fjo. TT939 Woensdag Januari. A°. 1899 Qeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van gonen feestdagen, uitgegeven. Leiden, 24 Januari. Feuilleton. De bloem van bet woud. IEIDSCH DA&BLAD. Voor Leiden per 8 Franco per post Afzonderlijke Nommere PRIJS DEZKB COURAJSTI maandea 1.10. 1.40. 0.05. Paus DER ADVERTENTEÊHj Vad 1-6 regels 1.06. ledore regoJ meer f 0J7J. - Groctera letters naar plaatsruimte - Voor het Incasseereo botten de stad wordt f 0.05 berekend cmiclëele Konulsffevinereix. Plaatselijke Direct© Belasting. Burgemeester on Wethondera y.n Lolden brengén ter algemeene keunia, dat het 2de ®upp®flq8 af. dor iWolöko Directe Belaeting V°or 1898 echrift gedurende v ij f maand ent dtr gemeento voor een ieder tor lezing is ne e g dat bezwaren tegen den aanslag ^1D. w,] t OD maanden na de nitrnikingran bet aanelfcgbüjet op 6 n g o g o 1 d papier bij den Gemeenteraad kannen besliseiDg, bUnon dertig d.g.o D. do mcdedceliDg d.arran. bj Q'dopu- teerdo Staten der provincie Znid-Holland, iubero p kxu «orden gokomeo, ersnoeno bi) ongeregeld adres. Zh h.rian.ron Toorts do bel.nSbsbbendon o.t- drokkslijk, dat door hst indienoo ven bsz.aron sn hst tnslollen van berosp do Torpliohting tot botaliDg Tan den aanslag niet wordt opgeschort. Burgemeester en W.thondera Yoornosmd, Leiden F. WA8' Burgemeester. SI Jan. 1899. TAN HEÏ3T, aecrotaria. In den namiddag van gisteren ontsliep alhier in vrede, zacht en kalm, oen onzer geachte stadgenooten, de heer J. P. Visser, gedurende veel jaren lid des bestuurs van de beide Christelijke scholen aan de Middelste- en de Pieterskerkgracht alhier, van welk bestuur hu de laatste jaren de ijverige secretaris was, voor welke scholen hy veel, zeer veel ge werkt en gebeden heeft. Eea stille in den lande, eenvoudig in zfjn doen en laten, maar toch een man, een Christen in den volsten zin des woords, is onze Jgomeente ontvallen en veel verliezen in hem zijn betrekkingen, zfin vrienden en niet bet minst de 6cholen, die geheel de liefj© van zijn hart bezaten, alsook de vereeniging „Broederliefde", die hy als bibliothecaris diendo. Een man met bijzondere gaven, met een rijkdom en diepte van gedachten, waar.oor hy wel belangstelling wekken moest; een man vol geloof en ijver, waardoor hy steunde en sterkte, vaak dan, wanneer hu door pyn als - verteurd werdeen man des gebeds, een geduldig ïyder; een man met een warm hart voor de armen en hun nooden is heengegaan, maar zyn gedachtenis zal zeer zeker nog lang, en by velen, in zegenend aandenken biyven. - "Wegens het aanstaand huweiyk van mej. Van der Wijk zal baar plaats als leerares in solo- en koorzang aan bet muziek-instituut in de Loge albier, met Februari vervuld worden door mej. C. Van der Linden. De vereeniging van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Neder- landsche leger (onderstand aan militairen, gepen6ionneord vóór de wet van 1S77) ont ving dezer dagen van wylen iemand te iAmsterdam, die onbekend wenscht te blyveD, «en schenking van 1000. Gisteren was er diner ton Hove, waarop waren genoorigd: de voorzitters van de beide J Kamers der Staten Generaal, de ministers, tlce-president van den Raad van State, pre sident en procureur-generaal van den Hoogen Raad, president der Rekenkamer, Commissaris dÊ9r Koningin in Zuid-Holland, burgemeester •der residentie en de secretaris van het Kabinet der Koningin. In de eerste week der volgende maand zal ten Hovo een „thé dansant" gegeven worden. Volgens het „Haagsche Dagblad" heeft een man van gezag op koloniaal