duitsche
gebergten lagen meer zulke nederzettingen,
bevolkt door lieden, die omderwille van het
oude of nieuwere geloof hun haardsteden niet
konden of mochten betrekken en die streken
in het byzonder moesten vermyden, waar
de kryg het felst woedde. Enkele geestelyken
hadden met hun kudden de verbanniüg ge
deeld, maar wanneer zy na verloop van tyd
stierven, konden hun plaatsen niet door
anderen ingenomen worden.
Maar andere, meest op de vlucht gedreven
geestelyke, doortrokken het gebergte en zochten
de daar wonende geloovigen op. Als in de
eerste tyden van het Christendom werden zy
overal, waar zy kwamen, met vreugde be
groet; hun terugkomst werd verlangend te
gemoet gezien.
Zulk een geestelyke, door het lange loopen
ziek en vermoeid, was nu in het wouddorp
aangekomen, en aanstonds had men den
slotvoogd van diens komst kennis gegeven.
Het duurde eenige dagen, voordat de man
eenigsziQS hersteld was, en zoodra het hem
mogoiyk was, kwam hy weder zyn geestelyke
plichten na. Den dorpers zouden weder de
lang verbeide zegeningen van den godsdienst
ten deel worden en natuuriyk ook den be
woners van het boschhuis.
Ofschoon de slotvoogd er op aandrong, den
geestelijke in het boschhuis een thuis te ver
schaffen, sloeg deze ieder verzoek af, met de
verzekering, dat zyn plichten hem verder
riepen.
Op den dag van zyn vertrek nam de
waardige man afscheid van de kleine gemeente,
welke hem zoo na aan het hart lag; by deed
dit in warme bewoordingen en vermaande
allen God innig dankbaar te zyn voor do
genade, welke Hy hun verleend had, dat zy
hier in den krng der hunnen in rust en veilig
heid konden leven, terwyl daarbuiten do kryg
met zyn verwoestingen woedde.
Vrouw Rot'ourg begaf zich met de bewoners
van het boschbuis na het afscheid huiswaarts,
terwyl Veit Stoffer nog eenigen tyd achterbleef,
daar hy den geestelyke iets te vragen had.
Nog nadenkende over het zooeven verno-
mone, schreed vrouw Rotburg met haar mak
kers zwygend door het woud, totdat Irml
plotseling uitriep:
„Tante, zeg my tochwie zyn myn ouders,
en waar leven zy?'*
„Wel, wel," riep de huishoudster verrast,
„hoe komt het kind nu aan die vraag?"
„Dat is zeer natuuriyk," meende Irmi, „ik
heb daaraan reeds dikwyls gedacht, maar
heden, toen den kinderen zoo gewezen werd
op de plichten, welko zy jegens hun ouders
hebben, toen viel het my weder in, dat ik nog
nooit van myn ouders gehoord heb, en ouders
heeft een ieder toch?"
„Zeker, maar men kent ze niet altyd
Arme kleine, de uwo zyn reeds lang ge
storven."
„"Waar zyn die dan gestorven, en hoe waren
ze met u en Veit verwant, tante?"
Vrouw Rotburg was In pynlyke verlegen
heid. Stoffer had haar verboden aan Irmi
mede te deelen hoe zy in het boschhuis ge
komen was, om haar geen smart te veroor
zaken, wanneer zy bemerkte, dat zy een
vreemde voor hen was.
Gregoor kwam haar na te hulp.
„Waartoe die vrageD, Irmi?" riep hy. „Ver
genoeg u er mede te weten, dat vriend Stoffér
6n Rotburg voor je gezorgd hebben als voor
bun eigen kind, en dat gy u als zóódanig
beboort te godragen en hen lief te hebben."
Irmi zweeg, maar zy was niet tevreden. Zy
had nog veel vragen wilen doen, welke haar
door het hoofd dwarrelden.
Ondertusschen voorde Stoffer een ernstig
gesprok met den geesteiyko.
„Veroorloof my eenige vragen tot u to
richten, welke in den aard van uw ambt
liggen, eerwaarde heer. Wy leven bier geheel
van de wereld afgesloten en hooren niets
van hetgeen daar omgaat. In vroegeren tijd
ging ik alle jaren naar Wörzburg, om myn
heer rekenscbap van myn bestuur te geven*
(W«rdt vervolgd