gebied Tan zyn warme belangstelling een nieuw biyk ge geven door een som van 25,000 toe te zeggen voor de verfraaiing van onze koloniale af- deeling op de a.s. Wereldtentoonstelling te Parys. Van een onbekende werd door de Re geering ƒ10,000 ontvangen voor deHollandsche afdeeling. De algemeene vergadering van de Vereeni ging van Christelyke Onderwyzers en Onder- wyzeressen in Nederland en de Overzoesche Bezittingen zal dit jaar op 23 en 24 Mei a. 8. te Amsterdam wordon gehouden. De inzending van vraagpunten en voorstellen moeten vóór of op 25 Maart a. s. aan den lsten secretaris van het hoofdbestuur worden ingezonden. Aan de beurt van aftreding als lid van het hoofdbestuur la de hoer R. Husen, hoofd der Geref. school te Amsterdam, die niet herkiesbaar is. De stemming heeft plaats vóór 1 Februari, terwyl do uitslag vóór of op 10 Febr. aan den secretaris van het hoofdbestuur bekend moet zyn. De tweede stemming heeft, zoo noodig, plaats vóór 15 Maart. De inge komen biljetten moeten vóór 16 Maart opge zonden zyn aan den secretaris. Deze tweede stemming zal worden bekend gemaakt op de algemeene vergadering. Op een der dagen van deze vergadering zullen de onderafdeelingen, de vereeniging „Barnabas" en de vereeniging „Johannes", hun jaarvergadering houden. Een breede schare van hoofd- en verdere ambtenaren van het departement van finan ciën, met den minister PR-rson en den secre taris-generaal van het departement, mr. graaf Van Ranawyck, aan het hoofd, bracht gisteren op de begraafplaats Nieuw-Eik-en-Dulnen hot stoffeiyk hulsel van mr. Ph. A. Hols toer, in leven administrateur der afdeeling domeinen by het departemeQt van flnanciöD, naar de laatste rustplaats. Toen het stoffeiyk overschot ten grave was gedaald, tracht uo heer Pierson in zeer tref fende bewoordingen hulde aan den ontslapene. In Holsboer is verloren een der steunpilaren der administratie, wiens nagedachtenis by den Minister persoonlijk en by het gansche depar tement nog lang in eerbiedige herinnering zal blyven. Ten einde den goeden gang van zaken by het Departement van Binnenlandsche Zaken verzekerd te houdeD, ook ten aanzien van de afdoening der over 1898 eventueel nog te ver wachten declaratiën van gemeenten ter zake van de onteigening, enz. by het voorkomen van be8metteiyke ziekten zoowel by menschen als by vee, heeft de minister door tusschen- komst der Commissarissen der Koningin aan de burgemeesters verzocht, bedoelde vorderingen spoedig in te zenden. Ia de residentie is aangekomen jbr. mr. Van Citters, secretaris by het Ned. gezant schap te Weenen. De heer J. C. Den Hamer, te Ridderkerk, is benoemd tot onderwyzer aan de school met den By bel te Alfen aan don Ryn. Den 2den Februari a. s. zal de minister van buitenlandsche zaken een diner geven voor leden van de Staten Generaal, den secre taris-generaal en eenige hoofd-ambtenaren, benevens leden van Hr. Ms. legatiën, met verlof hier te lande. De minister van kolonión verleent deze week geen audiëntie. Dr. A. Kuyper heeft het voorzitterschap van den Ned. Journalistenkring aangenomen. Het hoofdbestuur van de Vereeniging voor Vrouwen-kiesrecht zal zich tot den minister van justitie wenden, met het ver zoek, dat ook vrouwen zitting krygen in het bestuur van de opvoedingsgestichten. De Vereeniging tot bestryding van knoeieryen in den Boterhandel hield gisteren onder presidium van den heer C. Veth te Utrecht een algemeene vergadering. Uit het verslag van den secretaris den heer J. A. Bos bleek, dat bet ledental ver meerderd was. Op 1 Jan. 1899 waren er 447 leden en 125 donateurs. Het kassaldo bedroeg 703. De aftredende bestuurders J. A. Bos, D. Buisman en C. H. Hummelinck werden her kozen. De openbare middagvergadering met intro ductie werd geleid door den beer H. F. Bultman, 2den voorzitter der Vereeniging, die na een inleidend woord aan den heer J. Rinkes Borger het woord gaf, ter inleiding van het nieuwe „Ontwerp-Boturwet". Met genoegen had deze de indiening daar van gezien, en wensebte, dat van de Vereeni ging uitga een algemeen verzoek tot aan neming, met wyziging van eenige punten, waarvan by enkele noemde, na een uiteen zetting van wat reeds t?gen de knoeieryen was gedaan. Een wet achtte spreker onvoorwaardelyk noodig om den goeden naam der Hollandsche boter in het buitenland te herwinnen; bezwaren zQn, dat de Reg ering zal moeten bepalen wat openbare vervoermiddelen zijn, die boter en mar garine gecombineerd mogen vervoeren, en dat zy zal moeten verbieden in annonces en circu laires margarine als boter aan te bieden. Voorts wensebte spr. ook wyziging in de strafbepaling, nameiyk gevangenisstraf by reci dive: de eerste maal Loete of gevangenisstraf, de tweede maal onvoorwaardelyk gevange nisstraf. Spr. deelde mede, dat in den geest van het gesprokene een adres aan Regeering en Kamer zal worden gezonden, indien de vergadering zich daarmeie kan vereenigen. In hot debat werd door den heer Hartog gewezen op de wenscheiykhcid, om over tredingen alleen met vryheidsberooving te straffen, waarmede de heer Rinkes Borger zich niet vereenigde, terwyl de heer Van Zwot, uit Rotterdam, bezwaren opperde tegen de beperkende bepaling, vooral lastig voor den reë&len kleinhandel, dat boter en margarine niet te gelyk mogen worden vervoerd. De inleider achtte dit bezwaar niet zoo groot en was van meeniog, dat juist daar door aan de ergeriyke knoeieryen der potjes- boeren een einde kon komen, waarby de voorzitter nog opmerkte, dat een w<.t, welke ook, voor sommige personen altyd bezwaren medebrengt, doch die niet te voorkomen zyn waar men kwade praktijken wil tegengaan. By acclamatie werd daarop besloten aan Regeeriog en Kamer een adres te zenden in den geest als bedoeld door den hetr Rinkes Borger, met wien het bestuur zich voor de rodactie daarvan zal verstaan. Spr. wees er tevens nog op, dat de Ver eeniging geen stryd voert tegen de margarine, die zy beschouwt als een goed en nuttig volk3voed8el, maar alleen tegen hen, die door bedrieglyke praktyken aanranden de rechten van hen, die het natuurproduct boter aan de markt willen brengen. Onier dankzegging aan den inleider werd de vergadering daarop gesloten. Het stoomschip „Etna" vertrok 21 Jan. van Neufahrwas8er Daar Amsterdam; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 22 Jan. te Southampton; de „Prins Maurlts" arriveerde 21 Jan. van Amsterdam te Paramaribo; de „Prins "Wil lem II" arriveerde 23 Jan. van West Indië te Amsterdam; de „Prins Willom IV" vertrok 21 Jan. van Paramaribo naar Amsterdam; de „Titan", van Batavia naar Amsterdam, arri veerde 23 Jan. te Suez; de „Werkendam" arri veerde 22 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Burgemeester Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 21 Jan. te Genua en zette den volgenden dag de reis voort; de „Edam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 22 Jan. Scilly; „de „Prins Alexan der", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 22 Jan. Dover. Zoeterwoude. Door HH. Ged. Staten dezer provincie is J. Selic-r, geboren te Leiderdorp, den 20sten Oct. 1879, wiens aangifte ter inschryving voor de lichting der nationale militie van het jaar 1899 in het jaar 1898 in deze gemeente was verzuimd, by het ge neeskundig onderzoek ongeschikt bevonden voor den dienst by de nat. militie en derhalve daarvan vrygesteld. Do gewone jaariyksche schouw over alle schoorsteenen, stookplaatsen of andere stookinrichtingen zal in deze gemeente ge houden worden op Maandag 30 Januari a. s. Vit de „Staatscourant." Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeester; van Sassenheim, jbr. M. Van den Brandeler; van Haren, jhr. C. H. Quintus, secretaris dier gemeente; van Strijen, L. J. baron Van Heilmann van Stou- tenburg; van Oldenzaal, N. X. Th. M. Vos de Wael; van Anna-Paulowna, Th. J. Waller; van Tilburg, J. F. Jansen. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau, J. H. Kortz Fonneman, broeder-overste in bet krankzinnigengesticht Padua te Boekei; tot buitengewoon adelborst by de Kon. Ned. Marine reserve, de heeien ii. W. Braun, T. Ten Gate en W. J. H. Taat, allen in dienst bij de Holland- Amorika-lijn; bij bet Departement van Financiën, tot inspecteur der registratie en domeinen van de eerste klasse, J. D. G. Scbuuriug, thans van do tweede klasse bij dat Departement; tot lid van bet college van regenten over het huis van bewa ring te Nijmegen, F. M. A. Van Schaeck Mathon, burgemeester dier gemeente. Benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te Leeuwarden, mr. I. De Greve, officier van justitie bij de rechtbauk te Zwolle. De minister van financiën maakt bekend, da, op 21 dezer by de botaalmeesters in kas wa* ƒ1,776,678.39 en dat op denzelfden dag door d$ Nederlandsche Bank, ingevolge art. 1 Ibis van baar octrooi, aan 's lands kas een voorschot was ver strekt ten bedrage van ƒ2.078,425J28. Yerliooging van de accijnzen op gedistilleerd en vrijn. De Minister van Financiën heoft by brio» dd. 23 Januari aan den voorzitter van de Tweede Kamer medegedeeld, dat, ingevolg machtiging der Koningin, het aanhangig'- wetsontwerp, houdende verhooging van d* accijnzen op gedistilleerd en wyn, wordt ingo trokken. Dit besluit, zegt de „H. R. C.", komt nie' onverwacht, na de bezuinigingen, die d> Tweede Kamer op de Staatsnegrooting heef aangebracht, waardoor het tekort op do zoo genaamde gewone uitgaven, waarin het thani ingetrokken wetsontwerp wilde voorzien, be langryk is verminderd. Bali 1840. Djaga-Raga. Een gepensionneerd luitenant kolonel, oud strijder uit de dagen van 1849, scbryft aa het „N. v. d. D.:" „Den 15den en 16den April a.s. zal het 50 jaren geleden zyn, dat wy het onze mochte- lyorengen tot het groote succes van het 7d* bataljon infanterie en waarvoor wy de toen nog ongekende belooning deelachtig werden „Ons Ideaal" de „Militaire Willemsorde" door wylen onzen geëerbiedigden Koning Willem III aan ons vaandel te zien schenken. „Vyftig jaren l 's Is lang geledenniet velen zullen op het appèl het present moer kunnen doen hooren. „Maar zullen de overgeblevenen, hoe weini gen dan ook, dit Jubileam onopgemerkt doen voorbygaan? „Wie, V3n welken rang of graad, oud-stryders van die dagen, zich willen aansluiten die herinneringsdagen op de oea of andere wyze te gedenken, worden verzocht daarvan biyk te geven door een gefrankeerd schry ven onder het motto „Djaga raga." aan het „Nieuws van den Dag," vóór of op 15 Feoruari a.s. Daarna kan een gedachtenwisseling over de wyze „waarop" volgen." Gemengd Nieuws. Wö vestigen er de aandacht op, dat de Opera-voorstelling albier heienavond niet begint om acht uren, maar om halfacht. In verband m et de kennisgeving van Burgemeester en Wethouders van Leiden, dat iedere houder van éón of meer honden, die aan de belasting onderhevig zyn, verplicht is, jaarlyks vóór of op den 31sten Januari daarvan t»y den gemeente ontvanger aangifte te doen, is het niet ondienstig te vernemen, dat in het afgeloopen jaar wegens ontduiking dier belasting door do arrondissements recht bank te 's-Hage 28 personen veroordeeld zyn tot geldboete of gevangenisstraf. Natuurlijk werd de schans spoedig bestormd en het leger trok do stad binnen. Het kwam echter niet tot een plundering, die naar krijgs- recht gerechtigd was, want de stad stODd plotseling aan allo hoeken in brand, straten zelfs, waarin zich nog geen soldaat ver toond had. Toen mün tijd om wa^ verliet ik Tilly en nam dienst b\j de Friodlanders, waar, niet- tegSDBtaando de dienst strenger was, de -soldaat hot nog beter had. Io Augustus 1632 was ik in Niirnberg. WO h adden ons op de hoogten sterk ver schanst, in het byzonder in do zoogenaamde „Oude Best," het overschot van een oud slot. De Zweden liepen storm. Natuuriyk zonden ze eerst de hulptroepen van de Duit8che bondgenooten in het vuur, maar het vuur der Friedlanders maaide geheele regimenten neder. Nu trokken de Zweden op. Driemaal bestormden zy ons en steeds wierp Altringer ze weder terug. Twee dagen duurden die schermutselingen. Hg Zweden schuimbekten van woede. Hun höste regimenten, de blauwe Gotlanders eu grauwe Finlanders, lagen op het slagveld. HH| Friedlanders lagen rustig achter hun schansen en de Kroaten vingen al de voor Zweden bestemde proviandmiddelen op. ■In het met vluchtehogen gevulde Nürnberg dreigden pest en hongersnood; in den aan vang van September trok de Zweed af. In Niirnberg had hy den roep van zyn onoverwinnelykheid gelaten en op den 16den November van datzelfde jaar verloor hy by Lützen het leven. Ikzelf, meermalen gewond, had van de gruwelen genoeg gezien. Ik verlangde naar een ander leven, en zoo keerde ik naar myn huis terug. Maar daar vond ik slechts bouw vallen en verwoeste velden; myn moedor was reeds lang gestorven en niemand kende my meer. Toen trad ik by een voornaam heer in dienst, die, nadat hy van myn trouw overtuigd was, my aan het hoofd van zyn bedienden stelde. Ik verloor myn heer op een vreeseiyko wjjze, werd daarby levensgevaarlyk gewond en moest, wederom hersteld, andermaal in krygsdienst treden. Ik moest toch leven? Met Johann Von "Werth voerde ik een lustig ruiterleven. Ik kampte tegen Zweden en Franschen en maakte den dollen tocht naar Frankryk mede, waarvan wy eer6t terug keerden, nadat wy de torens van St.-Denis gezien hadden. Later overviel de koene aanvoerder by Tuttlingen het Fransch-Zweedsche leger en vernietigde het. Daar ontving ik de wond, welko nog niet geheeld is, en waarvoor ik by u opgenomen werd." „Arme vriend, gy hebt veel medegemaakt," zeide Stoffer deelnemend. „Geve God, dat uw levensavond kalm zyi In bet boschhuis is deze kalmte wel te vinden, maar gü zyt aan de drukte der wereld gewend; wie weet, of dit eentonige leven u op den duur wel bevalt en of het u geen drukkende last wordt." „Ik wensch mets beters en taal niet meer naar het woreldgedruisch; uit vryen wil verlaat ik u niet; wie weet echter, wat God voor ons bestemd heeft l" Het vroeger reeds genoemde, tot het bosch huis behoorende dorpje was niet de eenige nederzetting van dien aard. In de Duitsche gebergten lagen meer zulke nederzettingen, bevolkt door lieden, die omderwille van het oude of nieuwere geloof hun haardsteden niet konden of mochten betrekken en die streken in het byzonder moesten vermyden, waar de kryg het felst woedde. Enkele geestelyken hadden met hun kudden de verbanniüg ge deeld, maar wanneer zy na verloop van tyd stierven, konden hun plaatsen niet door anderen ingenomen worden. Maar andere, meest op de vlucht gedreven geestelyke, doortrokken het gebergte en zochten de daar wonende geloovigen op. Als in de eerste tyden van het Christendom werden zy overal, waar zy kwamen, met vreugde be groet; hun terugkomst werd verlangend te gemoet gezien. Zulk een geestelyke, door het lange loopen ziek en vermoeid, was nu in het wouddorp aangekomen, en aanstonds had men den slotvoogd van diens komst kennis gegeven. Het duurde eenige dagen, voordat de man eenigsziQS hersteld was, en zoodra het hem mogoiyk was, kwam hy weder zyn geestelyke plichten na. Den dorpers zouden weder de lang verbeide zegeningen van den godsdienst ten deel worden en natuuriyk ook den be woners van het boschhuis. Ofschoon de slotvoogd er op aandrong, den geestelijke in het boschhuis een thuis te ver schaffen, sloeg deze ieder verzoek af, met de verzekering, dat zyn plichten hem verder riepen. Op den dag van zyn vertrek nam de waardige man afscheid van de kleine gemeente, welke hem zoo na aan het hart lag; by deed dit in warme bewoordingen en vermaande allen God innig dankbaar te zyn voor do genade, welke Hy hun verleend had, dat zy hier in den krng der hunnen in rust en veilig heid konden leven, terwyl daarbuiten do kryg met zyn verwoestingen woedde. Vrouw Rot'ourg begaf zich met de bewoners van het boschbuis na het afscheid huiswaarts, terwyl Veit Stoffer nog eenigen tyd achterbleef, daar hy den geestelyke iets te vragen had. Nog nadenkende over het zooeven verno- mone, schreed vrouw Rotburg met haar mak kers zwygend door het woud, totdat Irml plotseling uitriep: „Tante, zeg my tochwie zyn myn ouders, en waar leven zy?'* „Wel, wel," riep de huishoudster verrast, „hoe komt het kind nu aan die vraag?" „Dat is zeer natuuriyk," meende Irmi, „ik heb daaraan reeds dikwyls gedacht, maar heden, toen den kinderen zoo gewezen werd op de plichten, welko zy jegens hun ouders hebben, toen viel het my weder in, dat ik nog nooit van myn ouders gehoord heb, en ouders heeft een ieder toch?" „Zeker, maar men kent ze niet altyd Arme kleine, de uwo zyn reeds lang ge storven." „"Waar zyn die dan gestorven, en hoe waren ze met u en Veit verwant, tante?" Vrouw Rotburg was In pynlyke verlegen heid. Stoffer had haar verboden aan Irmi mede te deelen hoe zy in het boschhuis ge komen was, om haar geen smart te veroor zaken, wanneer zy bemerkte, dat zy een vreemde voor hen was. Gregoor kwam haar na te hulp. „Waartoe die vrageD, Irmi?" riep hy. „Ver genoeg u er mede te weten, dat vriend Stoffér 6n Rotburg voor je gezorgd hebben als voor bun eigen kind, en dat gy u als zóódanig beboort te godragen en hen lief te hebben." Irmi zweeg, maar zy was niet tevreden. Zy had nog veel vragen wilen doen, welke haar door het hoofd dwarrelden. Ondertusschen voorde Stoffer een ernstig gesprok met den geesteiyko. „Veroorloof my eenige vragen tot u to richten, welke in den aard van uw ambt liggen, eerwaarde heer. Wy leven bier geheel van de wereld afgesloten en hooren niets van hetgeen daar omgaat. In vroegeren tijd ging ik alle jaren naar Wörzburg, om myn heer rekenscbap van myn bestuur te geven* (W«rdt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1